De bestrijding van de werkloosheid. BINNENLAND DONDERDAG 2 JUNI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Vergadering van gisteren. Verkorting van den arbeidsduur De heer OUD (V.D.) heeft met veel ge noegen gelezen, hetgeen de regeering in haar stukken heeft uiteengezet. Dit immers was een rechtvaardiging van de politiek van het vorige kabinet. Des te verheugen der was dit, omdat er eenige ministers aan hebben meegewerkt, behoorend tot een groep, welke zich vroeger tegen die poli tiek heeft gekant. Spr. vreest alleen dat dit kabinet te zeer op de lauweren rust van het vorige. (Vroo- lijkheid). Spr. meent ook dat de werkloos heid nog lang zal duren. Als een der oor zaken daarvan ziet spr. de rationalisatie van het bedrijfsleven. De capaciteit der bedrijven is uitgebreid, de werkgelegen heid verminderd. De ontwikkeling zal moe ten gaan in de richting van verkorting van den arbeidsduur. Men zou de mogelijkheid moeten zoeken meer arbeiders aan het werk te stellen door verkorting van den arbeidsduur. Het is natuurlijk onmogelijk Frankrijk bewijst het de 40-urige werkweek met behoud van loon zoo maar in te voeren. Arbeidsspreiding zal moeten worden bereikt door de opofferingsgezinde samenwerking van arbeiders, werkgevers en overheid. De overheid zal daarbij moeten beden ken dat zij de steungelden toch zal moeten uitgeven. Tegen het aanzwengelen van den motor door conjunctuurstimuleering bestaat het bezwaar dat men met een defecten mo tor en met een -leege accu kan komen te zitten. Met de steunverleening zijn wij volko men vastgeloopen. Er zijn gevallen waarin de steun hooger is dan het loon in het vrije bedrijf. De geestelijke toestand van onze jeugd baart zorg. Het is te eenvoudig om te zeg gen: opvoeding is gezinsplicht. Kunnen de ouders wel voor hun kinderen zorgen? Spr. herinnert aan het verzet der anti-re volutionairen tegen den leerplicht. Na 40 jaar zijn zij daarover heen. Moge het geen veertig jaar duren eer zij over hun be zwaren tegen arbeidsplicht heen zijn. Spr. ziet niet in waaom men geen arbeidskampen zou kunnen maken voor alle groepen gpza- melijk, terwijl daarbij toch de geestelijke verzorging zou kunnen zijn gewaarborgd. Staatsopvoeding in bepaalde geestesrich tingen acht spr. verkeerd. De werkloosheid ten plattelande De heer RUIJTER (R.K.) bespreekt de bestrijding der werkloosheid ten platte lande. Het moet den gemeenten, onder het normale toezicht van Gedeputeerde Staten, door voorschotten mogelijk gemaakt wor den kleine werken, waarender onderhouds werken. uit te voeren. Thans is het depar tement van financiën zoo zuinig, dat het niet eens de gelden toestaat, welke de ge meenten voor het opmaken van plannen noodig hebben. Een onderzoek van den katholieken Boe ren- en Tuindersbond deed blijken, dat de 15.000 jonge boerenzonen in deze organisa tie werkloos zijn. Het streven om in de Wieringermeer stukken land van 40 H.A. en meer uit te geven, is niet juist. Hier is eenig soelaas voor de jonge boeren. Daar bij moet emigratie worden bevorderd. Is de regeering bereid een goedgeleide emigratie naar Zuid-Amerika mogelijk te maken door het beschikbaar stellen van premies aan emigreerende boeren? Zou het niet gewenscht zijn loonbijslagen aan den landbouw te verstrekken? Veel thans ongedane arbeid zou daardoor kun nen worden uitgevoerd. Spr. vraagt, hoe het streven der regee- fing naar verruiming van het afzetgebied van den landbouw in het eigen land te rij men is met den invoer van ingeblikt vleesch. Spr. acht de prijzen van het bin- nenlandsche vleesch niet te hoog, althans niet met het oog op de belooning van den producent. Zijn de steunnormen zoo laag, dat de werkloozen het bjnnenlandsche vleesch niet kunnen koopen, dan zijn de steunnormen te laag. Het verstrekken van consumptiebons voor vleesch aan werkloo zen verdient aanbeveling. Het thans gevolg de systeem vermindert de werkgelegen heid. Israëls voorkeur voor valsche profeten!! De heer VAN HOUTEN (Chr. Dem.) stelt