AAN ONZE ABONNE'S BINNENLAND VRIJDAG h APRIL 1938 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 1) DE KONINGIN NAAR HET LOO. Voor jaarüjksch zomerverblijf. Het ligt in het voornemen van H. M. de Koningin Zaterdag a.s. het Paleis Het Loo voor het jaarlijksche zomerverblijf te be trekken. H.M. de Koningin zal zich op 2 Mei naar Vlissingen begeven ten einde een bezoek te brengen aan de zeevaartschool „De Ruy- terschool" aldaar, bij welke gelegenheid H.M. dan tevens het borstbeeld van wijlen Prins Hendrik, vervaardigd door den beeldhouwer Etienne, zal onthullen, dat door het huldigingscomité ter nagedachte nis van den Prins in den geveLvan de „De Ruyterschool" is geplaatst. ONZE TIJINBOUWEXPORT Een belangrijke stijging ingetreden De cijfers van den tuinbouwexport over de eerste drie maanden van dit jaar ge ven een belangrijke verbetering te zien bij 't vorig jaar. Waar in de eerste drie maanden van '37 voor een waarde van 3.178.000 aan tuin bouwproducten werd geëxporteerd, be droeg deze thans niet minder dan 6.452.000, dus meer dan het dubbele. Daarbij doet zich het feit voor, dat de geëxporteerde hoeveelheid daalde, n.l. van 82.239.000 kilo in het vorig jaar tot 67.016.000 kilo in de eerste drie maanden van dit jaar. Dit wordt voor een groot deel veroor zaakt door den geringeren uitvoer van uien, van welk product de voorraad in deze drie maanden niet groot was. Terwijl het vorig jaar 58 millioen» kilo uien werd geëxporteerd, bedroeg die hoe veelheid nu slechts 23 millioen kilo, waar bij echter de waarde belangrijk is geste gen. Naar Duitschland kon thans belangrijk meer worden geëxporteerd dan het vorig jaar, de waarde bedroeg nu 1.848.000 tegen 742.000 in het eerste kwartaal van 1937. Ook de export naar België en naar Zweden nam toe. Ook Engeland geeft, wat betreft onzen export, een gunstiger beeld te zien; de to tale waarde beliep nu 3.172.000 tegen 1.773.000 in het voorgaande jaar. •De totale exportwaarde in het eerste kwartaal is sinds 1930 nog niet zoo hoog geweest. TUINBOUWSTEVN. Weder 215.000 voor een aantal producten. De Minister van Economische Zaken heeft besloten uit het Landbouw-Crisis- fonds aan hen, die als teler van gewassen van den tuinbouw zijn aangesloten bij de Stichting Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale, gevestigd te 's-Gravenhage, en op den dag der uitkeering geacht kun nen worden hun bedrijf alsnog uit te oefe nen, steun te verleenen tot een bedrag van ten hoogste ƒ215.000. Steun wordt verleend over de hoeveel heden van de hierna vermelde rechtmatig geteelde producten, welke door de telers over een erkende veiling of veilinghou der zijn verhandeld, tot de daarbij vermel de bedragen per eenheid. Steun bedrag Product Periode p. 100 K.G. Blauwe druiven 15 Nov31 Dec. 5.55 Pronkboonen 13 Sept.17 Oct. 0.70 Savoye kool 23'Aug.31 Dec. „0.40 Gele bewaarkool 15 Nov.31 Dec. 0.95 Witte be waarkool 15 Nov.31 Dec. „0.15 Prei 30 Aug.31 Dec. 0.50 cQr.oeren 30 Aug.31 Dec. 0.30 BELASTINGVERHOOGING TE HAARLEM. Opcenten personeel belasting van 185 op 195. Naar het „Hbld." verneemt, heeft de mi nister van Financiën, in overleg met den Minister van Binnenlandsche Zaken, be paald, dat de opcenten op de personeele be lasting te Haarlem voorloopig zullen wor den gesteld op 195. Het aantal opcenten is op de begrooting aangegeven op 185. De begrooting voor 1938 wijst een tekort aan van 1.067.259, dat gedekt moet wor den door een extra bijdrage uit het Werk- loosheidssubsidiefonds van 583.661 en een belastingbijdrage van ƒ483.634. Belasting- verhooging wordt daarom door de regee ring noodzakelijk geacht. BELASTINGVERHOOGING TE UTRECHT. De Utrechtsche gemeenteraad heeft een voorstel van B. en W..tot verhooging van de opcenten