MARINE MARCHEERT DOOR BATAVIA De begrafenis van den beroemden zanger Chaliapin. Het stoffelijk overschot wordt uit de Russische kerk te Parijs gedragen De gezant van Zuid Afrika, Z. Exc. dr. H. D. van Broekhuizen, is Dinsdag na een verblijf van eenige maanden in zijn geboorteland in de residentie teruggekeerd. De gezant begroet den stationschef Tijdens het bezoek van het Nederlandsch Marine eskader aan Priok, maakte de landings divisie een marsch door de stad. De manschappen trekken door Batavia-Centrum De burgemeester van Ermelo, de heer C. W. T. baron Mackay, heeft Dinsdag afscheid uit zijn functie genomen. Wethouder H. L. Rikkers speldt den scheidenden functionaris de Kon. onderscheiding van Officier in de Orde van Oranje Nassau op. Links: mevrouw mr. F. Mackay Katz Lord Perth, de Engelsche ambassadeur te Rome, teekent in het Palazzo Chigi het Engelsch Italiaansch accoord Aan het bord. In het oude stadhuis in de Hoogstraat te Rotterdam zijn schoolschaakwed- strijden gehouden, waaraan door ongeveer 200 leerlingen werd deelgenomen. Aandacht gedurende een der partijen FEUILLETON VIRGINIA'S KEUZE Naar het Engelscji door THEA BLOEMERS 10) Zij stond stil en hief haar hoofd naar de zon op. Zij sprak tegen haar broer, maar Michael kon haar heldere stem duidelijk verstaan: O, Rickey, als je dit allemaal eens in je boek kon beschrijven! Wat allemaal? Al deze schoonheid, deze vlammende schoonheid! Gebruik je pen als een pen seel, zoodat de bladzijden worden als een prachtig oud schilderij! Haar stem klonk nóg dringender, als in extase: Ons leven is zoo: kleurloos en grijs ge weest. Maar je zou kunnen schrijven over alles, wat we gedroomd hebben, alles wat we gemist hebben. Hij scheen haar te begrijpen. Zooals de oude Florentijnen! Een mo dern schilderij, en toch rijk als oud bro- caat ofof beschilderd Spaansch leder. Virginia's oogen glansden. Zoudenzouden wij het „Vlammen de Schoonheid" kunnen noemen, Rickey? Michael had moeite om een uitroep te on derdrukken. Hij wist wat een goede titel was! Richard ging op een omgevallen boom stam zitten. Het zou misschien wel voldoen. Maar je begrijpt toch wel, dat het mijn boek is en niet het jouwe, Jinny. Hij zei dat zóó pedant, dat Michael hem wel een klap om zijn ooren had willen ge ven. De vlegel! Alsof zijn zusje niet tien keer meer waard was dan hij! Maar Vir ginia scheen het niet eens te merken. Natuurlijk is het jouw boek, gaf zij toe en kwam naast hem zitten. Toen keken ze zwijgend naar de wegstervende zonne- pracht. Virginia hield ontzettend veel van haar jongeren broer, niettegenstaande zijn egois me. Zij begreep hem misschien beter dan wie ook. Haar liefde voor hem was als die van een moeder, zij vergaf hem alles, en vroeg niets. Even later begon zij over zijn toekomst te spreken. Vader heeft altijd teveel in het verle den geleefd. Maar wij zijn van dezen tijd en wij hebben nog een heel leven voor ons. Ik heb een gevoel alsof wij ons op een schip bevinden, dat ons naar een onbekend land brengt. O, ik hoop, dat het nieuwe leven een succes wordt! De stem van den jongen klonk wrevilig. Ik weet zeker, dat ik succes zal heb ben, als ik maar eenmaal vrij ben. De zon was onder den horizon gezakt. De lucht was van die broze glashelderheid, die herfstavonden hebben tusschen zons ondergang en schemering. Virginia stond op. Het is al laat, Rickey. We moeten gaan. Toen ze langs Michael's schuilplaats kwa men hoorde hij haar zeggen: Hoeveel geld heeft Grogan je gege ven? Duizend dollar in contanten. O, waar is het? Rickey klopte op zijn jasje. Hier. Rickey, je moet niet zoo veel geld bij je dragen! Het was al te laat om het naar de bank te brengen. Als we thuis zijn, moet je het maar dadelijk op