RECHTZAKEN FAILLISSEMENTEN Poging tot ontsnapping! DE LAATSTE LES VAN LANGELOT VRIJDAG 29 APRIL 1938 DF. LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 11 Rfe van Veen en Ragnhild Hveger tikken tegelijk aan. Gisteren zijn te Kopenhagen internatio nale zwemwedstrijden gehouden, waaraan ook een aantal dames van de Rotterdam- sche dames zwemclub deelnemen. Het belangrijkste nummer van den avond was de 200 M. borstcrawl, waarop de we reldrecordhoudster, Rie van Veen, en Ragnhild Hveger tegen elkaar uitkwamen. Zooals men zich zal herinneren vestigde de R. D. Z.-zwemster haar wereldrecord 2 min. 24,6 sec., op 26 Februari j.L te Rotterdam, toen Ragnhild Hveger haar tegenstandster was en verloor. De ontmoeting van gister avond kon dus als een revanche voor de Deensche zwemster beschouwd worden. Het werd een zeldzaam spannende race, waarin beide zwemsters tevergeefs trachtten voor te komen. Beiden tikten in den fraaien tijd van 2 min. 26.3 sec. aan. Op de 100 meter borstcrawl behaalde Jo Groeneweg de overwinning. Op de tweede plaats eindigde haar clubgenoote Cobi van Zuuren, die 0,2 sec. voor de Deensche mej. Mathiassen aankwam. Op de 100 meter schoolslag zegevierde Valborg Christensen, terwijl Jeanne Groe nendijk nog achter Inge Soerensen derde werd. Op de 4 x 50 meter borstcrawl estafette gaven de Rotterdamsche en Deensche ploe gen elkaar niet veel toe. Slechts met 0,1 se conden verschil tikten de Rotterdamsche meisjes ten slotte als eersten aan. De uitslagen luiden: 200 meter borstcrawl: 1. en 2. Rie van Veen (RDZ) en Ragnhild Hveger (Dene marken) beiden 2 min. 26.3 sec. 100 meter borstcrawl: 1. Jo Groeneweg (RDZ) 1 min. 10,3 sec., 2. Cobi van Zuuren (RDZ) 1 min. 12,8 sec., 3. Esther Mathias sen (enemarken) 1 min. 13 sec. 100 meter schoolslag: 1. Valborg Chris tensen (Denemarken) 1 min. 23,5 sec., 2. Inge Soerensen (Denemarken) 1 min. 26,2 sec., 3. Jeanne Groenendijk (RDZ) 1 min. 30,4 sec. 4 x 50 meter borstcrawl estafette: 1. RDZ, 2 min. 5,1 sec., 2. Deensche ploeg 2 min. 5,2 sec. WIELRENNEN „SWIFT" Voor Zondag staat er een sprint op het programma. Indien er tijd over is, gevolgd door een koppelwedstrijd. De samenkomst is bepaald op 8.45 uur aan het clublokaal. Vertrek uiterlijk 9 u. Voor de op 15 Mei te houden wedstrij den, uitgaande van de Z.H.W.F. op de Rijs- wijksche baan komt „Swift" met de vol gende renners uit: Sprint: C. Paats, N. de Romijn. Achtervolging: N. de Römijn, H. Hols- wilder, P. Mink, C. Kapaan. Koppedlwedstrij dC. de Vink, C. Paats, C. Gros, W. Severijnen. „NIEUW SWIFT" Daar de secretaris, de heer J. A. Otten, in verband met zijn functie in de Zuid- Hollandsche Wielerfederatie, zich genood zaakt heeft gezien voor zijn bestuursfunc tie in bovengenoemde vereeniging te moe ten bedanken, en tevens een vacture ont stond voor de functie van 2den voorzit ter, heeft de bestuursformatie een alge- heele verandering ondergaan, en ziet er thans als volgt uit; J. K. van Polanen, le voorz., W. Segaar, 2e voorz., J. Riethoven, le secr., Nieuwe Rijn 112; A. Lodewijks, 2e secr.; P. Benning, le penningm.; R. Riet hoven, 2e penningm.; H. van Rooyen, com missaris. De sportcommissie ziet er thans als volgt uit: H. van Rooyen, voorz., tel. 2416; J. iRethoven, sec., J. Groenewegn en W. Segaar. Als tijdwaarnëmer zal de heer J. A. Otten blijven fungeeren. De licentiehouders hebben de komende Zondagen wederom niet over startgele genheid te klagen. Op 8 Mei rijdt R. Riet hoven te Heemstede mede in den koppel wedstrijd, terwijl een drietal nieuwelingen nl. J. Laven, J. Hintzbergen en W. Rijs- bergen in de voorwedstrijden zullen uit komen. Dienzelfden dag rijden de nieuwe lingen Jac. de Groot, W. Geenjaar en B. Lodewijks in een klassementswedstrijd op de Alexanderbaan te Rotterdam, alwaar tevens de amateur J. Schüller uit zal ko men in een 2 uurs koppelwedstrijd met den bekenden Rotterdamschen sprinter J. Spijker. Op 15 Mei a.s. zullen de leden deelnemen aan de Federatiewedstrijden te Rijswijk. 