Groote brand te Roelofarendsveen
WOENSDAG 4 MEI 1938
29ste Jaargang No. 9022
S)e £eid&cli£0oii/ta/iit
Telefoon: Redactie 15.
Telefoon: Administratie 935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Adv. en Abonn.-tarieven rie pag. 2.
Giro 103003. Postbus 11.
V Benauwende
kortzichtigheid
Wij citeerden reeds enkele keeren ge
zaghebbende stemmen, die aandringen op
wat zooals wij bij herhaling hebben be
toogd zoo dringend noodig is: spoedige,
grootscheepsche aanval op de massale
werkloosheid.
Ditmaal willen wij wijzen op wat het lei
dende Chr. Hist, orgaan de „Nederlander"
schrijft.
„Het groote gevaar aldus „De Neder
lander" dat van binnen uit ons volks
leven bedreigt, is, dat wij het als normaal
gaan accepteeren, dat er onder ons leven
duizenden, ja honderdduizenden mannen,
in de kracht van hun leven, die meenen,
dat zij overbodig zijn". Leggen wij ons hier
bij neer, dan brengen wij „ons zelfstandig
volksbestaan niet minder in gevaar dan
wanneer wij onze defensie verwaarloozen".
De „overwinning van de werkloosheid" ver
dient evenzeer de zorg van de regeering
als'de landsverdediging. Wie de werkloos
heid ziet in het groote verband van de
volksgemeenschap, zal zich „nooit of te
nimmer" bij den bestaanden toestand mo
gen neerleggen. Bij de slachtoffers moet de
weerstand tegen „volksvreemde politieke
stelsels" verzwakken.
Liberale en christelijke sprekers hebben
de stelling uitgesproken en de regeering
heeft haar gretig overgenomen dat de
landsverdediging zou moeten voorgaan,
omdat, als wij onze nationale onafhankelijk
heid zouden moeten prijs geven, alle sociale
voorzieningen haar zin zouden verliezen.
Volgens „De Nederlander" „getuigt" deze
stelling „van een benauwende kortzichtig
heid".
Vervolgens keert het blad zich tegen hen,
die de Defensiemaatregelen ten deele heb
ben afgewezen, omdat zij de sociale voor
zieningen hieraan niet wilden opofferen.
Immers, wat noodig is, moet gebeuren,
op beide gebieden".
Wij zijn het hier heelemaal en van harte
met de „Nederlander" eens alléén wil
len wij, wat de laatste opmerking betreft,
deze aanvullende, verduidelijkende bepa
ling maken: Wat noodig is, moet gebeuren,
op beide gebieden, inderdaad, maar, als
op één der beide gebieden, het sociale, niet
alles kan gebeuren, wat noodig is, dan be-
perke men óók gelijkelijk in het noodige op
het andere gebied, dat der defensie. Deze
aanvullende bepaling vloeit o.i. logisch
voort uit de opmerkingen van de „Neder
lander", doch 't schijnt wel een practisch
belang, als 't uitdrukkelijk wordt gezegd:
geen voorzorg van defensie boven wat
noodig is op sociaal gebied! Dat zou zijn
„benauwende kortzichtigheid"!
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
ROME: Hitler is gisteravond te Rome
aangekomen en daar verwelkomd door den
koning en door den duce. Er was van deze
ontvangst veel werk gemaakt, maar vol
gens de berichten der correspondenten was
het geheel ietwat stijf, geheel volgens de
etiquette; wat waarschijnlijk daaraan te
wijten is, dat er op het stationsplein geen
volk aanwezig was, alleen maar troepen.
Later op den triomfweg van het station
naar het Quirinaal werd het beter. Men
had voot een sprookjesachtige verlichting
gezorgd. Het Colosseum was bijv. verlicht
met Bengaalsch vuur. De correspondent
van het „Vaderland" schrijft:
„Op het oogenblik dat de stoet voorbij
komt merkten wij op dat Hitier juist door
dit effect van het Colosseum bijzonder ge
troffen was en zelfs vergat de menschen
te groeten, in zijn verbazing om tegen het
geweldige gebouw op te kijken".
De aandacht van de politici is thans ge
richt op het resultaat van de politieke be
sprekingen.
