2 AANBIEDINGEN VROOM DREESMANN Roosevelt strijdt tegen de malaise yROOj POUT ..OUD PAPIER" Hij vraagt een crediet van anderhalt millard Katholieke Filmkeuring FAILLISSEMENTEN Nieuwe uitgaven Shawls Corsages Kraagjes xgr Waarom zou li meer betalen VEENENDAAL's Naaimachinehuis SPECIAAL VOOR PASCHEN -|45 50 75 95 LEIDEN RUSTIG.... Adverteert in dit blad 20 Apt*. LIEFDEWERK VRIJDAG 15 APRIL 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Speciale boodschap aan het Congres HEI WERKVERSCHAFFINGSPROGRAM. In een speciale boodschap aan het Con gres heeft president Roosevelt aanbevolen een crediet van anderhalf milliard dollar beschikbaar te stellen voor de steunbu- reaux. Een en een kwart milliard van dit crediet zou besteed moeten worden voor een werkverschaffingsprogram in de eerste ïeven maanden van het belastingjaar, de rest zou moeten dienen voor steun aan den landbouw en nationale jeugdorganisaties, benevens het z.g.n. Civilian, Conservation Corps. In het vervolg van zijn boodschap over den tegenwoordigen achteruitgang in de zakenwereld beval Roosevelt aan over te gaan tot onmiddellijke ontdooiing van aan vullende bankmiddelen tot een totaal van ruim 2 milliard dollar door desterilisatie van bij benadering y, milliard dollar goud en door vermindering van de reserve- eischen der banken met ongeveer 75 mil- lioen dollar. Voorts bepleit Roosevelt hervatting van uitgaven voor openbare werken tot een be drag van bijna twee milliard dollar, die binnen 12 of 18 maanden moeten worden uitgegeven. Roosevelt beschreef dit deel van zijn program als van vitaal belang en stelde voor de regeering machtiging te verleenen tot het besteden van een bedrag, groot 450 millioen, voor rechtstreeksche credieten aan staten en gemeenten en tot het i~*n=»n van een milliard zonder interest ten behoe ve van plannen voor openbare werken. Te vens vroeg Roosevelt machtiging tot het uitgeven van 300 millioen dollar voor het opruimen van krotwoningen en plannen voor huizenbouw, 100 millioen voor wegen aanleg en 62 millioen voor den bouw van regeeringsgebouwen en regularisatiewer- ken langs de rivieren. Volgens de ramingen in Roosevelt's bood schap zullen in de eerstvolgende 18 maan den de totale hersteluitgaven 3.462.000.000 dollar bedragen, met inbegrip van 950 mil lioen aflosbare leeningen, doch ongerekend de twee milliard, die liquide zullen worden gemaakt door het in het verkeer brengen van goud en het liquide maken van bank- reserves. De anderhalf milliard, waarvoor de Re- construction Finance Corporation onlangs machtiging heeft verleend tot het leenen aan de nijverheid, zijn evenmin bij de her steluitgaven inbegrepen. Roosevelt legde er opnieuw den nadruk op, dat het herstel vergezeld moet gaan van een hervorming in regeerings- en handelspraktijk. Tot de noodzakelijke hervormingen behooren vol gens Roosevelt opheffing van belastingvrij dom voor regeeringsobligaties, wijziging van de Inkomstenbelasting, terwijl de vraagstukken van monopoliebedrijven en prijsvaststeiiing bestudeerd moeten wor den. Roosevelt schreef den achteruitgang in het bedrijfsleven in groote mate toe aan zekere hooest on?ewenschte gebruiken, on der meer inflatieprijzen en overproductie els gevolg van vrees voor inflatie, stakin gen en oorlog, hetgeen tot resultaat heeft een herhaling op kleine schaal van wat tus- schen 1927 en 1929 gebeurd is. Wij lijden thans aan onderconsumptie en de voor dit voorjaar verwachte toeneming