NIEUWE BESLISSING
DE SPELLING
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
GROOTE BLOEMEN
TENTOONSTELLING
De besprekingen
sigarenindustrie.
DINSDAG 12 APRIL 1938
29ste Jaargang No. 9004
S)c £eid&eh£(Sou£a/nt
Telefoon: Redactie 15.
Telefoon: Administratie 935.
Adr. en Abonn.-tarieven lie paf. 1.
Giro 103003. Postbus 11.
Dit nummer bestaat uit vier bladen.
INZAKE
De „N" van De Vries en Te Winkel
blijft gehandhaafd
EEN NIEUWE COMMISSIE EN
HAAR TAAK.
Minister Slotemaker der Bruine doet in
zijn Memorie van Antwoord aan de Eer
ste Kamer mededeeling omtrent de nieuwe
beslissingen van de regeering t. a. v. de
spelling der Nederlandsche taal en de
verdere voornemens ten deze. Hij vat die
als volgt samen:
1. De schrijfwijze, die sinds 1934 voor
de examens geldt, blijft voor zooveel
betreft „e", „o" en „sch" gehandhaafd.
2. Een commissie wordt ingesteld, die
op de basis van het woordbeeld 1934,
1936 zal adviseeren over de schrijf
wijze der woorden, waaromtrent twij
fel bestaat en der aardrijkskundige
namen. Zij adviseert voorts over de-
bastaardwoorden en de samengestel
de woorden.
3. Nadat deze commissie haar advies
ter zake heeft uitgebracht en de re
geering dienaangaande een beslissing
heeft genomen, zal zij de nieuwe
schrijfwijze in de van haar uitgaande
stukken toepassen.
4. In zake geslacht en voornaam
woordelijke aanduidingen zal De Vries
en Te Winkel weder gelden.
5. De bedoelde commissie zal de
vraag onder het oog zien, in hoeverre
in de toekomst op het stuk van ge
slacht en voornaamwoordelijke aan
duiding wijziging wenschelijk zal
blijken.
6. Een wetsontwerp wordt gereed
gemaakt, waardoor de bemoeienis der
regeering met de schrijfwijze der taal
op wettelijke basis zal rusten.
7. Met het nemen der aangegeven
beslissingen heeft de regeering niet
gewacht, totdat de wet zou zijn tot
s*and gekomen, omdat het noodzake
lijk was, onmiddellijk zekerheid te
verschaffen en een vacuum te vermij
den.
8. De Belgische regeering zal een
commissie instellen, die inzake bas
taardwoorden, samengestelde woor
den, geslacht en voornaamwoordelij
ke aanduiding in nauw contact met de
Nederlandsche commissie zal arbeiden,
terwijl zij zich op de hoogte houdt van
hetgeen deze commissie in zake het
woordbeeld verricht.
Het overleg met België.
Dat met betrekking tot een en ander
een intens overleg met België heeft plaats
gegrepen, lag in den aard der zaak, omdat,
gelijk ook in het Voorloopig Verslag wordt
te verstaan gegeven, het voor de kracht
der Nederlandsche taal van groote betee-
kenis is, dat er geen ingrijpende verschillen
bestaan bij het gebruik van die taal op de
verschillende gebieden, waar deze taal
wordt gesproken. Dit geldt van België niet
minder dan van de overzeesche gebieds-
deelen.
De Belgische regeering heeft zich inzake
het woordbeeld hare volledige vrijheid
voorbehouden; zij zou harerzijds verre de
voorkeur gegeven hebben aan een nieuw
onderzoek van het geheele spelling-vraag
stuk. Het strekt de Nederlandsche regee
ring evenwel tot groote voldoening, dat de
Belgische regeering met betrekking tot de
punten, waaromtrent overeenstemming be
staat, tot samenwerking of parallelle wer
king volkomen bereid is. De Belgische re
geering bereidt dan ook de benoeming voor
van een commissie, die in samenstelling
en karakter met de Nederlandsche com
missie parallel zal gaan en wier taak over
eenkomt met de taak der Nederlandsche
commissie inzake de bastaardwoorden enz.,
evenals inzake geslacht en voornaamwoord.
