Geuzen^ Het doopfeest van Prinses Beatrix DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Gekerstend koningskind Het vertrek van Koning Leopold Zanghulde vóór het Kon. Paleis Zomertijd 1938 VRIJDAG 13 MEI 1938 29ste Jaargang No. 9030 S)e Ccicbcli^Soii^mit Telefoon: Redactie 15. Telefoon: Administratie 935. Adr. en Abonn.-taxieven sie pag. X Giro 103003. Postbus 11. DU nummer bestaat alt vier bladen. V Nederland een asyl Een aantal vooraanstaande persoonlijk heden van verscheiden godsdienstige en staatkundige overtuiging heeft, zooals ge meld, aan den Minister van Justitie een verzoek gericht, om er op aan te dringen, dat ons land hoog houde de traditie, dat politieke vluchtelingen in ons land veilig zijn, niet worden uitgeleverd. Natuurlijk er kunnen speciale redenen zijn, om de gastvrijheid te wei geren; speciale redenen, gelegen in het feit, dat degenen, aan wie gastvrijheid wordt verleend, daarvan een ernstig mis bruik maken. Maar de algemeene regel moet, ook ons Inziens, zijn en blijven, onver zwakt, dat ons land politieke vluchte lingen niet buiten zijn grenzen zet, als zij daardoor in het eigen land worden blootgesteld aan vervolging wegens poli tieke vergrijpen of opvattingen, zoodat die uitzetting in werkelijkheid neerkomt op uitlevering. Zeker 't is voor ons land nu moei lijker, om die gastvrijheid te bewijzen, dan het in het verleden was. Maar- dat is nu juist het essentieele, het wezenlijke in de gastvrijheid: zij wordt beoefend, óók als 't voor dengene, die haar in practijk brengt, niet gemakkelijk is, óók als die beoefening een offer eischt. Gastvrij wil zeggen, dat men in zijn huis op aangename wijze ontvangt degenen, die er binnenkomen, óók als men b.v. dien tijd voor zichzelf anders en prettiger had willen gebruiken, óók als men van de uit gaven, aan de ontvangst verbonden, liever voor zichzelf alleen had willen profitee red Nederland blijve ook in dezen moeilijken tijd een gastvrij land. Zeker in die ge vallen, waarin wij door die gastvrijheid kunnen beschermen de menschelijke vrij heid, zooals deze naar onze begrippen be stemd moét worden, in tegenstelling tot het land, waarheen de uitwijzing zou plaats hebben. Nederland leverè geen socialist over aan de Duitsche en geen nationaal-socialist aan de Russische regeering! Tenzij die so cialist of die nationaal-socialist door zijn gedragingen onze regeering daartoe zou nopen. Neen wij willen Nederland niet ma ken tot het armenhuis van Europa. Maar wel zijn wij er trotsch op, als Nederland in werkelijkheid kan worden beschouwd als een asyl, een toevluchtsoord voor de, naar onze begrippen van recht en men- schelykheid, ontrechten uit andere landen! DE WERELD IN VOGELVLUCHT GENèVE: De Negus van Abessinië is weer eens voor de zooveelste maal met een teleurstelling uit Genève vertrokken. Men had hem ter elfder ure uitgenoodigd om aan de discussies van den Volken bondsraad over het Abessijnsche pro bleem deel te nemen en hij heeft er een redevoering laten voorlezen. Daarin deed hij beroep op de leden van den Raad om Abessinië in zijn strijd om de herwinning van de eeuwenoude onafhankelijkheid niet los te laten. Vergeefs betoogde hij, dat de Italianen geenszins de heerschappij had den over het land, doch dat slechts een betrekkelijk klein gedeelte in hun macht was. De wereld geloofde hem niet en de mees te landen kozen de partij van Engeland, dat het volgende dilemma opstelde: wij hebben de keuze tusschen vasthouden aan de integriteit der Volkenbondsbeginselen en het terugwinnen van den vrede in Europa. Engeland meende het laatste te moeten kiezen. En de meeste landen, de nutteloosheid van verder verzet inziende, sloten zich bij die keus aan. De voorzitter Mutters vatte de conclusie der beraadsla gingen aldus samen, dat het duidelijk was gebleken dat de groote meerderheid der raadsleden ten spijt van net uitgedrukte leedwezen, van meening is dat het de plicht der Volkenbondsstaten is, ieder in dividueel in het licht van den huidigen toestand en de thans afgelegde verklarin