Hoofdbestuur van Bloembollen cultuur stelt vertrouwens-kwestie ZATERDAG 21 MEI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Onrust en Zenuwachtigheid, gebruike men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten Het wil medewerking aan de uitvoering der saneering De „Algemeene Vereniging voor Bloem bollencultuur" is bijeengeroepen in buiten gewone algemeene vergadering op Maan dag 13 Juni des namiddags om half twee, in het gebouw van den Haarlem- schen Kegelbond, in de Tempe lierstraat te Haarlem. Op deze vergaderihg zal in behandeling komen een voorstel van het hoofdbestuur om de volgende motie aan te nemen: „De algemeene vergadering der Alg Vereeniging voor Bloembollencultuur op 13 Juni 1938 bijeen, acht het noodig, dat, hoewel een uitspraak tegen alle bestaan de saneeringsmaatregelen is gevallen, het hoofdbestuur zijn medewerking geeft aan de uitvoering van de van Overheids wege opgelegde saneeringsmaatregelen, zoowel wanneer de maatregelen op de huidige wijze worden uitgevoerd als wanneer de uitvoering in handen van het vak zelf wordt genomen". Toelichting. In de op 11 April j.l. gehou den algemeene vergadering is bij de rond vraag door enkele leden ernstige critiefc uitgeoefend op het beleid van het hoofd bestuur. Deze critiek betrof allereerst het rapport, dat de zgn. commissie van 24 aan „De Hyacinth" heeft uitgebracht. Daar de opdracht aan deze commissie was om na te gaan, hoe en in hoeverre het vak zelf de uitvoering der saneeringsmaatregelen in handen kan krijgen acht het hoofdbe stuur medewerking hieraan niet in tegen spraak met de uitspraak van 21 Juni 1937. Afgezien nog van het feit, dat de groepen krachtens de statuten die toch in de al lereerste plaats door het hoofdbestuur moe ten worden geëerbiedigd, al heeft het zelf getracht ze ook in dit opzicht te her zien een zelfstandige positie innemen. In de tweede plaats betrof de critiek het feit, dat het hoofdbestuur, en daarmede de vereeniging, in de organen, die de uit voering der maatregelen in handen heb ben of over deze uitvoering advisee- ren, vertegenwoordigd bleef. Hoewel het ongebruikelijk is dat leden dergelijke cri tiek in de alg. vergaderingen uiten, zon der dat in de afdeelingen een zelfde critiek is uitgeoefend, meent het hoofdbestuur deze z.i. niet gerechtvaardigde critiek niet zon der meer naast zich te mogen neerleggen. De indruk is door enkele leden dus niet doro afdeelingen gewekt alsof dit inhoudt, dat niet voldoende .getracht is de uitspraak tegen de saneeringsmaatregelen uit te voeren. Het hoofdbestuur spreekt dit pertinent tegen. Direct na deze uitspraak heeft het hoofdbestuur overwogen, dat, nu een groote meerderheid tegen de sanee ring bleek te zijn, het met alle kracht moest aandringen op afschaffing der saneerings maatregelen. In een breedvoerig request, waarin de argumenten tegen de saneering waren opgenomen, heeft het bij den Minis ter van Economische Zaken aangedrongen op afschaffing der saneeringsmaatregelen, evenals in een audiëntie, die Z.Exc. ver leende aan een delegatie uit het hoofdbe stuur, bestaande uit den voorzitter en twee tegenstanders der saneering. Ook later is in besprekingen en schriftelijk dit stand punt meermalen herhaald. Ook de tegen standers van de saneering in het hoofdbe stuur hebben zich met deze maatregelen vereenigd en nimmer voorstellen tot an dere middelen, om het gestelde doel te be reiken, gedaan. Het hoofdbestuur heeft reeds