Hoofdbestuur van Bloembollen
cultuur stelt vertrouwens-kwestie
ZATERDAG 21 MEI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Onrust en Zenuwachtigheid,
gebruike men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten
Het wil medewerking aan de
uitvoering der saneering
De „Algemeene Vereniging voor Bloem
bollencultuur" is bijeengeroepen in buiten
gewone algemeene vergadering op Maan
dag 13 Juni des namiddags om half twee,
in het gebouw van den Haarlem-
schen Kegelbond, in de Tempe
lierstraat te Haarlem.
Op deze vergaderihg zal in behandeling
komen een voorstel van het hoofdbestuur
om de volgende motie aan te nemen:
„De algemeene vergadering der Alg
Vereeniging voor Bloembollencultuur op
13 Juni 1938 bijeen, acht het noodig, dat,
hoewel een uitspraak tegen alle bestaan
de saneeringsmaatregelen is gevallen, het
hoofdbestuur zijn medewerking geeft
aan de uitvoering van de van Overheids
wege opgelegde saneeringsmaatregelen,
zoowel wanneer de maatregelen op de
huidige wijze worden uitgevoerd als
wanneer de uitvoering in handen van
het vak zelf wordt genomen".
Toelichting. In de op 11 April j.l. gehou
den algemeene vergadering is bij de rond
vraag door enkele leden ernstige critiefc
uitgeoefend op het beleid van het hoofd
bestuur. Deze critiek betrof allereerst het
rapport, dat de zgn. commissie van 24 aan
„De Hyacinth" heeft uitgebracht. Daar de
opdracht aan deze commissie was om na
te gaan, hoe en in hoeverre het vak zelf
de uitvoering der saneeringsmaatregelen
in handen kan krijgen acht het hoofdbe
stuur medewerking hieraan niet in tegen
spraak met de uitspraak van 21 Juni 1937.
Afgezien nog van het feit, dat de groepen
krachtens de statuten die toch in de al
lereerste plaats door het hoofdbestuur moe
ten worden geëerbiedigd, al heeft het zelf
getracht ze ook in dit opzicht te her
zien een zelfstandige positie innemen.
In de tweede plaats betrof de critiek het
feit, dat het hoofdbestuur, en daarmede de
vereeniging, in de organen, die de uit
voering der maatregelen in handen heb
ben of over deze uitvoering advisee-
ren, vertegenwoordigd bleef. Hoewel het
ongebruikelijk is dat leden dergelijke cri
tiek in de alg. vergaderingen uiten, zon
der dat in de afdeelingen een zelfde critiek
is uitgeoefend, meent het hoofdbestuur deze
z.i. niet gerechtvaardigde critiek niet zon
der meer naast zich te mogen neerleggen.
De indruk is door enkele leden dus
niet doro afdeelingen gewekt alsof dit
inhoudt, dat niet voldoende .getracht is de
uitspraak tegen de saneeringsmaatregelen
uit te voeren. Het hoofdbestuur spreekt dit
pertinent tegen. Direct na deze uitspraak
heeft het hoofdbestuur overwogen, dat, nu
een groote meerderheid tegen de sanee
ring bleek te zijn, het met alle kracht moest
aandringen op afschaffing der saneerings
maatregelen. In een breedvoerig request,
waarin de argumenten tegen de saneering
waren opgenomen, heeft het bij den Minis
ter van Economische Zaken aangedrongen
op afschaffing der saneeringsmaatregelen,
evenals in een audiëntie, die Z.Exc. ver
leende aan een delegatie uit het hoofdbe
stuur, bestaande uit den voorzitter en twee
tegenstanders der saneering. Ook later is
in besprekingen en schriftelijk dit stand
punt meermalen herhaald. Ook de tegen
standers van de saneering in het hoofdbe
stuur hebben zich met deze maatregelen
vereenigd en nimmer voorstellen tot an
dere middelen, om het gestelde doel te be
reiken, gedaan.