van de vraag naar arbeidskrachten verloopt niet vlot genoeg om een economisch herstel te bewerkstelligen. Roosevelt voegde hier aan toe, dat het onbetwistbaar is, dat het nationale inkomen, dat in 1937 6.800.000.0UU dollar heeft bedragen, thans is gedaald tot ongeveer 5.6000.000.000 dollar. Hij wensch- te er den nadruk op te leggen, dat hij niet gelooft, dat een toereikende vermeerdering van het nationale inkomen alleen zou kun nen worden verkregen door beleggen, lee nen of uitgeven van openbare fondsen. In het Amerikaansche economische leven is het van groot belang, dat de middelen van particulieren gebruikt worden en allen er kennen, dat dergelijke fondsen recht hebben op behoorlijke opbrengst. ROOSEVELT HOUDT „PRAATJE AAN DEN HAARD". In een z.g. „praatje aan den haard", dat hij gewoonlijk met Paschen houdt, en dat per radio verspreid wordt, heeft president Roosevelt het Amerikaansche volk verzocht de krachten te vereenigen, om den economi- schen teruggang der laatste maanden te be dwingen. Zijn aan het Congres gerichte boodschap verklaarde hij hiermede, dat de regeering het Amerikaansche volk in den steek kan laten, nu de particuliere onderne mers er in de laatste maanden niet in ge slaagd zijn den duizenden werkloozen ar beid te verschaffen. Daarna zette Roosevelt uiteen, hoè zeer de regeering er op be dacht is te waken voor den Amerikaan- schen geest, d.i. den democratischen geest, welke de vrijheid van gedachte, van het woord en van de pers huldigt. De-Vereenig- de Staten hebben een rol te vervullen in de voorhoede der democratieën in deze ver warde wereld. De president leverde critiek op de door de groote trusts in het begin van 1937 ver richte overproductie en zeide tot de con clusie te zijn gekomen, dat de burgers en de regeering thans moeten optreden. „Wij lijden onder een gebrek aan verbruik en vraag, welke zijn oorzaak vindt in een ge brek aan koopkracht. Daarom moeten de werkloozen gesteund worden, moet er werk verschaft worden, moet de koopkracht der massa verhoogd en de particuliere onderne mingen door credieten gesteund worden". Voorts weerlegde Roosevelt de bewerin gen, dat hij naar een dictatuur streeft en besloot aldus: „De democratie is uit ver scheidene groote landen verdwenen uit sluitend omdat de volken de onzekerheid, welke geboren is uit de werkloosheid en het zwakke optreden der regeeringen, moe de waren. De vermoeide volken offerden hun vrijheid op in de hoop op brood. De Amerikaansche democratie is in staat zich te handhaven. Het Amerikaansche volk is het eens over de verdediging zijner vrij heden tot eiken prijs. De eerste verdedi gingslinie wordt gevormd door de bescher ming der economische veiligheid. Het eeni- ge bolwerk der vrijheid is een regeering, voldoende sterk am de belangen van het volk te beschermen, en een volk, voldoen de verstandig, om de souvereine controle over zijn regeering te handhaven". Onder dit opschrift schrijft de Maas bode van gisteravond een artikel, dat al dus aanvangt: Er hebben de laatste weken in de katholieke pers eenige schermutselin gen plaats rond het vraagstuk der filmkeuring. Het is onze bedoeling niet, op die schermutselingen zelve in te gaan. Als ooit de onvruchtbaarheid van dagbladpolemiek gebleken is, dan zeker bij deze gelegenheid. Sommi gen redacties schijnt het uiterst moei lijk te vallen, tegenover andere de ge- wenschte objectiviteit in acht te ne men, zonder welke elke zakelijke dis cussie onmogelijk