AAN ONZE ABONNE'S
BINNENLAND
VRIJDAG h APRIL 1938
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 1)
DE KONINGIN NAAR HET LOO.
Voor jaarüjksch zomerverblijf.
Het ligt in het voornemen van H. M. de
Koningin Zaterdag a.s. het Paleis Het Loo
voor het jaarlijksche zomerverblijf te be
trekken.
H.M. de Koningin zal zich op 2 Mei naar
Vlissingen begeven ten einde een bezoek te
brengen aan de zeevaartschool „De Ruy-
terschool" aldaar, bij welke gelegenheid
H.M. dan tevens het borstbeeld van wijlen
Prins Hendrik, vervaardigd door den
beeldhouwer Etienne, zal onthullen, dat
door het huldigingscomité ter nagedachte
nis van den Prins in den geveLvan de „De
Ruyterschool" is geplaatst.
ONZE TIJINBOUWEXPORT
Een belangrijke stijging ingetreden
De cijfers van den tuinbouwexport over
de eerste drie maanden van dit jaar ge
ven een belangrijke verbetering te zien bij
't vorig jaar.
Waar in de eerste drie maanden van '37
voor een waarde van 3.178.000 aan tuin
bouwproducten werd geëxporteerd, be
droeg deze thans niet minder dan
6.452.000, dus meer dan het dubbele.
Daarbij doet zich het feit voor, dat de
geëxporteerde hoeveelheid daalde, n.l. van
82.239.000 kilo in het vorig jaar tot
67.016.000 kilo in de eerste drie maanden
van dit jaar.
Dit wordt voor een groot deel veroor
zaakt door den geringeren uitvoer van
uien, van welk product de voorraad in
deze drie maanden niet groot was.
Terwijl het vorig jaar 58 millioen» kilo
uien werd geëxporteerd, bedroeg die hoe
veelheid nu slechts 23 millioen kilo, waar
bij echter de waarde belangrijk is geste
gen.
Naar Duitschland kon thans belangrijk
meer worden geëxporteerd dan het vorig
jaar, de waarde bedroeg nu 1.848.000
tegen 742.000 in het eerste kwartaal van
1937. Ook de export naar België en naar
Zweden nam toe.
Ook Engeland geeft, wat betreft onzen
export, een gunstiger beeld te zien; de to
tale waarde beliep nu 3.172.000 tegen
1.773.000 in het voorgaande jaar.
•De totale exportwaarde in het eerste
kwartaal is sinds 1930 nog niet zoo hoog
geweest.
TUINBOUWSTEVN.
Weder 215.000 voor een aantal
producten.
De Minister van Economische Zaken
heeft besloten uit het Landbouw-Crisis-
fonds aan hen, die als teler van gewassen
van den tuinbouw zijn aangesloten bij de
Stichting Nederlandsche Groenten- en
Fruitcentrale, gevestigd te 's-Gravenhage,
en op den dag der uitkeering geacht kun
nen worden hun bedrijf alsnog uit te oefe
nen, steun te verleenen tot een bedrag van
ten hoogste ƒ215.000.
Steun wordt verleend over de hoeveel
heden van de hierna vermelde rechtmatig
geteelde producten, welke door de telers
over een erkende veiling of veilinghou
der zijn verhandeld, tot de daarbij vermel
de bedragen per eenheid.
Steun
bedrag
Product Periode p. 100 K.G.
Blauwe druiven 15 Nov31 Dec. 5.55
Pronkboonen 13 Sept.17 Oct. 0.70
Savoye kool 23'Aug.31 Dec. „0.40
Gele bewaarkool 15 Nov.31 Dec. 0.95
Witte be waarkool 15 Nov.31 Dec. „0.15
Prei 30 Aug.31 Dec. 0.50
cQr.oeren 30 Aug.31 Dec. 0.30
BELASTINGVERHOOGING
TE HAARLEM.
Opcenten personeel belasting van
185 op 195.
Naar het „Hbld." verneemt, heeft de mi
nister van Financiën, in overleg met den
Minister van Binnenlandsche Zaken, be
paald, dat de opcenten op de personeele be
lasting te Haarlem voorloopig zullen wor
den gesteld op 195. Het aantal opcenten is
op de begrooting aangegeven op 185.
De begrooting voor 1938 wijst een tekort
aan van 1.067.259, dat gedekt moet wor
den door een extra bijdrage uit het Werk-
loosheidssubsidiefonds van 583.661 en een
belastingbijdrage van ƒ483.634. Belasting-
verhooging wordt daarom door de regee
ring noodzakelijk geacht.