de vraag, of de regeeringspolitiek ten opzichte der werkloosheid christelijk ver antwoord is. De massale werkloosheid ac centueert alles wat in onze samenleving in strijd is met Gods wt. Spr. merkt op dat Israël steeds veel be langstelling voor valschë profeten had. Bij de jongste verkiezingen hebben veel Joden op Colijn gestemd, waarbij niet vast staat, dat die belangstelling hunner voorvaderen niet erfelijk zou zijn. Een ruimere geldpolitiek De heer BAKKER (C.H.) staat, zonder experimenten te willen, een ruimere geld politiek voor de bestrijding der werkloos heid voor. Bij het werkfonds zijn veel te veel in stanties betrokken. Het is daarom verheu gend, dat dr. Colijn de coördinatie der werkloosheid op zich zal nemen. De werkfondswerken zijn niet de oplos sing voor de werkloosheid. De arbeiders moeten terug naar de bedrijven. Het pleidooi van den heer Weitkamp voor verlaging der productiekosten acht spr. onuitvoerbaar. Ons levenspeil kan nu eenmaal niet het Japansche evenaren. Met moet zooveel mogelijk zien los te komen van het steunsysteem. Het steungeld Tweede Kamer moet tot arbeidsgeld worden gemaakt. De aftrek van 2/3 van den steun werkt de ar- beidsschuwheid in de hand. De heer KROL (C.H.) is verheugd over de regeeringsplannen. Tot nu toe immers was het zijn indruk, dat Den Haag meer om plannen dan om de uitvoering daar van vroeg. Men moet er voor waken, dat de loonen ni werkverschaffing die van het landbouw bedrijf te boven gaan. Dat het systeem van werkloosheidsbe strijding in Duitschland beter zou zijn dan het onze, betwist spr. Daar geldt immers mondje dicht. Ook de jeugdwerkloosheid moet men niet financieel-dogmatisch bekijken. Een jong geslacht groeit op zonder vakbekwaming. Men moet niet vergeten, dat er arbeids dienst bestaat. Dit is beter werk dan ar beiders naar Duitschland te zenden. Voor aantasting van het beginsel door arbeids dienst is spr. minder bezorgd dan de heer Smeenk. De kleermakers Mej. DE JONG (S.D.) vestigt de aan dacht op de werkloosheid onder de kleer makers. Er zijn twee mogelijkheden de arbeiders weer in het kleedingbedrijf terug te bren gen. De eerste is toepassing der wet op de verdeeling van den beschikbaren arbeid op den door de rationalisatie getroffen ar beid. Een tweede middel is de tewerkstel ling der kleermakers bij den aanmaak voor defensie. Op één been? Den heer ir. VOS (S.D.) heeft het ge troffen, dat de heer Beaufourt teruggreep op de memorie van antwoord en niet op de rede van dr. Colijn. Komt dit voort uit de moeilijke positie der Katholieken, die met één been in en met één been tegenover de regeering staan? De rede van den heer Beaufort was „plus beau que fort". Wat beteekende de vraag van den heer Beaufort om geen ambtenaren aan te stel len die aan het werkfonds niet gelooven? Sloeg dit op dr. Colijn? De „Limburger Koerier" eischt openlijk het aftreden van dezen minister Waar zijn de millioenen gebleven, welke „De Tijd" vroeg? Waar de hooge woorden van „De Katholieke Werkgever"? Waar de verontrusting der Katholieken? De memorie van antwoord zegt, dat er voor ernstige verontrusting geen plaats is. Spreker meent van wel. Is men zich dan niet bewust van den ernst van het vraagstuk? Indien men in ons land niet tot een forschere bestrijding der werkloosheid komt, zullen wij den weg van Oostenrijk gaan. Moge dan de ellende der werkloosheid komen over het geweten van die er mede schuldig aan zijn. De vergadering wordt te 17.30 verdaagd tot hedenmiddag 1 uur. GEEN KRUISBEELD IN DE RAADZAAL TE GINNEKEN. Eenigen tijd terug werd door den heer J. H. Oomen (R.K.), raadslid der gemeen te Ginneken, een voorstel ingediend,- om de raadzaal met een kruisbeeld te versie- In de Maandagmiddag gehouden verga dering van den gemeenteraad hebben B. en W. in deze een prae-advies ingediend, waarin dit college betoogde, dat het voor zichzelf geen enkel bezwaar had. Doch het feit, dat de Raad en de bevolking der ge meente niet uitsluitend uit Katholieken be staat, heeft B. en W. doen besluiten afwij zend te adviseeren. De Protestantsche en S.D.A.P.