22 Mei geeft de „Feyenoord"-wielerbaan een groote wedstrijd en komen de vier sterkste nieuwelingen uit in een klasse mentwedstrijd. Voorts zal een ploeg van drie amateurs en onafhankelijken worden gevormd tot deelname aan den koppelwed- strijd. A.s. Zaterdag zullen zes leden deelne men aan de Ronde van Purmerend, o.a. A. van Amsterdam, B. Lodewijks, J. de Groot en W. Rijsbergen. Zondag zal er wederom een clubwed strijd worden verreden en daar „Nieuw Swift" op zijn sterkst zal uitkomen, zal worden gereden tegen een combinatie van twee Haagsche vereenigingen, n.L W. V. „'s Gravenhage" en „de Residentie". Eerst genoemde telt de bekende sprinters Ge rard en Bernard Leene onder haar leden. Met het oog op de vroege start zullen ren ners en supporters reeds om half acht vanaf het clublokaal vertrekken. VLEESCHSTEMPELS VERVALSCHT. Commissaris van een fabriek krijgt twee maanden. De commissie van de conserven-fabriek S. te Poeldijk, die onlangs wegens vleesch- knoeierijen door den Delftschen Kanton rechter tot viermaal een week hechtenis is veroordeeld, heeft op 14 April wegens het vervalschen van merkstempels op var- kensvleesch voor de Haagsche rechtbank moeten terechtstaan. Dit feit was reeds in 1935 gepleegd, dus eerder dan de genoem de, reeds berechte knoeierijen, doch door omstandigheden werd deze strafzaak later behandeld. De vervalschingen hadden ten doel door verandering van de data op het vleesch een hoogere uitkeering van de veehoude rij-centrale te verkrijgen. De officier van justitie vorderde tegen den commissaris een gevangenisstraf van vier maanden. De rechtbank veroordeelde hem tot twee maanden gevangenisstraf. De boekhouder van deze fabriek, die be hulpzaam is geweest bij de stempelverval- schingen werd veroordeeld tot een voor waardelijke gevangenisstraf van twee maanden. De eisch tegen hem was twee maanden onvoorwaardelijk. BELEEDIGING VAN EEN BEVOLKINGS GROEP. Tegen twee verdachten ƒ.150.boete, subs. 50 dagen hechtenis geëischt. Gisteren heeft de arrondissementsrecht bank te Breda de zaak behandeld tegen een tweetal medewerkers van het week blad „Zwart Front", terzake van beleedi- ging van de Nederlandsche Joden, zijnde een groep der bevolking van Nederland. Terecht stonden de 23-jarige C. A. M. Th., teekenaar te Bussum en de 34-jarige L. M. A. K., letterkundige te Bilthoven. Verdachten waren niet ter terechtzitting aanwezig, zoodat verstek tegen hen werd verleend. Als getuige werd gehoord Jhr. J. de Kuy- per, uitgever van het weekblad ,;Zwart Front" te Oisterwijk, die verklaarde, dat hem bij afwezigheid van den heer Arnold Meijer het toezicht op de redactie was op gedragen. Getuige deelde mede( dat hij oorspron kelijk bezwaar had gemaakt tegen de op name van bedoeld stuk, doch dat ver dachte K., die leterkundige is, hem had overgehaald de opname toe te laten. Hij wist niet precies wie van beide ver dachten den tekst voor het onderschrift heeft gemaakt, doch wel dat verdachte Th. de teekening heeft gemaakt. De Officier van Justitie, mr. G. J. B. van der Dussen, erkende dat niet is komen vast te staan, wie van beide verdachten het on derschrift of de verschillende gedeelten daarvan heeft gemaakt. Wel echter staat vast, dat beide verdachten gezamenlijk den tekst hebben gemaakt, en