gen hun eigen houding vast te stellen. Zoo ging de Negus heen. Als hij nog een rest hoop had overgehouden, heeft hij dat thans verloren. HANKAU: De twee raadsleden, die vast hielden aan het Volkenbondsbeginsel wa- Een treffende en ontroerende plechtig heid. Dat zeiden wij allen, die tegenwoordig geweest zijn bij de doopplechtigheid van de kleine prinses Beatrix in de Groote Kerk ten Den Haag. Wat deze kerkelijke ceremonie zoo tref fend maakte was niet de praal en statie oer hoogwaardigheidsbekleeders; het was riet de schittering van gouden tressen of de gloed van fonkelende decoraties op de gala-uniformen der autoriteiten; het was de kleurenweelde niet der damestoiletten noch de stemmige statigheid van toga's en zwarte jacquetten de ontroering van deze plechtigheid was het innige geluk van een ouderpaar, dat een klein kindje liet opnemen in de groote gemeenschap der christenheid, en wier geluk doorstraalde tot in de harten van alle aanwezigen. „God is liefde". Prachtig thema voor een predikant, om te ontwikkelen tijdens deze bijeenkomst. Liefde was het en eerbied, die allen deed opstaan en het oog gericht houden op H. M. de Koningin, die aan den arm van koning Leopold het kerkgebouw binnen schreed. Dacht men op dit oogenblik aan haar vorstelijke waardigheid en aan haar constitutioneele taak in het Koninkrijk oer Nederlanden? Of was zij niet veeleer de blijde moeder van een gelukkig paar; was zij niet veeleer de liefdevolle groot moeder van een heel klein prinsesje? De lach, waarmede de Koningin het kleine wat angstig rondkijkende doopelingetje toeknikte, was in dit opzicht overtuigend genoeg. En welk een lieflijkheid omring de het tafereel, toen na de preek prinses Beatrix op de armen van mevr. Snouck Hurgronje werd binnengedragen, een teer blank menschenkindje, nu reeds omringd door de liefde van een koningshuis, door de liefde van een heel volk. Geen stem in het wydsche kerkgebouw, vol autoriteiten en gezagsdragers, had zoo c'e verteederde aandacht van allen als het zwakke huilen van het verschrikte ko ningskindje, dal zich in deze wonderlijke omgeving niet op haar gemak wilde laten brengen. Moederweelde en moederliefde zij zijn even sterk en even ontroerend diep, of zij worden gevonden in een daglooners- huisje dan wel in een koninklijk paleis. Maar toen in deze omgeving prinses Ju liana haar kleine schat in de armen nam, zich diep over het schreiende wichtje boog, de kleine handjes kuste en met zoete fluisterwoordjes haar meisje wilde sussen, was dat een schouwspel van groote tee- derheid en onvergetelijke innigheid. Wat zal er zijn omgegaan in het hart van koning Leopold, dien ernstigen jongeman in Belgische generaals-uniform, die recht op en slank, met lichtelijk gebruind ge laat, als peter bij den doop assisteerde? Heeft hij teruggedacht aan den doop van zijn eigen kinderen in de dagen, dat ko ningin Astrid nog leefde en een even ge lukkige moeder was als nu onze prinses? Toen stond hij in de plaats van prins Bernhard, die nu fier in zijn blauwe gala uniform achter de prinses bij de doopvont stond. Wie zal de gedachten raden, welke er omgaan in de hoofden van hen, die toe schouwers zijn in deze plechtige ure? On willekeurig herleven herinneringen aan gelukkige momenten van denzelfden aard uit eigen leven en deze herinneringen we ven een bijzondere charme rondom het sobere ritueel van de heilige handeling. En zoo komt de doopplechtigheid van dit kleine prinsesje te staan tegen den achter grond van ieders eigen leven en omgeven de teederste gevoelens van ons allen dit jonge middelpunt der Oranje-dynastie met den nimbus van liefdevolle toewijding. „Dat 's Heeren zegen op U daal." Al zoovele malen heeft dit gezang weer klonken in de gewelven van het kerkge- rouw, doch zelden zullen de woorden meer weerklank hebben gevonden in de harten van hen, die het aanhoorden als op dezen zonnigen en blijden lentedag, die als een symbool was van de mildheid Gods. Gods zegen over U, klein gekerstend prinsesje. Mr. H. F. A. GEISE. ren Nieuw