Het hoofdbestuur heeft reeds vroeger
overwogen, of het zich moest terugtrekken
uit de instanties die de door de Regeering
opgelegde maatregelen uitvoeren, nadat de
Minister had bekend gemaakt, dat hy aan
den wensch der Alg. Vereeniging niet zou
voldoen. Na bespreking kwam het tot de
conclusie, dat het onverantwoord zou
zijn, dit te doen. De Regeering zal niet op
een beslissing terugkomen, omdat een or
ganisatie zich onttrekt aan de uitvoering
der maatregelen, terwijl het aan den an
deren kant niet meer mogelijk zou zijn de
belangen der leden bij deze uitvoering vol
doende te behartigen. Het zich terugtrek
ken van de Alg. Vereeniging zou, naar de
stellige overtuiging van het hoofdbestuur,
slechts tengevolge hebben, dat de organi
saties, die nu reeds daadwerkelijk aan de
uitvoering der maatregelen medewerken,
waarschijnlijk aangevuld met andere orga
nisaties, deze uitvoering in handen zou
den krijgen. Maar dit zou tevens beteeke-
nen, dat de Alg. Vereeniging, de grotoste
vakvereeniging op bloembollengebied, een
zeer onvoldoende zeggenschap zou heb
ben, niet alleen in de bijeenbrenging van
geiden voor wetenschappelijk onderzoek
en onpersoonlijke reclame wat, zoolang
de huidige maatregelen bestaan, via het
Surplusfonds geschiedt, maar ook in de
uitvoering van de maatregelen zelf. Terwijl
het hoofdbestuur meent, dat het ver
plicht is ervoor te zorgen, dat deze uit
voering zooveel mogelijk overeenkomstig
de wenschen der leden geschiedt. Het wijst
er b.v. op,, dat het van groote beteekenis
is dat in het kader der huidige maatregelen
ervoor gezorgd wordt dat niet meer gekort
wordt dan noodig is voor den opkoop der
overschotten, waaraan het hoofdbestuur
practisch niet kan medewerken, als het
buiten de maatregelen uitvoerende instan
ties staat. Ook b.v. de grootere vrijheid
door de afschaffing van het Kringenstelsel
is practisch verkregen, doordat onze ver
eeniging meewerkte aan de uitvoering der
maatregelen.
Het hoofdbestuur meent dan ook, dat hst
de opgelegde maatregelen moet blijven hel
pen uitvoeren, ook al zal het hoofdbestuur
op den juisten tijd en plaats de uitspraak
tegen de saneering opnieuw met kracht
naar voren brengen en verdedigen. Zonder
deel te nemen aan deze uitvoering is het
hoofdbestuur niet in staat zijn plicht, zoo
als het dezen zelf ziet, te vervullen. Dit
geldt zoowel voor het geval, dat de uit
voering geschiedt op de tegenwoordige
wijze als voor het geval, dat het vak zelf,
onder sanctie en toezicht van de Overheid,
de uitvoering in handen zou kunnen krij
gen. In het laatste geval zou bovendien nog
het voordeel bestaan, dat de wenschen van
het vak gemakkelijker verwezenlijkt zou
den kunnen worden, ook wenschen naar
bedrijfsvrijheid.
Bovendien zou het hoofdbestuur niet-
medewerken aan de uitvoering volkomen
onverantwoord achten, omdat het de posi
tie van de vereeniging zou verzwakken.
Wanneer bovenstaande motie niet zou
worden aangenomen, zou het hoofdbestuur
zich dan ook verplicht zien af te treden.
In een artikel, gewijd aan dezelfde mo
tie, wijst de voorzitter, dr. A. J. Verhage,
er met nadruk op, dat met deze motie
geen uitspraak gedaan wordt over de sa
neering zelf. Integendeel: het hoofdbestuur
dat vorig jaar de uitspraak der alg. ver
gadering zoo krachtdadig mogelijk verde
digd heeft, wil de uitspraak tegen de sa
neering „op den juisten tijd en plaats op
nieuw met kracht naar voren brengen en
verdedigen". Het is allerminst zóó, dat men
met stemmen vóór de motie in eenigerlei
opzicht zich opnieuw uitspreekt over de
saneering; men helpt door vóór stemmen
slecht te verhoeden, dat de vereeniging
zich zelf krachteloos maakt!