vroeger overwogen, of het zich moest terugtrekken uit de instanties die de door de Regeering opgelegde maatregelen uitvoeren, nadat de Minister had bekend gemaakt, dat hy aan den wensch der Alg. Vereeniging niet zou voldoen. Na bespreking kwam het tot de conclusie, dat het onverantwoord zou zijn, dit te doen. De Regeering zal niet op een beslissing terugkomen, omdat een or ganisatie zich onttrekt aan de uitvoering der maatregelen, terwijl het aan den an deren kant niet meer mogelijk zou zijn de belangen der leden bij deze uitvoering vol doende te behartigen. Het zich terugtrek ken van de Alg. Vereeniging zou, naar de stellige overtuiging van het hoofdbestuur, slechts tengevolge hebben, dat de organi saties, die nu reeds daadwerkelijk aan de uitvoering der maatregelen medewerken, waarschijnlijk aangevuld met andere orga nisaties, deze uitvoering in handen zou den krijgen. Maar dit zou tevens beteeke- nen, dat de Alg. Vereeniging, de grotoste vakvereeniging op bloembollengebied, een zeer onvoldoende zeggenschap zou heb ben, niet alleen in de bijeenbrenging van geiden voor wetenschappelijk onderzoek en onpersoonlijke reclame wat, zoolang de huidige maatregelen bestaan, via het Surplusfonds geschiedt, maar ook in de uitvoering van de maatregelen zelf. Terwijl het hoofdbestuur meent, dat het ver plicht is ervoor te zorgen, dat deze uit voering zooveel mogelijk overeenkomstig de wenschen der leden geschiedt. Het wijst er b.v. op,, dat het van groote beteekenis is dat in het kader der huidige maatregelen ervoor gezorgd wordt dat niet meer gekort wordt dan noodig is voor den opkoop der overschotten, waaraan het hoofdbestuur practisch niet kan medewerken, als het buiten de maatregelen uitvoerende instan ties staat. Ook b.v. de grootere vrijheid door de afschaffing van het Kringenstelsel is practisch verkregen, doordat onze ver eeniging meewerkte aan de uitvoering der maatregelen. Het hoofdbestuur meent dan ook, dat hst de opgelegde maatregelen moet blijven hel pen uitvoeren, ook al zal het hoofdbestuur op den juisten tijd en plaats de uitspraak tegen de saneering opnieuw met kracht naar voren brengen en verdedigen. Zonder deel te nemen aan deze uitvoering is het hoofdbestuur niet in staat zijn plicht, zoo als het dezen zelf ziet, te vervullen. Dit geldt zoowel voor het geval, dat de uit voering geschiedt op de tegenwoordige wijze als voor het geval, dat het vak zelf, onder sanctie en toezicht van de Overheid, de uitvoering in handen zou kunnen krij gen. In het laatste geval zou bovendien nog het voordeel bestaan, dat de wenschen van het vak gemakkelijker verwezenlijkt zou den kunnen worden, ook wenschen naar bedrijfsvrijheid. Bovendien zou het hoofdbestuur niet- medewerken aan de uitvoering volkomen onverantwoord achten, omdat het de posi tie van de vereeniging zou verzwakken. Wanneer bovenstaande motie niet zou worden aangenomen, zou het hoofdbestuur zich dan ook verplicht zien af te treden. In een artikel, gewijd aan dezelfde mo tie, wijst de voorzitter, dr. A. J. Verhage, er met nadruk op, dat met deze motie geen uitspraak gedaan wordt over de sa neering zelf. Integendeel: het hoofdbestuur dat vorig jaar de uitspraak der alg. ver gadering zoo krachtdadig mogelijk verde digd heeft, wil de uitspraak tegen de sa neering „op den juisten tijd en plaats op nieuw met kracht naar voren brengen en verdedigen". Het is allerminst zóó, dat men met stemmen vóór de motie in eenigerlei