BELASTINGVERHOOGING
TE UTRECHT.
De Utrechtsche gemeenteraad heeft een
voorstel van B. en W..tot verhooging van
de opcenten op de gemeentefond^belasting
van 65 op 75 z.h.s. aanvaard.
Dr. J. R. Katz. t
Op 57-jarigen leeftijd is te Brookline, in
Massachusetts, U. S. A., overleden dr. J. R.
Katz, in leven o.a. privaat-docent aan de
gemeentelijke Universiteit van Amster
dam.
CONFLICT IN DE HARINGVISSCHERIJ.
Vruchtelooze bemiddeling.
Gisteren heeft op het Departement van
Sociale Zaken een bespreking plaats gehad
met den rijksbemiddelaar prof .mr. A. C.
Josephus Jitta over de moeilijkheden in de
haringvisschery in Scheveningen, Katwijk
en Vlaardingen.
Deze bespreking heeft geen resultaat op
geleverd.
WERKKAMP „VREDESTEYN"
TE EGMOND BINNEN
Op Maandag 9 Mei begint het volgende
achtweeksche kamp voor jeugdige werk-
loozen.
Deelname is geheel kosteloos; gegadig
den moeten echter minstens 16, en ten
hoogste 24 jaar zijn.
Aanmelding bij de plaatselijke Commis
sie voor jeugdwerkloozenzorg of de bestu
ren der jeugd-standsorganisaties, welke in
stanties de candidaten kunnen opgeven op
het gebruikelijk formulier aan de Dioce
sane Commissie voor jeugd werkloozenzorg,
Stadhouderskade 55 te Amsterdam.
BOTERHNOTEERING
De commissienoteering voor Nederland
sche boter is vastgesteld op 89 cent per
K.G.
BOTERHEFFING
Wij vernemen van bevoegde zijde, dat
het bedrag van de heffing en dz steunuit-
keering op boter, behoudens tusschentijd-
sche wijziging, voor de week van 21 tot 28
April is vastgesteld op 45 cent per K.G.
Door de Koorleden van het koor van de
Vrije Gemeente Amsterdam werd het ini
tiatief genomen tot het oprichten van een
eenvoudig gedenkteeken op het graf van
hun, kort geleden, overleden dirigent An
ton Tierie.
Daar de heer Tierie vele jaren, op zoo
voortreffelijke wijze het Leidsche Toon
kunstkoor gedirigeerd heeft, werd door het
Amsterdamsche koor aangenomen, dat ook
onder de Leidenaars, die vroeger deel uit
maakten van het Leidsche Toonkunstkoor,
velen zouden zijn, die gaarne zouden wil
len bijdragen tot het slagen van het ge
noemde plan.
Nu de afdeeling Leiden van de Maat
schappij tot Bevordering der Toonkunst tij
delijk opgehouden heeft te bestaan, en het
moeilijk is ieder persoonlijk te bereiken,
verzocht men mij een beroep te doen op
uw welwillendheid, om door middel van
uw veelgelezen blad te trachten aan bo
venomschreven vraag bekendheid te ge
ven. Elke bydrage is welkom en zal gaarne
in ontvangst worden genomen door het
vroegere bestuurslid, den heer N. J. Brou
wer, Amalia van Solmsstraat 69, te Den
Haag, gironummer 47481.
Mogen velen, die zich zeker nog de
mooie uitvoeringen onder de voortreffelij
ke leiding van den heer Tierie zullen herin
neren, door een kleine bijdrage blijk geven
van hun sympathie voor het door Amster
dam ontworpen plan.
Mag ik u verzoeken het bovenstaande in
uw Blad op te nemen. Bij voorbaat betuig
ik u hiervoor mijn dank.
Inmiddels teeken ik, met de meeste hoog
achting,
R. COSMAN—
MENDES DA COSTA.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
HET STOKEND GESCHRIJF IN DE
„TELEGRAAF".
Aan een artikel in de T ij d inzake de
Oss-zaak ontleenen we het volgende:
„Degenen, die het luidst om een inter
pellatie gevraagd hadden, achtten nu het
parlementaire geding van nul en geener
waarde: een goedkoop succes van den mi
nister, een resultaat van Fransche wel
sprekendheid. De pers, zoo heette het, nam
nu de taak van de volksvertegenwoordi
ging over; ze zette de interpellatie voort,
met dit onderscheid, dat er niemand ant
woordde.
