De steunverleening aan de kleine tuinders Ernstige ongeluk ken op onbewaakte overwegen DONDERDAG 2 JUNI 1938 23ste Jaargang No. 9046 S>^Qeidéohc(B<y\VtaifU Telefoon: Redactie 15. Adv. en Abonn.-tarieven zie pog. 2. Telefoon: Administratie 935. DAGBLAD VOOS LEIDEN EN OMSTMEKEN Giro 103003. Postbus 11. Het bedrag van de steun is „niet hoog' Week vóór Pinksteren Week van gebed en offer voor de Koloniale Missies ENKELE VOOR- EN NADEELEN. De Ministers verstaan onder. B-tuinders grondgebruikers, die ook nog wel bij der den werken en daardoor onder bepaalde voorwaarden bij de werkverschaffing konden worden geplaatst, doch in het ver volg overeenkomstig deze regeling uit sluitend kunnen worden geholpen door tewerkstelling op eigen bedrijf. Deze uitsluiting van andere steunmoge- lijkheden heeft voor sommige gemeenten voordeelen, voor andere daarentegen na- deelen. Immers, verschillende gemeenten, waar de tuindersbevolking domineert, hebben maatregelen uitgevaardigd, welke beoogden den tuindersstand financieel te gemoet te komen. Vele vormen zijn hier voor gezocht en gevonden. Gewoonlijk waren de op deze wijze verstrekte onder steuningen (hetzij rechtstreeks, hetzij door tewerkstelling op een of andere wijze) hooger dan de normen, welke zijn aange legd voor den nieuwen steun. De gemeenten, welke geen maatre gelen hebben uitgevaardigd voor haar inwoners-tuinders zien zich nu voor het feit gesteld tot steunverleening over te gaan. De Ministers dwingen in deze richting door de gemeentebe sturen te verzoeken mede te deelen of tot invoering der regeling wordt over gegaan en bij niet-invoering de argu menten kenbaar te maken waarom steun niet gewenscht of noodzakelijk wordt geacht. Op deze wijze kunnen de Ministers zich een oordeel vormen over de afwijkende gevallen. De ge vallen, waarin in eenige gemeente reeds een hoogere steunuitkeering be stond is geen reden om de nieuwe re geling achterwege te laten. De B-tuinders zullen dus, naast hun ouindersbedrijf, amdere werkzaamheden kunnen en moeten aanvaarden. De werk zaamheden op eigen bedrijf beperken zich niet tot het gewone normale; neen, ook buitengewone werken, werken dus welke gericht zijn op een directe verbetering van het bedrijf, moeten op advies van den consulent uitgevoerd worden. De bedoe ling hiervan is logisch. De economische weerbaarheid treedt ook hier op den voor grond. Teneinde te kunnen nagaan of werk zaamheden, buiten het bedrijf liggende, kunnen worden opgedragen, behooren de B-tuinders zorg te dragen ingeschreven te staan bij de arbeidsbemiddeling. Aange boden werk dient, indien mogelijk, te wor den aanvaard. In tegenstelling met de C-tuinders ont vangen de B-tuinders hun steun in geld; het bedrag wordt, wekelijks uitgekeerd. Alle voorschriften van de steunverlee ning aan werkloozen zijn ook op deze tuinders van toepassing, altijd voor zoover dit prgctisch mogelijk is. Wij zijn geneigd de tuinderssteun te be schouwen als een steün aan het bedrijf. Door dit standpunt vallen verschillende persoonlijke voorschriften van de steunverleening aan werkloozen af. Wij noemen o.m. de steun bij ziekte. Deze mag aan werkloozen in geval van ziekte in zeer beperkte mate verstrekt worden. De B-tuinder zal in geval van ziekte voor on dersteuning in aanmerking kunnen ko men, omdat het hier bedrijfssteun betreft. De onderstandsplicht van de kinderen blijft bestaan. Indien uitwonende kinderen verdiensten hebben dan zullen B. en W. een bedrag hebben te schatten, dat ge acht kan worden aan de ouders te kun nen worden uitgekeerd en welk bedrag ook op den steun in mindering wordt ge bracht. Bij inwonende kinderen wordt volstaan met toepassing van de voor schriften. Zijn de inwonende kinde ren minderjarig dan blijven de eerste 2.zijn ze daarentegen meerderjarig, dan blijven de eerste 4.buiten be schouwing en wordt enkel van het restee- rende bedrag 2/3 gedeelte afgetrokken. Zijn de inwonende kinderen, boven 21 jaar, werkloos dan kan een toeslag gege ven worden, varieerende