dat is volgens een uitspraak van den Hoogen Raad voldoen de. In het bewuste stuk worden inderdaad ernstige beleedigingen geuit aan het adres van de Joden en dat hiermede Nederland sche Joden worden bedoeld blijkt duidelijk uit het gebruik van specifiek Nederlandsche namen. De Officier meende, dat de verdachten veel te ver zijn gegaan en eischte tegen ieder hunner een geldboete van 150, subs. 50 dagen hechtenis. Uitspraak over veertien dagen. Gaarne wil ik U 'eenige plaatsruimte vragen, om enkele opmerkingen te maken over: DIPLOMA'S HANDELSKENNIS, VESTIGINGSWET EN.... DE KOSTEN. De eerste keer dat er examens worden afgenomen voor het Z.g. middenstands diploma Handelskennis Vestigingswet Kleinbedrijf is de animo daarvoor, zooals wel verwacht kon worden, zeer groot. Uit goede bron vernamen wij dat het getal aangiften rond de 6000 loopt. Op zich zelf een heel gelukkig verschijnsel. Het blijkt dat er belangstelling bij de middenstand voor dit onderwijs bestaat. De voorbeel dige ijver door de Middenstandsbonden, inzonder ook door de Hanze, ter bevorde ring daarvan aan den dag gelegd, heeft zeer goede resultaten gehad. Toch is er naar onze meening iets ver keerd in deze zaak. Dat is namelijk de te hooge kosten aan het verkrijgen van Middenstandsdiploma verbonden. In meeste gevallen zullen de candidaten wel een z.g. „middenstandscursus" hebben ge volgd, d.w.z. een cursus welke in 1937 is opgericht. Het schoolgeld voor deze cursus is gewoonlijk 30.per leerling en per cursusjaar, buiten de kosten van boeken en leermiddelen. Een bedrag dat voor de exploitatie van een goede cursus in den regel ook wel noodig zal zijn. Echter is dat bedrag o.i. in het algemeen veel te hoog. Te hoog voor den kleinen middenstander, die men vooral op het platteland zoo veelvuldig aantreft, te hoog vooral ook voor anderen, wien ouders geen middenstanders zijn, die toch de idea len koesteren van zich in de toekomst van ondergeschikte tot zelfstandige op te wer ken. Nu willen wij niet de middenstandsbon den de zorgen opleggen voor de niet-mid- denstanders. Zij zullen moeite genoeg hebben om de zorgen van eigen vaak hulpbehoevende leden te verlichten. Witter dan wit 3004 worden Uw tanden wanneer U poetst met wat goeds, namelijk met I If Q R O L Tube 60 en40 ct. Doos 20 ct. Het mag evenwel zeker niet zoo zijn dat de kans om zelfstandig middenstander te worden voor jonge menschen uit de ar beidersklasse hierdoor wordt ontnomen. Er is o.i. wel een goede kans dat alle jonge menschen de bij de vestigingswet ver- eischte handelskennis zich aankweeken, n.l. door de reeds vele jaren bestaande Handelsavondscholen. Dezen zijn in den regel opgericht en worden bestuurd door gedelegeerden van plaatselijke middenstandsorganisaties en zij worden belangrijk financieel gesteund door Rijk, Provincie en Gemeenten. Fi- nancieele steun welke naar onze meening niet verwacht kan worden door de pas op gerichte middenstandscursussen omdat naar wij meenen door de Regeering het standpunt wordt ingenomen, dat voor de Vestigingswet, voor zoover dit het onder wijs betreft, althans, geen gelden van het Rijk worden uitgetrokken. Ook is reeds ons gebleken dat Ged. Staten gemeente lijke subsidies afwijzen. De cursussen van de gesubsidieerde Handelsavondscholen zijn in den regel driejarig. Het onderwijs staat onder toe zicht van de inspectie M. O., van de Ka mers van Koophandel en de gemeenten. Het bezoeken.