-fracties hebben het college van B. en W. dank ge bracht voor den waardigen toon, waarin het praeadvies gesteld was. De Katholieke fractie heeft bij monde van haar voorzitter, den heer Braakhuis, een verklaring afgelegd, waarin zij uiteen zet, dat het hier geen principieele doch vrije kwestie betreft en zij gaat accoord met het prae-advies. Deken Baeten had verklaard, zich met het standpunt der Katholieke fractie te kunnen vereenigen. In Ginneken zal dus geen kruisbeeld in de raadzaal worden aangebracht. „Tijd". ONGEHUWDE SPANJAARDEN NAAR AMELAND. Zooals gemeld, is, heeft de regeering besloten de Spanjaarden, die ongehuwd zijn, te interneeren op het eiland Ame land. De Spanjaarden, die voor deze internee- ring zijn aangewezen, werden Woensdag naar het Huis van Bewaring te Den Haag overgebracht in afwachting van hun trans port naar Ameland, dat op een nader te bepalen dag zal geschieden. EEN LINGERIE-INDUSTRIE TE MONNIKENDAM? Naar men ons bevestigt, bestaat het plan cm te Monnikendam een voorloopig be scheiden opgezette lingerie-industrie te vestigen, indien althans ter plaatse vol doende geschikte werkkrachten beschik baar zijn. „Tijd". BEZOEK VAN Z. K. H. PRINS BERNHARD AAN HET GARNIZOEN TE VENLO. Hedenmorgen kort voor tien uur arri veerde Z. K. H. Prins Bernhard in een groo ts open auto te Venlo voor een bezoek aan het garnizoen. Z. K. H. was vergezeld van zijn adju dant, den kapitein der artillerie J. K. H. de Roo van Alderwerelt. Velen hadden in de nabijheid van de Fre- derik Hendrik-kazerne op de aankomst van den prins staan wachten en juichten hem hartelijk toe. De Prins werd begroet door den garni zoenscommandant kolonel M. Rutgers van der Loeff, die vervolgens de officieren aan den Prins voorstelde, welke bij den ingang der kazerne stonden opgesteld. Z. K. H. begaf zich vervolgens naar het middenterrein der kazerne om de oefenin gen van verschillende afdeelingen van het tweede en zeventiende regiment infante rie te volgen. Na de lunch, waarbij ook de garnizoens commandant en burgemeester mr. B. Ber ger aanzaten, bracht de Prins hedenmiddag nog een bezoek aan het militaire oefen terrein de Groote Heide, waar Z. K. H. nog enkele oefeningen bijwoonde. Om drie uur is de Prins van Venlo vetrokken. PROVINCIALE STATEN VAN NOORD HOLLAND. Duingebied voor waterwinning aangekocht In de gisteren gehouden vergade ring der Provinciale Staten van Noord- Holland is met 52 tegen 19 stemmen be sloten tot aankoop van 718 H.A. duinter rein van de heeren E. L. L. en F. W. W. baron van Tuyl van Serooskerken in de gemeenten Heemskerk en Castricum. De N.S.B.-fractie had een motie inge diend, waarin voorgesteld werd nadrukke lijk te bepalen, dat, alvorens tot exploita tie van dit duingebied voor waterwinning wordt overgegaan, eerst getracht zal wor den het water van het IJsselmeer voor dit doel te gebruiken. Eenige leden hadden bezwaar gemaakt tegen aankoop van het duinterrein, om dat zij vreesden, dat door de wateront trekking het grondwaterpeil te veel zou dalen ten nadeele van den land- en tuin bouw. Namens Gedeputeerde Staten verklaarde mr. A. Bruch, dat het causaal verband tus- schen waterwinning en de daling van het grondwaterpeil nog steeds niet is bewezen. Watervoorziening uit het IJsselmeer is mo gelijk, doch het is nog de vraag, of dit op economisch verantwoorde wijze kan ge schieden. Nadat het amendement van de N.S.B. met 64 tegen 7 stemmen was verworpen, werd de voordracht van Gedeputeerde Staten aangenomen. H. J. VESTERS 40 JAAR JOURNALIST. Gisteren heeft de heer H. J. Vesters, on der zeer groote belangstelling den dag her dacht, dat hij veertig jaar geleden in de journalistiek en aan het Noord-Brabantsche dagblad „Het Huisgezin" te Den Bosch werkzaam is. In een der lokalen van het administratie gebouw van het dagblad is hem door di rectie, redactie en overig personeel een hartelijke hulde bereid. De tot