wordt. Inderdaad zoo is het. Over de onvruchtbaarheid van dagblad polemiek, als regelbestaat ook bij ons geen ernstige twijfel. Maar er kunnen omstandigheden zijn, die aan een dagblad een polemiek opdringen. Zulke omstan digheden zijn er naar de meening van het blad zelf nu ook klaarblijkelijk voor de „Maasbode", want het blad gaat, na bovenstaande inleiding, een polemiek voeren met de „Residentiebode."' In haar bestrijding „verweer" noemt de „Residentiebode" haar aanvallen tegen de „Leidsche Courant"! had het Haag- sche blad ter verdediging van zijn systeem inzake film-keuring en film-advertenties zich ook beroepen op de Maasbode. Dat laat onze geachte collega niet op zich zitten. En wy begrijpen dat volko men. De Maasbode schrijft n.l., dat het den vinger zou willen leggen op een wondeplek, die bij de debatten aan het licht kwam, en vervolgt: Wij bedoelen: de opvatting als zou het er niet toe doen, dat verschillende katholieke redacties een of andere film verschillend beoordeelen uit mo reel oogpunt. Deze o.i. volstrekt verkeerde ziens wijze trad bij de gedachtenwisseling een- en andermaal duidelijk naar den voorgrond als gold het eigenlijk de ge woonste zaak ter wereld. Toch is een dergelijk in het onder havige probleem naar onze bescheiden meening niet minder dan fataal; on dermijnend n.l. voor het prestige van de katholieke pers, dat ten zeerste ge diend is bij een zoo groot mogelijke uniformiteit in de moreele keur op film- en tooneelvoorstellingen over geheel de linie. De massa toch van het lezend publiek begeeft zich niet in bespiegelingen over de mogelijkheid van grensgevallen ten deze en de pro- babiliteit van min of meer tegen el kander opbotsende opinies; maar zij constateert zonder meer dat de katholieke journalisten het zelf blijkbaar niet weten en verliest aldus alle vertrouwen in hun voorlichting. Het is juist om deze reden, dat sinds jaar en dag naar een geregelde sa menwerking gestreefd wordt een samenwerking, die in vrijwel alle ge vallen nuttig practisch effect sorteer de tusschen de katholieke redacties en de keuringsinstantie der Katholieke Film Centrale. Het hooge belang, bij een gelijkluidend oordeel over de ethische zijde van een filmbeeld be trokken, deed een compromis aan vaarden, waarmee wy meenden, dat de geheele katholieke pers zich had accoord verklaard. Vandaar dat wij niet zonder be vreemding uit de polemiek der laatste weken tot de ervaring kwamen van het tegendeel. Er zijn blijkbaar redac ties, die zich door bedoeld compromis niet gebonden achten en voor zich de vrijheid voorbehouden, op eigen gelegenheid haar lezers omtrent het filmprogram voor te lichten. Dat wij ons ten dezen ten aanzien van althans één collega niet vergissen, komt hieruitvast te staan, dat deze aan andere redacties verwijt, zich aan dezelfde onregelmatigheid schuldig te maken. Wij bedoelen de redactie van „De Residentiebode." Nu kan het feit, dat een ander ver keerd doet, nimmer een motief vor men, om er dan ook maar neven te peuteren. Doch bovendien zijn wij zoo vrij te beweren, dat hetgeen op dit stuk als argument te berde wordt ge bracht zeker ten aanzien van onze re dactie geen hout snijdt. Er wordt een lange lijst van 53 films overgelegd, ten bewijze, dat ook onze redactie zich aan de K. F. C.