Te Londen neemt men over het algemeen
aan, dat een aanzienlijk losser worden
der banden tusschen Berlijn en Rome niet
te verwachten is. Daarentegen acht men
het veroorloofd van den kant van Italië te
rekenen op een onafhankelijker politiek.
Zelfs wanneer deze politiek zou zijn inge
geven, gelijk men natuurlijk acht, door
overwegingen van nationaal belang of door
den wensch een evenwichtspolitiek te voe
ren, is men van meening, dat dit op zijn
minst tengevolge zal hebben, Duitschland
voorzichtiger te maken in zijn Europeesche
actie. Niemand twijfelt er aan, of het ver
blijf van Hitier zal eindigen met bevesti
gingen van solidariteit, doch daarin ligt
voor de Engelsche openbare meening niets
verontrustends. De vraag is of deze beves
tigingen overeenkomen met de nieuwe wer
kelijkheid. Zoo had het gerucht de ronde
gedaan, dat militaire accoorden onder oogen
werden gezien bij wijze van antwoord op
de Fransch-Britsche accoorden. Deze ge
ruchten houdt men voor weinig geloofwaar
dig in Britsche diplomatieke kringen en in
Duitsche en Italiaansche kringen beschouwt
men ze trouwens als ongegrond. Men hoopt
veeleer, dat om redenen van onafhankelijk
heidsoverwegingen, die thans de Italiaan
sche politiek schijnen te inspireeren, Mus
solini op de Duitsche politiek slechts een
matigenden invloed zal kunnen uitoefe
nen, die van groot belang zou kunnen zijn
op het oogenblik, nu het probleem der
Duitsche minderheden in Tsjecho-
Slowakije de Britsche meening in de hoog
ste mate bezig houdt.
SJANGHAI: De Chineezen blijven suc
cessen melden en zij leggen een niet ver
wachte activiteit aan den dag, waartegen
over de berichten van Japansche zijde
uiterst schaarsch zijn. Dat wijst erop, dat
het den Japanners niet naar den vleeze
gaat. Mag men de „Daily Herald" geloo-
ven, dan zouden talrijke Japansche ambte
naren in de door Japan bezette gebieden
van China harakiri plegen in verband met
de vele nederlagen van het leger in Midden
China.
Inzouterij en zes huizen in den asch gelegd
Hedennacht heeft in de onmiddel
lijke nabijheid van hotel „De Vier
Heemskinderen" een brand gewoed,
zooals in de historie van Roelofarends
veen maar zelden zal zijn voorgeko
men. Het groote pakhuis van den in-
zouter J. Huigsloot, alsmede zes wo
ningen, welke slechts door een nauwe
sloot hiervan gescheiden waren, zijn
in een korten tijd door het vuur ver
nield.
Waar de brand ontstond.
Omwonenden moeten reeds om elf uur
's avonds een bradlucht hebben waarge
nomen. Maar omdat dit niets bijzonders is,
daar vele tuinders 's avonds laat nog de
kachels wat opstoken in de kassen om de
koude te weeren, werd hieraan begrijpe
lijk geen aandacht geschonken en zooals
steeds begaf men zich zonder onheilspel
lende voorgevoelens ter ruste. Om onge
veer drie uur evenwel werden enkele
buren uit de slaap gewekt door het knet
teren van vlammen. In allerijl spoedde
men zich naar buiten en daar zag men, hoe
het pakhuis van den heer J. Huigsloot in
wendig reeds volledig in brand stond. In
de Noord-Oost-hoek begonnen, waarschijn
lijk in een hoop wilgen teenen of manden,
moet de krachtige Oostenwind alhier een
uitgebreide vuurhaard hebben gevormd,
waarvan de vlammen zich tenslotte ge
makkelijk lieten overslaan op de brand
bare omgeving van tonnen en andere hou
ten werktuigen.
In minder dan een kwartier stond dit
gebouw in lichter laaie en gretig zagen de
vlammen uit naar enkele huizen met
rieten daken, welke kort bij stonden en
direct werden bedreigd.
Ondertusschen was de brandweer van
Alkemade gealarmeerd, die na verloop
van eenigen tijd 't vuur met enkele stralen
begon aan te vallen. Op het terrein van de
brand was ook reeds spoedig de burge
meester mr. J. W. Peek aanwezig, zoo ook
Dr. P. C. Dooren voor geneeskundige hulp
Het vuur slaat over.