De nieuwste van deze pers-charges be
slaat een gansche bladzijde van „De Tele
graaf". Zij bestaat in een quasi-feitelijk
betoog, waarin de rede van den minister
stuk voor stuk wordt weerlegd als „in
strijd met de feiten". Althans, zoo zegt
het de titel; wanneer men echter de ko
lommen doorworstelt, zoekt men tever
geefs naar één enkele klemmende tegen
spraak van 's ministers mededeelingen.
Doch dat is blijkbaar ook niet noodig,
noch beoogd: beoogt is alleen de sugges
tie. Men verwacht blijkbaar van de lezers
niet eens, dat zij nauwkeurig en kritisch
lezen. De journalist, die hier aan 't woord
is en o.a. over de betichte geestelijken zijn
beschouwingen ten beste geeft, kent bijv.
niet het onderscheid tusschen ordes- en
wereldlijke geestelijkheid en noemt de
beide pastoors uitdrukkelijk: „de beide re
guliere geestelijken". Het is blijkbaar de
zelfde ossoloog, die in een vorig sensatie
artikel den minister van Justitie „er be
leefdelijk op wees" (tot verbazing der
strafrechtkundigen) „dat volgens ons gel
dend strafrecht zelfs elke burger, wien
een strafbaar feit ter oore komt, verplicht
is daarvan aangifte te doen".
Het komt ons voor, even beleedigend te
zijn voor den minister, door zulke onbe
voegde pennen te worden bestreden, als
voor de lezers, daardoor te worden voor
gelicht.
Zooals wij zeiden, zijn de „feiten" van
„De Telegraaf" onvindbaar; zij bestaan in
woordkloverijen. Overigens is het merk
waardig, dat het Amsterdamsche groot
blad zich nu vrijwel alleen nog maar te
gen de haast richt, waarmee de minister
zijn maatregel t.a.v. de Ossche brigade
heeft getroffen. „Indien hij veertien da
gen tijd had genomen aldus de Tel.
HET DUURSTE KOOR TER WERELD.
De afgevaardigden, die het Duilsche volk
in den Rijksdag „koos".
Ter gelegenheid van het plebisciet van
10 April Itl. is officieel de nieuwe Rijks
dag gekozen. Door „ja" te stemmen gaven
de Duitsche onderdanen niet valleen uiting
aan hun goedkeuring omtrent de annexa
tie van Oostenrijk, maar gaven zij tevens
te kennen, dat zij het eens waren met de
candidatenlijst van den Rijksdag.
Met dat woord „candidaten" is het
eigenaardig gesteld, want eigenlek
zijn er geen candidaten. Er bestaat wel
een lijst m^t 1.717 namen, van Adolf
Hitler tot Ernst Zijnen, welke lijst op
gesteld is door de Nationaal-Socialis-
tische Partij. Uit deze lijst kiest Adolf
Hitler diegenen uit, die 'n jaargeld ont
vangen van 7.200 Mark en een gratis
spoorwegabonnement eerste klas. Maar
hij kan ook afgevaardigden kiezen, dio
niet op de lijst staan.
Alles hangt af van den Führer. Er zijn
echter geen anti-nazi-candidaten, en zoo
vraagt men zich af, welke waarde er nog
gehecht moet worden aan verkiezingen,
zooals die in het Derde Rijk gehouden wor
den.
Wat men tevoren niet weet, is het aantal
Rijksdagleden; er komt een afgevaardigde
op 60.000 stemmen en aldus zal de nieuwe
Rijksdag 813 afgevaardigden tellen.
Een grapjas heeft eens gezegd, dat
de Rijksdag de duurste zangvereeni-
ging van de wereld is. Inderdaad, de
afgevaardigden hebben voor hun 7.200
Mark per jaar niets te doen dan een of
twee keer per jaar het Horst Wessel-
lied te zingen. Er zijn geen regelmatige
vergaderingen, geen parlementaire bij
eenkomsten, geen debatten. Zij hebben
niets anders te doen, dan enkele ma
len per jaar naar een redevoering van
Hitier te komen luisteren, die anderen
zonder salaris door de radio kun
nen aanhooren.
De laatste vijf jaar heeft geen enkele af
gevaardigde meer het woord in den Rijks
dag gevoerd, met uitzondering van presi
dent Goering die daarvoor dan ook een
buitengewoon hoog salaris ontvangt en
den Führer. Onnoodig te zeggen, dat bijna
alle afgevaardigden beambten zijn van de
nationaal-socialistische partij, die op deze
wijze een aardig „aanvullend" salaris ont
vangen. Sommigen maken tegelijkertijd
deel uit van den Pruisischen Staatsraad.