Het ligt in de bedoeling, dat de beide com
missies in regelmatig contact zullen wer
ken. De Belgische commissie zal om bo
vengenoemde reden inzake het woord
beeld geen opdracht ontvangen gelijk aan
die der Nederlandsche commissie. Zij zal
zich echter in opdracht van den Belgi
schen minister op de hoogte houden van
hétgeen terzake door de Nederlandsche
commissie wordt verricht.
Een wetsontwerp op komst.
De regeering is overtuigd, dat een wette
lijke grondslag voor haar bemoeiing met
de schrijfwijze der taal gewenscht is. Zij
bereidt dan ook een wetsontwerp voor,
waarin de Kroon de bevoegdheid ontvangt,
voorschriften te geven met betrekking tot
de schrijfwijze van de Ned. taal en deze
voor bepaaldelijk aan32wezen instanties
verplicht te stellen, waarbij tevens mid
delen worden voorzien om de naleving der
voorschriften te verzekeren. In dit wets
ontwerp, dat ook gelden zal voor de ge-
biedsdeelen over zee, zal tevens de vorming
van een blijvende commissie van advies
worden opgenéfcnen, die de taak der bo
venbedoelde commissie zal kunnen voort
zetten.
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
WEENEN: Nu de overrompeling van
Oostenrijk, de daarop geproclameerde An
schluss en de bekrachtiging achteraf door
de volksstemming achter den rug zijn,
wordt even uitgeblazen. Bürckel, de regis
seur van dit Anschluss-spel, heeft een
Paaschvrede afgekondigd. Alle partij-actie
staat stil tot na de Paaschvacantie, de reor
ganisatie en de gelijkschakeling worden
voor een oogenblik stop gezet. De Oosten
rijkers hebben nu even gelegenheid om
van hun feestroes te bekomen en zullen
zich weldra kunnen realiseeren, wat de
Anschluss nu in werkelijkheid voor hèn
beteekent.
PARIJS: Het nieuwe ministerie van Da-
ladier zal zich reeds vanmiddag aan de
Kamers voorstellen. De socialisten zuLen
dus reeds nu gedwongen worden, hun hou
ding te bepalen. Verwacht wordt, dat zij
een afwachtende houding zullen aanne
men en zich van stemming zullen onthou
den.
HANK AU: Volgens de berichten uit Chi
na welke door de Japanners niet wor
den tegengesproken en dus als in hoofd
zaak juist moeten worden aangemerkt
blijven de Chineezen in de meerderheid
na de overwinning van Taiertsjwang. De
Japanneezen worden op verschillende pun
ten teruggedrongen. De uitwerking van
dit Chineesche succes is moeilijk te over
schatten. Vooreerst herleeft het zelfver
trouwen bij de Chineezen en vervolgens
maakt zich een gevoel van depressie mees
ter van de Japanners. Het Chineesche avon
tuur kost hun schatten gelds en het is de
vraag of het land die krachtsinspanning
zal kunnen of willen volhouden.
Minister Slotemaker verdedigt zich
Onderwijs-politiek der Regeering
uiteengezet
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer van den minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
betreffende de begrooting voor 1938 van
zijn departement, wordt o.rn. hét vol
gende gezegd
De mededeeling in het Voorloopig Ver
slag, dat in sterke mate betwijfeld moet
worden, of de resultaten van het door den
minister ingestelde onderzoek naar ver
schillende onderwerpen van veel beteeke-
nis zullen zijn, zou indien zij niet voor
barig en ongefundeerd genoemd moet wor
den slechts gemotiveerd kunnen heeten,
indien juist ware, dat de voorafgaande
ambtsperiode van den minister min vrucht
baar geweest is, gelijk sommige leden stel
len. De stelling is echter met algemeen be
kende feiten in strijd.
In een periode van ongeveer twee jaar
verscheidene leden vestigen daarop te
recht de aandacht zijn een vijftal wetten
tot stand gekomen. Bij deze wetten zijn
twee onderwerpen in geding bezuiniging
en concentratie wier neteligheid alge
meen bekend is; in twee wetten een onder
werp het economisch onderwijs waar
mede regeering en Staten-Generaal sinds
1921 zijn bezig geweest zonder dat eenig
resultaat bereikt werd.