tusschen 2. en i.Als voorwaarde voor dezen steun wordt gesteld, dat deze kinderen in het vrije bedrijf een zeker loonbedrag verdiend hebben. Indien deze kinderen werken op het tuinbouwbedrijf zal deze extra-bijslag de goedkeuring moeten heb ben van consulent en rijkscontroledienst. De figuur, dat kinderen bij hun ouders inwonen en kostgeld betalen (hoe tegen strijdig dit ook moge-lijken in het „ge zinsverband") brengt met zich, dat deze kinderen worden gerekend niet tot het gezin te behooren, zoodat geen gezinsle dentoeslag wordt verleend, geen extra bijslag kan worden genoten, terwijl een gedeelte van dit kostgeld op den steun in mindering zal moeten worden gebracht. Onderscheid tusschen tuindersjongen en ouder dan 66 jaar. De steun ten opzichte van den 66-jarigen leeftijd speelt ook in deze regeling een niet-onbelangrijke rol. Volgens de voor schriften van de steunregeling kan aan iemand, die 66 jaren geworden is, geen ondersteuning met rijkssubsidie verleend worden. Consequent doorredeneerende zou zulks ook met den tuinbouwsteun behoo ren te geschieden. De Minister heeft ech ter anders bepaald. De B-steun wordt on derscheiden voor personen beneden en boven den 66-jarigen leeftijd. Voor zoover men den leeftijd van 66 jaren heeft be reikt wordt de steun uitgekéerd, zoodat geen uitschakeling plaats vindt. Men is tot deze ondersteuning gekomen door als volgt te redeneeren: het bedrijf is nog aanwezig en alhoewel de vader niet meer in ondersteuning kan worden opgenomen, behoort het bedrijf toch geholpen te wor den; de vorm vindt men, door een plaats vervanger aan te wijzen (zoon of dochter) die in ondersteuning wordt genomen. Op deze wijze blijft de steun gehandhaafd. Zijn geen plaatsvervangers aan te wijzen vuus ouders zonder kinderen of gehuwde en uitwonende kinderen) dan wordt toch de vader gesteund, maar de kosten van deze ondersteuning worden door eèn an der departement gedragen dan Sociale Za ken Dit ligt in de rede, omdat iemand bo ven 66 jaren niet meer als werkloos aan gemerkt wordt. ue vraag rijst of het vrije wonen van den tuinder (dus het bewonen van een eigen huis zonder hypotheek of een klei ne hypotheek) met den steun verrekend behoort te worden. Wij zouden hierop ontkennend willen antwoorden. In de eer ste plaats zijn het geen inkomsten uit ar beid verkregen; in de tweede plaats geldt het hier evenmin baten, niet uit arbeid verkregen. Al moge het vrije wonen ook een indirecte bate zijn. Als wij uitgaan van de veronderstel ling, dat het hier een bedrijfssteun betreft dan moeten ook alleenwonende tuinders (geen gehuwde) of inwonende tuinders met eigen bedrijf gesteund worden. De normen zijn hierop echter niet gebaseerd. Uitgegaan wordt immers van een basis bedrag van 9.voor twee personen plus gezinsledentoeslag. De praktijk zal hier uitkomst moeten brengen, hetzij door het aannemen van een evenredige norm, hetzij door dat de regeering een nieuwe norm invoert, zooals dit ook bij den steun voor kostgangers geldt. Ouderdomsrente, invaliditeitsrente, pen sioen,- ongevallenrente worden, voor zoo ver deze genoten worden door den steun- tuinder zelf, geheel in mindering ge bracht; indien zij genoten worden door de inwonende gezinsleden, wordt een ver mindering van 2/3 gedeelte toegepast. „Ruimere armslag" geldt ook hier. De ruimere armslag geldt ook hier. In dien eenig gezin door een particuliere in stelling van weldadigheid wordt gesteund, behoeft met deze uitkeering niet ten volle rekening te worden gehouden. Naar ge lang van de omstandigheden kan dit steunbedrag geheel ©f voor een gedeelte vrijgelaten worden, zulks ter beoordeeling van B. en W. Het begrip „gezin" zal in de praktijk wel moeilijkheden met zich brengen. Ja, een deel van deze moeilijkheden hebben wij zelf -reeds geconstrueerd. Volgens de steunregeling voor tuinders wordt voor elk gezinslid een toeslag gegeven van 0.15. Het is dus van belang te weten welk begrip aan „gezin" gegeven moet wor den. De steunregeling aan