Mysteries rondom „Vredelust" In vollen galop bij de repetitie voor In de Trèves-zaal van het departement van Waterstaat te Den Haag had Dinsdag de bespreking omtrent De burgemeester van Huizen, de heer J. W. Egberts, tijdens zijn toe- het jaarlijksche militaire feestte Worm- spoorwegkwesties plaats tusschen de Belgische delegatie onder leiding van den minister Marck (4de van spraak tot het lie bataljon van het 16e regiment infanterie, dat Dinsdag wood Scrubs (Eng.) rechts) en minister mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren (3de van rechts) zijn intrek in de hofstede Oud-Bussum heeft genomen 3)e Op Plein 1813 te Den Haag defileerden Dinsdag de grena diers, die van Waalsdorp naar hun nieuwe kazerne, de voor malige H.B.S. aan het Bleyenburg in de residentie verhuisden, voor den brigade-commandant, kolonel A. R. van den Bent Ook het regiment wielrijders te s Hertogenbosch is Dinsdag uitgebreid met een nieuw bataljon. Tijdens de inspectie door de autoriteiten. Op den voorgrond de commandant van het veldleger, luit generaal baron van Voorst tot Voorst De nieuwe garnizoenen zijn Dinsdag door de desbetreffende troepen betrokken. Het 2de bataljon van het regiment jagers bij aankomst te Tilburg tijdens de plechtigheid voor het stadhuis, waarbij de comman dant van het veldleger, luitenant-generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, tegenwoordig was Het 6250 ton metende motor-tankschip -Onoba", bij v. d. Giessen Zn. te Krimpen aan den IJsel voor rekening van de Kon. Shell gebouwd, heeft Dinsdag op de Noordzee proefgevaren, waarna de officieele overdracht plaats vond FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche). door UDO VAN EWOXJD. 38) Dr. Jurrians onderzocht de laden van zijn schrijfbureau en deelde den inspecteur mede, dat, voorzoover hij het in de haast kon vaststellen, slechts een ijzeren kistje met het reeds genoemde bedrag aan geld was ontvreemd. Andere voorwerpen van waarde had hij in deze kamer niet. ,En dat dan?" vroeg Sanders, op een gouden sigarettenétui wijzend, dat op een hoek van het schrijftafelblad lag. „Mij dunkt, dat die koker ook nog wel eenige waarde vertegenwoordigt!" Dr. Jurrians staarde verbaasd naar het voorwerp, dat onmiddellijk de aandacht van den inspecteur had getrokken. Daar na nam hij het op. „Die die is niet van mij", zei hij, het étui bestarend, alsof het een zeldzaam re- liguie was. „Hoe komt dat ding hier in 's hemelsnaam. „Inderdaad, die is niet van u", bevestig de Sanders, die over den schouder van dr. Jurrians heen, het voorwerp eveneens had bekeken. „In den rechterbovenhoek is, als ik mij niet bedrieg, een „L" gegraveerd... De „L" van Leo. Ook de beide rechercheurs waren nader bij gekomen. „De „L" van „Leo"?" herhaalde dr. Jur rians vragend, terwijl hij zich half omkeer de. „Wat beteekent dat?" „Dat waren de laatste woorden van den man, die vanavond van dit toestel opbelde naar het hoofdbureau en die dacht, dat hij met u sprak. Pas op het allerlaatste oogen- blik noemde hij als een soort waarschuwing zijn naam. Mijn naam is L., zei hij, de L. van Leo Hij had ook kunnen zeggen: de L. van Loucheur. „Loucheur? Denk je, dat die Loucheur hier vanavond heeft ingebroken? Wat heeft die vent hier te zoeken?" Sanders gaf echter geen antwoord. Hij staarde eenigen tijd peinzend voor zich uit en haalde daarop plotseling zijn horloge te voorschijn. „Kwart over twaalf 't Is al laat, dok ter, maar ik moet u toch dringend verzoe ken mij nog even tc vergezellen. Ik vrees, dat onze tocht tevergeefs zal zijn, maar dat moeten we riskeeren. Onderweg zal ik u wel meedeelen, wat die L. van Leo mij al lemaal verteld heeft, hoewel het eigenlijk voor u bestemd was. We moeten nu onmid dellijk gaan, anders is het te laat." Hij gaf den beiden rechercheurs opdracht het onderzoek verder alleen voort te zetten en naar eventueele stille getuigen te zoe ken. Met het oog op het nachtelijk uur ried hij hun echter wat spoed te maken. Dr. Jurrians zou den volgenden ochtend nog wel eens nagaan, of er nog meer vermist werd. Dat moest eerst maar eens rustig worden bekeken. Toen de beide mannen de trap afkwa men, werden zij in de gang opgewacht door Bartelink, die hen met een stralend ge zicht ontving. „Bekijkt u die afdrukken eens, inspec teur". zei hij, op een nauw verborgen juich toon. „Komen ze u ook zoo