-van-die scholen is voor niemand een financieel bezwaar. Zij hef fen uiteraard een veel lager en sterk pro gressief schoolgeld. Nu zouden wij wenschen dat de einddi ploma's van die scholen mits het on derwijs voldoende is ingesteld op de eischen van de Vestigingswet Kleinbedrijf als voldoend werd geacht voor de eischen handelskennis van die wet. Nu zal men zeggen: volg het onderwijs op zoo'n Handelsavondschool en doe dan een examen van het z.g. middenstandsdi ploma. Ook dat lijkt ons meer bezwaarlijk dan noodig, ook al om de kosten. Wij den ken aan gevallen ons uit naaste omgeving bekend. In het eerste geval was het een jongeman klaar voor het examen doch te arm om het examengeld in te zenden. Na veel moeilijkheden te hebben gepasseerd, werd hij in staat gesteld het geld te lee- nen. In het tweede geval was het een flin ke leerling van een handelsavondschool even arm, die (en niet zonder rede) het geld moest vragen bij Maatschappelijk Hulpbetoon. In het derde geval betrof het een middenstander die het examengeld gi reerde, doch aan zijn kind mededeelde: Nu doe ik het wel, doch liever had ik de belasting betaald, want een dwangbevel kan elke dag komen. Zouden vooral ge vallen gelijkstaand aan het laatste niet een groot percentage van de 6000 candidaten iritmaken? Hoe groot zal daarnaast het getal niet- middenstandskinderen zijn. dat om die re den niet heeft ingeschreven? Welnu veel moeilijkheden kunnen ver vallen als de einddiploma's van de vaak reeds tientallen jaren bestaande en met veel succes werkende Handelsavondscho len worden „erkend". Dit moeten m.i. de organisaties in de hand werken. Helaas wordt wel wat de indruk gevestigd dat men het aan die zij de vrijwel het alleenrecht in handen wil hebben. Dit zou ö.i. vooral voor de kleine man een niet gelukkig gevolg zijn van de overigens zoo mooie vestigingswet op het kleinbedrijf. N. NOOY, Bestuurslid eener Handels avondschool. Purmerend. Uitgesprokens A. Waanders, winkelier, Rotterdam, Zo merhofstraat 77, cur. mr. E. Haubrich. L. A. van Driel, koopman, Rotterdam, Mathenesserweg 77a. cur. mr. R. J. M. H. Brouwers. P. Schepers, zonder beroep, Dordrecht, Singel 262. Cur. mr. M. Th. Mijnlieff. A. Verhoeven, Bunnik, Smalleweg 9 bis; cur. mr. O. E. Hogenbrug. J. A. M. Schreyer Jr., brandstoffenhan- delaar, Utrecht, Bremstraat 108, cur. mr. baron K. de Wykerslooth. F. F. Voest, Utrecht, Gansstraat 13. Cur. mr. B. v. d. Hemel. G. P. Nannings, Zeist, Ernst Casimirlaan 44, cur. mr. J. F. Drüghom, Zeist. M. TAYLOR Het was juist één uur in den ochtend, toen de gevangene begon te schreeuwen. De oppasser liep eerst kalm, doch zoodra hij ontdekte uit welke cel het gekerm kwam, verhaastte hij zijn schreden. De zieke rukte aan zijn deken en rolde met zijn oogen, wanneer een pijnaanval door zijn lichaam schoot. De oppasser sloeg hem eenige oogenblikken door de tralies gade en rende toen terug om directeur Toomey op te bel len. „Ik heb hier een zieke", zeide hij. „Hij gaat te keer als een bezetene pijn in z*n buik". „Loop naar de weerlicht, Sam. Je moet dr. Bull winkle hebben en niet mij!" „Het is Lew Leddy". „Leddy?" De stem van den directeur ver anderde. „Ik kom". Leddy was een groote kerel, met een dik- rood gezicht. De politie van het heele land had er aan te pas moeten komen om te ontdekken, waar hij zich verborgen hield. Thans liepen er de meest fantastische verhalen over zijn vermetelheid. Hij vormde het voornaamste nieuws van de bladen. De kleine, landelijke gevangenis had nog nooit zoo'n beroemden gast geherbergd. Directeur Toomey was een voorzichtig man. Toen hij in de gevangenis aankwam, ging hij uit van de veronderstelling, dat de gevaarlijke bandiet simuleerde. Hij stond naast het bed, waarop Leddy, met van pijn vertrokken gezicht en groote zweetdruppels op het voorhoofd, lag te kreunen. „Je laat er