Deze raad is sinds drie-en-een-half jaar niet
meer bijeengekomen, hoewel de leden een
„vergoeding" krijgen van 12.000 Mark per
jaar.
Als men een Duitscher vraagt: „Wie zijn
uw afgevaardigden in den Reichtag?" dan
zal hij daarop geen antwoord kunnen ge
ven. De candidatenlijst wordt slechts en
kele dagen voor de verkiezingen in de
„Reichsanzeiger" medegedeeld. De mee6te
bladen hebben de namen nog niet. ter ken
nis van hun lezers kunnen brengen. Ove
rigens is de lijst wel zeer interessant. De
Katholieken vinden er de voornaamste
Kerkvervolgers in, talrijke leiders van het
Germaansche nieuw-heidendom. Menschen
als Alfred Rosenberg, Julius Streicher,
Adolf Wagner, Baldur von Schirach, dr.
Ley en Fritz Waechtler staan bovenaan op
de lijst. Wat verder ontdekt men graaf von
Reventlow en onderwijsspecialist Bauer uit
Munchen, die de fameuze „schoolplebiscie-
ten" georganiseerd heeft, waardoor de ka
tholieke scholen in Mundhen en Opper-
Beieren opgeheven worden.
Onder de leden is ook von Papen, die te
Berlijn heeft uitgeroepen, toen hij toege
juicht werd na de annexatie van Oosten
rijk: „Zijt gij tevreden over wat ik in Oos
tenrijk gedaan heb?"; er is zelfs een oud
afgevaardigde van 't Centrum, dr. Hackels-
berger, een groot-industrieel, die in 1933
medegewerkt heeft aan de ontbinding van
de laatste Katholieke Partij in Duitsch
land.
had hij denzelfden maatregel op regel
matige wijze kunnen uitvoeren". Vanwaar
die haast? Dat is het donkere geheim,
waarop nu de sensatie zich moet richten.
De „Tel.", die zich zoo heftig tegen den
minister richt, levert echter terloops een
volledige rechtvaardiging van diens op
treden. Evenals het blad destijds in een
berijmde verheerlijking van de Ossche ma
rechaussee-brigade dichtte: „wij grijpen
hier, wij grijpen daar", en daarmee zelf
de Ossche methode aan de kaak stelde,
levert het ook nu een schildering van de
mentaliteit der brigade, welke iedereen
de oogen zou moeten openen.
De kampioen der Ossche brigade schrijft
als volgt:
„Er is in de rede van den minister
op dit punt een zinswende, die de
aandacht verdient en wel die, waarin
hij den wachtmeester laat zeggen: „Ik,
wachtmeester der Koninklijke mare
chaussee, meende dat (n.l. het onder
zoek naar de gedragingen der geeste
lijken) te moeten doen in het alge
meen belang". Men moet zich hierbij
goed voorstellen, dat de marechaussee
een zeer ruime opdracht hadden. Bij
hen leefde het besef, dat zij niet al
leen directe misstanden uit den weg
moesten ruimen, doch dat zij ook in
sterke mate preventief moesten wer
ken, dat zij Oss moesten zuiveren in
den ruimsten zin van het woord. Bij
dit werk ondervonden zij in sterke
mate den steun van de Paters Carme-
lieten, doch slechts in zeer geringe
mate dien van de beide reguliere
geestelijken. Dit is de achtergrond van
de kwestie: In de hoofden van de ma
rechaussee leefde sterk de gedachte:
Als Oss op den duur gezond zal moe
ten worden, dan moet de geestelijke
overheid zoowel als de wereldlijke
worden uitgeoefend door zeer hoog
staande menschen. Deze gedachten-
gang was een gevolg van de opdracht
aan de marechaussee gegeven".
Men kan geen duidelijker omschrijving
verlangen van de beteekenis van 's minis
ters opmerking, dat de Ossche brigade „op
hol" was. „In sterke mate preventief wer
ken", .zuiveren in den ruimsten zin van
het woord" is al een zonderlinge omschrij
ving van de taak eener politie-brigade in
een gemeente. Maar wanneer deze zich
dan ook nog ten doel stelt, er over te oor-
deelen en ervoor te zorgen, dat „de gees
telijke overheid zoowel als de wereldlijke
worden uitgeoefend door zeer hoogstaande
menschen", dan vraagt men zich af, waar
om wij eigenlijk nog ministers en bis
schoppen noodig hebben, als er een briga
dier aanwezig is. En dat schijnt inderdaad
de opvatting van de Tel. te zijn.