opzicht zich opnieuw uitspreekt over de saneering; men helpt door vóór stemmen slecht te verhoeden, dat de vereeniging zich zelf krachteloos maakt! VERGROOTING BLOEMBOLLEN- UITVOER. Het hoofdbestuur der algemeene vereeni ging voor bloembollencultuur heeft aan den minister van economische zaken verzocht het daarheen te leiden, dat bij de te voeren onderhandelingen verhooging der contin genten plaats vindt voor bloembollenuit- voer naar Duitschland, Denemarken en Noorwegen. Duitschland. Met het oog op de onderhandelingen over de vaststelling van de contingenten, voortvloeiend uit het Nederlandsch-Duit- sche handelsverdrag en de Duitsch-Neder- landsche clearingovereenkomst, wordt me dewerking verzocht om het contingent voor bloembollen voor het derde kwartaal van 1938 te verhoogen. Het bedroeg in 1937 on geveer 3.8 millioen R.M. Ter ondersteuning van dit verzoek wordt opgemerkt, dat bloembollen voor de Nederlandsche han delsbalans een belangrijk exportartikel vor men, waartegenover practisch geen invoer van grondstoffen staat. Het bloembollenbe- drijf heeft echter ernstige nadeelen onder vonden van de vermindering van de uit- voermogelijkheid naar Duitschland. Welis waar zijn deze nadeelen vorig jaar ietwat verminderd door de verhooging van het contingent, die voor eik exportartikel is toegepast in verband met de verbetering van den stand van de Nederlandsch-Duit- sche clearing, maar ze blijven toch in ern stige mate op het bloembollenbedrijf druk ken, omdat dit door de vermindering van de afzetmogelijkheid naar Duitschland aan zienlijk toegenomen overschotten uit eigen middelen moet opkoopen. De overschotten van andere bodemproducten worden in verscheidene gevallen opgekocht met be hulp van gelden, die daartoe uit het land bouwcrisisfonds beschikbaar worden ge steld. De opkoop van overschotten bloem bollen geschiedt met gelden, die door het bedrijf zelf bijeengebracht moeten wor den, waardoor in het bijzonder de cultuur van vroege tulpen op hooge lasten wordt gebracht door de verkleinde uitvoer naar Duitschland. De thans uitgeoefende aandrang doet de vereeniging met des te meer vrijheid, om dat het haar bekend is, dat de Duitsche af nemers van bloembollen een grootere hoe veelheid wenschen te ontvangen. Zij gebrui ken bloembollen in hoofdzaak als grondstof voor hun trekkersbedrijf en ook bij invoer van een belangrijk grootere hoeveelheid kunnen zij behoorlijke winsten maken. Uitvoer uit Nederland van een grootere hoeveelheid zal voor het specifiek Neder landsche bloembollenbedryf niet slechts een direct voordeel beteekenen maar ook verhoeden, dat de bolbloemen in Duitsch land hun populariteit verliezen, waaronder de afzet van de bollen vele jaren kan lij den. De positie is hier immers geheel an ders dan bij voedingsmiddelen, die steeds gekocht zullen worden wanneer er behoef te aan bestaat, welke behoefte ten aanzien van bolbloemen opnieuw geschapen zou moeten worden. De verhooging van het contingent voor bloembollen kan slechts bereikt worden by de onderhandelingen voor het derde kwar taal, daar de uitvoer voor verreweg het grootste deel dan plaats vindt. Denemarken. Het bestaande handelsverdrag met Dene marken loopt op 30 Juni a.s. af. Er wordt gevraagd bij de loopende onderhandelin gen over een nieuw verdrag het daarheen te leiden, dat de invoerregeling, zooals deze in het thans geldende verdrag Is geregeld, wordt vervangen. Daartegen toch bestaan ernstige