werkloozen ver staat onder gezin alleen de opgaande en neerdalende rechte lijn van bloedverwant schap en aanverwantschap, dus vader en kinderen; kinderen en vader enz. Ten aanzien van kostgangers wordt bepaald, dat inwonende kinderen niet als kostgan gers kunnen worden aangemerkt, waaruit dus afgeleid zou kunnen worden, dat kin deren, die kostgeld betalen, doordat zij een eigen bedrijf hebben, geen ondersteu ning kunnen verkrijgen. Als men deze personen, in verband met de uitvoering van de regeling, als inwonende kinderen beschouwd dan moet 2/3 gedeelte van de bedrijfsinkomsten in mindering gebracht worden op den steun van den vader. Of beide bedrijven zouden gezamenlijk of afzonderlijk moeten worden gesteund. Dit labyrint van moeilijkheden zou o.i. kun nen worden omzeild, door dengene, die een eigen bedrijf heeft, stellende dat voor hem een steun berekend kan worden, als alleenstaand persoon te beschouwen. Aan sluitende op het bovenstaande zou kost geld dus voor een gedeelte in mindering moeten worden gebracht op den steun van den vader. De minister van Sociale Zaken heeft bevoegdheid afwijkende re gelen te stellen, zoodat het niet uitgesloten is dat op dit punt een nadere voorziening volgt. Evenals de werkloozen jaarlijks een extra uitkeering krijgen in goederen (klee ding, dekking en schoeisel), toegestaan door rijk en gemeente, zoo kunnen ook tuinders in de gelegenheid gesteld worden een bepaald bedrag te ontvangen. Door dat deze steunregeling echter laat is af gekomen is bjj de regeling voor den B- steun met deze B-tuinders geen rekening gehouden. Bepaald is dan ook, dat eerst in 1939 deze extra steun kan worden ver leend. Anders is het met de spaarrege ling De tuinders, (B- en C-groep) die voor steun in aanmerking komen, mogen meesparen. Indien zij 0.25 aan de ge meente afstaan, wordt dit aangevuld met een bedrag van 0.25 of f 0.40 per week. Het bedrag wordt bewaard totdat het be hoorlijk is aangegroeid en wordt dan voor natura-goederen beschikbaar gesteld. Reeds vroeger hebben wij deze regeling uitvoerig in dit blad behandeld, zoodat er hier niet nader op ingegaan behoeft te worden. In de wintermaanden kunnen de B- tuinders voor de brandstoffentoeslag in aanmerking komen, dat wil zeggen dat een bepaald bedrag beschikbaar wordt gesteld voor het aanschaffen van brandstof of dat de brandstoffen zelf ter beschikking wor den gesteld. De kerstgaye, welke gewoonlijk 25 pet. van het werkelijk uitgekeerde steunbe drag beloopt, kan ook aan de tuinders worden uitgekeerd op hun steunbedrag. Tenslotte, en dit is niet het minste, kun nen de tuinders voor goedkoope levens middelen in aanmerking komen op de zelfde wijze als zulks voor de werkloozen geldt. H. E. M. SCHAMINéE. Auto door trein gegrepen De twee inzittenden gedood Op den onbewaakten overweg nabij de uitspanning „Vijf-eiken" te Gilze heeft zich gisteravond te ruim half acht een ongeluk voorgedaan, waarbij twee personen, een heer en een dame, om het leven zijn gekomen. Een personenauto, afkomstig uit Utrecht, werd bij het passeeren van den overweg door den trein, die om 19.28 uur uit Breda was vertrokken, gegrepen en enkele hon derden meters meegesleurd. De beide inzittenden werden uit den wagen geworpen en op slag gedood. Men waarschuwde onmiddellijk den in de na bijheid won enden geneesheer van Glab- beek, doch deze kon slechts den dood con- stateeren. Het uitzicht ter plaatse is niet slecht. De slachtoffers van het ongeluk bleken te zijn de 22-jarige A. Rombouts en diens 24-jarige zuster, mej, N. Rombouts, beiden wonende te Middelbeers (N. B.). Het stoffelijk overschot van de heide verongelukten is naar het Sint Ignatius- ziekenhuis te Breda overgebracht. De auto, die uit Utrecht afkomstig was, werd van voren geheel ingedrukt. De trein die het ongeluk veroorzaakte, heeft ruim een half uur vertraging gehad, evenals de trein uit Tilburg, die van de tegengestelde richting kwam. Het ongeluk is waarschijnlijk aan on oplettendheid te wijten. VEEHOUDER