VERGROOTING BLOEMBOLLEN-
UITVOER.
Het hoofdbestuur der algemeene vereeni
ging voor bloembollencultuur heeft aan den
minister van economische zaken verzocht
het daarheen te leiden, dat bij de te voeren
onderhandelingen verhooging der contin
genten plaats vindt voor bloembollenuit-
voer naar Duitschland, Denemarken en
Noorwegen.
Duitschland.
Met het oog op de onderhandelingen
over de vaststelling van de contingenten,
voortvloeiend uit het Nederlandsch-Duit-
sche handelsverdrag en de Duitsch-Neder-
landsche clearingovereenkomst, wordt me
dewerking verzocht om het contingent voor
bloembollen voor het derde kwartaal van
1938 te verhoogen. Het bedroeg in 1937 on
geveer 3.8 millioen R.M. Ter ondersteuning
van dit verzoek wordt opgemerkt, dat
bloembollen voor de Nederlandsche han
delsbalans een belangrijk exportartikel vor
men, waartegenover practisch geen invoer
van grondstoffen staat. Het bloembollenbe-
drijf heeft echter ernstige nadeelen onder
vonden van de vermindering van de uit-
voermogelijkheid naar Duitschland. Welis
waar zijn deze nadeelen vorig jaar ietwat
verminderd door de verhooging van het
contingent, die voor eik exportartikel is
toegepast in verband met de verbetering
van den stand van de Nederlandsch-Duit-
sche clearing, maar ze blijven toch in ern
stige mate op het bloembollenbedrijf druk
ken, omdat dit door de vermindering van
de afzetmogelijkheid naar Duitschland aan
zienlijk toegenomen overschotten uit eigen
middelen moet opkoopen. De overschotten
van andere bodemproducten worden in
verscheidene gevallen opgekocht met be
hulp van gelden, die daartoe uit het land
bouwcrisisfonds beschikbaar worden ge
steld. De opkoop van overschotten bloem
bollen geschiedt met gelden, die door het
bedrijf zelf bijeengebracht moeten wor
den, waardoor in het bijzonder de cultuur
van vroege tulpen op hooge lasten wordt
gebracht door de verkleinde uitvoer naar
Duitschland.
De thans uitgeoefende aandrang doet de
vereeniging met des te meer vrijheid, om
dat het haar bekend is, dat de Duitsche af
nemers van bloembollen een grootere hoe
veelheid wenschen te ontvangen. Zij gebrui
ken bloembollen in hoofdzaak als grondstof
voor hun trekkersbedrijf en ook bij invoer
van een belangrijk grootere hoeveelheid
kunnen zij behoorlijke winsten maken.
Uitvoer uit Nederland van een grootere
hoeveelheid zal voor het specifiek Neder
landsche bloembollenbedryf niet slechts
een direct voordeel beteekenen maar ook
verhoeden, dat de bolbloemen in Duitsch
land hun populariteit verliezen, waaronder
de afzet van de bollen vele jaren kan lij
den. De positie is hier immers geheel an
ders dan bij voedingsmiddelen, die steeds
gekocht zullen worden wanneer er behoef
te aan bestaat, welke behoefte ten aanzien
van bolbloemen opnieuw geschapen zou
moeten worden.
De verhooging van het contingent voor
bloembollen kan slechts bereikt worden by
de onderhandelingen voor het derde kwar
taal, daar de uitvoer voor verreweg het
grootste deel dan plaats vindt.
Denemarken.
Het bestaande handelsverdrag met Dene
marken loopt op 30 Juni a.s. af. Er wordt
gevraagd bij de loopende onderhandelin
gen over een nieuw verdrag het daarheen
te leiden, dat de invoerregeling, zooals deze
in het thans geldende verdrag Is geregeld,
wordt vervangen. Daartegen toch bestaan
ernstige bezwaren, o.m. dat vorig jaar een
contingent is beschikbaar gesteld voor den
invoer in Denemarken van plantbollen.