hem ge richte toespraken getuigden van waardee ring en erkentelijkheid voor zijn ver dienstenvollen arbeid en met talrijke ge schenken werd hij vereerd. De R.K. Journalistenvereeniging gaf acte de presence door afvaardiging van haar be stuurslid den heer Thomassen, terwijl ook de eere-voorzitter dezer vereeniging, de heer J. B. Vesters, zijn broer kwam geluk- wenschen. De hoofdredactie van „De Stad Oss" en de redactie van de „Boxtelsche Courant", welke bladen de heer Vesters redigeert, lie ten zich evenmin onbetuigd. Na de huldiging hield de feesteling recep tie, die getuigde van de groote vriendschap, waarin zich de heer Vesters mag verheu gen. O.m. kwamen hem persoonlijk com plimenteeren de directie van C. N. Teu- ling's Kan. Drukkerij, de burgemeester mr. H. Loeff en wethouder van Grossouw van Vught. Mr. Loeff gaf uiting aan de waar deering van het gemeentebestuur van Vught voor den arbeid dien de jubilaris in het belang van deze gemeente heeft ver richt. Evenzoo deed mr. Manders, voorzit ter van den Raad van Arbeid te 's Herto genbosch, van welk instituut de heer Ves ters thans 18 jaren secretaris is. Tal van bloemstukken en schriftelijke gelukwenschen mocht de jubilaris ontvan gen, o.m. van Z. H. Exc. mgr. A. F. Diepen, bisschop van den Bosch, burgemeester mr. F. J. van Lanschot, van den Bosch, Vincent Cleerdin, griffier der Staten van Noord Brabant, van den chef van den regeerings- persdienst, den heer A. J. Lievegoed, en van tal van directies en hoofdredacties van Nederlandsche dagbladen en persbureaux. DIRECTEUR VAN DE NEDERLANDSCHE STAATSMIJNEN OVERLEDEN. Vanochtend is te Dortmund in hotel „Zum Roemischen Kaiser" plotseling over leden de heer dr. J. K. F. Bunge, directeur van de Nederlandsche Staatsmijnen in Lim burg uit Heerlen, die tijdelijk in Dort mund vertoefde. ELECTRICITEITSVOORZIENING. Extra-winsten bestemd voor tariefsverlaging. Aan de Memorie van Antwoord naar aanleiding van het voorloopig verslag der Tweede Kamer nopens 't wetsontwerp hou dende algemeene regelen ter zake van de electriciteitsvoorziening is het volgende ontleend: De minister van Waterstaat moet ten stelligste ontkennen, dat de houding van de regeering bij de voorbereidende behan deling van het wetsontwerp weinig duide lijk en weinig standvastig zou zijn ge weest. Ten aanzien van het punt, hetwelk in artikel 11 voorziening heeft gevonden, er kent de minister intusschen, dat bij de voor bereidende behandeling wijziging van in zicht aan den dag is getreden. Nu hem blijkt, dat vele leden overwe gend bezwaar hebben tegen provinciale regelingen en zij het beroep op de Kroon een onvoldoende verbetering achten, heeft de minister zich ten aanzien van een wij ziging ten principale nader beraden en is hij tot de slotsom gekomen, dat het ge wenscht is, terug te keeren tot het stand punt van de memorie van toelichting. Nu daarmede in hoofdzaak wegvalt de mogelijkheid van toezicht van hooger ge zag op de tarieven van gemeentelijke elec- triciteitsbedrijven, is de minister echter van meening, dat voor deze bedrijven, aan welke een groote mate van vrijheid is ge laten, althans een enkel richtsnoer inzake de tariefsgestie in de wet behoort over te komen. Naar zijn oordeel zal behooren te worden bepaald, dat de winsten uit de ge meentelijke electriciteitsbedrijven niet tot hoogere bedragen worden opgevoerd dan die, welke thans aan de gemeentelijke kas sen ten goede komen en dat de van de be drijven gevorderde retributies niet wor den verhoogd. De extra-winsten, uit de toeneming van het electriciteitsverbruik te verwachten, zullen door tariefsverlagingen moeten worden gecompenseerd, waarbij het aan de gemeentebesturen blijft overgelaten, te bepa'.en de volgorde en de mate, waarin ten aanzien van verschillende tarieven ver lichting wordt aangebracht. Naar het oordeel van den minister kan niet ontkend worden, dat de electriciteits voorziening hier te lande, al moge zij in onderdeelen vaak aan hooge eischen van economie