AAN ONZE ABONNE'S ZATERDAG 12 MAART 1938 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 16 Bioscopen. Luxor De „Ju** 52 is een groote verkeersma- chine van de Deutsche Lufthansa, vlie gende tusschen Tempelhof, Schiphol en Croydon en rondom deze luchtlijn spelen zich geheimzinnige voorvallen af. Zij zou den zich ook elders hebben kunnen voor doen, want het is tenslotte een "historie om geld. De hebzucht speelt er een rol in, maar ook de liefde en die twee elemen ten, die uiterst geschikt 'zijn om het le ven ingewikkeld te maken en dus een prachtig gegeven kunnen opleveren voor een spannende filmhistorie, vliegen heen en weer tusschen Berlijn en Londen. De heele geschiedenis wordt daardoor in let terlijken zin op een hoog niveau gebracht. De toeschouwers trouw'ens ook, want zij hebben de sensatie, alsof zij meevliegen en deel uitmaken van die aantrekkelijke internationale wereld der vliegerij. „Tet mysterie van de Ju 52" is een vlotte, spannende en uitstekend gespeelde film met Willy Fritsch in de hoofdrol. Van grootscher allure is de hoofdfilm na de pauze, welke den titel draagt van „Stjenka Rasin". Dat klinkt Russisch en is het ook inderdaad. Zoo heet n.l. de hetman der Kozakken, ook wel Ataman genoemd, die in de 17e eeuw de onafhan kelijkheid der Kozakken wist te bereiken, ten koste echter van zijn leven. Over deze film ligt de geheimzinnige schemer van het verleden en van de verre oevers van de Wolga. Wij zien glimpen van het hof leven der oude Tsaren en van het drijven en samenzweren der Bojaren. Maar het aangrijpendste is de onderdrukking en de slavernij der Kozakken, wier trotsche rug gen zich moeten krommen onder het juk der Bojaren. Zij komen in opstand onder Stjenka Rasin, doch moeten voor de over macht het onderspit delven. De Tsaar her stelde echter hun vrijheden en rechten. Een prachtige film met al de aantrekke lijkheid van het primitieve leven in de wouden, de steppen en op het water van de wijde Wolga. Een uitgebreid journaal gaat aan dit zeer goede programma vooraf. Casino Een uitvoerig journaal, dat de bezoekers op de hoogte houdt van allerlei binnen- en buitenlandsch gebeuren in de laatste weken, en een teekenfilm vormen het voor-pro gramma voor deze week. Als eerste hoofd film voor de pauze volgt dan de myste rieuze film „Moord op de Huwelijksreis", welke rolprent een aaneenschakeling is van geheimzinnige gebeurtenissen en waarbij verschillende slachtoffers vallen. Het filmverhaal begint met een vliegtuigreis, welke door een heterogeen gezelschap als passagiers wordt meegemaakt. Een hunner wordt tijdens de reis onwel en sterft op ge heimzinnige wijze. Aanvankelijk wordt zijn dood aan hartverlamming toegeschreven, doch een vrouwelijke Amerikaansche de tective denkt er anders over. Zij gaat aan het zoeken, aan het speuren en tezamen met een partner in de detectiverij komt zij tot allerlei verrassende ontdekkingen. Er ge beuren na het geheimzinnig sterfgeval in het vliegtuig nog enkele even geheimzin nige moorden, doch de Amerikaansche de tectives zij mogen dan zoo nu en dan al eens wat gek doen brengen alles tot 'n goede oplossing. James Gleason en Edna Oliever spelen op verdienstelijke wijze de hoofdrollen. Na de pauze het optreden van den ver maarden radiozanger Tino Rossi in de film „Marinella", de grootste succesfilm van den voortreffelij ken zanger. Tino Rossi wordt in deze film, terwijl hij in een amusements gelegenheid aan het schilderen is „ontdekt" op een moment, dat de directie zonder zan ger zit. Natuurlijk moet hij diens plaats innemen en dat hij het op uitstekende wijze doet, daaraan twijfelt niemand, wanneer hij Tino Rossi voor de radio zijn Marinella en andere bekende songs heeft hooren zingen.. Alles bijeen dus een gevarieerd pro gramma, waarvan de