op de gemeentefond^belasting van 65 op 75 z.h.s. aanvaard. Dr. J. R. Katz. t Op 57-jarigen leeftijd is te Brookline, in Massachusetts, U. S. A., overleden dr. J. R. Katz, in leven o.a. privaat-docent aan de gemeentelijke Universiteit van Amster dam. CONFLICT IN DE HARINGVISSCHERIJ. Vruchtelooze bemiddeling. Gisteren heeft op het Departement van Sociale Zaken een bespreking plaats gehad met den rijksbemiddelaar prof .mr. A. C. Josephus Jitta over de moeilijkheden in de haringvisschery in Scheveningen, Katwijk en Vlaardingen. Deze bespreking heeft geen resultaat op geleverd. WERKKAMP „VREDESTEYN" TE EGMOND BINNEN Op Maandag 9 Mei begint het volgende achtweeksche kamp voor jeugdige werk- loozen. Deelname is geheel kosteloos; gegadig den moeten echter minstens 16, en ten hoogste 24 jaar zijn. Aanmelding bij de plaatselijke Commis sie voor jeugdwerkloozenzorg of de bestu ren der jeugd-standsorganisaties, welke in stanties de candidaten kunnen opgeven op het gebruikelijk formulier aan de Dioce sane Commissie voor jeugd werkloozenzorg, Stadhouderskade 55 te Amsterdam. BOTERHNOTEERING De commissienoteering voor Nederland sche boter is vastgesteld op 89 cent per K.G. BOTERHEFFING Wij vernemen van bevoegde zijde, dat het bedrag van de heffing en dz steunuit- keering op boter, behoudens tusschentijd- sche wijziging, voor de week van 21 tot 28 April is vastgesteld op 45 cent per K.G. Door de Koorleden van het koor van de Vrije Gemeente Amsterdam werd het ini tiatief genomen tot het oprichten van een eenvoudig gedenkteeken op het graf van hun, kort geleden, overleden dirigent An ton Tierie. Daar de heer Tierie vele jaren, op zoo voortreffelijke wijze het Leidsche Toon kunstkoor gedirigeerd heeft, werd door het Amsterdamsche koor aangenomen, dat ook onder de Leidenaars, die vroeger deel uit maakten van het Leidsche Toonkunstkoor, velen zouden zijn, die gaarne zouden wil len bijdragen tot het slagen van het ge noemde plan. Nu de afdeeling Leiden van de Maat schappij tot Bevordering der Toonkunst tij delijk opgehouden heeft te bestaan, en het moeilijk is ieder persoonlijk te bereiken, verzocht men mij een beroep te doen op uw welwillendheid, om door middel van uw veelgelezen blad te trachten aan bo venomschreven vraag bekendheid te ge ven. Elke bydrage is welkom en zal gaarne in ontvangst worden genomen door het vroegere bestuurslid, den heer N. J. Brou wer, Amalia van Solmsstraat 69, te Den Haag, gironummer 47481. Mogen velen, die zich zeker nog de mooie uitvoeringen onder de voortreffelij ke leiding van den heer Tierie zullen herin neren, door een kleine bijdrage blijk geven van hun sympathie voor het door Amster dam ontworpen plan. Mag ik u verzoeken het bovenstaande in uw Blad op te nemen. Bij voorbaat betuig ik u hiervoor mijn dank. Inmiddels teeken ik, met de meeste hoog achting, R. COSMAN— MENDES DA COSTA. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN HET STOKEND GESCHRIJF IN DE „TELEGRAAF". Aan een artikel in de T ij d inzake de Oss-zaak ontleenen we het volgende: „Degenen, die het luidst om een inter pellatie gevraagd hadden, achtten nu het parlementaire geding van nul en geener waarde: een goedkoop succes van den mi nister, een resultaat van Fransche wel sprekendheid. De pers, zoo heette het, nam nu de taak van de volksvertegenwoordi ging over; ze zette de interpellatie voort, met dit onderscheid, dat er niemand ant woordde. De nieuwste van deze pers-charges be slaat een gansche bladzijde van „De Tele graaf". Zij bestaat in een quasi-feitelijk betoog, waarin de rede van den minister stuk voor stuk wordt weerlegd als „in strijd met de feiten". Althans, zoo zegt het de titel; wanneer men echter de ko lommen doorworstelt, zoekt men tever geefs