bezwaren, o.m. dat vorig jaar een contingent is beschikbaar gesteld voor den invoer in Denemarken van plantbollen. Het is noodzakelijk, dat voor 1938 geen contingent voor plantbollen beschikbaar wordt gesteld, terwijl het bestaande con tingent voor den normalen invoer dient te worden verhoogd tot een bedrag van min stens 2 millioen kronen, overeenkomende met een gewicht van ca. 700.000 K.G. Noorwegen. Wat Noorwegen betreft wordt er de aan dacht van den minister op gevestigd, dat het door Noorwegen voor den invoer van bloembollen beschikbaar gestelde contin gent te gering moet worden geacht. In de laatste vijf jaren zijn naar dit land achter eenvolgens uitgevoerd in K.G. bloembollen: 1933: 492.500, 1934: 596.800, 1935. 587.899, 1930: 650.000 en 1937: 580.000 K.G. Gebleken is, ook door de hooge prijzen der bolbloemen in den afgeloopen wa ter, prijzen die ook hoog waren in vergelijking met die van andere bloemen en planten, dat in Noorwegen op een gezonde basis afzet van een grootere hoeveelheid bloem bollen is te vinden, waarbij er ten slotte op gewezen wordt, dat bloembollen in Noorwegen gebruikt worden als grondstof voor het trekkersbedrijf, dat juist in den winter veel werkgelegenheid verschaf:. Dit laatste kan mede een argument zijn om op een grooter contingent voor bloem bollen aan te dringen. ZWEEDSCHE BLOEMBOLLENINVOER WORDT NIET GECONTINGENTEERD. Het Weekblad voor Bloembollencultuur meldt, dat de Zweedsche minister van Landbouw, Bramstorp, afwijzend heeft be schikt op voorstellen, hem van de zijde der organisaties op tuinbouwgebied gedaan, die o.m. inhielden het instellen van een contin- genteering van den invoer van bloembollen met inbegrip van gladiolen. De Zweedsche tuinbouwzaken hadden dit gevraagd als onderdeel vat) een steunplan, dat van de regeering fondsen vroeg voor de kosten van allerhande maatregelen ten bate van voorlichting, onderwijs, propagan da, enz. zulks in verband met een verlang de verkorting van den arbeidsduur door de werknemersorganisaties. De verminderde concurrentie-mogelijk- heid door de hoogere uitgaven voor ar- beidsloonen, die van de inwilliging van dit laatste verlangen het gevolg zou zijn, wilde mij van de zijde der patroons erkend zien o m. door een beperking van den invoer van buitenlandsche tuinbouwproducten. Gelukkig voor ons bloembolenvak, aldus "het officieel orgaan van de Ned. Bloembol lenkwekers, heeft minister Bramstorp ge weigerd deze voorstellen aan den minister raad voor te leggen, waarmede zij van de baan zijn. Het Zweedsche vakblad „Viola" wekt nu de Zweedsche vakgenooten op, om door hervormingen in hun bedrijven de gevolgen te neutraliseeren, die uit de wei gering der regeering voortvloeien. BEDRIJFSRAAD VOOR HET BLOEM BOLLENBEDRIJF Dezer dagen kwam de bedrijfsraad voor het bloembollenbedrijf te Haarlem in ver- godering bijeen. Nadat verschillende inge komen stukken en eenige regelingen van huishoudelijken aard waren afgewerkt, vond een nabeschouwing plaats over het bij de werkcommissie tot bestrijding der werkloosheid ingediende rapport, waar mede de leden zich algemeen konden ver eenigen. Een nadere gedachtenwisseling vond plaats over het door den raad naar vo ren gebdachte idee betreffende het waar mogelijk laten spitten na drainage in plaats van omspuiten van gronden. Met voldoening werd te dien aanzien kennis genomen van een schrijven van de rijksinspectie voor de werkverschaf fing, waarin werd