- keuring niet pleegt te houden. Van die 53 rolprenten zyn er echter niet min der dan 28, dateerend van vóór het sluiten der overeenkomst tusschen K. F. C. en katholieke pers. Even zoovele getuigen dus van de noodza kelijkheid om tot een uniforme ge dragslijn te geraken; maar die hier eerder a décharge zouden kunnen op geroepen worden. Zoo resten er 25 films, die ons in gebreke zouden moeten stellen. Goed geteld echter zijn er die 25 in totaal 3, zeggen drie, waarbij onze keuring van die der Kath. Film Centrale ern stig afweek, een enkele nuance in leeftijdsgrens daargelaten. Als men bedenkt, dat er sinds de samenwer king met de K.F.C. tot stand kwam pl.m. 1309 groote speelfilms werden gekeurd, dan behoeft dit cijfer 3 toch waarlijk niet te verontrusten! Bovendien en hierop moet de nadruk vallen over alledrie deze films hebben wij onzen lezers moeten adviseeren voor dat ons eenig gege ven van de K. F. C. ten dienste stond! Hier zit nu juist de kneep! Want het gaat er niet om, of er niet hier en daar een geval is te achter halen, waarin afwijking voorkwam, doch om den opzet. Die is bij ons deze: dat wij ons aan het compromis met de K. F. C. wenschen te houden; by onzen collega in Den Haag echter: dat hij dit niet wenscht. Ten aanzien van eenige „medeplich tigheid" ten dezen mag hij op onze redactie geen beroep doen. Het is on ze overtuiging wij herhalen het dat samenwerking op dit punt drin gend noodig is en blijft en dat de re sultaten der overeenkomst (natuurlijk kleven er in de practijk onvolkomen heden aan) niet anders dan gunstig mogen heeten en zeker het offer waard zijn van het min of meer nu en dan conformeeren van eigen inzicht. Met deze opvatting van de Maasbo- d e zijn wij het 't behoeft eigenlijk niet meer gezegd volkomen eens. Ze stemt geheel en al overeen met wat w ij de „Re sidentiebode" meefiden te moeten voor houden. Wij willen hier nog even opmerken, dat deze week, helaas, wéér in de „Residentie bode"' eenige beweringen zijn neergeschre ven over de „Leidsche Courant", welke zacht uitgedruktniet zijn in overeen stemming met de waarheid. Wy denken er nog over, of wy hierop in een volgend nummer onzer courant moeten reageeren. Moeten reageeren voor ons genoegen zullen we 't zéker niet doen. Uitgesproken: H. Kalkhoven, caféhoudster, Stationssin gel 41b, Rotterdam, haar cafébedrijf uit oefenende te Rotterdam, Korte Hoogstraat 1113; cur. mr. J ter Horst, N. Wolders, chauffeur, Rotterdam, Ber- kelstraat, cur. mr. J. Swart. Chr. H. van der Kooij, handelsagent, Rotterdam, Noorderhavenkade 105 c.; cur. mr. H. Schadee. M. van der Vorst, Rotterdam, De Genes- tetstraat, cur. mr. O. H. Sap. J. Soesman, Rotterdam, Vijverhofstraat 155, cur. mr. mej. N. Lissauer. R. S. Weber, uitgever en boekhandelaar, Dr. Pjus Parsch, Can. Reg. S. Aug. Het Jaar des Heeren. Onze weg door het kerkelijk jaar. Voor Nederland bewerkt en aan gevuld met de Heiligen van onze bisdommen door den Rector van de Benedictinessen te Oldenzaal. Tweede deel: Paaschkring. 840 bl2. met 250 tekstillustraties en vignetten. Tweede druk. Uitg. Wed. J. R. van Rossum, Utrecht, 1938. Het mooie werk, hier vroeger al meer malen besproken, is reeds in 150 duizend exemplaren verspreid. Wel een bewijs dat het ,.