^^SESBn
ROEIWEDSTRIJDEN
3)e £eictocHe ©owfccmt
.aT^w^*"-'*- ipSlil
- a~~2*-
- ujwti™-- "w -
- -~ - '■.- T^-:'' -
---• .I3£s
Moment uit den wedstrijd over 10 K.M. eigen kracht voor profs en onafhankelijken tijdens de
internationale wedstrijden op de wielerbaan te Ginneken
Een overzicht tijdens het dames stijlroeien vierriems-gieken bij de wedstrijden
van de „Koninklijke" op de Amsterdamsche Boschbaan
k
- i li
■- SMsgSsI i
De heer G. L. Tichelman, assistent
resident-titulair met verlof, is benoemd
tot conservator bij de afdeeling volken
kunde van het Koloniaal Instituut te
Amsterdam
De jaarlijksche dames-rit van de
K.N.A.C. is Zaterdag in de omgeving
van Groesbeek gehouden. Over variatie
gedurende het parcours hadden de
deelneemsters niet te klagen
Prinses Eugenie van Griekenland, die dezer dagen in
treden met den Poolschen Prins Dominique Radziwill,
het huwelijk zal
in haar bruids-
De voorbereidingen voor de wielerwedstrijden om de Nationale- en wereld
kampioenschappen op den weg welke in Limburg worden gehouden, zijn in
vollen gang. Een foto van het circuit bij Valkenburg
In het Fransche grensplaatsje Cerbère werden door een
onbekend vliegtuig eenige bommen neergeworpen, waarbij
het station en eenige huizen werden getroffen
FEUILLETON
VIRGINIA'S KEUZE
Naar het Engelsch
door
THEA BLOEMERS.
43)
Het volgende bedrijf speelt op de aarde.
Tony, de schoone sterveling, leunt tegen
een geel gordijn, dat een muur moet voor
stellen en met het voetlicht pal op hem ge
richt, is het net alsof hij zich behaaglijk
in den zonneschijn koestert. Terwijl hij
daar staat komt de tooverfee op hem af,
in haar lang, wit gewaad, maar zonder
vleugels, de zijn haar bij haar verbanning
ontnomen. Getroffen door haar schoon
heid maakt hij haar het hof, niet wetend
dat zij geen mensch is. Hij biedt haar ten
slote een trouwring aan en het huwelijk
wordt ingezegend.
In het derde bedrijf is de tooverfee aan
haar huishoudelijke beslommeringen geke-
tent. Zij draagt een katoenen jurk en een
schort met lange bouwen en haar haar zit
glad naar achteren. Marty lijkt dik in dat
schort en het haar zit haar afschuwelijk.
Het publiek voelt het als een teleurstel
ling haar zoo te zien: die kleeren hooren
niet bij haar teere schoonheid.
De ex-tooverfee is druk bezig om het'
maal gereed te zetten voor haar echtgenoot,
die juist hongerig van zijn werk is thuis
gekomen. Terwijl zij het brood botert en
het belegt, bekijkt hij haar critisch en
zegt haar een paar verre van vriendelijke
dingen over haar uiterlijk. Hij wil, dat zij
zich anders zal kleeden, hij verdient im
mers geld genoeg? De tooverfee die hem
graag weer vriendelijk wil stemmen, glipt
weg, en komt terug in haar faaëngewaad.
Iedereen is dankbaar haar weer zóó te
zien, maar haar man moet niets van die
.nachtpon" hebben. Hij wil dat zij er uit
zal zien zooals andere vrouwen, zooals de
vrouw van zijn baas bijvoorbeeld. Die
heeft zoo'n mooie japon, groen met zwarté
noppen!
In het volgende tafereel draagt de fee
een groene japon met zwarte noppen. Zij
is er afschuwelijk in, maar haar man
vindt het prachtig. Hij wil nu alleen nog,
dat zij zich de haren laat krullen, en haalt
haar over om zich te laten permanenten.
Zij gaan samen uit, en even later zien wij
hen in den kapsalon. De helsche machine
staat midden op het tooneel. Als de too
verfee die ziet, wringt zij haar handen van
angst, maar haar man lacht haar uit. Ten
slotte krijgt hij haar toch zoo ver, dat zij
onder het martelwerktuig gaat zitten, en
de kappersbedienden treffen de voorbereid
selen voor het oordeeL Als de machine
wordt ingeschakeld, een snijdende angst
kreet van de fee: Oberon! en daarna vol
ledige duisternis.