medegedeeld, dat ook de rijksinspectie in principe veel voor het door den raad voorgestelde sys teem gevoelt. Besloten werd elke gele genheid die zich zal voordoen aan te vatte nom waar mogelijk het spitten na drainage boven omspuiten te bevor deren. Na behandeling van het jaarverslag waarmede de leden hun nstemming be tuigden, is nog een bespreking gehouden over het bloembollenpellen en over het in dertijd bij den miniscter ingediende ver zoek tot het verleenen van kindertoeslag in werkverschaffing. DE UITVOER VAN BLOEMBOLLEN Goede resultaten met voorjaarshandel Wij lezen in het Kweekersblad: De voorjaarshandel heeft zich goed ge houden. Gedurende de eerste vier maan den van dit jaar is aan gewicht 1078.000 K.G. meer uitgevoerd dan in dezelfde pe riode 1937, terwijl het waardecijfer 945.00 meer was. Engeland nam weer meer dan de helft van onzen geheelen uitvoer af. De voorjaarshandel is hiermede grooten- deels beëindigd en met groote nieuwsgie righeid ziet het geheele vak de verdere ge beurtenissen op export-gebied tegemoet KERKNIEUWS PATER N. VAN DOORNIK. Promotie tot doctor in de letteren. In de Aula der Amsterdamsche gemeen te-universiteit vond gisterenmiddag de pro motie plaats van den weleerw. pater N. G. M. van Doornik M.S.C. tot doctor in de let teren en wijsbegeerte, op een proefschrift over: „De moderne gymnasiast tegenover zijn klassieke vorming". Wat het verloop der promotie betreft, vermelden wij, dat een aantal belangstel lenden deze bewoonde, onder yie wij op merkten den Hoogeerw. Provinciaal der Missionarissen van het H. Hart, Pater N. Verhoeven en den Zeereerw. Pater Wou denberg, overste van het gymnasium Drie huis te Velsen, waar de nieuwe doctor de klassieken doceert. Ook prof. Roels uit Utrecht was aanwezig. Van de gelegèftheid tot discussie maakte o.a. gebruik een ordesbroeder van den pro movendus, Pater B. Naaijkens, die meende, dat diens oordeel over de B-afdeeling van het gymnasium te pessimistisch was, waar deze van een mislukking spreekt. Hierop werd geantwoord, dat de B-leerlingen zelf vragen om onderwijs, dat meer geestelijke waarden geeft. RECHTZAKEN NOTARISSEN BUITEN HUN STANDPLAATS. Kwestie voor den Hoogen Raad. Volgens de wet op het notaris-ambt is ieder notaris verplicht niet alleen zijn woonplaats te hebben, zijn kantoor te hou den en zijn akten te bewaren in de hem aangewezen standplaats, maar ook om daar zyn werkelijk en gestadig verblijf te hou- den. Twee Amsterdamsche notarissen hebben zich wegens het buiten hun standplaats verblijf houden moeten verantwoorden voor de Amsterdamsche rechtbank, die bij uitspraak van 3 Maart aan elk hunner een schorsing van acht dagen oplegde. Beiden gingen in beroep bij het Amsterdamsche gerechtshof, dat 6 April het vonnis in zoo verre wijzigde, dat de schorsing werd ver minderd tot één dag. Doch ook dezen eenen dag oordeelden de twee notarissen bezwarend en derhalve stelden zij beroep in cassatie bij den Hoogen Raad in. Voor den eenen notaris pleitte mr. Mul ler Masis uit Amsterdam en voor den an deren mr. Van Gelein Vitringa Jr. uit Den Haag. De procureur-generaal zal 27 Mei con clusie nemen. VALSCHE VLEESCHKEURINGS- STEMPELS. Voor de rechtbank te Haarlem heeft een slager te Zwanenburg in de Haarlemmer meer terecht gestaan. Ambtenaren van het gemeentelijke slachthuis te Haarlem had den bij hem een inval gedaan en ontdek ten, behalve clandestien geslacht vleesch, ook nagemaakte keuringsstempels, waarvan