Met groote sterkte woei de Oostenwind
de vonken tientallen M. weg, en deze zet
ten zich al spoedig vast op enkele zeer
brandbare huizen in de omgeving. De be
woners hadden het gevaar al zien aan
komen en konden nog een goed heenkomen
vinden, terwijl nog getracht werd om van
de inboedel te redden wat mogelijk was.
Het zag er nu naar uit, dat de geheele
zoogenaamde „Baan" er aan zou gaan. Als
dat zou gebeuren, dreigde er groot ge
vaar voor het hotel „De Vier Heemskin
deren" en voor de gebouwen van de Coöp.
„De Samenwerking". Ondertusschen was
het eerste woonhuis als verlóren te be
schouwen, nummer twee kwam aan de
beurt.
Men begon te zien, dat men de steeds
grooter omvang nemende brand met de
gemeentelijke spuit wel eens niet zou kun
nen beheerschen: om 4 uur werd naar
Leiden getelefoneerd om assistentie!
De Leidsche Brandweer assisteert!
Reeds na 20 min. arriveerde de Leid
sche brandweer op de plaats van de brand
en het geheele apparaat stond in een om
mezien klaar om grooter gevaar te voor
komen.
Ondertusschen waren achter elkaar nog
vier huizen met rieten daken in vlam ge
zet, het zesde perceel begon te branden.
Gelukkig begon de wind nu wat te be
daren, en toen de Leidsche hulp arriveerde
was het de gemeentelijke brandweer
reeds gelukt om verder uitbreiden tegen
te gaan. Terwijl de eerste zonnestralen aan
de heldere horizon zich vertoonden, be
gonnen de twee spuiten nu op afdoende
wijze de vlammen te overmeesteren.
Om ongeveer 6 uur was de situatie aldus,
dat de Leidsche brandweer wederom kon
inrukken, en de plaatselijke brandspuit
zich kon beperken tot het blusschen van
enkele kleine vuurhaarden.
Een troosteloos karkas!
Met Zwart geblakerde binten staan daar
de vier woningen, waarin nog voor kort
de families in alle rust leefden. Het zesde
huis kon nog gedeeltelijk worden behou
den. De eerste van deze woningen werd be
woond door- mej. C. Boerman: de oude
vrouw, die alleen woont en niet kan loo-
pen, moest door omwonenden worden ge
red.
Ook de wed. Van Gerven, welke ziekelijk
is, moest haar huis worden uitgedragen.
Naar wij vernemen waren enkele inboe
dels niet verzekerd.
Toen omstreeks 6 uur hét vuur bedwon
gen was, konden we ons naar de Noord
zijde begeven, waar de brand was begon
nen. De inzouterij was met den grond ge
lijk. Van een honderd vaten met augur
ken was niet veel meer te zien dan de
ijzeren banden, die er om lagen. Voorts
waren hier nog enkele machines ver
brand.
De vrouw van den inzouter J. Huigsloot,
welke reeds bejaard is, kwam bij de he
vige consternatie om nog zooveel moge
lijk te redden, te vallen, waarbij beide ar
men uit de kom schoten. Zij werd ter be
handeling direct naar het ziekenhuis ver
voerd.
Het was een gelukkige omstandigheid, dat
tijdens den brand de wind van Oost naar
Noord-Oost liep, waardoor het brandge
vaar beperkt werd! de geheele wijk werd
door het vuur bedreigd.
IN DE SCHADUW
VAN
BROADWAY
Bittere ellende in de Ver-
eenigde Staten
HET DROEVE LEGER VAN 11 MILLIOEN
WERKLOOZEN.
Wie zich het leven der Ver-
eenigde Staten voorstelt als een
permanente luxe, als een onon
derbroken feest, als de eeuwige
dag waar de zon des nachts ver
vangen wordt dor duizenden licht
reclames en schijnwerpers, die zal
diep ontgoocheld zijn over het le
ven buiten de lichten van Broad
way.