DOOR DIESEL- TREIN GEGREPEN Op slag gedood Vanmorgen is .de 47-jarige ongehuwde veehouder C. Kemp, toen hij van het melken zich terug naar huis begaf, op den bij blokpost 5 onder de gemeente Breukelen gelegen onbewaakten overweg door een uit de richting Utrecht komen den dieseltrein gegrepen en gedood. Het uitzicht daar ter plaatse is goed, zoo dat men veronderstelt, dat het ongeluk aan onoplettendheid te wijten is. De piachinist heeft geen erg gehad in de aanrijding. De trein reed met onverminder de vaart door. Eerst na het passeeren van den diesel bemerkte men het zwaar verminkte lijk op de spoorlijn. VRACHTAUTO TE WAARDENBURG GEGREPEN. Een doode, een zwaar- en Ucht gewonde. Derde ongeluk binnen twee maanden. Uit Waardenburg wordt gemeld: He denochtend om tien uur is op den on bewaakten overweg op den Waal ban- dijk in de spoorlijn Utrecht's-Her- togenbosch een ledige vrachtauto, waarin zich drie personen bevonden, door een losse stroomlijnlocomotief gegrepen en totaal vernield. Van de inzittenden werden er twee uit den wagen geslingerd, waarbij een op slag werd gedood, terwijl de ander slechts licht gewond werd. De bestuurder werd met het voertuig over tweehon derd meter meegesleurd, waarna de locomotief tot stilstand kwom. Hij bleek zwaar te zijn gewond en een hersenschudding te hebben opgeloo- pen. Dokter Kielstra uit Waardenburg heeft de eerste hulp verleend. De beide "'gewon den zijn vervolgens naar het ziekenhuis te Zaltbommel overgebracht, waarheen ook het stoffelijk overschot van den omgeko mene is vervoerd. De auto had een Utrechtsch nummer. De inzittenden waren drie jongemannen van omstreeks dertig jaar. Het ongeluk is toe te schrijven aan het feit, dat de be stuurder den locomotief te laat moet heb ben opgemerkt, aangezien het uitzicht op den overweg volkomen vrij is. Dit neemt evenwel niet weg, dat dit punt zeer ge vaarlijk is. In twee maanden tijd hebben zich thans reeds drie ongelukken met auto's op dezen overweg voorgedaan. In de beide vorige gevallen werden de voer tuigen vernield, doch de inzittenden wis ten er toen tijdig uit te springen. De bur gemeester van Waardenburg heeft na het tweede ongeluk bij de spoorwegen op ver betering van de situatie ter plaatse aan gedrongen. Het gevaar van den overweg werd, zooals gezegd, niet door gebrek aan voldoende uitzicht veroorzaakt, maar doordat de overgang op een hoogte en in een bocht ligt, waardoor het meermalen voorkomt, dat de motoren der passeeren- de auto's juist op de spoorrails afslaan, zoodat zij niet tijdig meer weg kunnen ko men, indien een trein nadert. Ook was de overweg zelf te smal, doch. na het ver zoek van den burgemeester wordt daarin op het oogenblik verbetering gebracht. Ook zijn er eenige groote rood-wit geschil derde hekken geplaast. De namen der slachtoffers. Nader vernamen wij, dat bij het onge luk is omgekomen de 20-jarige J. D. Ka merbeek uit Utrecht, die den wagen be stuurd heeft. Hij was tengevolge van een schedelbasisfractuur overleden. De 22- jarige P. Rovers uit 's-Hertogenbosch, die achter in den bak van de auto had geze ten, heeft een ernstige hersenschudding gekregen, doch had geen verwondingen opgeloopen. Het derde slachtoffer is de 15-jarige M. A. de Bruin uit Utrecht, die slechts een lichte hoofdwonde kreeg en vermoedelijk vanmiddag reeds uit het Groot Bommels gasthuis zou worden ont slagen. DOODELIJK ONGELUK TIJDENS RANGEEREN. In den vroegen ochtend is op het goe derenemplacement te Zutfen een doode- lijk ongeluk gebeurd. De wagenmeester E. uit Zutfen geraak te tijdens het rangeeren, bekneld tusschen de buffers van twee goederenwagens. Met een ingedrukte borstkas is hij naar het algemeen ziekenhuis vervoerd, waar hij kort na aankomst is overleden. DOODELIJKE AANRIJDING. Gisteravond om zes uur is op den rijks straatweg 's-Hertogenbosch—-Culemborg, nabij het viaduct te Waardenburg, het achtjarig zoontje van de familie Klip uit den Haag, die met zijn moeder hier lo geerde, door een vrachtauto uit