de afdrukken bedriegelijk veel geleken op die van de officieele keuringsstempels. De officier van justitie achtte het misdrijf ernstig, omdat door de handelwijze van den slager groot gevaar voor de volksge zondheid kan ontstaan. Als voorbeeld voor anderen eischte hij zes maanden gevange nisstraf. Uitspraak 2 Juni. KANTONGERECHT TE ALPHEN AAN DEN RIJN. Bedorven vlesch in voorraad. Voor den wnd. kantonrechter, den heer Chr. Bannier, kwam eerst in behandeling de door de Rechtbank te 's-Gravenhage we gens een vormfout naar het kantongerecht alhier terugverwezen zaak tegen den,sla ger J. C. W. te A 1 p h e n, wien ten laste was gelegd, dat in zijn winkel een bal ge hakt en pl.m. 1 K.G. bedorven vet en vleesch in de ijskast door den keurmeester v. K. was aangetroffen en in beslag geno men. Volgens den keurmeester kropen de maden op het vleesch. Als verdediger trad op mr. v. H. De betrokken keurmeester verbalisant werd als getuige gehoord, die de feiten bevestigde, doch op een desbe treffende vraag antwoordde, dat het gehakt niet was onderzocht of het kruiden of spe cerijen bevatte dus z.g. toebereid was, daar de raadsman van verdachte er zich op be riep, dat hier niet van vleesch doch van vleeschwaren moest worden gesproken. In zijn requisitoir overwoog de ambte naar, dat hij met het eerste feit wel mee kon gaan dat het vleeschwaren waren, zoo dat hij hiervoor vrijspraak vroeg. Voor de strafmaat achtte hij voor het andere feit geen reden voor veischil aanwezig en vor derde een geldboete van ƒ200 subs. 50 d.; voorts een voorw. hechtenis van 15 dagen met een proeftijd van 2 jaar en openbaar making van het vonnis. De verdediger hield een uitvoerig pleidooi waarin hij zich al lereerst verheugde over het feit, dat de ambtenaar voor het eerste feit vrijspraak vroeg. Jammer vond hü het, dat de kan tonrechter zelf de zaak niet behandelde, wat hij met het oog op de objectiviteit juis ter had geacht. Hij betwijfelde voorts of de inbeslagneming wel gerechtvaardigd is ge weest en moest met klem protesteeren te gen den eisch van het tweede feit, verder besprak hij de overgelegde recidive-extrac ten. De man is geen knoeier doch slordig en nonchalant. Juister achtte hij een voorw. straf met langen proeftijd, daar zijn cliënt inmiddels het slagersbedrijf heeft vaarwel gezegd. De ambtenaar merkte dan nog op, dat inmiddels opnieuw een verbaal is inge komen en een pan met ongebanderolleerd vet in den Rijn bij verdachte is gevonden. Verdediger vraagt ten slotte schriftelijk vonnis te wijzen als de kantonrechter met het verzoek om een voorw. straf niet kan meegaan. De kantonrechter, die reeds bij voorbaat mededeelde hier niets voor te voelen, be paalde daarop zijn schriftelijk vonnis over 14 dagen. W. de H. die op de Gouwe een aanvaring had veroorzaakt door onvoorzichtigheid werd veroordeeld tot ƒ5.subs. 5 d.; G. W. uit Bodegraven had ontkent, dat hij te Bodegraven zonder achterlicht op zijn rijwiel had gereden. Verbalisant beves tigde echter zijn verbaal waarop de man werd veroordeeld tot 2.subs. 2 d. B. uit Bodegraven stond terecht we gens overtreding der vuurwapenwet De jeugdige T. had een jachtgeweer uit zijn woning alcoof gehaald, verdachte wist echter niet waar het wapen (een buks) vandaan kwam, althans het was niet zijn eigendom. De jeugdige T., als getuige ge hoord, had zulks aan verbalisant ver klaard. Thans legde hij een heel andere getuigenis af. Zelf zeide hij, dat de