toeschouwers kunnen genieten. Lldo. Er zijn films geweest met een onzicht- baren man en een onzichtbare vrouw. Films om eens heerlijk te griezelen. Dan was er een moord gebeurd en de moorde naar was nooit te vinden, omdat hij on zichtbaar was. Men zag wel plotseling een deur openvliegen en stappen, die zich vormden in de sneeuw en 't was eigenlijk een goedkoope sensatie. In de film „Het verliefde spook" gaat het er een beetje an ders naar toe. Niet omdat deze film is ge baseerd op een onzichtbaar echtpaar, in wezen is dat immers hetzelfde, maar om dat van dit gegeven een komische film is gemaakt, een klucht, een aaneenschakeling van nonsensicale dwaasheden. Clark Gable en Constance Beurett is hier Clarck Gable en Constance Bennet is hier 't onzichtbare echtpaar Kerby, die fuivend mijdelijk gebeuren moest met hun wa gen tegen een boom rijden, en prompt over lijden. Op dat moment laat de regisseur beiden nog een beetje voortbestaan, niet in dit leven, niet in de eeuwigheid, maar zoo'n beetje tusschen beiden en met de moge lijkheid onzichtbaar te worden als zij zelf dat wenschen. Dat laatste zou niet nood zakelijk zijn als de materieele vorm niet te veel zou eischen van den vooraad ecco- plasma, welke noodig is om in dien toe stand te blijven. Want zij willen, voordat zjj de eeuwigheid binnenwandelen, eerst toch nog wel een goede daad verrichten en deze bestaat hierin, dat zij den heer Top pen, hun bankdirecteur, die leeft onder de plak van een te lieve vrouw, willen leeren wat van het leven te genieten. Dan begint het feest. Mevrouw Kerby gaat met me neer Topper uit en ontketent schandalen en opschuddingen, omdat zij of haar echt vriend onzichtbaar de auto met meneer er in besturen of omdat in het hotel een de tective het langzaam-aan op zijn zenuwen krijgt, De dwaasheden worden opeenge hoopt en gechargeerd, zoozelfs dat het bijna tot een echtscheiding komt tusschen beide geesten. Maar eind goed al goed. zegt de buttler, als mevrouw Topper zich bij het ziekbed van haar gemaal gewonnen geeft voor een wat darteier leven. Voor de pau ze gaat de film „Een huwelijksaanzoek per radio", waarin Gene Raymond de alleraar digste rol speelt van 'n jongen man, die zich moet voordoen als een onhebbelijke Fran- sche graaf om de dochter des huizes toe stemming te doen krijgen tot haar huwelijk Het spel wordt echter doorzien, maar Gene Raymond wint het van den aspirant brui degom, zij het ook na tal van komische moeilijkheden. Met het gebruikelijke bij programma een smakelijk bioscoopmenu. Trianon. Voor vroolijke films moest eigenlijk een dubbele entrée werden geheven, want wat is er schaarscher in de wereld dan een gulle lach en wat is er meer gevraagd? Het Trianon-programma deze week is aan den vroolijken kant. Het begint al met de teekenfilm werkelijk een juweeltje: een kloek met een legertje kuikens, die alle mogelijke kattekwaad uithalen, doch op „Moederdag" van lievigheid voor de oude kip overvloeien. De film „Zijn tweede moeder" is een speelfilm, boeiend en aangrijpend, doch geenszins somber, want het slot van het liedje is een boer en-bruiloft. Een dienst meisje heeft zich zoo aan het zoontje van mevrouw gehecht, dat het kind zich meer tot de dienstbode voelt aangetrokken dan tot de moeder en dat kan de moeder niet verdragen. Echt Amerikaansche jool wordt verkocht in de film „De firma wordt verliefd". Of schoon de personen in dit vroolijke ver haal ten onrechte verdacht worden van ongeoorloofde betrekkingen, is deze geheele historie er een van onschuldige pret en ongedwongen lach. Het is een aan eenrijging van idiote misverstanden, die op rumoerige wijze tot oplossing worden gebracht in het gejaagde tempo van de New-Yorksche beurs. De wonderlijke avonturen van miss Mary Smith nemen een aanvang boven