mij niet inloopen, Leddy", sprak hij op koelen toon. „Die pijn van jou zal wel los- loopen". Als Leddy onmiddellijk had Peantwoord, zou de directeur nog meer op zijn hoede zijn geweest. Maar Leddy hield den adem in, alsof de pijn een hoogtepunt bereikte en mompelde met trillende stem: „Nou heeft 't me pas goed te pakken". „Wat heb je dan, Leddy?" Leddy streek met de rechterhand over zijn buik. ..Had 'm eruit moeten laten ha len", fluisterde hij. „Jaren geleden was ik bang om hem te laten uitsnijden en nou. Toomey wendde zich snel tot den oppas ser. „Haal dr. Bullwinkle's rapport", beval hij. „Het ligt in de map". Hij was blij, dat de dokter Leddy bij zijn aankomst grondig had onderzocht. Een gevangenisdirecteur draagt de verantwoordelijkheid voor de misdadigers, die hem worden overgeleverd en bij een belangrijken arrestant kon men het best aan alles denken. Leddy's kreunen werd zachter. „Het be gon na 't eten. Ik kon 't haast niet meer uit houden. Destijds waarschuwde de dokter me, dat het stom van me was om me niet te laten opereeren. De directeur trok de wenkbrauwen op, toen hij de kaart aannam en haar las. „Chronische blindendarmontsteking zeer duidelijke verschijnselen", stond er in dr. Bullwinkle's bekende handschrift. Hij stak de kaart in zijn zijzak. „In orde, Lew", zei hij ruw. „Ik zal den dokter waarschuwen". Dr. Bull winkle was toevallig bij een ernstigen patiënt. Op een boerderij, 12 mijl buiten de stad, konden ze hem telefonisch bereiken. Hij luisterde aandachtig naar de symptomen. „Het heeft geen zin voor mij om te komen", antwoordde hij. „Het blijkt een acuut geval. Breng hem naar het zie kenhuis, daar zal ik 'm wel onder handen De directeur aarzelde. „Ziekenhuis? Daar voel ik niet veel voor. Hij is mijn gevan gene. „Als we hem niet dadelijk opereeren gaat hij 't hoekje om. Het is de vraag of we nog vföeg genoeg zijn. De directeur mompelde een verwen- sching, toen hij afbelde. Met verlangen zag hij uit naar den dag, waarop zijn „logé" naar een van de groote staatsgevangenissen zou worden overgebracht. Nu verkeerde Leddy echter in levensgevaar en bij een eventueel overlijden van dezen misdadiger, zouden de kranten hierin een welkome ge legenheid vinden om eens flink uit te varen over de onmenschelijke opvattingen van 6ommige gevangenisdirecteuren. Met een zucht nam Toomey den hoorn weer op om een ziekenauto te bestellen. Toen belde hij het hoofdbureau op om als voorzorgsmaatregel twee mannen naar het ziekenhuis te laten dirigeeren. Hun orders waren, dat ze bij Leddy moesten blijven, vanaf het oogenblik, dat hij de aut« ver liet. Twee minuten later was de ziekenauto op weg naar de gevangenis. De leege stra ten en de loeiende sirene zouden er voor zorgen, dat de vijf mijlen in recordtijd zou den worden afgelegd. Alleen bij de scherpe bocht in Lake Drive zou men voorzichtig heidshalve snelheid moeten minderen. De bestuurder zag de twee mannen mid den op den weg en trapte op de rem. "Toen voelde hij zijn snelheid weer op. Maar do twee mannen waren vlug en handig. Ze sprongen op de treeplanken. De chauffeur en de jonge assistent naast hem voelden, dat een revolver in hun ribben werd ge drukt Hierna was het spoedig gebeurd. Bei den werden gebonden en langs den weg tusschen het struikgewas neergelegd. Ge kleed in ziekenhuis-wit vervolgden de twee plaatsvervangers met loeiende sirene den weg. „Het gaat gesmeerd", zei een van hen. „Wat zal Lew lachen als-ie 't hoort". De bestuurder grinnikte. „Lew boft. Die blindedarm van hem is nog zoo kwaad niet". Ze kenden den weg; reeds verschillende malen hadden ze hun taak gerepeteerd. Voor de