*»r in" gaat. Verschillende verbete ringen werden aangebracht in dezen tweeden druk. Dit deel werd met 120 bladzijden uitgebreid. Ieder deel is nu zóó ingericht, dat men om een verspron gen Heiligen-feest nooit meer tegelijk naar een ander deel behoeft te grijpen. Het werd aangevuld met talrijke Nederland- sche bijzonderheden en volksgebruiken, zoodat het werk een waarlijk Neder- landsch karakter draagt. Een groote winst is ook, dat voor de H. Schrift gebruik ge maakt mocht worden van de nieuwe „Ca- nisius-vertaling" en van de mooie psalm vertaling van Jansen. De metrische hym nen zijn van Hilarion Thans O.F.M. Zooals we vroeger reeds hebben opge merkt, is dit tweede deel zeker het inte-. ressantste van de drie, vooral ook om de prachtige misformulieren en plechtighe den van de Vastentijd en Goede Week. De soms wat onbegrijpelijke bedoelin gen van den benedictijn Odo Casel, dui ken bijzonder in dit deel in sommige theo rieën naar voren, maar dat zal weinig af breuk doen aan het werk. Die 't niet be merkt, gaat er over heen en die ze kent, gaat ze uit den weg. Een ander ding is wel eens goed om aan te stippen. Parsch wordt nog al eens be schuldigd van overdrijving, van te sugge- reeren naar allerlei verbeteringen, van te veel insisteeren op de devotie der Oude Kerk. Als blijk van bezadigdheid en voor zichtigheid moge daarom gelden, wat P. zelf in de laatste aflevering zegt van „Bi- bel und Liturgie", wanneer hij een terug blik werpt op zijn nu jarenlange volksli- turgische actie, n.l. dat het er maar voor namelijk om gaat om de menschen beter te leeren bidden in den geest der alge- meene Kerk en te samen mét die Kerk en dat zaken, die soms ter loops worden ge zegd omtrent b.v. het verplaatsen van den Paasch-Zaterdagmis naar den Paasch- nacht, of omtrent het feit, dat het Sancto- raal aardig bezig is het Temperaal te ver dringen, (wat inderdaad wel eenigszins het geval is), dat. die zaken soms alleen maar worden gezegd tot noodzakelijk goed begrip van de liturgische vormen. Zulke verbeteringen, P. erkent het zelf, behooren overigens niet tot de volkslitur- gische actie, en moeten door de geleerden worden bekeken, door de leiding der Kerk worden beoordeeld en al of niet aange bracht. Zoeterwoude. ANT BEIJERSBERGEN VAN HENEGOUWEN. Rotterdam, Noordsingel 22, cur. mr. J. de Visser. I. van der Knijff, transportondernemer, Hillegersberg; cur. mr. G. F. C. v. d. Ende. G. Hartman, Maartensdijk, Burg. v. d. Voort van Zijplaan 46; cur. mr. L. F. W. Nix, Utrecht. J. G. van Drie, Utrecht, Bremstraat 71; cur. mr. H. G. V. Hymans. P. Engelen, Utrecht, Amsterdamsche Straatweg 181. cur. mr. J. H. Nieuwenhuis. Willem Marinus van Vlijmen, groenten- handelaar, v.h. zaak drijvende te Amster dam, Molukkenstraat 133, wonende te Am sterdam, Soerabayastraat 55 III; cur. mr. S. A. van Wien. A. Sartori, Amsterdam, Utrechtsche- dwarsstraat 60; cur. mr. H. M. Alvares Correa. Th. Stoelinga, Hilversum, Groest 70; cur. mr. A. Brand. DONKERSTEEG I TEL, 706 ZIET ONZE ETALAGES INDIEN U VOOR *65.- EEN WERELDBEROEMD MERK KAN-KRIJGEN ItSL** Ook op termijnbetaling verkrijgbaar HAARLEMMERSTRAAT 27, TEL. 1511 HOEDEN-AFDEELING moderne dameshoed van genaaid stroo met bloemgarneering, in meerdere kleuren TRICOT-AFDEELING damesonderjurken van charmeuse zijde, met ronde ha!s en schouder banden, met en zonder kantpas Partij 1 Partij 2 Partij 3 kunt gij Uw keus bepa len in een speciaalzaak. Voor de komende feest dagen ontvingen wij een uitgebreide collec tie hoeden, dassen, etc. JAN WESTEN Herenmodes - Leiden Breestr. 147 - Tel. 381. Aanvang nieuwe lessen uitsluitends BREESTR. 89a v. d. Werkplaats: Wertstraat 4 Telet. 4037 Voor het afhalen van E apt er gelieve op te ellen No. 985. Brievenen boodschappen P. J. COLLA LANGE MARE 51

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7