bekend voor? W groep-tweelingslussen met drie hartlij nen Sanders wierp een haastigen blik op de folie, welke zijn ondergeschikte hem voor hield. Daarna nam hij de enveloppe uit den zak, welke hij van iet bureau had mee genomen en die eveneens foliën met vin gerafdrukken bleek te bevatten. Een nauw keurige vergelijking onder een zakloupe overtuigde hem, dat zij zeer veel oyereen- komst vertoonden. „Ik zou haast zeggen, precies eender als die, welke wij op het telefoontoestel in Vredelust hebben gevonden, Bartelink", zei hij, terwijl hij den ander ve.elbeteeke- nend aankeek. „De tweelingslussen zijn bij beiden even duidelijk t~ onderscheiden. De zelfde eilandjes en acht lijnen tusschen het rechter-delta-punt en den rechterarm van de linkerdeltaEn dunkt me geen twijfel mogelijk.... Dat doet onzen man de das om!" „Zoo dacht ik er ook over, inspecteur", antwoordde Bartelink „Dat doet hem de das om!" Verrassend nieuws van het hoofdbureau. Terwijl de politie-auto met dr. Jurrians en inspecteur Sanders koers zette in de richting van het Centraal Station, bracht laatstgenoemde den politie-deskundige verslag uit van het telefonisch onderhoud met den geheimzinnigen L., die waarschijn lijk tot het laatste oogenblik in de overtui ging had verkeerd inderdaad met dr. Jur rians te spreken. „Hebt u er eenig idee van", vroeg San ders, toen hij aan het eind van zijn verhaal was gekomen, „welkt bedoeling deze man, die we nu maar ronduit Loucheur zullen noemen, met dit telefoongesprek heeft ge had en wat hij in zijn schild voert?" „Niet het minst" antwoordde dr. Jur rians, na een korte aarzeling. „Ik ken den man absoluut niet, heb hem zelfs nooit ge zien en ten slotte heb ik voor het eerst van zijn bestaan vernomen door de zaak- Vredelust. De eenige conclusie, waartoe ik, mede in verband met de gevonden vinger afdrukken kan komen, is deze, dat er alle reden is om hem van den moord te verden ken, hoewel ik, eerlijk gezegd, geen flauw idee heb, welk motief hij daarvoor kan hebben gehad." „O, een motief is gemakkelijk genoeg aan te wijzen", meende Sanders. Wat denkt u b.v. van deze lezing: Het onbekende slacht offer laten we hem X noemen heeft er in Parijs op een of andere manier de lucht van gekregen, dat jhr. Ubels gefin geerde hypotheken heeft verstrekt op boer derijen in Noord-Frankrijk. Hij is er ook achter gekomen, dat Loucheur een lid van dezelfde bende internationale chan teurs daarvan een winstgevend zaakje heeft weten te maken en om ook een graantje mee te pikken, begeeft hij zich naar Amsterdam. Misschien heeft hij Lou cheur hierover wel vooruit geschreven en heeft deze hem uitgenoodigd naar Amster dam te komen. Het lijkt hem echter beter, dat zij niet samen worden gezien en daar om schrijft hij X in den Haag den trein te verlaten. Hij zal daar op hem wach ten.... bij het Vredespaleis. Loucheur heeft echter geen medewerkers noodig hij kan het zaakje best alleen opknappen en daarom lokt hij X mee naar Vredelust, waar hij hem eenvoudig van het leven be rooft. „Inderdaad, dat klink zeer aannemelijk", moest dr. Jurrians toegeven. „Was je al zóó ver, toen wij vanavond van villa Vrede lust terug keerden. Je zei daar bij die tramhalte op het Frederiksplein immers op zoo pathetischen toon, dat je den dader vóór de laatste sneeuw verdwenen was, zou hebben ontmaskerd! Of heb je na dien nog het een en ander ontdekt, wat je tot deze reconstructie van het geval aanlei ding heeft gegeven?" Sanders glimlachte eenigszins raadsel achtig. „Wij hebben nadien immers nog de vingerafdrukken gevonden weer een schakel in den keten, die mij nogal be hoorlijk sluitend voorkomt.... Alleen...." „Wat: alleen?" „Neen, dat ben ik het nog niet met me zelf over eens". „Ik weet al wat je zeggen wilde", zei dr. Jurrians triomfantelijk. „Het is je alleen nog maar een raadsel wat Loucheur van avond in mijn huis had te zoeken!" „U raadt het, dokter", bekende Sanders „Gewoonlijk praat ik liever niet over din gen, die mij zelf nog niet geheel duidelijk zijn, maar nu u den spijl er zoo precies op op z'n kop slaat, moet ik het wel toege ven. Wat dunkt u daarvan?" „Misschien vermoedde hij, dat ik bewij zen tegen hem in handen had en dacht hij die door een inbraak in zijn bezit te kun nen krijgen „Maar waarom belde hij u dan op?" Wordt vervolgd I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 12