Het daaropvolgend tooneel toont weer de
troonzaal van koning Oberon. De berouw-
volle fee staat voor den troon, weer een en
al schoonheid in haar zilverglanzend ge
waad. Zij is in het feeënryk terug mogen
komen, haar verdriet en haar angst hebben
haar genoegzaam doen boeten voor haar
afdwaling. En Oberon, die in het stralend
gouden licht op zijn troon zit, biedt haar
nu nog eens zijn liefde aan, die zij be
schaamd en dankbaar aanvaardt. En als hij
haar in zijn armen sluit en aast hem op
den troon voert, zegt hij:
Een mensch kan je niet gelukkig ma
ken omdat je een fee bent. Maar met mij
zul je voor altijd gelukkig zijn! Waarop 't
feeënkoor een jubellied aanheft en het gor
den valt.
Er volgde een daverend applaus, en men
beweerde eenstemmig nog nooit zooiets
moois te hebben gezien als Rickey en Mar
ty, zooals zij daar samen, jong en stralend,
op den gouden troon stonden.
En achter het gordijn zei Rickey heesch:
Ik meen het Marty. Ik ben de eenige,
die je ooit gelukkig zal kunnen maken,
omdat er niemand is die je zoo begrijpt als
ik je begrijp.
En zij, ontroerd door zijn emotie, gaf zich
een oogenblik over aan zijn omhelzing. Tot
het applaus hen weer opeischte.
Rickey had met zijn haastig geschreven
pantomime heel veel bereikt. Hij had Mar
ty doen inzien, dat er binnenin haar iets
leefde, waarvan zij zich nooit bewust was
geweest, dat zij hunkerde naar iets, dat,
van meer waarde was dan het materieele
en wereldsche. De scènes, waarin Tony was
voorgekomen, waren komisch geweest
maar Oberon was geen oogenblik belache
lijk geweest, daar had Rickey wel voor ge
zorgd. En hij wist nu, dat hij voorgoed over
Tony had gezegevierd.
Hij ging niet meer naar de anderen toe,
maar droomde in het maanlicht over de
verschansing geleund, terwijl de andere aan
het souper zaten.
Plotseling hoorde hij een stap naast zich.
Het was Tony.
Proficiat, Farquhar, zei hij oprecht ge
meend. Iedereen is vol van je stuk.
Geen wonder, zei Rickey uit de hoogte.
Het ding was geniaal.
Tony keek hem verbaasd aan. Was de
jongen dronken, dat hij zoo sprak? Of was
het succes hem naar het hoofd gestegen?
Je zuster zal wel trotsch op je zijn,
vervolgde Tony voorzichtig.
Jinny?
Ja, zij is zelf ook een heel bijzonder
persoontje, vind ik.
Rickey's stem klonk onverschiliig.
O, dom is Jinny niet. Maar zij zal de
wereld toch nooit in enthousiasme kunnen
brengen.
Anthony had veel zin om hem tegen den
grond te slaan, maar hij hield zich in.
Er is weer storm op komst, merkte hij
even later op. De lui, die nog naar huis
moeten, deden beter nu maar meteen te
gaan.
Hij wilde hen waarschuwen, maar het
was al te laat. De storm stak snel en met
verdubbelde woede op en hield allen gevan
gen aan boord van het jacht. Het werd een
verschrikkelijk noodweer, niemand ging
naar bed.
Rickey was zich echter van geen gevaar
bewust. In de algemeene opwinding had
hij Marty voor zich alleen en fluisterde
haar toe:
Niemand zal je ooit zoo begrijpen als
ik, Marty. Niemand zal je ooit zoo kunnen
liefhebben als ik. Beloof me, dat je de mijne
zult worden.
Jane schiet een pijl af.
Een paar dagen later lag Tony, op zijn
allervoordeeligst in zijn wit tropencostuum,
naast Marty in een langen stoel op het dek
en zei met eenige heftigheid:
Hij is een onuitstaanbare pedante
vlerk. Waarom stuur je hem niet naar huis?
Ik zou nog liever jou naar huis stu
ren, antwoordde Marty met een lief lach
je. Rickey denkt alleen maar aan mij. Jij
denkt aldoor aan een ander.
Hij ontkende het niet. Hij waarschuw
de haar alleen.
Je zult nog last krijgen met dien jon
geman. Als je hem op een goeden dag zult
probeeren den bons te geven, zal de bom
losbarsten.
Maar wie zegt je, dat ik dat van plan
ben?
Dat zul je zeker als de eerstvolgende
opdaagt.
De eerstvolgende?
Er is immers altijd weer een ander
voor jou, Marty. En dat zal altijd wel zoo
blijven ook.
Wat vreeselijk! Het klinkt als een be
grafenisstoet. Zij lachte en ging rechtop zit
ten.. Daar komt hij.
Rickey kwam op hen af. Hij was ook in
het wit en zag er buitengewoon knap uit.
Tony wist, dat hetgeen Marty in hem zoo
aantrok juist het feit was, dat hij anders
was dan alle andere mannen, die zij kende.
Toen hij bij hen was, gaf Rickey Tony
een korten groet
(Wordt vervolgd).