directeur de gevangenisdeur kon openen, renden ze met de draagbaar reeds de stoep op. „Dezen kant", zei Toomey. „Wie is 't?" „Lew Leddy. Blindedarm". De cipier was aanwezig toen de celdeur werd geopend. Leddy kreunde zacht. Zoo- dra de twee in het wit gekleede mannen zich over hem heenbogen, ontspanden zijn trekken zich één ondeelbaar oogenblik. Hij draaide het hoofd om een onmerkbaar herkenningsteeken, toen sloot hij opnieuw de oogen. Hij beet op z'n onderlip, hield den adem in, totdat zij gelaat vurrood werd en spande elke spier, zoodat de zweetdruppels hem op het voorhoofd parelden. Ze legden hem op de draagbaar. De di recteur toonde zich ongeduldig. „Laten we maar gauw vertrekken", spoorde hij aan. De mannen in het wit richtten zich op. „We?" zei een van hen. „Gaat u dan mee?" „Natuurlijk het is immers mijn gevan gene". Ze bukten zich opnieuw en wederom be antwoordde Lew Leddy hun vragenden, verbaasden blik met een gejaagd, schier onmerkbaar knikje een teeken van in stemming. Een van de mannen zei: „U moet 't zelf weten hij zal anders niet wegloopen." Ze brachten hem in de groote. witte auto en de bestuurder klom achter het stuur. De directeur zat binnenin op een stoel. De tweede man in he wit knielde naast de draagbaar, sloeg Leddy aandachtig gade en opende toen een trommel, die hij in den wagen had gevonden. „Rolt u zijn mouw even op, mijnheer, dan zal ik 'm een inspuiting geven", zei hij bedaard. De directeur knikte ert bukte zich. Leddv's dikke gezicht had thans een pur peren kleur. „Vooruit!" schreeuwde hij. „Geef 'm er een!" Er volgde een doffe slag en directeur Too mey zakte bewusteloos naast zijn gevange ne in elkaar. De aanvaller lachte voldaan. Vlug ledig de hij de zakken van het slachtoffer. „Het is gebeurd. Lew!" riep hij verheugd. „Je bent vrij. We zetten dezen wagen aan den kant van den weg. Jimmy wacht op ons met een andere auto. Morgenochtend zitten we al honderden kilometers ver". Leddy antwoordde echter niet en met een lachend gezicht draaide de ander zich om. „Vooruit, Lew, opstaan! We zijn direct op de plaats van bestemming. Peggie wacht op je. Lew! Luister dan! Lew! Ik zeg: Peg gie! Lew!" Eerst nadat hij langen tijd naar Leddy's hart had gevoeld en Leddy's hand had op getild, die bij het loslaten slap langs den zijkant van de draagbaar viel, kreeg de man de kaart in het oog, welke hij gelijk met de andere voorwerpen uit den vak van den directeur had gehaald. Langzaam las hij het rapport, dat dr. Bullwinkle over Lew Leddy's gezondheidstoestand had uitge bracht: „Chronische blindedarmontsteking zeer duidelijke verschijnselen. Conditie van het hart buitengewoon zwak. Angina pectoris. Opwinding of buitengewone in spanning is zeer gevaarlijk. Gevangene is zich van zijn toestand niet bewust". Langen tijd keek de man naar Leddy's vertrokken gezicht. „Alles was in orde, Lew", mompelde hij. „Het kón niet misloo- pen, wat een tegenvaller". Hij zei het ver wijtend, alsof hij sprak tegen iemand, die een loopje met hem had genomen. 33. Het eerste concert werd gegeven voor het huisje van de. grootmoeder van Langelot en Duimelot. Grootmoeder dacht eerst, dat er inbrekers of moordenaars waren. Gil lend sprong ze haar bed uit en holde naar beneden. Maar toen ze zag, dat het de wraak van de koffiepot was, zei ze vele leelijke dingen. 34. Daarna zette, de koffiepot en zijn gevolg het dorp zelf op stelten, Ze maakten zoo'n lawaai, dat niet alleen de menschen ontwaakten, maar zelfs de schoorsteenen op de daken. Deze puften zwarte wolken uit en riepen elkaar toe, wat er aan de hand was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 11