op een autobus, wan neer plotseling een bontmantel uit de lucht komt vallen boven op haar hoofd, en haar avonturen komen op uiterst bevredi gende wijze tot een einde als diezelfde bontmantel opnieuw door de lucht komt fladderen. Een prettige film, waarbij men werke lijk „schik" heeft Rex Ben Hur! Deze film heeft nog steeds niet aan waarde ingeboet en door een bezoek aan dit grootsche filmwerk zal niemand teleurgesteld worden. Hoewel deze film reeds vele jaren oud is en ook meerdere malen hier ter stede vertoont is, blijkt de belangstelling van het publiek voor dit filmwerk nog onverminderd, gezien het be zoek van gisterenavond. Met spannende aandacht werd het verhaal, waarin schet sen uit het leven van Christus geweven zijn, gevolgd. De film geeft een mengeling weer van barbaarsch heidendom en beschaving en prachtige momenten van massa-regie. De inzet van deze film verplaatst ons raar de sombere Jaffapoort te Jeruzalem, waardoor een ontelbare menigte menschen stroomde, omdat de Romeinsche keizer een volkstelling had uitgeschreven. Onder deze menigte bevonden zich ook Jozef en Ma ria, welke in Jeruzalem geen onderdak konden vinden. De stal van Bethlehem, de aanbidding der herders en koningen ver schijnen op het witte doek, maar evenals Ir. zijn leven, leidt Christus ook op de film tot voor eenigen tijd voor zijn dood een verborgen leven. Maar de verwachting van den Messias Jigt in dit geheele dramatische werk, zoo als in dien tijd werkelijk geheel Judea, ge heel de wereld den Verlosser verhoopte. De tragische geschiedenis van de vorste lijke Joodsche familie Hur, haar vernede ring en haar opgang met den dood van Christus, worden in deze film meesterlijk uitgebeeld met een volkomen inleven van de gebruiken, van dien tijd. Imposant zijn de gebeurtenissen weergegeven als de in tocht van Gratus, den landvoogd, in het vijandige Jeruzalem, terwijl wreed, gru welijk wreed is de behandeling der galei slaven. Geweldig en uniek is de filmkunst, is de zeeslag met de zeeroovers, maar het be roemdste en spannendste gedeelte vormen de wagenrennen tusschen den Romein Mes- sala en Juda Ben Hur. Het is behalve een film van roerende en grootsche tafereel en een aaneenschakeling van sensationeele uitbeeldingen, hetwelk echter niet nalaat cp allen een machtigen indruk te maken. Voor volwassenen bevelen wij dit groot sche kunstwerk ten zeerste aan. Voor de pauze wordt vertoond een span nend filmwerk „Pit-Tal", de grijze wolf, zich afspelend in de onmetelijke sneeuw velden van Alaska, waarin men kan genie ten van de prachtige dressuur van een hond. Een uitgebreid journaal en een muzikale film voltooien dit belangrijke programma. Losse nummers van DE LF.IDSCKE COURANT zijn verkrijgbaar bij: Sigarenmagazijn „INSULINDE" Heerenstraat Sigarenmagazijn J. G. v ZWIKTEN v. d. Waalsstraat i Sigarenmagazijn SOMBRWIL Hoogewoerd 24 ZANDVLIET's Boekhandel Haarlemmerstraat 117a KIOSK, Prinsessekade Sigarenmagazijn „DE HALTE" Hoogewoerd 1ÖÖ Bureau DE LEIDSCHE COURANT Papengracbt 32. DE STUDENT IN DE PARASIETEN De jongen was niet pienter. Dat kon je zoo aan hem zien. Hij kwam'uit een provin cieplaats en de hemel mocht weten, hoe hij bij de film verzeild was geraakt. Samuel Stutman gaf hem een kleine rol in een Tita- nic-productie en het volgende wat men hoorde was, dat er een nieuwe ster schitter de aan den filmhemel van Hollywood. Hij veroorzaakte gewoonweg een sensatie. Samuel was slim en de jongen John Barber luidde zijn naam was dom, Sa muel controleerde zorgvuldig de opheme lende kranten en de voor John bestemde filmpost en liet den jongen juist zóóveel zien om hem klein te houden en tegelijker tijd toch aan te moedigen. De Titanic be taalde hem driehonderd dollars per week, hoewel hij er minstens tweeduizend waard was. Samuel