Lieshout aangereden en op slag gedood. CHILI ZEGT LIDMAATSCHAP VAN DEN VOLKENBOND OP. GENèVE, 2 Juni. (A.N.P.) De secre taris-generaal van den Volkenbond heeft van den ambassadeur van Chili te Lon den, Edwards, een brief ontvangen, welke den officieelen tekst inhoudt van de mede- deeling van Chili, dat het uit den Volken bond treedt. Dit nummer beslaat uil vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Volgens de Engelsche bladen is Enge land voornemens te intervenieeren in Span je, teneinde een wapenstilstand te bereiken. (2de blad). Düitsche handelsovereenkomsten met Italië. (2de blad). De terreur in Palestina. (2de blad). Binnenland De onbewaakte overweg eischte giste ren en vandaag vier dooden en verschil lende gewonden. (1ste blad). Meerdere ernstige verkeersongelukken op tal van plaatsen. (3de en 1ste blad). De opsporing van den dader van den moordaanslag in Rotterdam; was hij te Domburg en te Zaandam? (3de blad). HET ADRES VAN DE TWEEDE KAMER AAN H. M. DE KONHNGIN. De commissie van redactie voor het adres van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal aan de Koningin, ter gelegenheid van het regeeringsjubileum van Hare Majes teit in September as., is met een ont- werp-adres gereed. Het zal hedenavond al leen aan de leden worden rondgedeeld. Overeenkomstig het bepaalde bij art. 119 van het reglement van orde wordt dit ont- werp-adres aan de afdeelingen verzonden. De centrale afdeeling heeft besloten, dat de overweging van het adres in de afdee lingen zal plaats hebben morgen te half twaalf uur. Besloten is, dat behandeling van het adres verder te doen geschieden in comité- generaal. TWEE MANNEN VERDRONKEN? Gistermiddag om drie uur vertrok ken van Holwerd per open roeiboot naar Harlingen Joh. Stellingwerf en KI. Houtsma, beiden uit Oosterbierum. Tot heden heeft men niets van de boot en de bemanning vernomen. De reddingbooten van Ameland en Terschelling zijn uitgevaren om naar de vermiste mannen te zoeken. 1672.— BOETE AAN ECHTPAAR OPGELEGD. BUITENLANDSCHE DIENSTBODE ZONDER WERKVERGUNNING IN DIENST GEHOUDEN. Een echtpaar had zich voor den A'm- sterdamschen Kantonrechter te verant woorden, omdat het een Oostenrijksche dienstbode zonder arbeidsvergunning in dienst had gehouden. Het meisje was reeds geruimen tijd in dienst, toen de be palingen betreffende de arbeidsvergun ning van kracht werden. De werkgevers hielden, in weerwil van de waarschuwin gen, het meisje in dienst. Doch zij ver keerde aldus het echtpaar niet lan ger als dienstbode, doch als huisgenoote in de woning. Het dienstmeisje, dat inmiddels is ont slagen, verklaarde tegenover de politie, dat zij in het geheel niet als huisgenoote werd behandeld, doch als dienstbode. Aan vankelijk hielden zoowel de man als de vrouw vol, dat hier geen sprake was van een wetsovertreding, daar het hier een huisgenoote betrof. Tenslotte kwamen de verdachten op hun verklaringen terug. De ambtenaar van het O. M., mr. van der Meulen, was van meening, dat beide verdachten aansprakelijk waren. Z. i. was echter de vrouw meer strafbaar dan de man. Het staat vast, dat het meisje dienst bode was en geen huisgenoote. Spr. vorderde hooge straffen: tegen de vrouw vorderde hij 1100.boete en te gen den man ƒ.550. De verdediger, mr. B. P. Gomperts, zei- de in zijn pleidooi, dat de verdachten te goeder trouw hebben gehandeld. Voorts was pl. van meening, dat uit sluitend de man, als hoofd van het gezin, aansprakelijk was, zoodat mevrouw zal moeten worden vrijgesproken. Ten aan zien van den man bepleitte mr. Gomperts ontslag van rechtsvervolging. Uiterst subsidiair drong hij op een cle mente boete aan. De Kantonrechter wees onmiddellijk vonnis. De reden, dat een hooge boete moet worden opgelegd aan de vrouw, is naar het oordeel van den Kantonrechter gele gen in haar houding. Hij legde haar 22 geldboeten van 75.op, dus in totaal 1650.Den man veroordeelde hij tot 22 boeten van 1.dus in totaal tot 22.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1