Desondanks heeft de N. R. Crt. zich niet
gegeneerd, de bladzijde van de Tel. vrij
wel volledig in haar ochtendblad van he
den te reproduceeren. Alle wapenen zijn
blijkbaar goed. Op één punt echter heeft
de N. R. Crt. van het onderscheidingsver
mogen van haar liberale lezers een hooge-
ren dunk gehad dan de Tel. van de hare;
en in de vrijwel volledige weergave van
het Tel.-artikel ontbreekt, merkwaardiger
wijze, deze* kleine passage:
„In de hoofden van de marechaussee
leefde sterk de gedachte: Als Oss op
den duur gezond zal moeten worden,
dan moet de geestelijke overheid zoo
wel als de wereldlijke worden uitge
oefend door zeer hoogstaande men
schen. Deze gedachtengang was een
gevolg van de opdracht aan de mare
chaussee gegeven".
Inderdaad, de liberale lezer zou zéér sla
perig moeten zijn om hiervan niet te
schrikken, en niet schielijk te begrijpen,
dat de onmogelijkheid van zulk®een op
dracht evenzeer in het oog sprint als het
feit, dat deze „sterke gedachte" het in
grijpen van den minister overvloedig mo
tiveert. Met zijn, blijkbaar zeer deskundige,
beschrijving van de opvattingen der Os
sche brigade heeft de Tel.-schrijver dan
ook, ongewild, het optreden van Justitie
krachtig verdedigd.
Bepalingen der Gratis-Ongevallenverzekering
voor de abonné's van „De Leidsche Courant".
Elke aponné van „De Leidsche Courant",
die zijn abonnementsgeld tijdig heeft vol
daan is verzekerd voor een bedrag van
300.— tegen een hem (haar) overkomend
ongeval, dat de eenige en rechtstrceksche
oorzaak is van den dood van de(n) abonné,
hetzij onmiddellijk of binnen 14 dagen na
den datum van het ongeval. Dit bedrag
zal ten spoedigste aan zijn of haar nage
laten betrekkingen worden uitgekeerd.
Onder nagelaten betrekkingen worden
verstaan en zullen achtereenvolgens tot het
ontvangen der uitkeering gerechtigd zijn:
le. de echtgenoot(e); 2e. kinderen; 3e.
de ouders; 4e. de stiefouders of (zoo deze
ontbreken)) de grootouders, of (zoo ook
deze ontbreken) de schoonouders, wier
kostwinner de overledene was; 5e. de broe
ders en zusters wier kostwinner de over
ledene was.
Onder kostwinner wordt verstaan hij of
zjj, die tenminste een derde van zijn of
haar verdiensten geregeld uitkeert aan
de(n) persoon of personen, die hij of zy bij
het levensonderhoud te hulp komt.
Onder verzekerde abonné wordt ver
staan zoodanige persoon, welke niet jon
ger is dan zeventien (17) jaar en niet ouder
dan vijf en zestig (65) jaar.
Er bestaat geen recht op uitkeering:
a. Wanneer de verzekerde abonné tijdens
het plaatsvinden van het ongeval verkeer
de in staat van krankzinnigheid of ver
standsverbijstering, onder den invloed was
van overprikkeling of van bedwelmende
dranken; of den krijgsdienst te water of te
land uitoefende in tijd van oorlog, burger
lijke twisten of oproer, of wel zich buiten
Europa bevond, of wanneer de verzekerde
abonné tijdens het ongeval op een vis-
schers-, Marine- of ander vaartuig varen
de was buitengaats, op de Zeeuwsche of
Zuid-Hollandsche stroomen, of op de Zui
derzee; of wanneer de verzekerde abonné
zich tijdens het ongeval bezig hield met
de bereiding, verwerking of vervoer van
buskruit, schietkatoen, naphta, dynamiet
of andere licht ontvlam- of ontplofbare
stoffen of daarbij desbewust tegenwoordig
was.
b. Voor personen, bezigheden verrich
tende, waaraan bijzonder gevaar verbon
den is, zooals: luchtreizigers, acrobaten,
circusrijders en dergelijke waagstukken
uitvoerende personen, indien het ongeval
ontstaat tijdens de uitoefening van hun be
roep of de daarmede gepaard gaande bezig
heden; of voor krankzinnige, lamme, hard-
hoorige, sterk bijziende, aan duizeling,
hartgebrek of vallende ziekte lijdende per
sonen of voor hen, die een beroerte gehad
hebben.