een veilige plaats opbergen. Ik ben geen klein kind, Jinny. Hun stemmen klonken zwakker en zwak ker. Het schemerde reeds, en een enkele ster blonk aan den nog lichte n hemel. Plotseling hoorde Michael naast zich een geluid, dat niet veroorzaakt werd door den wind of door een laten vogel. Hij zag een man opstaan uit een platte schuit, die tus schen het riet verscholen lag. De donke re gestalte stapte op den oever en volgde het pad dat Virginia en haar broer had den genomen. Het kwam Virginia voor, dat hij hen achtervolgdehad hij ook ge hoord, dat Richard al dat geld bij zich droeg? Michael sprong op. Toen hij eveneens het pad koos, zag hij de gouden schijf van de maan boven den horizon stijgen. Het boschje was al donker, maar toen hij het verliet zag hij de twee Farquhars lang zaam over het veld verder loopen. Terwijl hij keek, gingen ze juist een tweede bosch je in en meteen zag hij den man achter hen te voorschijn komen. Michael schreeuw de een waarcshuwing. Op dien kreet draai de Rickey zich om en greep zijn aanvaller beet. Zij worstelden en Michael kwam juist op tijd om Rickey te hooren zeggen: 't Is Lute Carney maar. Nou, hoe denk je er over; vroeg de man op beleedigenden toon: Rickey lachte gedwongen. 'k Zal je maar weer laten gaan. Dat is geen geval, kwam Michael tus- schenbeide. Hij is dronken, zei Rickey. Hij zou ons niets gedaan hebben. Hij wist, dat u geld had. Ik zeg u, dat hij dronken is. Lute is geen struikroover. Laat hem niet gaan, laat hem niet gaan, zei Virginia heel zacht tegen Mi chael. Jinny. Dit zijn mijn zaken, verklaar de haar broer scherp. Ik kan wel voor me zelf zorgen. O! Virginia draaide zich mismoedig om en liep met Michael door. Wat bedoelt uw broer daarmee? vroeg hij. Vraag het me niet.... Als ik u kan helpen. Dat kunt u niet. Michael stond stil en keek naar de beide mannen. Is het wel veilig om ze alleen te la ten? Rickey wil niet, dat wij ons er in men gen. Ik geloof, dat hij een groote domheid begaat. Mr. McMillan, herinnert u zich het verhaal van de lepels? Virginia sprak snel en nerveus. Hoe die Richard Farquhar speelde en dronk, en dat sindsdien elke ge neratie een speenden en drinkenden Far quhar telt? Dat klonk heel romantisch maar in werkelijkheid is het een afschuwelijke gedachte. Daarom is het vooral, dat ik Rickey hier van dan wil hebben. Hij speelt met een paar oudere kerels hier uit de stadLute is er één van en hij heeft een verschrikkelijken invloed op Rickey. Hij zag, dat het haar bijna te machtig werd. Is er iets, dat ik doen kan? Laa't mij uw vriend zijn. Zij aarzelde en zei toen heel zacht: Hoe kunt u mijn vriend willen zijn? Terwijl u mij zoo onkiesch heb behandeld. Hij stond stil en keek haar verwonderd Wat helb ik gedaan? Waarom hebt u de kandelaars ge kocht, terwijl u wist, dat ik ze zoo graag zelf wilde houden? Ik heb ze juist gekocht om ze voor u te redden. Begrijpt u dan niet, dat ze aan den meestbiedende zouden zijn gekomen, nu ze eenmaal op de veiling waren? En ik wist, dat u ze aan niemand wilde afstaan. Ze zijn weer van u, als u ze wilt aanne men. Ze haalde diep adem. O, wat ben ik daar blij om! Als u eens wist, wat ik allemaal voor leelijks van u gedacht heb! Ze lachten nu allebei, gelukkig als twee menschen die elkaar gevonden hebben. Maar zij zwegen toen zij Rickey op zich toe zagen komen. Lute at alweer uit mijn hand, zei hij met iets blufferigs in zijn stem. Hy was zoo dronken als een Turk. Toch een gevaarlijk soort vriend, lijkt hij mij, merkte Michael op. Rickey vatte vlam. Hij is mijn vriend niet, hij Is geen gentleman! O, ik begrijp 't, zei Michael droogjes. Trouwens, ik begrijp niet waar u zich mee bemoeit. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5