LEGEROEFENINGEN BIJ OLDEBROEK. Mysteries rondom „Vredelust" Het 25-jarig bestaan van de Vmenwet is Maandag te Den Haag herdacht. Z Exr minister H. van Boeyen tijdens zijn rede. Naast den minister de heeren J. R. Snoeck Henkemans, voorzitter der Alg. Armencommissie en mr. dr. W. G. A. "an Sonsbeeck, commissaris der Koningin in Limburg De Roode Kruis-vlag is geheschen, terwijl de reddingbrigades in Barcelona haar droeven arbeid verrichten temidden der verwoestingen, door de bombardementen aangericht Ter herdenking van den sterfdag van wijlen H. M. de Koningin-Moeder is Maandag door de vereeniging „De Princevlag" een krans gelegd bij haar monument in het Rosarium te Den Haag In de legerplaats bij Oldebroek worden gedurende veertien dagen oefeningen in oorlogsverband gehouden door personeel der lichting 1934, dat voor herhalingsoefeningen onder de wapenen is bij net 1ste en 5de regiment veldartillerie. Geschut op weg naar het „gevechtsterrein" Een bal .erij en smederij te Haaren bij Oisterwijk werden Maandag door feilen brand ver woest. Twee paarden kwamen in de vlammen om. Daar de dorpsbrandweer niets tegen het vuur vermocht, werd de hulp van de Bossche brandweer ingeroepen De schoorsteen der Gem. Electriciteits werken te Tilburg, eertijds de hoogste van Nederland, wordt afgebroken, hetx qeen steen voor stpen moet oeschieden FEUILLETON (Een geval uit de practijk van inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. 31) Mysteries rondom „Vredelust". De avond vereenigde allen, die direct of zijdelings betrokken waren bij den moord op den onbekendenvreemdeling, in de eet kamer van villa „Vredelust". Hoewel van Opweeghen uit eigen beweging zijn gasten in dit vertrek niet zou hebben ontvangen, had hij er toe besloten op uitdrukkelijk ver zoek van Sanders, die het van belang acht te, dat allen juist op de plaats waar het misdrijf had plaats gehad, bijeen waren. En zoo ontving juffrouw Keizer dien avond tegen acht uur dan achtereenvolgens den in specteur der recherche, aan wien zij nog steeds een hartgrondige hekel had. in gezel schap van dr. Jurrians, Bartelink en EmieJ Wils, die speciaal door Sanders geinvi- teerd was, den monteur Hendrik Lampe, die zichtbaar onder den indruk was van deze samenkomst in „Vredelust", waarvan hij slechts de garage en de keuken kende en jhr. Ubels, die hier meermalen onder an dere omstandigheden was geweesi en ziel nu, in dit gemengde gezelschap, waarbi; niet minder dan drie menschen de politie evenmin op zijn gemak voelde. Het wachten was nog op Loucheur, die deze réunie, zij het dan door middel van Sanders, gearrangeerd had en dus eigen lijk als de voornaamste man moest worden beschouwd, zonder wien de bijeenkomst niet kon worden geopend. Juffrouw Keizer, lie straks ook tot de „genoodigden" zou behooren, gaf er de voorkeur aan zich zoo lang mogelijk in haai domein den grooten ouderwetschen keu ken schuil te houden. Als zij den laat ste, die verwacht werd en wiens naam slechts Sanders en Bartelink bekend was, had binnen gelaten, zou ze zich bij de an deren voegen om zich voor de zooveelste maal door dien onsymphatieken politie man te laten uithooren. En onverstandig handelde zij daarmee niet, want in de eetkamer was de stem ming gedrukt. Het eenigenaardige karak tei van deze samenkomst, het besef, dal nog slechts en kek dagen geleden in ditzelf de vertrek een man in koelen bloede was vermoord, de sfeer van wantrouwen, wel ke, ook zonder dat dit onder woorden werd gebracht, duidelijk merkbaar was. dat alles droeg er allerminst toe bij om naar een lan gen duur van dit. eenigszins zonderlinge sa menzijn te verlangen. Van Opweeghen deed als gastheer zyn best om deze vervelende periode van wachten althans dragelijk te maken. Hij presenteerde sigaren en siga retten, vertelde Sanders een verkeersvoor va) uit Parijs, waarvan hij getuige was ge weest en waarbij de politie bijzonder tac tisch was opgetreden, leidde het daarheen dat ten slotte allen aan dit gesprek kon den deelnemen en ook Lampe eenige op merkingen over verkeersproblemen in groote steden ten beste kon geven m-ar de stemming bleef gedrukt. Sanders had reeds een paar maal op zijn horloge gekeken, dat de laatste maal vijf minuten voor half 9 aan wees, dr. Jurrians informeerde fluisterend by den inspecteur, „of die knaap de boel niet voor den gek Iveld", de monteur zoog zwijgend aan een goede sigaret en blies dikke rookwolken in den lichtkring van den kristallen kroon en jhr. Ubels staarde pein