Het is noodzakelijk, dat voor 1938 geen
contingent voor plantbollen beschikbaar
wordt gesteld, terwijl het bestaande con
tingent voor den normalen invoer dient te
worden verhoogd tot een bedrag van min
stens 2 millioen kronen, overeenkomende
met een gewicht van ca. 700.000 K.G.
Noorwegen.
Wat Noorwegen betreft wordt er de aan
dacht van den minister op gevestigd, dat
het door Noorwegen voor den invoer van
bloembollen beschikbaar gestelde contin
gent te gering moet worden geacht. In de
laatste vijf jaren zijn naar dit land achter
eenvolgens uitgevoerd in K.G. bloembollen:
1933: 492.500, 1934: 596.800, 1935. 587.899,
1930: 650.000 en 1937: 580.000 K.G.
Gebleken is, ook door de hooge prijzen
der bolbloemen in den afgeloopen wa ter,
prijzen die ook hoog waren in vergelijking
met die van andere bloemen en planten,
dat in Noorwegen op een gezonde basis
afzet van een grootere hoeveelheid bloem
bollen is te vinden, waarbij er ten slotte
op gewezen wordt, dat bloembollen in
Noorwegen gebruikt worden als grondstof
voor het trekkersbedrijf, dat juist in den
winter veel werkgelegenheid verschaf:.
Dit laatste kan mede een argument zijn
om op een grooter contingent voor bloem
bollen aan te dringen.
ZWEEDSCHE BLOEMBOLLENINVOER
WORDT NIET GECONTINGENTEERD.
Het Weekblad voor Bloembollencultuur
meldt, dat de Zweedsche minister van
Landbouw, Bramstorp, afwijzend heeft be
schikt op voorstellen, hem van de zijde der
organisaties op tuinbouwgebied gedaan, die
o.m. inhielden het instellen van een contin-
genteering van den invoer van bloembollen
met inbegrip van gladiolen.
De Zweedsche tuinbouwzaken hadden dit
gevraagd als onderdeel vat) een steunplan,
dat van de regeering fondsen vroeg voor
de kosten van allerhande maatregelen ten
bate van voorlichting, onderwijs, propagan
da, enz. zulks in verband met een verlang
de verkorting van den arbeidsduur door de
werknemersorganisaties.
De verminderde concurrentie-mogelijk-
heid door de hoogere uitgaven voor ar-
beidsloonen, die van de inwilliging van dit
laatste verlangen het gevolg zou zijn, wilde
mij van de zijde der patroons erkend zien
o m. door een beperking van den invoer
van buitenlandsche tuinbouwproducten.
Gelukkig voor ons bloembolenvak, aldus
"het officieel orgaan van de Ned. Bloembol
lenkwekers, heeft minister Bramstorp ge
weigerd deze voorstellen aan den minister
raad voor te leggen, waarmede zij van de
baan zijn. Het Zweedsche vakblad „Viola"
wekt nu de Zweedsche vakgenooten op, om
door hervormingen in hun bedrijven de
gevolgen te neutraliseeren, die uit de wei
gering der regeering voortvloeien.
BEDRIJFSRAAD VOOR HET BLOEM
BOLLENBEDRIJF
Dezer dagen kwam de bedrijfsraad voor
het bloembollenbedrijf te Haarlem in ver-
godering bijeen. Nadat verschillende inge
komen stukken en eenige regelingen van
huishoudelijken aard waren afgewerkt,
vond een nabeschouwing plaats over het
bij de werkcommissie tot bestrijding der
werkloosheid ingediende rapport, waar
mede de leden zich algemeen konden ver
eenigen.
Een nadere gedachtenwisseling vond
plaats over het door den raad naar vo
ren gebdachte idee betreffende het
waar mogelijk laten spitten na drainage
in plaats van omspuiten van gronden.
Met voldoening werd te dien aanzien
kennis genomen van een schrijven van
de rijksinspectie voor de werkverschaf
fing, waarin werd medegedeeld, dat ook
de rijksinspectie in principe veel voor
het door den raad voorgestelde sys
teem gevoelt. Besloten werd elke gele
genheid die zich zal voordoen aan te
vatte nom waar mogelijk het spitten
na drainage boven omspuiten te bevor
deren.