Zeeland en China. Dat China dat deed, is volkomen begrijpelijk; het ver keert in een soortgelijke positie als Abes sinië eertijds Eenigen tijd lang heeft het er gunstig voor China uitgezien, maar thans wordt de horizont weer duisterder. De Japanners zijn een nieuw offensief be gonnen en willen blijkbaar snel en door tastend doorslaan. Een groote slag langs den Loenghai-spoorweg wordt verwacht. Daverend gejuich van een enthousiast publiek Tegen het uur van het vertrek van Ko ning Leopold waren Donderdag op het vliegveld Ypenburg haast nog meer men- schen aanwezig dan bij de aankomst van den Belgischen vorst. Nadat de plechtig heid in de binnenstad geëindigd was, had den velen zich naar het vliegveld begeven. Drie zilveren één-motorige tweedekkers stonden nog in dezelfde volgorde klaar en vleugels en romp schitterden in het felle zonlicht. Over het vertrek vernemen we nog het volgende. Te half vier precies arriveerde de hof stoet bij Ypenburg. Het gejuich van het publiek, dat langs den weg stond ge schaard, kondigde reeds van verre de na dering van den koninklijken auto aan. Evenals 's ochtends reden de auto's om de hangars heen en stopten voor het ter ras van de Aero-club. Onder het gejuich van de menigte verliet Koning Leopold het eerst den auto en reikte daarna aan onze Koningin dï-*hand om-haar behulpzaam te zijn bij het uitstappen* Eenige oogenblikken onderhield Koning Leopold zich met den Commissaris der Ko ningin in Zuidholland, jhr. van Karne- beek. Ondertusschen werden de motoren der vliegtuigen aangeslagen en draaiden even warm. De hof auto's keerden op het vliegveld om gereed te staan voor het weg rijden. De heer Reynders toonde aan Z. M. het eere-register van het vliegveld Ypenburg en Koning Leopold plaatste welwillend daarin zijn handteekening. Na van de andere autoriteiten afscheid te hebben genomei^ hegaf de Koning zich met Koningin Wilhëlmina en Prins Bern hard naar het vliegtuig. De Koning kuste H. M. ten afscheid de hand en wisselde met Prins Bernhard een hartelijken hand druk, na den militairen groet te hebben gebracht. Het afscheid van den charman- ten sportieven vorst maakte op het pu bliek een diepen indruk, dat even daarna aan zijn sympathie uiting gaf door een daverend gejuich. Voordat hij in het vliegtuig plaats nam, trek Zijne Majesteit een blauw linnen vliegpak aan en nam daarna plaats in de machine, achter den bestuurder van het vliegtuig. Intusschen hadden ook de andere vlieg- officieren hun plaatsen in de machines in genomen. De motoren ronkten sterker en de ma chines startten. Het eerste vertrok het toestel, waarin de Koning zat, de beide andere volgden. In keurige formatie taxiden de drie ma chines naar het eind van het veld, om daarna met een korten start het luchtruim te kiezen. Tweemaal cirkelde de escadrille, waar van het toestel met den Koning in het midden vloog, over het veld. De Koningin en Prins Bernhard en alle aanwezigen wuifden ten afscheid, Prins Bernhard nam zelfs zijn kepie af om de vliegtuigen beter te kunnen volgen. Na enkele oogenblikken waren de ma chines uit het gezicht verdwenen. De Koningin en de Prins onderhielden zich nog enkele oogenblikken met de aan wezige autoriteiten en namen daarna plaas in den hofauto. Onder luid gejuich van het publiek keerden zij weer naar het Paleis Noordeinde. Het vliegtuig, waarmede Z. M. Koning Leopold de reis naar Den Haag heeft ge maakt, is om 17.09 uur (16.29 uur Ned. tijd) op het vliegveld van Brussel ge land. PRINSES ALICE NAAR ENGELAND TERUG. Vertrok koning Leopold gisteren van Ypenburg met het moderne verkeersmid del van dezen tijd: het vliegtuig, en werd hij daarbij uitgeleide gedaan door H. M. de Koningin en prins Bernhard, ook prin ses Alice is vandaag per vliegmachine naar Engeland teruggekeerd en ook nu was H. M. de Koningin, thans vergezeld door enkele dames en heeren van haar gevolg, bij het vertrek tegenwoordig. De Amsterdamsche vliegweide blakerde dezen prachtigen voorjaarsmorgen in een helder zonlicht. Hoog in de blauwe lucht cirkelden