naar één enkele klemmende tegen spraak van 's ministers mededeelingen. Doch dat is blijkbaar ook niet noodig, noch beoogd: beoogt is alleen de sugges tie. Men verwacht blijkbaar van de lezers niet eens, dat zij nauwkeurig en kritisch lezen. De journalist, die hier aan 't woord is en o.a. over de betichte geestelijken zijn beschouwingen ten beste geeft, kent bijv. niet het onderscheid tusschen ordes- en wereldlijke geestelijkheid en noemt de beide pastoors uitdrukkelijk: „de beide re guliere geestelijken". Het is blijkbaar de zelfde ossoloog, die in een vorig sensatie artikel den minister van Justitie „er be leefdelijk op wees" (tot verbazing der strafrechtkundigen) „dat volgens ons gel dend strafrecht zelfs elke burger, wien een strafbaar feit ter oore komt, verplicht is daarvan aangifte te doen". Het komt ons voor, even beleedigend te zijn voor den minister, door zulke onbe voegde pennen te worden bestreden, als voor de lezers, daardoor te worden voor gelicht. Zooals wij zeiden, zijn de „feiten" van „De Telegraaf" onvindbaar; zij bestaan in woordkloverijen. Overigens is het merk waardig, dat het Amsterdamsche groot blad zich nu vrijwel alleen nog maar te gen de haast richt, waarmee de minister zijn maatregel t.a.v. de Ossche brigade heeft getroffen. „Indien hij veertien da gen tijd had genomen aldus de Tel. HET DUURSTE KOOR TER WERELD. De afgevaardigden, die het Duilsche volk in den Rijksdag „koos". Ter gelegenheid van het plebisciet van 10 April Itl. is officieel de nieuwe Rijks dag gekozen. Door „ja" te stemmen gaven de Duitsche onderdanen niet valleen uiting aan hun goedkeuring omtrent de annexa tie van Oostenrijk, maar gaven zij tevens te kennen, dat zij het eens waren met de candidatenlijst van den Rijksdag. Met dat woord „candidaten" is het eigenaardig gesteld, want eigenlek zijn er geen candidaten. Er bestaat wel een lijst m^t 1.717 namen, van Adolf Hitler tot Ernst Zijnen, welke lijst op gesteld is door de Nationaal-Socialis- tische Partij. Uit deze lijst kiest Adolf Hitler diegenen uit, die 'n jaargeld ont vangen van 7.200 Mark en een gratis spoorwegabonnement eerste klas. Maar hij kan ook afgevaardigden kiezen, dio niet op de lijst staan. Alles hangt af van den Führer. Er zijn echter geen anti-nazi-candidaten, en zoo vraagt men zich af, welke waarde er nog gehecht moet worden aan verkiezingen, zooals die in het Derde Rijk gehouden wor den. Wat men tevoren niet weet, is het aantal Rijksdagleden; er komt een afgevaardigde op 60.000 stemmen en aldus zal de nieuwe Rijksdag 813 afgevaardigden tellen. Een grapjas heeft eens gezegd, dat de Rijksdag de duurste zangvereeni- ging van de wereld is. Inderdaad, de afgevaardigden hebben voor hun 7.200 Mark per jaar niets te doen dan een of twee keer per jaar het Horst Wessel- lied te zingen. Er zijn geen regelmatige vergaderingen, geen parlementaire bij eenkomsten, geen debatten. Zij hebben niets anders te doen, dan enkele ma len per jaar naar een redevoering van Hitier te komen luisteren, die anderen zonder salaris door de radio kun nen aanhooren. De laatste vijf jaar heeft geen enkele af gevaardigde meer het woord in den Rijks dag gevoerd, met uitzondering van presi dent Goering die daarvoor dan ook een buitengewoon hoog salaris ontvangt en den Führer. Onnoodig te zeggen, dat bijna alle afgevaardigden beambten zijn van de nationaal-socialistische partij, die op deze wijze een aardig „aanvullend" salaris ont vangen. Sommigen maken tegelijkertijd deel uit van den Pruisischen Staatsraad. Deze raad is sinds drie-en-een-half jaar niet meer bijeengekomen, hoewel de leden een „vergoeding" krijgen van 12.000 Mark per jaar. Als men een Duitscher vraagt: „Wie zijn uw afgevaardigden in den Reichtag?" dan