Na behandeling van het jaarverslag
waarmede de leden hun nstemming be
tuigden, is nog een bespreking gehouden
over het bloembollenpellen en over het in
dertijd bij den miniscter ingediende ver
zoek tot het verleenen van kindertoeslag
in werkverschaffing.
DE UITVOER VAN BLOEMBOLLEN
Goede resultaten met voorjaarshandel
Wij lezen in het Kweekersblad:
De voorjaarshandel heeft zich goed ge
houden. Gedurende de eerste vier maan
den van dit jaar is aan gewicht 1078.000
K.G. meer uitgevoerd dan in dezelfde pe
riode 1937, terwijl het waardecijfer
945.00 meer was.
Engeland nam weer meer dan de helft
van onzen geheelen uitvoer af.
De voorjaarshandel is hiermede grooten-
deels beëindigd en met groote nieuwsgie
righeid ziet het geheele vak de verdere ge
beurtenissen op export-gebied tegemoet
KERKNIEUWS
PATER N. VAN DOORNIK.
Promotie tot doctor in de letteren.
In de Aula der Amsterdamsche gemeen
te-universiteit vond gisterenmiddag de pro
motie plaats van den weleerw. pater N. G.
M. van Doornik M.S.C. tot doctor in de let
teren en wijsbegeerte, op een proefschrift
over: „De moderne gymnasiast tegenover
zijn klassieke vorming".
Wat het verloop der promotie betreft,
vermelden wij, dat een aantal belangstel
lenden deze bewoonde, onder yie wij op
merkten den Hoogeerw. Provinciaal der
Missionarissen van het H. Hart, Pater N.
Verhoeven en den Zeereerw. Pater Wou
denberg, overste van het gymnasium Drie
huis te Velsen, waar de nieuwe doctor de
klassieken doceert. Ook prof. Roels uit
Utrecht was aanwezig.
Van de gelegèftheid tot discussie maakte
o.a. gebruik een ordesbroeder van den pro
movendus, Pater B. Naaijkens, die meende,
dat diens oordeel over de B-afdeeling van
het gymnasium te pessimistisch was, waar
deze van een mislukking spreekt. Hierop
werd geantwoord, dat de B-leerlingen zelf
vragen om onderwijs, dat meer geestelijke
waarden geeft.
RECHTZAKEN
NOTARISSEN BUITEN HUN
STANDPLAATS.
Kwestie voor den Hoogen Raad.
Volgens de wet op het notaris-ambt is
ieder notaris verplicht niet alleen zijn
woonplaats te hebben, zijn kantoor te hou
den en zijn akten te bewaren in de hem
aangewezen standplaats, maar ook om daar
zyn werkelijk en gestadig verblijf te hou-
den.
Twee Amsterdamsche notarissen hebben
zich wegens het buiten hun standplaats
verblijf houden moeten verantwoorden
voor de Amsterdamsche rechtbank, die bij
uitspraak van 3 Maart aan elk hunner een
schorsing van acht dagen oplegde. Beiden
gingen in beroep bij het Amsterdamsche
gerechtshof, dat 6 April het vonnis in zoo
verre wijzigde, dat de schorsing werd ver
minderd tot één dag. Doch ook dezen
eenen dag oordeelden de twee notarissen
bezwarend en derhalve stelden zij beroep
in cassatie bij den Hoogen Raad in.
Voor den eenen notaris pleitte mr. Mul
ler Masis uit Amsterdam en voor den an
deren mr. Van Gelein Vitringa Jr. uit Den
Haag.
De procureur-generaal zal 27 Mei con
clusie nemen.
VALSCHE VLEESCHKEURINGS-
STEMPELS.
Voor de rechtbank te Haarlem heeft een
slager te Zwanenburg in de Haarlemmer
meer terecht gestaan. Ambtenaren van het
gemeentelijke slachthuis te Haarlem had
den bij hem een inval gedaan en ontdek
ten, behalve clandestien geslacht vleesch,
ook nagemaakte keuringsstempels, waarvan
de afdrukken bedriegelijk veel geleken op
die van de officieele keuringsstempels. De
officier van justitie achtte het misdrijf
ernstig, omdat door de handelwijze van
den slager groot gevaar voor de volksge
zondheid kan ontstaan. Als voorbeeld voor
anderen eischte hij zes maanden gevange
nisstraf. Uitspraak 2 Juni.