voldoen, nochtans in haar ge heel niet tot een zoodanig peil van effi ciency is opgevoerd, als mogelijk en in de tegenwoordige tijdsonlstandigheden wel zeer dringend noodig te achten is. Het is noodig, voor den vervolge de electriciteitsvoorziening als een nationale zaak te zien, al zal met bestaande verhou dingen rekening dienen te worden gehou den. Het onderzoek inzake het koppelvraag- stuk is in vollen gang, doch nog niet ge ëindigd. Wat echter buiten twijfel staat, is, dat de zekerheid van de electriciteitsvoorzie ning door de koppeling in hooge mate wordt gediend. Zoo eenigszins mogelijk een onafgebro ken ongestoorde stroomlevering te verze keren, is dan ook, naar het oordeel van den minister, een eisch van meer dan ge woon economisch belang. Nu behooren weliswaar rampen, waarbij een electrische centrale geheel onbruikbaar wordt ge maakt, gelukkig tot de groote zeldzaam heden, de mogeMjkheid is er echter, dat zij over ons zullen komen en tegen de nood lottige gevolgen daarvan dient men, zoo dit maar even doenlijk is, voorzieningen te treffen. Beziet men voorts genoemden eisch in verband met de deferfsie dan kriigt die nog een geheel andere beteekenis. In oorlogs tijd kunnen bij vliegeraanvallen verschil lende electriciteitrfabrieken worden ge troffen en, van welk primair belang het is om in het onbezette gebied de electriciteits levering zoo lang en zoo volledig mogelijk in stand te houden, behoeft zeker niet na der te worden toegelicht. Het verdient naar de meening van den minister alle aanbeveling, thans met ini tiatief van Rijkswege en ook met finan- cieelen steun van het Rijk, voorzoover deze voor het beoogde doel noodzakelijk blijkt, het tot stand brengen van de noodige kop pelingen, in gemeenschappelijk overleg met de daarbij betrokken besturen, krach tig te bevorderen. Eerst wanneer mocht blijken, dat langs dien weg geen goede resultaten zijn te be reiken, acht hij het tijdstip aangebroken om voor de regeering dwingende bevoegd heden, maar dan ook tevens de vereischte financieele volmacht te verwerven. FINANCIËN EN ECONOMIE DIVIDEND MACHINEFABRIEK GEBRS. STORK EN CO. Wij vernemen uit goede bron, dat direc tie en commissarissen der Machinefabriek Gebrs. Stork en Co. N.V. te Hengelo aan de algemeene vergadering van aandeel houders zullen voorstellen over het boek jaar 1937 een dividend van 6 procent aan preferente aandeelhouders en 5 procent aan gewone aandeelhouders uit te keeren. Wie z'n omzet wil vermeerest, moet adverteeren De vertrouwens-motie van „Bloembollencultuur". EEN RONDSCHRIJVEN VAN Ir. Dr. DIJT C.S. Naar aanleiding van de motie van het hoofdbestuur der Algem. Vereen, voor Bloembollencultuur, waarbij het hoofdbe stuur de vertrouwenskwestie stelde, hebben een aantal vooraanstaande personen uit het bloembollen vak zich met een rondschrijven gewend tot de leden dezer vereeniging. In deze brief wordt o.m. het volgende gezegd: Naast de organisatorische fout, die door het Hoofdbestuur in de motie wordt ge maakt, om ondanks de uitspraak van de Alg. Vergadering van 31-6-'38 volmacht te vra gen om tóch aan de uitvoering van de maat regelen te blijven medewerken, vraagt deze motie ook de volmacht voor het H.B. om mede te werken aan de maatregelen, wan neer de uitvoering in handen van het vak wordt gelegd. Zónder in de motie en toe lichting met één woord gewag te maken van de reeds met andere organisaties in ons vak gevoerde besprekingen over het in eigen beheer nemen van de maatregelen en zón der aan te geven de wijze, waarop en door wie de maatregelen zouden worden uitge voerd of hoeveel stemmen de algemeene Vereeniging in verhouding tot de overige deelnemende organisaties in het te stichten lichaam zou krijgen, niet eens sprekende van de hoegrootheid der daaruit voort vloeiende verplichtingen, wil 't hoofdbe stuur, gebruik makende van de op haar be leid uitgeoefende critiek, de algemeene Vereeniging door deze motie reeds nu, te voren, met een blanco volmacht binden aan een