Bovendien lette men' op een aantal Alge-
meene Maatregelen van. Bestuur, die tot
stand gekomen zijn en waarvan de voorbe
reiding ten deele zeer tijdroovend is. Op 18
Februari 1938 is een wetsontwerp inzake
de onderwijzers-opleiding ingediend.
Het verwijt van fragmentarisme vermag
den minister niet al te zeer te treffen.
Sommige leden vreezen, dat gelijk in het
verleden zoo ook in de toekomst het beleid
van den minister „bij voortduring neder
waarts gericht" zal zijn. Bedoeld is blijk
baar, dat naar de overtuiging van den mi
nister bij een op breed terrein onvermijde
lijke bezuiniging ook de begrooting van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen haar
aandeel in deze bezuiniging moet dragen.
Niettemin stelde de minister er prijs
op te verklaren, dat en waarom hij
juist vanwege de paedagogische en cul-
tureele belangen, die hem zijn toever
trouwd, de budgetaire politiek der re
geering juist acht.
Het onvermijdelijke.
In venband met het feit, dat geen gelden
beschikbaar gesteld een standpunt,
ring der leerlingensehaal, vragen een aan
tal leden, waarom dan andere ministers,
met name die van Sociale Zaken, van Eco
nomische Zaken en van Koloniën, geen ver-
geefsch beroep op het Kabinet hebben ge
daan.
Noemt men de begrooting van Sociale
zaken, dan moet men daarbij herinneren
aan de toezegging in de Troonrede, dat
„voor hetgeen op economisch-sociaal ter
rein onvermijdelijk is", geld zou worden
beschikbaar gesteld een s tandpunt,
waarmede de minister zich geheel ver-
eenigd heeft maar dat o.a. verbetering
van de ouderdomsvoorziening en het vol
doen aan bepaalde wenschen inzake de
steunregeling niet tot dit „onvermijdelijke"
is gerekend, evenmin als de verbetering
van de leerlingensehaal. De begrooting van
Koloniën is ruim 11 millioen lager dan ten
vorigen jare. De begrooting van Economi
sche Zaken is ruim 4 millioen lager dan ten
vorigen jare. Een nadere analyse wijst aan,
dat de verhoogingen, die naast zeer belang
rijke verlagingen zijn aangebracht, op de
begrooting van Onderwijs, K. en W. verge
lijkbare posten naast zich vinden.
Een nadere overweging van het
vraagstuk van de financieele verhou
ding van het Rijk tot het bijzonder on
derwijs zou volgens een aantal leden
redelijk zijn en geheel in de lijn van
van het beleid van het Kabinet, dat in
de Troonrede is aangegeven.
De minister is overtuigd, dat het be
doelde vraagstuk, zoolang geen be
langrijke verbetering in den financi-
eelen toestand intreedt, in geen enke
len vorm aan de orde dient te komen.
Een voorziening in den trant van art. 102
der lager-onderwijswet zou voor het voor
bereidend onderwijs, zoowel openbaar als
bijzonder, een regeling eischen inzake de
oprichting van scholen, de gebouwen, de
vakken, de bevoegdheden, het leerplan, de
legeling van schooltijden en vacanties in
begrepen, het toezicht enz. De minister
acht het ongewenscht, reeds voor het voor
bereidend onderwijs een dergelijk samen
stel van bepalingen in het leven te roepen.
De geschiedenis der onderwijswetgeving
heeft den minister door haar positieve en
meer nog door haar negatieve resultaten,
in een reeks van jaren geoogst, wel ge
leerd, dat een al-omvattende herziening
der onderwijswetten in onderling verband
weinig kans van slagen heeft.
De verdeeling der leerlingen over de in
richtingen van onderwijs is inderdaad niet
geheel bevredigend. Hier ligt naar het
oordeel van den minister veel meer een
taak voor de maatschappij dan voor de
overheid.
Invoering van arbeidsdienst voor jongens
en voor meisjes, ligt niet in het voornemen
van den minister.
Hooger onderwijs.
De minister is niet bereid, waarborgen
te stellen, dat geen bepaalde politieke rich
ting bij het hooger onderwijs worde ge
volgd.
Leerlingensehaal.