zal hij daarop geen antwoord kunnen ge ven. De candidatenlijst wordt slechts en kele dagen voor de verkiezingen in de „Reichsanzeiger" medegedeeld. De mee6te bladen hebben de namen nog niet. ter ken nis van hun lezers kunnen brengen. Ove rigens is de lijst wel zeer interessant. De Katholieken vinden er de voornaamste Kerkvervolgers in, talrijke leiders van het Germaansche nieuw-heidendom. Menschen als Alfred Rosenberg, Julius Streicher, Adolf Wagner, Baldur von Schirach, dr. Ley en Fritz Waechtler staan bovenaan op de lijst. Wat verder ontdekt men graaf von Reventlow en onderwijsspecialist Bauer uit Munchen, die de fameuze „schoolplebiscie- ten" georganiseerd heeft, waardoor de ka tholieke scholen in Mundhen en Opper- Beieren opgeheven worden. Onder de leden is ook von Papen, die te Berlijn heeft uitgeroepen, toen hij toege juicht werd na de annexatie van Oosten rijk: „Zijt gij tevreden over wat ik in Oos tenrijk gedaan heb?"; er is zelfs een oud afgevaardigde van 't Centrum, dr. Hackels- berger, een groot-industrieel, die in 1933 medegewerkt heeft aan de ontbinding van de laatste Katholieke Partij in Duitsch land. had hij denzelfden maatregel op regel matige wijze kunnen uitvoeren". Vanwaar die haast? Dat is het donkere geheim, waarop nu de sensatie zich moet richten. De „Tel.", die zich zoo heftig tegen den minister richt, levert echter terloops een volledige rechtvaardiging van diens op treden. Evenals het blad destijds in een berijmde verheerlijking van de Ossche ma rechaussee-brigade dichtte: „wij grijpen hier, wij grijpen daar", en daarmee zelf de Ossche methode aan de kaak stelde, levert het ook nu een schildering van de mentaliteit der brigade, welke iedereen de oogen zou moeten openen. De kampioen der Ossche brigade schrijft als volgt: „Er is in de rede van den minister op dit punt een zinswende, die de aandacht verdient en wel die, waarin hij den wachtmeester laat zeggen: „Ik, wachtmeester der Koninklijke mare chaussee, meende dat (n.l. het onder zoek naar de gedragingen der geeste lijken) te moeten doen in het alge meen belang". Men moet zich hierbij goed voorstellen, dat de marechaussee een zeer ruime opdracht hadden. Bij hen leefde het besef, dat zij niet al leen directe misstanden uit den weg moesten ruimen, doch dat zij ook in sterke mate preventief moesten wer ken, dat zij Oss moesten zuiveren in den ruimsten zin van het woord. Bij dit werk ondervonden zij in sterke mate den steun van de Paters Carme- lieten, doch slechts in zeer geringe mate dien van de beide reguliere geestelijken. Dit is de achtergrond van de kwestie: In de hoofden van de ma rechaussee leefde sterk de gedachte: Als Oss op den duur gezond zal moe ten worden, dan moet de geestelijke overheid zoowel als de wereldlijke worden uitgeoefend door zeer hoog staande menschen. Deze gedachten- gang was een gevolg van de opdracht aan de marechaussee gegeven". Men kan geen duidelijker omschrijving verlangen van de beteekenis van 's minis ters opmerking, dat de Ossche brigade „op hol" was. „In sterke mate preventief wer ken", .zuiveren in den ruimsten zin van het woord" is al een zonderlinge omschrij ving van de taak eener politie-brigade in een gemeente. Maar wanneer deze zich dan ook nog ten doel stelt, er over te oor- deelen en ervoor te zorgen, dat „de gees telijke overheid zoowel als de wereldlijke worden uitgeoefend door zeer hoogstaande menschen", dan vraagt men zich af, waar om wij eigenlijk nog ministers en bis schoppen noodig hebben, als er een briga dier aanwezig is. En dat schijnt inderdaad de opvatting van de Tel. te zijn. Desondanks heeft de N. R. Crt. zich niet gegeneerd, de bladzijde van de Tel. vrij wel volledig in haar ochtendblad van he den te reproduceeren. Alle wapenen zijn blijkbaar goed. Op één punt echter heeft de N. R. Crt. van het onderscheidingsver mogen van haar liberale lezers een hooge- ren dunk gehad dan de Tel. van de hare; en in de vrijwel volledige weergave van het Tel.