c. Indien het ongeval het gevolg is: van
het gebruikmaken van voertuigen met
mechanische kracht van het deelnemen
aan wedstrijden of weddenschappen van
welken aard ook; van een lichaamsgebrek;
van een ziekte of kwaal; van zelfvermin
king, zelfmoord of poging daartoe; van
tweegevecht of vechtpartij, waarbij de ver
zekerde betrokken was; van handelingen in
strijd met wetten, verordeningen, Konink
lijke besluiten of voorschriften van Spoor
weg- tram-, boot- en dergelijke onderne
mingen voor personenvervoer, van verre
gaande roekeloosheid of het zich moedwil
lig of onnoodig blootstellen aan eenig ge
vaar door de(n) verzekerde(n) abonné.
d. Ongevallen door of bij baden, zwem
men, benevens watertochten, zonder bege
leiding van een ervaren bootsman zijn al
leen dan onder de verzekering begrepen als
het bewijs wordt geleverl, dat de dood
rechtstreeks is veroorzaakt door een plot
selinge geweldadige inwerking van uit
wendig geweld op het lichaam van de(n)
verzekerde (niet b.v. door beroerte, kram
pen, enz.) Daarenboven geeft verdrinken
in binnenwateren, rivieren of meeren al
leen dan recht op uitkeering, wanneer on
der meer bewezen wordt op welke wijze de
verzekerde is te water geraakt. Het vinden
van een persoon (lichaam) in het water
zonder meer wordt niet als een bewijs van
een ongeval aangemerkt.
Het recht op uitkeering blijft bestaan
wanneer de dood een gevolg is van recht
matige verdediging van eigen of eens an
ders lijf of poging tot redding van personen
Is een verzekerde een ongeval overko
men, dan is degene, die op uitkeering rech
ten wil doen gelden, verplicht zoo spoedig
mogelijk uiterlijk binnen driemaal 24 uren
na den dood (Zondagen en Katholieke
Feestdagen die als Zondagen gevierd wor
den niet medegerekend), hiervan mede-
deeling te doen met opgave van getuigen,
die bij het ongeval tegenwoordig waren,
dus eventueel binnen 17 dagen na het
ongeval, aan de Directie van „De Leidsche
Courant".
Is een verzekerde een ongeval overko
men, dan moet zoo spoedig mogelijk ge
nees- of heelkundige hulp worden inge
roepen, om naar gelang van zaken den
dood of deszelfs oorzaak te constateeren of
wel om de(n) getroffene te behandelen, ui
het laatste geval zal de gewonde verplicht
zijn zich geheel naar de voorschriften van
den geneesheer te gedragen en zich, indien
dit noodig geoordeeld wordt, in een zieken
huis te begeven, zullende geene uitkeering
verschuldigd zijn indien door het niet tijdig
inroepen van genees- of heelkundige hulp
of het niet opvolgen van voorschriften van
den geneesheer nadeelige gevolgen voor
de(n) patiën ontstaan. Zij die eenig recht
op schadevergoeding willen doen gelden,
zijn op straffe van het te niet gaan hunner
rechten verplicht den daartoe door de
Directie van „De Leidsche Courant" aan
gewezen geneesheer in staat te stellen en
zoo noodig de daartoe benoodigde stappen
bij de bevoegde autoriteiten te doen om
de oorzaak var» den dood te constateeren.
Bij niet voldoening aan de verplichting
tot kennisgeving binnen den gestelden ter
mijn is „De Leidsche Courant" tot geen
uitkeering verplicht, tenzij bewezen wordt
dat degene(n) die aangifte had (den) be-
hooren te doen, daartoe niet in de moge
lijkheid was (waren) en hij (zij) evenmin
in staat was (waren) die aangifte door een
ander te doen geschieden.
In zulke gevallen begint de bovenge
noemde termijn van drie dagen, zoodra de
bedoelde onmogelijkheid opgehouden heeft
te bestaan.
Onbekendheid met de verzekering of
hare voorwaarden gelden niet als onmo
gelijkheid van tijdige aangifte.
De uitkeeringen geschieden door de Di
rectie der „Leidsche Courant" binnen veer
tien dagen, nadat het recht op uitkeering
bewezen is aan de(n) rechthebbende(n).
„De Leidsche Courant" is niet verplicht
uitbetalingen te doen, wanneer haar niet
wordt verstrekt een extract uit het regis
ter van overlijden.