contracteerde met hem op z'n eigen houtje voor zes maanden, maar toen het halve jaar om was, werd ik, de eerste secretaris van de maatschappij, te hulp ge roepen. Onze kleine dikke directeur bleek woedend te zijn. „Zoo'n ondankbare vlegel! schurk! Ik heb een ster van hem gemaakt, maar denk je, dat hij me daar dankbaar voor is? Geen sprake van. Het verveelt hem, zegt hij. Hij heeft altijd een studie willen maken van de parasieten in de dieren- en plantenwereld, beweert hij en ziet nou de gelegenheid om zijn ideaal te verwezenlijken". Bij stukken en brokken kreeg ik de heele geschiedenis te hooren. Het tijdstip was thans aangebroken, dat het contract ver nieuwd moest worden en nu weigerde John Barber om te teekenen. Zeker hij waar deerde, wat mijnheer Stutman voor hem had gedaan, maar hij was er van over tuigd, dat de filmmaatschappij door zijn vertrek geen schade zou lijden. Nee in het geld zat het niet. John had zooveel van zijn salaris overgespaard, dat hij zich thans met hart en ziel op zijn geliefkoosde studie zou kunnen werpen. In zijn prille jeugd had dit onderdeel der wetenschap hem al aangetrokken en nu zag hij de kans schoon. Juist om voor dat doel geld genoeg bij elkaar te krijgen, was hij bij de film ge gaan. „Ik bood hem zelfs vijfhonderd dollar per week", ging Samuel voort, „maar die idioot schudde maar met zijn hoofd. Het speet hem heel erg, maar zijn besluit stond vast. Hij wil in de parasieten studeeren!" „Wat zou U denken van Janet Nanley?" vroeg ik voorzichtig. Janet was een aan trekkelijke, jonge dame, die tevergeefs had geprobeerd om in Hollywood carrière te maken. Ze was een knap en kwiek meisje. Toen Stutman haar honderd dollars per week bood om den provincialen John Barber er voor te behoeden, dat hij in het film-wereldcentrum, waar ook tallooze on gure individuën rondloopen, in slecht ge zelschap raakte, greep ze dit met beide han den aan. Mijn laatste woorden bleken echter olie op het vuur te zijn. „Die vrouw!" viel Stutman uit. „Bij mij zal ze nooit meer een cent verdienen. Ze is ontslagen!" Ik luisterde geduldig en begreep einde lijk, waaraan Janet deze ongunstige mee ning had te denken. Ze kon het niet met haar gevoelens overeenbrengen om nog langer als een „beschermende moeder" voor John op te treden. Ze had Stutman verteld, dat ze het langer vertikte en hij maar naar een plaatsvervangster voor haar moest zoeken. Stutman greep mij stevig bij den arm. „Ernst, jij moet met hem gaan praten. Mis schien kan jij hem van gedachten veran deren. Bied hem achttienhonderd, desnoods tweeduizend dollar per week. Als het moet nog meer". „Goed. ik zal hem opzoeken". Nog dien zelfden dag reed ik naar het villadorp, waar Barber woonde. Hij was niet thuis. Zijn buren hadden hem den heelen dag niet gezien. Ik liep om het huis heen en keek door het raam van zijn slaap kamer. Het bed was onbeslapen! Een slecht voorteeken! Ik belde Janet Hanley op en vroeg haar of ze met me wil de dineeren. Ze weigerde en dus bracht ik haar een bezoek. „Misschien terug naar zijn provincie plaats", was haar antwoord. „En ik kan hem geen ongelijk geven na de manier, waar op hij hier is behandeld". „Hij wist niet, dat er misbruik van zijn capaciteiten werd gemaakt", wierp ik tegen. „Dat is het juist!" riep Janet uit. „Toen hij zag, hoe Stutman onder zijn weigering gebukt ging, is hij met stille trom ver trokken. Omdat hij te fijngevoelig is, om dien kleinen, dikken woekeraar steeds maar weer te moeten teleurstellen". Ik keek haar aan en begreep wat er moest zijn gebeurd. Ze was verliefd op den jongen geworden, iets dat haar contrac tueel nadrukkelijk werd verboden. Dit vormde de ware oorzaak van haar ontslag. En nu nu bleek ze nog niets te zijn op geschoten, want John was stilletjes ver trokken. Zoo