Is een voorstel tot wijziging van de leer
lingensehaal voor hét oogenblik niet te
verwachten wel zal de minister zich be
ijveren uitvoering te geven aan zijn op 22
December 1937 -in de Tweede Kamer ver
melde voornemen, om aan artikel 56, 2de
lid, der Lager Onderwijswet een loyale
toepassing te geven.
Destelling in het Voorloop i g
Verslag, dat de werklooze on-
Gboote
BLOEHEN
TENTÖQNSTELIING
'y1 kL' -
boSKGDP
k t/m 30 april,19.30
BEZOEKT
DE
TE BOSKOOP
14-30 APRIL 1938 2560
in de
NOG EENIGE BIJZONDERHEDEN UIT
DE VOORLOOPIGE OVEREENKOMST.
Over de Vrijdagavond bereikte voorloo-
pige afspraak in het sigaren-bedrijf, op
grond waarvan de aangekondigde staking
is opgeschort en waaromtrent wij in het
Avondblad van gisteren reeds een en ander
mededeelden, verneemt het A.N.P. o.m., dat
de loonen als volgt zullen worden gewij
zigd
Voor de sigarenmakers zullen de door-
snee-minimumloonen per week voor siga
ren en kleine sigaren f 20.64 bij normale
werkweek worden, voor senoritas f 19.20.
Voor sorteerders zal het doorsneemini
mumloon bij normale werkweek f 21.60
gaan bedragen.
Voor de sigarenmakers en kleine-siga
renmakers beteekent dat een loonsverhoo-
ging van gemiddeld f 2.25 tot f 2.50 per
week en voor de sorteerders van gemiddeld
ruim f 2 per week.
De loonen der sigarenmakers, werkende
aan gewone sigaren, zullen als volgt wor
den verhoogd
Sigaren in prijsp. 1000 van tot
boven 15 cent f 16.00 f 16.50
van 13, 14 en 15 cent f 15.00 f 15.75
van 11, 12 en 12.5 cent f 14.25 f 15.00
van 9 en 10 cent f 13.25 f 14.25
van 7 en 8 cent f 12.75 f 13.50
van 6 cent f 11.75 f 12.75
van 5 cent f 11.25 f 12.25
van 4 cent f 10.75 f 11.50
van 3 cent f 10.25 f 11.00
Jerwijzers slechts op één wij ze
afdoende ,geholpe n kunnen
worden, n.l. door hun een plaats
te geven in de school, moet
als in strijd met de feiten ver
worpen worden.
Dat het leerlingenaantal in vele school
lokalen in strijd is met art. 23 van het
bouwbesluit en art. 9 der Lager Onderwijs
wet, is een bewering, waarvan de juistheid
niet bewezen is.
Differentieering van het onderwijs op de
lagere school, waarbij rekening wordt ge
houden met den aanleg en de bestemming
eer leerlingen, acht de minister wensche
lijk.
Aan de wederinvoering van de mogelijk
heid om op de gewone lagere school voor
het zevende leerjaar onderwijs in 't Fransch
te geven, zouden genoeg voordeelen vér
bonden zijn, om te zijner tijd wetswijziging
op dit punt in overweging te nemen.
Tuchtmaatregelen.
Aan het verzoek van de leden, die den
minister uitnoodigden zich bereid te ver
klaren om te bevorderen, dat bij wet of
Algemeenen Maatregel van Bestuur worde
vastgesteld, welke maatregelen door den
onderwijzer mogen worden genomen en op
welke wijze ongerechtvaardigd verzet van
de zijde der ouders te dezen zal worden
gestraft, kan hij niet voldoen.
Hulp aan kunstenaars.
In overweging is om bij wijze van proef
uit de opbrengst der zomerpostzegels, die
ditmaal bestemd zal zijn voor opdrachten
op cultureel gebied ter tegemoetkoming in
den huidigen nood der cultureele werkers,
ook eenig bedrag beschikbaar te stellen
voor beoefenaars der litteratuur. De plan
nen dienaangaande hebben nog geen vas
ten vorm aangenomen.