-artikel ontbreekt, merkwaardiger wijze, deze* kleine passage: „In de hoofden van de marechaussee leefde sterk de gedachte: Als Oss op den duur gezond zal moeten worden, dan moet de geestelijke overheid zoo wel als de wereldlijke worden uitge oefend door zeer hoogstaande men schen. Deze gedachtengang was een gevolg van de opdracht aan de mare chaussee gegeven". Inderdaad, de liberale lezer zou zéér sla perig moeten zijn om hiervan niet te schrikken, en niet schielijk te begrijpen, dat de onmogelijkheid van zulk®een op dracht evenzeer in het oog sprint als het feit, dat deze „sterke gedachte" het in grijpen van den minister overvloedig mo tiveert. Met zijn, blijkbaar zeer deskundige, beschrijving van de opvattingen der Os sche brigade heeft de Tel.-schrijver dan ook, ongewild, het optreden van Justitie krachtig verdedigd. Bepalingen der Gratis-Ongevallenverzekering voor de abonné's van „De Leidsche Courant". Elke aponné van „De Leidsche Courant", die zijn abonnementsgeld tijdig heeft vol daan is verzekerd voor een bedrag van 300.— tegen een hem (haar) overkomend ongeval, dat de eenige en rechtstrceksche oorzaak is van den dood van de(n) abonné, hetzij onmiddellijk of binnen 14 dagen na den datum van het ongeval. Dit bedrag zal ten spoedigste aan zijn of haar nage laten betrekkingen worden uitgekeerd. Onder nagelaten betrekkingen worden verstaan en zullen achtereenvolgens tot het ontvangen der uitkeering gerechtigd zijn: le. de echtgenoot(e); 2e. kinderen; 3e. de ouders; 4e. de stiefouders of (zoo deze ontbreken)) de grootouders, of (zoo ook deze ontbreken) de schoonouders, wier kostwinner de overledene was; 5e. de broe ders en zusters wier kostwinner de over ledene was. Onder kostwinner wordt verstaan hij of zjj, die tenminste een derde van zijn of haar verdiensten geregeld uitkeert aan de(n) persoon of personen, die hij of zy bij het levensonderhoud te hulp komt. Onder verzekerde abonné wordt ver staan zoodanige persoon, welke niet jon ger is dan zeventien (17) jaar en niet ouder dan vijf en zestig (65) jaar. Er bestaat geen recht op uitkeering: a. Wanneer de verzekerde abonné tijdens het plaatsvinden van het ongeval verkeer de in staat van krankzinnigheid of ver standsverbijstering, onder den invloed was van overprikkeling of van bedwelmende dranken; of den krijgsdienst te water of te land uitoefende in tijd van oorlog, burger lijke twisten of oproer, of wel zich buiten Europa bevond, of wanneer de verzekerde abonné tijdens het ongeval op een vis- schers-, Marine- of ander vaartuig varen de was buitengaats, op de Zeeuwsche of Zuid-Hollandsche stroomen, of op de Zui derzee; of wanneer de verzekerde abonné zich tijdens het ongeval bezig hield met de bereiding, verwerking of vervoer van buskruit, schietkatoen, naphta, dynamiet of andere licht ontvlam- of ontplofbare stoffen of daarbij desbewust tegenwoordig was. b. Voor personen, bezigheden verrich tende, waaraan bijzonder gevaar verbon den is, zooals: luchtreizigers, acrobaten, circusrijders en dergelijke waagstukken uitvoerende personen, indien het ongeval ontstaat tijdens de uitoefening van hun be roep of de daarmede gepaard gaande bezig heden; of voor krankzinnige, lamme, hard- hoorige, sterk bijziende, aan duizeling, hartgebrek of vallende ziekte lijdende per sonen of voor hen, die een beroerte gehad hebben. c. Indien het ongeval het gevolg is: van het gebruikmaken van voertuigen met mechanische kracht van het deelnemen aan wedstrijden of weddenschappen van