De Vereenigde Staten kunnen
mogelijk wel het paradijs der pro
ductie zijn, maar het blijkt bij
lange geen paradijs voor de be
woners
Ondanks de oppervlakkige teekenen van
vooruitgang en welvaart, ondanks de mil-
lioenen auto's, de Night-clubs" en de
weelderige magazijnen hebben de Ameri
kanen een verschrikkelijken winter door
gemaakt. Een derde gedeelte van de be
volking leeft in lichamelijke ellende, en
de organen van openbare hulpverleening
zijn niet in staat gebleken de ellende af
doende te lenigen. De openbare hulp, die
in beginsel neerkomt op de Centrale re
geering, moet in wezen geschonken wor
den door de regeeringen der verschillende
staten, daar de centrale regeering zich be
perkt heeft tot de bekende W. P. A.
(Works Progress Administration). Met de
fondsen van deze W.P.A. kon de regeering
van Washington eenigen tijd geleden
3.500.000 gezinshoofden in dienst nemen.
Het aldus besteedde geld kwam natuurlijk
ook de industrie ten goede. Maar de natio
nale schuld groeide steeds aan, en zoo
kwam de dag dat Roosevelt de W.P.A.
minder steunen kon, dan tot dan toe het
geval was geweest. En het gevolg? Het
aantal personen, dat door de W.P.A. aan
het werk kon blijven, daalde tot 1.800.000,
dus tot bijna de helft. Men dacht, dat de
particuliere ondernemingen deze menschen
nu wel op eigen kosten in dienst zouden
nemen. Maar men had verkeerd gerekend.
Toen in Juli 1937 meer dan een millioen
werklieden van de W.P.A. hun ontslag
kregen, ondergingen ook industrieele on
dernemingen hier een groote terugslag
van. Het conservatieve blad „New York
Times moest bekennen, dat het aantal
werkloozen sinds het begin van 1937 met
bijna vier millioen gestegen was, zoodat
het totale aantal nu 11 millioen bedroeg.
Deze cijfers zijn zoo verschrikkelijk, dat
het Internationale Arbeidsbureau van Ge-
nève hen niet voor ernstig wilde opnemen.
De Centrale regeering heeft gestemd
voor een subsidie van 250 millioen dollar,
opdat de W.P.A. haar weldoenden arbeid
kon voortzetten; op de afzonderlijke Sta
ten drukt reeds de enorme zware last van
de ouderdomspensioenen. Ma» daarmede
is het enorme probleem van de openbare
hulpactie niet opgelost. Want nergens wa
ren maatregelen getroffen voor de hon
derdduizenden arbeiders, die de W.P.A.
noodgedwongen moest ontslaan. De parti
culiere liefdadigheid, en vooral de katho
lieken met hun lijfblad de „Catholic Wor
ker" stelden alle pogingen in het werk,
om aan minstens een gedeelte van deze
ongelukkigen regelmatig voedsel te ver
schaffen. Te New York b.v. krijgen iede-
ren dag 800 werkloozen, die van de open
bare stedelijke hulpactie uitgesloten zijn,
een ontbijt. Maar in de meeste steden,
vooral de kleinere, verjaagt de politie
meedoogenloos deze groepen van ellendi-
gen, en men verbiedt hun groepsgewijze
in de straten rond te loopen.
Maar waar leven zij dan van? Niemand
kan het zeggenIs het dan nog te ver
wonderen, dat de criminaliteit toeneemt,
dat het aantal diefstallen en aanslagen
regelmatig en onrustbarend grooter wordt?
De ellende der jeugd.
Het tafereel wordt nog somberder
men de ontreddering onder de jeugd
oogenschouw neemt.
De colleges zijn overbevolkt. Alle jonge
menschen met goed begrip en van eenig-
zins bemiddelde ouders willen advocaat,
arts of onderwijzer worden.
Te New York zoeken 400.000 jongens en
meisjes tusschen de 16 en 24 jaar tever
geefs een betrekking. In de grootste stad
der Vereenigde Staten bedraagt de werk
loosheid onder de jeugd 47.8 procent.
Een zesde gedeelte van de bevolking var
New York, dus ongeveer 1.255.000 perso
nen moeten door de liefdadigheid onder
houden worden, hetzij door de regeering
van den staat, hetzij door de plaatselijke
administratie, hetzij door de centrale re
geering met bemiddeling van de W.P.A.
Waar komt al dat geld vandaan?