veld wachter zoo raar had gekletst, zoodat hij niet meer wist wat hij gezegd had. De jongen gaf als beroep op: eenmeel- huiste zijn, hij werkte bij een meel handelaar. Begrijpelijk verwekte zulks veel hilariteit. Uit alles bleek, dat de jon gen een verwoed jager is en dol op vuur wapens en deze blijkbaar clandestien in be zit had weten te krijgen en in het nauw gedreven den veldwachter had medege deeld, dat zulks aan B. een oom van hem behoorde. De ambtenaar achtte het feit voor B.. dan ook niet bewezen en vroeg vrijspraak. Vloek bij je moeder thuis! Drie jongelui uit Benthuizen had den nachtrumoer veroorzaakt, waarbij ge gild en gevloekt, zoodat mej. v. d. L. al daar wakker was geworden en de jongens had toegeroepen thuis te gaan vloeken. Zij had het drietal niet herkend, doch meen de aan de stem een van de drie te hebben gehoord. Twee ontkenden en No. 3 v. B. bleek zich niet veel te herinneren. Dron ken was hij naar zijn verklaring niet ge weest, doch hij had wel bier gedronken. Veroordeeling van v. B. 4 subs. 4 dagen met vrijspraak der anderen. P. B. te A 1 p h e n was in verzet geko men tegen een vonnis waarbij hij was ver oordeeld voor het voegen van water bij de melk tot een boete van 80.subs. 40 d. Verdachte beweerde zulks niet met opzet te hebben gedaan .Toevallig had hij een keer voor zijn vader gemolken en toen het schuim der melk uit de emmers met water vermengd en dit i nde melkbussen gedaan, die hij had afgeleverd aan de R. De kan tonrechter en ambtenaar rekening houden de met den leeftijd van verdachte verminderden daarop de straf tot 50 subs. 25 dagen. P. U. te A1 p h e n, was ten laste gelegd op den Heerenweg een auto te hebben wil len passeeren waardoor een personenauto bestuurd door B. uit Amstelveen boven op zijn vrachtauto was gereden. De bestuur der B. had hierbij een knieschijf gebroken. Het slachtoffer was ter zitting aanwezig, bleek 6 weken in een ziekenhuis te hebben vertoefd en een stijf been te hebben over gehouden van het incident. Hij bleek zelfs niet te kunnen staan en leunde op een slok. Als getuige werd gehoord de J. een an dere bestuurder, die voor de vrachtauto reed en die, toen hij wilde stoppen, de vrachtauto achter zich aan had zien ko men. Hij kreeg den indruk, dat U. ook wil de stoppen en remde. Toen hij echter zag, dat de wagen van U. blijkbaar slipte, was hij zelf gauw weggereden doch op hetzelf de moment was de auto van B. komende uit andere richting boven op de vracht auto gereden. Verdachte zelf beweerde, dat zijn wagen bij het remmen slipte hoe wel h|j niet hard reed. Terwijl B. weinig wist te verklaren; hij zag plotseling de vrachtauto en kon niet meer uit den weg. De ambtenaar geloofde niet aan grove schuld van U, doch z.i. had hij langzamer moeten rijden. Hij vorderde een geldboete van 5.subs 5 d. De raadsman van U. mr. Korver, meende, dat ten onrechte in de dagvaarding ten laste was gelegd, dat U. wilde passeeren, hiervan was geen spra ke geweest, hetwelk ook uit de verklarin gen was komen vast te staan, Hij vor derde derhalve vrijspraak, waarmede de ambtenaar zich kon vereenigen. Vermoede lijk zal U. echter opnieuw worden gedag vaard met een andere ten laste legging, terwijl hoofdzaak voor partijen zal worden de civiele vordering van het slachtoffer, die zijn leven lang vermoedelijk niet meer zal kunnen werken. Leest mei aandacht de advertenties ln Uw Dagblad!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6