KANTONGERECHT
TE ALPHEN AAN DEN RIJN.
Bedorven vlesch in voorraad.
Voor den wnd. kantonrechter, den heer
Chr. Bannier, kwam eerst in behandeling
de door de Rechtbank te 's-Gravenhage we
gens een vormfout naar het kantongerecht
alhier terugverwezen zaak tegen den,sla
ger J. C. W. te A 1 p h e n, wien ten laste
was gelegd, dat in zijn winkel een bal ge
hakt en pl.m. 1 K.G. bedorven vet en
vleesch in de ijskast door den keurmeester
v. K. was aangetroffen en in beslag geno
men. Volgens den keurmeester kropen de
maden op het vleesch. Als verdediger trad
op mr. v. H. De betrokken keurmeester
verbalisant werd als getuige gehoord, die
de feiten bevestigde, doch op een desbe
treffende vraag antwoordde, dat het gehakt
niet was onderzocht of het kruiden of spe
cerijen bevatte dus z.g. toebereid was, daar
de raadsman van verdachte er zich op be
riep, dat hier niet van vleesch doch van
vleeschwaren moest worden gesproken.
In zijn requisitoir overwoog de ambte
naar, dat hij met het eerste feit wel mee
kon gaan dat het vleeschwaren waren, zoo
dat hij hiervoor vrijspraak vroeg. Voor de
strafmaat achtte hij voor het andere feit
geen reden voor veischil aanwezig en vor
derde een geldboete van ƒ200 subs. 50 d.;
voorts een voorw. hechtenis van 15 dagen
met een proeftijd van 2 jaar en openbaar
making van het vonnis. De verdediger hield
een uitvoerig pleidooi waarin hij zich al
lereerst verheugde over het feit, dat de
ambtenaar voor het eerste feit vrijspraak
vroeg. Jammer vond hü het, dat de kan
tonrechter zelf de zaak niet behandelde,
wat hij met het oog op de objectiviteit juis
ter had geacht. Hij betwijfelde voorts of de
inbeslagneming wel gerechtvaardigd is ge
weest en moest met klem protesteeren te
gen den eisch van het tweede feit, verder
besprak hij de overgelegde recidive-extrac
ten. De man is geen knoeier doch slordig en
nonchalant. Juister achtte hij een voorw.
straf met langen proeftijd, daar zijn cliënt
inmiddels het slagersbedrijf heeft vaarwel
gezegd. De ambtenaar merkte dan nog op,
dat inmiddels opnieuw een verbaal is inge
komen en een pan met ongebanderolleerd
vet in den Rijn bij verdachte is gevonden.
Verdediger vraagt ten slotte schriftelijk
vonnis te wijzen als de kantonrechter met
het verzoek om een voorw. straf niet kan
meegaan.
De kantonrechter, die reeds bij voorbaat
mededeelde hier niets voor te voelen, be
paalde daarop zijn schriftelijk vonnis over
14 dagen.
W. de H. die op de Gouwe een aanvaring
had veroorzaakt door onvoorzichtigheid
werd veroordeeld tot ƒ5.subs. 5 d.; G.
W. uit Bodegraven had ontkent, dat
hij te Bodegraven zonder achterlicht op
zijn rijwiel had gereden. Verbalisant beves
tigde echter zijn verbaal waarop de man
werd veroordeeld tot 2.subs. 2 d.