Ook dat probleem is niet opgelost. In
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Hitiers bezoek aan Rome. (2de blad).
De Japansche tegenspoed in China
houdt aan. (2Ae blad).
De aanval op mgr. Sproll te Württem-
berg. (2de blad).
Binnenland
Tusschen Halfweg en Haarlem werden
gisteravond twee zwervers door een tram
trein der N. Z. H. doodgereden. (3de blad).
Te Vriezenveen werden zes millioen
turven door brand vernield. (3de blad).
vele steden zijn de finantiën totaal uitge
put. In de Zuidelijke Staten moet de wel
dadigheid zich beperken tot het verstrek
ken van vruchten en groenten. In het
Zuiden zijn acht millioen landarbeiders
absoluut noodlijdend; enkele maanden van
het jaar werken zij voor de landeigenaars,
en, als het werk afgeloopen is, zijn zij er
nog ellendiger aan toe dan tevoren. De
regeering tracht iets voor hen te doen
door geldleeningen voor het aankoopen
van land, maar deze actie is nog pas in
een beginstadium.
De Europeaan, die de lichten boven
Broadway ziet en de oneindige rijen luxe
auto's, zou ontgoocheld zijn, als hij de
ware toestand van de Vereenigde Staten
kende.
Want al die luxe en schittering berust
op crediet. De meeste automobielen zijn
op afbetaling gekocht, en de rente op het
achterstallige geld bedraagt soms 36 pro
cent per jaar. De middenstand, d.w.z. de
arbeiders van de fabrieken, zijn geheel
verslaafd aan dit systeem; men koopt zon
der te betalen, en de schulden stapelen
zich op. Iedere maand loopt de koopkracht
van de massa terug.
Bij de centrale regeering, waar alles
verlamd is sinds Roosevelt en het Congres
groote meeningsverschillen hebben, ont
moet de President van de Amerikaansche
Republiek hoe langer hoe meer moeilijk
heden, als hij zijn inzichten aan het Con
gres wil opleggen.
Het is te hopen, dat het komende zaken-
seizoen wat licht moge brengen in de el
lende en in de bijna onontwarbare moei
lijkheden.
De Amerikanen trachten nu de nacht
merrie van den winter van ellende 1937
1938 te vergeten, en tijd te winnen....
DE GEVOLGEN VAN DEN OORLOG
IN CHINA.
Resultaten en successen der Katholieke
Liefdadigheid.
Toen het Apostolisch Vicariaat van Yen-
chowfu in Shantung door den oorlog met
Japan geteisterd werd, zochten 15.000
vluchtelingen een schuilplaats in de cen
trale residentie van de missionarissen,
meer dan 2000 ongelukkigen vonden een
onderkomen in de Kathedraal; het cen
trale punt Taikiachwang, bestuurd door de
Paters van het Goddelijk Woord, nam
30.000 vluchtelingen op. Toen alle beschik
bare ruimte bezet was, en de stroom vluch
telingen nog niet wilde eindigen, werden
overal tenten opgeslagen die de menschen
minstens eenige beschutting gaf tegen een
koude van 14 graden onder nul; de missie
post leek een onmetelijk marktveld. Onder
de vluchtelingen bevonden zioh vele per
sonen, die vroeger in goeden doen waren
geweest, kooplieden en ambtenaren, die
zich tot dusver op een zekere afstand van
de Katholieke Kerk hadden gehouden; maar
zij allen werden getroffen door de liefda
digheid der missionarissen en het resul
taat van deze droevige stroom vluchtelin
gen was een groote sympathie voor de Ka
tholieke misionarissen.
Te Yenschowfu lieten ongeveer 500 per
sonen uit de burgerstand zich inschrijven
als katechumenen; te Taikiachwang vroe
gen 200 personen hetzelfde, en zij verklaar
den zich bereid een kerkje te bouwen en
de onkosten te dragen voor een katechist.
Te Tsining, waar 10.000 vluchtelingen ge
herbergd werden, bevinden zich onder de
nieuwe katechumenen meer dan 200 meis
jes, die het lager onderwijs reeds door-
loopen hebben.
Van beide zijden werden de gebouwen en
eigendommen van de Missie zooveel mo
gelijk gespaard en in materieel opzicht is
nog niet veel door de oorlog verloren ge-