Centraal Lichaam, waarin zij slechts een ondergeschikte rol vervult en waarbij de leden onmondig worden ge maakt. In het slot van den brief worden de ieden opgewekt tegen de motie te stem men, ook al stelt het Hoofdbestuur de ver trouwenskwestie. Het wordt een onjuiste tactiek van het Hoofdbestuur genoemd, de leden onkundig te laten van hetgeen als een dreigend zwaard boven hun hoofd hangt. De brief is om. onderteekend door P. Bakker Mzn., Jac. de Brabander, dr. ir. M. D. Dijt en W. Murk. EN HET ANTWOORD VAN HET HOOFDBESTUUR. In antwoerd op deze circulaire zendt het Hoofdbestuur van de Alg. Vereeniging van Bloembollencultuur de volgende .mededee- iing: Hoewel het een ongebruikelijke weg is, meent het hoofdbestuur in dit geval, om misverstand te voorkomen, per circulaire aan de leden te moeten uiteenzetten dat de gang van zaken een geheel andere is dan zooals voorgesteld wordt in bovenbe doeld rondsenrijven. De toelichting van het hoofdbestuur op deze motie wordt met geen ander argument bestreden dan door te schrijven, dat het een organisatorische fout is, zonder dat aan gegeven wordt, waarom. Het is organisa torisch echter volkomen juist dat na critiek de meening der leden gevraagd wordt, en dat, anneer dit zou verhinderen dat het hoofdbestuur zijn plicht kan ver vullen, dit hoofdbestuur aftreedt. Men leze echter de toelichting op de motie nog eens! Men heeft het echter over een anderen boeg gegooid. Nu schrijft men, dat aan neming der motie tengevolge zou hebben dat men volmacht zou geven om te komen tot een centraal lichaam, waarin de Alg. Vereen, slechts een ondergeschikte rol ver vult en waarbij de leden onmondig worden gemaakt. Ieder zal echter begrijpen, dat hiervan geen sprake is. Weliswaar zijn voorloopige besprekingen gevoerd over het in eigen beheer nemen der maatregelen, maar hierbij is steeds door het hoofdbe stuur vooropgesteld, dat de positie van de Alg. Vereen, overeenkomstig haar belang rijkheid moest zijn, en dat zij volkomen vrij moet blijven om critiek te kunnen uit oefenen en haar standpunt t.o.v. de sa neering zelfstandig te bepalen. De Minis ter heeft geen toestemming gegeven om zijn brief te pabliceeren, en de voorloopige besprekingen zijn vertrouwelijk, maar het hoofdbestuur staat voor de vereeniging en haar leden op de bres! Vanwege de ver trouwelijkheid der besprekingen heeft van zelfsprekend geen enkel bestuur hierover tot nu toe mededeelingen aan zijn leden mogen doen. Wanneer de maatregelen in eigen be heer zouden worden genomen, dan is de invloed van de vakgenooten zoowel als van de Alg. Vereeniging grooter dan nu in Sierteeltcentrale en Surplusfonds; dit is de voorwaarde, waarop het hoofdbestuur aan het in eigen beheer nemen der maatregelen zou willen medewerken. Dat het onwaar schijnlijk zou zijn dat bij een niet mede werken van ie Alg. Vereen, de andere or ganisaties deze uitvoering in handen zou den krijgen, is onjuist, het tegenovergestel de is het geval. Het hoofdbestuur meent dat het een voor deel is, wanneer de uitvoering der maat regelen in handen van het vak wordt ge legd, waarbij de vertegenwoordigers van het vak niet uit de besturen behoeven te worden gekozen. Zoowel de leden als net hoofdbestuur zullen dan meer zeggenschap verkrijgen, ook in vergelijking met andere organisaties. Het hoofdbestuur blijft ook dan echter volkomen vrij staan, en critiek zoowel als tegenovergestelde meeningen omtrent de saneering zullen even goed als nu volkomen geoorloofd zijn. Het hoofdbestuur heeft in de toelichting op de motie uiteengezet waarom ondanks de uitspraak tegen de saneering aan de uitvoering der maatregelen moet worden medegewerkt De meening dat deze motie de leden onmondig zou maken is onjuist; zij zullen integendeel meer zeggenschap verkrijgen dan nu. Op verdere circulaires, waarin een on juiste voorstelling van zaken wordt gege ven, zal door het hoofdbestuur niet opnieuw per circulaire worden ingegaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6