De minister heeft zich reeds eenigen tijd
geleden met zijn ambtgenoot van Defensie
verstaan over de.mogelijkheid om
bij het ontwerpen van de nieuwe
kazernes ook burgerarch i t e c-
te betrekken. Dit voorstel kon in ver
band met den grooten spoed, die betracht
moest worden, niet worden overgenomen.
Wel echter heeft zijn ambtgenoot kunnen
goedvinden eenige algemeen bekende ar
chitecten in te schakelen bij de be
oordeeling van de inmiddels reeds door de
genie tot stand gebrachte on*werpen.
Inderdaad wordt het ongerept voortbe
staan van verschillende in ons land nog
aanwe.\2e kasteelen bedreigd.
Het vraagstuk is op dit oogenblik bij de
rijkscommissie voor de monumentenzorg in
studie.
Het ontwerp eener monumentenwet is bij
den minister nog in overweging.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Paaschvrede in Oostenrijk. (2de blad).
De tegenslag der Japanneezen in China
houdt aan. (2de blad).
Van het Spaansche front weinig nieuws.
(2de blad).
Binnenland
Een nieuwe regeling van de spelling,
waarbij gedeeltelijk wordt teruggekeerd
tot de oude regeling (le blad).
Het aantal werkloozen in het eerste
kwartaal van dit jaar (2e blad).
KERKNIEUWS
HET PROCES IS BEGONNEN.
Melaatschen als getuigen opgeroepen.
Men seint ons uit Honoloeloe, dat ver
schillende personen die Pater Damiaan, de
held van Malokai, persoonlijk hebben ge
kend door de Kerkelijke autoriteiten zijn
opgeroepen om tijdens de eerste zitting van
deze kerkelijke Rechtbank getuigenverkla
ringen af te leggen.
Onder de getuigen die zijn opgeroepen
bevinden zich twee verpleegden uit de me-
laatschenkolonie Kalaupapa: een hunner
was de huisknecht van Pater Damiaan, ter
wijl de andere getuige een vrouw is, die
als kind van 10 jaar Pater Damiaan zeer
goed heeft gekend. Verder zullen worden
gehoord een inlandsche religieuse, Zuster
Elisabeth, die in Honoloeloe werd geboren
en in 1881 voor het eerst naar de melaat-
schenkolonie kwam, alsmede enkele fami
lieleden van Pater Damiaan.
DE MISSIE IN CHINA.
Missionarissen en Zusters verkeeren in
goeden welstand.
Ter geruststelling van de talrijke fa
milieleden van de vele Minderbroeders-
Missionarissen in het Apostolisch Vicariaat
van Luanfu en de Apostolische Prefectuur
Kiangchow in China, wordt aan de „Msb."
medegedeeld, dat ondanks de hevige ge
vechten van de laatste weken alles wel is.
Op het Provincialaat der Minderbroe
ders te Weert werd een telegram ontvan
gen van Mgr. Fortunatus Spruit O.F.M.,
verzonden uit Tientsin, waarin werd mede
gedeeld, dat alle Missionarissen en Zusters
in goeden welstand verkeeren.
BEZOEK VAN DUITSCHE
JOURNALISTEN AAN ^lOEMENIë.
Wekt wantrouwen te Boekarest.
BOEKAREST, 12 April. (A.N.P.) De
officieele aankondiging van het Duitsche
ministerie van propaganda, dat tegen het
einde der maand 50 Duitsche journalisten
naar Roemenië zullen komen om den poli-
tieken en economischen toestand, in het
bijzonder in de door de Duitsche minder
heid bewoonde gebieden, te bestudeeren,
heeft te Boekarest eenige beroering ge
wekt.
Het belangrijke rechtsche orgaan Curen-
tul schrijft o.a.Deze plotselinge sympa
thie verontrust ons. Er zijn bepaalde uitin
gen van nieuwsgierigheid, die de voorbode
vormen van een geheele politiek.
Gaat het om onze petroleum
De Duitsche militaire techniek, die op
motoriseering gericht is, maakt steeds
grootere hoeveelheden petroleum noodig
Het plebisciet is voorbij en von Papen is
raar Ankara gezonden. De Fuehrer kan
thans een nieuwe etappe van zijn werk
ter hand nemen. Dit, aldus het blad, draagt
er niet toe bij om ons genist te stellen.