welken aard ook; van een lichaamsgebrek; van een ziekte of kwaal; van zelfvermin king, zelfmoord of poging daartoe; van tweegevecht of vechtpartij, waarbij de ver zekerde betrokken was; van handelingen in strijd met wetten, verordeningen, Konink lijke besluiten of voorschriften van Spoor weg- tram-, boot- en dergelijke onderne mingen voor personenvervoer, van verre gaande roekeloosheid of het zich moedwil lig of onnoodig blootstellen aan eenig ge vaar door de(n) verzekerde(n) abonné. d. Ongevallen door of bij baden, zwem men, benevens watertochten, zonder bege leiding van een ervaren bootsman zijn al leen dan onder de verzekering begrepen als het bewijs wordt geleverl, dat de dood rechtstreeks is veroorzaakt door een plot selinge geweldadige inwerking van uit wendig geweld op het lichaam van de(n) verzekerde (niet b.v. door beroerte, kram pen, enz.) Daarenboven geeft verdrinken in binnenwateren, rivieren of meeren al leen dan recht op uitkeering, wanneer on der meer bewezen wordt op welke wijze de verzekerde is te water geraakt. Het vinden van een persoon (lichaam) in het water zonder meer wordt niet als een bewijs van een ongeval aangemerkt. Het recht op uitkeering blijft bestaan wanneer de dood een gevolg is van recht matige verdediging van eigen of eens an ders lijf of poging tot redding van personen Is een verzekerde een ongeval overko men, dan is degene, die op uitkeering rech ten wil doen gelden, verplicht zoo spoedig mogelijk uiterlijk binnen driemaal 24 uren na den dood (Zondagen en Katholieke Feestdagen die als Zondagen gevierd wor den niet medegerekend), hiervan mede- deeling te doen met opgave van getuigen, die bij het ongeval tegenwoordig waren, dus eventueel binnen 17 dagen na het ongeval, aan de Directie van „De Leidsche Courant". Is een verzekerde een ongeval overko men, dan moet zoo spoedig mogelijk ge nees- of heelkundige hulp worden inge roepen, om naar gelang van zaken den dood of deszelfs oorzaak te constateeren of wel om de(n) getroffene te behandelen, ui het laatste geval zal de gewonde verplicht zijn zich geheel naar de voorschriften van den geneesheer te gedragen en zich, indien dit noodig geoordeeld wordt, in een zieken huis te begeven, zullende geene uitkeering verschuldigd zijn indien door het niet tijdig inroepen van genees- of heelkundige hulp of het niet opvolgen van voorschriften van den geneesheer nadeelige gevolgen voor de(n) patiën ontstaan. Zij die eenig recht op schadevergoeding willen doen gelden, zijn op straffe van het te niet gaan hunner rechten verplicht den daartoe door de Directie van „De Leidsche Courant" aan gewezen geneesheer in staat te stellen en zoo noodig de daartoe benoodigde stappen bij de bevoegde autoriteiten te doen om de oorzaak var» den dood te constateeren. Bij niet voldoening aan de verplichting tot kennisgeving binnen den gestelden ter mijn is „De Leidsche Courant" tot geen uitkeering verplicht, tenzij bewezen wordt dat degene(n) die aangifte had (den) be- hooren te doen, daartoe niet in de moge lijkheid was (waren) en hij (zij) evenmin in staat was (waren) die aangifte door een ander te doen geschieden. In zulke gevallen begint de bovenge noemde termijn van drie dagen, zoodra de bedoelde onmogelijkheid opgehouden heeft te bestaan. Onbekendheid met de verzekering of hare voorwaarden gelden niet als onmo gelijkheid van tijdige aangifte. De uitkeeringen geschieden door de Di rectie der „Leidsche Courant" binnen veer tien dagen, nadat het recht op uitkeering bewezen is aan de(n) rechthebbende(n). „De Leidsche Courant" is niet verplicht uitbetalingen te doen, wanneer haar niet wordt verstrekt een extract uit het regis ter van overlijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 11