B. uit Bodegraven stond terecht we
gens overtreding der vuurwapenwet De
jeugdige T. had een jachtgeweer uit zijn
woning alcoof gehaald, verdachte wist
echter niet waar het wapen (een buks)
vandaan kwam, althans het was niet zijn
eigendom. De jeugdige T., als getuige ge
hoord, had zulks aan verbalisant ver
klaard. Thans legde hij een heel andere
getuigenis af. Zelf zeide hij, dat de veld
wachter zoo raar had gekletst, zoodat hij
niet meer wist wat hij gezegd had. De
jongen gaf als beroep op: eenmeel-
huiste zijn, hij werkte bij een meel
handelaar. Begrijpelijk verwekte zulks
veel hilariteit. Uit alles bleek, dat de jon
gen een verwoed jager is en dol op vuur
wapens en deze blijkbaar clandestien in be
zit had weten te krijgen en in het nauw
gedreven den veldwachter had medege
deeld, dat zulks aan B. een oom van
hem behoorde. De ambtenaar achtte het
feit voor B.. dan ook niet bewezen en
vroeg vrijspraak.
Vloek bij je moeder thuis!
Drie jongelui uit Benthuizen had
den nachtrumoer veroorzaakt, waarbij ge
gild en gevloekt, zoodat mej. v. d. L. al
daar wakker was geworden en de jongens
had toegeroepen thuis te gaan vloeken. Zij
had het drietal niet herkend, doch meen
de aan de stem een van de drie te hebben
gehoord. Twee ontkenden en No. 3 v. B.
bleek zich niet veel te herinneren. Dron
ken was hij naar zijn verklaring niet ge
weest, doch hij had wel bier gedronken.
Veroordeeling van v. B. 4 subs. 4 dagen
met vrijspraak der anderen.
P. B. te A 1 p h e n was in verzet geko
men tegen een vonnis waarbij hij was ver
oordeeld voor het voegen van water bij de
melk tot een boete van 80.subs. 40 d.
Verdachte beweerde zulks niet met opzet
te hebben gedaan .Toevallig had hij een
keer voor zijn vader gemolken en toen het
schuim der melk uit de emmers met water
vermengd en dit i nde melkbussen gedaan,
die hij had afgeleverd aan de R. De kan
tonrechter en ambtenaar rekening houden
de met den leeftijd van verdachte
verminderden daarop de straf tot 50
subs. 25 dagen.
P. U. te A1 p h e n, was ten laste gelegd
op den Heerenweg een auto te hebben wil
len passeeren waardoor een personenauto
bestuurd door B. uit Amstelveen boven op
zijn vrachtauto was gereden. De bestuur
der B. had hierbij een knieschijf gebroken.
Het slachtoffer was ter zitting aanwezig,
bleek 6 weken in een ziekenhuis te hebben
vertoefd en een stijf been te hebben over
gehouden van het incident. Hij bleek zelfs
niet te kunnen staan en leunde op een
slok.
Als getuige werd gehoord de J. een an
dere bestuurder, die voor de vrachtauto
reed en die, toen hij wilde stoppen, de
vrachtauto achter zich aan had zien ko
men. Hij kreeg den indruk, dat U. ook wil
de stoppen en remde. Toen hij echter zag,
dat de wagen van U. blijkbaar slipte, was
hij zelf gauw weggereden doch op hetzelf
de moment was de auto van B. komende
uit andere richting boven op de vracht
auto gereden. Verdachte zelf beweerde,
dat zijn wagen bij het remmen slipte hoe
wel h|j niet hard reed. Terwijl B. weinig
wist te verklaren; hij zag plotseling de
vrachtauto en kon niet meer uit den weg.
De ambtenaar geloofde niet aan grove
schuld van U, doch z.i. had hij langzamer
moeten rijden. Hij vorderde een geldboete
van 5.subs 5 d. De raadsman van U.
mr. Korver, meende, dat ten onrechte in
de dagvaarding ten laste was gelegd, dat
U. wilde passeeren, hiervan was geen spra
ke geweest, hetwelk ook uit de verklarin
gen was komen vast te staan, Hij vor
derde derhalve vrijspraak, waarmede de
ambtenaar zich kon vereenigen. Vermoede
lijk zal U. echter opnieuw worden gedag
vaard met een andere ten laste legging,
terwijl hoofdzaak voor partijen zal worden
de civiele vordering van het slachtoffer, die
zijn leven lang vermoedelijk niet meer zal
kunnen werken.
Leest mei aandacht
de advertenties
ln Uw Dagblad!