de vliegers van de jachtvlieg tuig afdeeling, die hun oefeningen voor een oogenblik staakten tegen den tijd, dat de «koningin en haar hooge gast op Schip hol werden verwacht. In een open hofauto arriveerden de ko ningin en prinses Alice enkele minuten voor half twaalf op SchiphoL Hier bevon- c'en zich reeds de Engelsche gezant, sir Hubert Montgommery en Lady Montgom- mery, die door H. M. de Koningin en Prin ses Alice hartelijk werden begroet. Het afscheid van H. M. de Koningin en prinses Alice, die vergezeld was van lady Catherine Meade, was zeer hartelijk. Tien minuten over half twaalf stegen prinses Alice en Lady Meade in het ge reedstaande toestel der K. L. M., de D.C. 2 Haan, welke werd bestuurd door den ge zagvoerder Gravis. Terwijl het toestel naar ae startplaats taxede, wuifden de konin gin en prinses Alice elkaar vriendelijk toe. Tien minuten voor twaalf is H. M. de Koningin wederom naar de residentie vertrokken. Meer dan 10.000 jonge kinderen zingen de Koninklijke Familie toe De Haagsche schooljeugd heeft gistermid dag er gelegenheid van de Doopplechtig heid van Prinsesje Beatrix aan de Ko ninklijke Familie een zanghulde gebracht voor het Koninklijk Paleis aan het Noord einde. Tien k elfduizend Haagsche leerlin gen der 6e en 7e klasse van de openbare en bijzondere lagere scholen namen aan deze zanghulde deel. H.M. de Koningin, die ongeveer 4 uur van het vliegveld „Ypenburg", waar Zij met Prins Bernhard uitgeleide had gedaan aan Koning Leopold van België,, aan het Paleis terugkeerde, had goedgevonden dat Haar auto langs de koninklijke stallen aan den Hoogenwal dén Paleistuin binnenreed, zoodat de opstelling der kinderen voor het Paleis ongehinderd kon geschieden. Te half 5 waren de circa 11000 kinderen voor het Paleis bijeen. Vol verwachting staarden de kinderen naar het Paleis. Zouden ze nu werkelijk de Koninklijke Familie te zien krijgen? En het kleine Prinsesje? Prinses Juliana met Prinses Beatrix op den arm en Prins Bernhard verschenen voor het raam rechts van het balcon. Een geestdriftig gejuich klonk op uit duizenden jonge kelen, toen H. K. H. het jonge Prin sesje even omhoog hief om het den kinde- len toch maar goed te laten zien. Een oogenblik later geschiedde hetzelfde voor het raam links. Weer een schallend gejuich en hoera-geroep. Dan verdwenen de Koninklijke Personen weer van het raam. Prins Beatrix werd nu blijkbaar naar haar wiegje gebracht. Dirigent J. D. van Ramshorst gebaarde nu van zijn hoogen dirigeerstoel af stilte en tikte even om aandacht. Een muziek corps van de Haagsche Burgerwacht pre ludeerde het „Wilhelmus" en toen ever later Prinses Juliana en Prins Bernhard gevolgd door H.M. de Koningin, Prinses Armgard en de andere vorstelijke gasten op het balcon verschenen, werd door de overweldigende kinderschaar het oude Volkslied ingezet. Twee coupletten ervan werden gezongen en toen aan het rlot de Vorstelijke Personen wuivend dankten, klonk uit de kindermonden een driewerf hoera! op. Dan volgde de uitvoering van het voor deze gelegenheid door mej. Dien van Cal- steren gedichte en door den heer P. Kunst Sr. getoonzette lied „Hulde aan het Ko ningskind na den Doop". Met groote be langstelling volgden de vorstelijke perso nen dezen zang. De teksten der liedern, die gezongen werden, waren nl. fraai ge- calligrafeerd door de heeren D. Blok, on derwijzer aan de Waalsche school, Z. O. Buitensingel 234, in gothischen stijl en door W. Rijnders, onderwijzer aan de bijzondere school, Westeinde 68, die een moderne op vatting in zijn calligrafie had gelegd, aan H.M. de Koningin en oan H.K.H. Prinses Juliana aangeboden, die deze beide kunst werken in dank hadden aanvaard. In den nacht van Zaterdag 14 op Zondag 15 Mei worden de klokken te 2 uur één uur vooruit gezet Na de uitvoering van dit lied uiten de Vorstelijke Personen hun ingenomen heid door applaus, waarop van de zijde der jeugd weer een uitbundig gejuich volgde. Vervolgens werden nog gezongen „Komt nu met zang" en „Gelukkig Vaderland", beiden uit „Valerius' Gedenckclanck". Ook hiervoor dankte de Koninklijke Familie door applaus en handgewuif, wat weer op nieuw een enthousiast gejuich bij de kin deren ontketende. Met dezelfde twee coupletten van het „Wilhelmus" waarmee de zanghulde aan gevangen was en met een driewerf hoezee! werd het officeele programma gesloten. Juist toen de Koninklijke Familie zich met haar gasten in het Paleis wilde terug trekken, werd Hun nog een aardige ver rassing bereid. De heer Van Ramshorst hief nog eenmaal zijn dirigeerstok op en daar klonk het luid en jubelend: „Al is 't Prin sesje nog zoo klein"; aangenaam verrast wendden de Vorstelijke Personen zich weer tot de kinderschaar beneden en H.M. de Koningin zeide voldaan glimlachend iets tot Haar hooge gasten, dat wel zooiets moet zijn geweest als: „Dat hebben ze Mij ook toegezongen, toen ik nog klein was". De Koninklijke Familie dankte hierna nogmaals hartelijk wuivend voor de schit terend geslaagd zanghulde en trok zich volgens onder oorverdoovend gejuich der kinderen, die dezen, ook hun gloriedag niet licht zullen vergeten, in het Paleis terug. Na afloop der kinderzanghulde werden op het paleis genoodigd: de heeren Gen. Maj. J. C. Wagner, voorzitter en L. P. van der Heyden, secretaris van het Haagsch Comité voor Volksfeesten, benevens: drs. D. G. G. van Ringelensteijn, voorzitter, J. N. Pattist, waarn. voorz., W. P. Callier, secretaris van de commissie voor de kin derzanghulde, prof. ir. C. L. v. d. Bilt, wethouder van Onderwijs en de heer J. D. van Ramshorst. H. M. de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard betuigden aan de heeren hun hooge ingenomenheid met deze zang- hulde, welke Zij verklaardén buitenge woon op pjrijs te hebben gesteld. Stoffelijk en geestelijk geschenk van „De Graal". Na deze zanghulde werd een deputatie van de Graalbeweging tot de Koninklijke Hoogheden toegelaten. Ter gelegenheid van de doopplechtighede van Prinses Beatrix werd een album aan geboden, waarin een fragment is opgeno men uit het symbolisch spel „Het Ko ningskind", dat in alle afdeelingen van de beweging werd opgevoerd, alsmede een geestelijk geschenk. De leidsters van de Graalbeweging hebben nl. ieder een be paalden tijd voor 't Prinsenkind gebeden. De deputatie bestond uit drie hoofdleid sters gekleed in uniform van de beweging en wel twee leidsters in staf-uniform (oran je blouse, bleu rok en grijze cape), terwijl de derde 't assistent uniform droeg: tango blouse, beide rok en bruine cape. Het album werd vervaardigd door een van de leidsters en was uitgevoerd in Oranje peau de suède, terwijl de tekst ge- teekend was op chamois-kleurig pastel pa pier. „Msbd." DE GENEESKUNDIGE DIENST EN DE DOOP VAN PRINSES BEATRIX. De geneeskundige dienst heeft gisteren langs de route van den koninklijken stoet driehonderd gevallen behandeld van flauwgevallen of onwel geworden perso nen, wien het wachten in de warmte te lang was geworden. Ernstige gevallen wa ren er niet bij De meesten behoorden na 5 tot 10 minuten weer tot de gezonden. DE HAAGSCHE POLITIE OP HET DOOPFEEST. De Haagsche politie is over het alge meen zeer tevreden over de resultaten van de regelingen, welke zy gisteren in ver band met de drukte in de residentie tij dens het doopfeest van Prinses Beatrix heeft moeten treffen. Wel bleek het nood^ zakelijk een grooten hoeveelheid stellage- materiaal, dat bij dergelijke gelegenheden niet dan met vergunning mag worden ge plaatst, in beslag te nemen, omvattende niet minder dan 33 stoelen, ongeveer 150 kisten, een groot aantal banken en klap- stoeljes en de bijbehoorende vervoermid delen. Op de extra-parkeerterreinen waren zeer veel auto's van buiten de stad, terwijl het aantal autobussen uit de Noordelijke en de Zuidelijke provinciën aanzienlijk v/as. De treinen brachten weinig meer pas sagiers aan dan gewoonlijk, doch wel kwam er een groot aantal extratreinen met militairen. Na afloop van de plechtigheid was het geheele verkeer in de stad om half twee weer normaal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1