zend door de glazen deuren in den donke reri tuin, als verwachtte hij daar den nog steeds ontbrekende onbekend te zuller zien verschijnen. Van Opweeghen besloot, hoewel hij daai mee had willen wachten tot ook de laatste man gearriveerd zou zijn, juffrouw Kei zei om thee te bellen. Het gaf ten minsti weer even afleiding en zou de nerveust sfeer van wachten op iemand di niet scheen te komen en van wiens aanwezig heid toch blijkbaar zooveel afhing, althans eer oogenblik verbreken. Maar juist, toen hij zijn hand naar den eikel onder de lamp uitstak, ging de huisbel. „Eindelijk", „Daa- is hij", „Aha!" De •'erschillende uitroepen r^sp. van Sanders, van Opweeghen en ''r. Jurrians afkomstig, klonken tegelijkertijd. Jhr. Ubels voegde er met een zucht aan toe: „Gelukkig, nu kun nen we eindelijk beginnen!" De sloffende voetstappen van juffrouw Keizer door de lange gang waren in de st- kamer hoorbaar. He» gesprek was plotse ling verstomd. Allen verwachtten spoedig stemmen te zullen hooren en luisterden derhalve ingespannen, maar het bleef stil in de gang. Eindelijk verscheen, na een be scheiden klopje, de jestalte van juffrouw Keizer in de deuropening. In haar rechter hand had zij een brief. „Alstublieft voor meneer Sanders", zei ze, met iets van grenzenlooze minachting. De inspecteur nam het epistei aan. „Wie bracht dat?" vroeg hij. „Weet ik niet", antwoordde de huis houdster koraf. „Hij lag op den grond". „Er werd toch gebeld....?" informeer de van Opweeghen. „Jawel, maar toen ik den brief zag, dachi ik al, dat het daarvoor was en heb ik al leen door het raampje gekeken. Ik zag nie mand. Aller blik was op dit oogenblik op de huishoudster gericht en zoo zagen derhalve ook allen, hoe juffrouw Keizer's alle- daagsch gelaat plotseling verstarde van schrik. Alle kleur was van haar rimpelige wangen geweken, zij opende haar mond, maar vermocht geen woord over haar lip pen te brengen en ten slotte slaagde zij er schijnbaar slechts met groote krachtsin spanning in haar arm op te heffen en daai de tuindeuren te wijzen, waarop haar oogen onafgebroken gevestigd bleven. „Daar. bracht zij er ten slotte met moeite uit, maar nog vóór zij dit woord gesproken had, ke ken allen, die in het vertrek aanwezig wa ren in de aangeduide richting. En op het zelfde oogenblik, dat het stamelend „Daarklonk, sprongen vier mannen tegelijk van hun stoelen, zonder nochtans" recht te beseffen, wat zij de volgende se conde zouden doen. Acht paar oogen staarden slechts in de grootste verbijstering naar de gesloten tuin deuren, waarachter, scherp af d te gen den donkeren achtergrm alte zichtbaar was van een man. ik- bleek gelaat zoo fascineerent op allen, die in het vertrek vereei .ren, dat niemand in staat was onmiddellijk han delend op te treden. Het was dan ook een luguber schouwspel, want het gelaat daar in hun onmiddellijke nabijheid, dat met een trek van doodelijke haat onafgebroken naar één punt in de kamer staarde, terwijl de handen van den man zich tastend langs het raam bewogen, als verwonderde hij zich, dat het glas zijn weg versperde, was onmiskenbaar dat van den vreemdeling, die in ditzelfde vertrek was vermoord. Zelfs het bloed aan de slaap was duidelijk zicht baar en Sanders, wien zulke details onmid dellijk opvielen, stelde terstond vast, dat het dessin van de zijden das hetzelfde was als van die, welke het slachtoffer van den moord had gedragen. De uitwerking van deze, even onverwach te als sinistere verschijning, op hen, die daarvan getuige waren, was zeer verschil lend. Allen staarden naar hetzelfde punt, maar de gelaatsuitdrukkingen liepen zeer uiteen, Sanders en zijn rechercheur, Barte link, keken de spookachtige verschijning buiten doordringend, maar onbewogen aan, de monteur Lampe had iets van intense ver bazing. vermengd met afgrijzen in zijn blik, notaris Ubels, die eveneen van zijn stoel Was opgesprongen, hield zich krampachtig aan de leuning daarvan vast, terwijl de doodschrik op zijn bleek gelaat te lezen stond en van Opweeghen, die zich blijk baar zelfs in dit moment noi de heer des huizes voelde, deed wanhopige pogingen zijn ontzetting meester te worden en handelend op te treden. Dr. Jurrians en Wils leken, naast de beide politiemenschen nog het kalmst. Wel was ook de reporter zichtbaar onder den indruk van het schouwspel, maar zijn gelaat verried geen vrees, evenmin trouwens als dat van dr. J rrians, om wiens lippen zelfs een glimlach speelde Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 16