stelde ik mij het verloop van de zaak voor. Dien avond reed ik weer naar Barber's woning, maar nog steeds bleek er niemand thuis te zijn. Den volgenden morgen zocht ik Stutman op. „Ditmaal hebt u aan het kortste eind ge trokken", vertelde ik hem. „U hadt nooit zoo'n onschuldigen en beminnelijken film- artist meegemaakt en daardoor wist u niet, hoe u met hem moest omspringen". We bleven nog een poosje zitten praten. Eensklaps werden we gestoord de deur vloog open. Stutman sprong op van zijn stoel, als een duiveltje uit een doosje. „Mijn beer Barber!" riep hij den binnentredende toe. „Overal hebben we naar u gezocht. We moeten nog dringend met u praten". De jonge man glimlachte bedeesd en frommelde aan zijn hoed. Hij slikte iets weg. „Mijnheer Stutman", begon hij aarzelend, „ik heb er nog eens over nagedacht. U hielp me er eigenlijk bovenop en daarom...." Stutman haalde een contract-formulier te voorschijn. Ik voelde medelijden met den jongen. Ik zag Stutman's oogen glinsteren, toen hij nog het een en ander op het con tract invulde. „Mijnheer Stutman", zei ik vlug, „biedt je vijftien honderd dollar per week". Stutman keek' me aan en deed zijn mond open en dicht als een visch op het droge. Het slot was, dat er een contract werd ge sloten voor een tijdsduur van drie jaar met een weeksalaris van tweeduizend dollars. Ik dacht eerst, dat de jongen zou protes teeren tegen de driejaarsbepaling, maar hij schonk er nauwelijks aandacht aan. Hij tee- kende, schudde ons de hand en greep toen naar de telefoon. „Hallo, Janet", zei hij, zoodra hij verbin ding had. „Heb je het erg druk? Ik wilde je vragen of jeNee, nee. Natuurlijk, ik begrijp het. Nee, ik wilde je alleen vra genwat, parasieten-studie? Ja, ja, ik bestudeer tegenwoordig de parasieten vooral de manier, waarop je ze moet be handelen. Ik heb er aanleg voor". Hij keek me aan en knipoogde. „Ik heb zoo juist mijn eerste proef met de parasieten genomen en ze is schitterend geslaagd? Goed ik kom bij je, dan zal ik er alles van vertellen. Tus schen twee haakjes ik weet een prachtige villa voor pasgetrouwde menschen!" Kijk eens wat een fijne uit- vindingeen pic-nicmand inclusief de kok. (Sondagsnisse Strix). Bepalingen der Gratis-Ongevallenverzekering voor de abonné's van „De Leidsehe Courant". aaar<m Elke aoonné van „De Leidsehe Courant**, die zjjn abonnementsgeld tijdig heeft vol daan is verzekerd voor een bedrag van ƒ300.— tegen een hem (haar) overkomend ongeval, dat de eenige en rechtstrceksche oorzaak is van den dood van de(n) abonné, hetzij onmiddellijk of binnen 14 dagen na den datum van het ongeval. Dit bedrag zal ten spoedigste aan zijn of haar nage laten betrekkingen worden uitgekeerd. Onder nagelaten betrekkingen worden verstaan en zullen achtereenvolgens tot net ontvangen der uitkeering gerechtigd zijn' le. de echtgenoot(e); 2e. kinderen; 3e. de ouders; 4e. de stiefouders of (zoo deze ontbreken)) de grootouders, of (zoo ook dezé ontbreken) de schoonouders, wier kostwinner de overledene was; 5e. de broe ders en zusters wier kostwinner de over ledene was. Onder kostwinner wordt verstaan hij of Sij, die tenminste een derde van zijn of haar verdiensten geregeld uitkeert aan de(n) persoon of personen, die hij of zij bij het levensonderhoud te hulp komt. Onder verzekerde abonné wordt ver staan zoodanige persoon, welke niet jon ger is dan zeventien (17) jaar en niet'ouder dan vijf en zestig (65) jaar. Er bestaat geen recht op uitkeering; a. Wanneer de verzekerde abonné tijdens het plaatsvinden van het ongeval verkeer de in staat van krankzinnigheid of ver standsverbijstering, onder den invloed was van overprikkeling of van bedwelmende dranken; of den krijgsdienst te water of te land uitoefende in tijd van oorlog, burger lijke twisten of oproer, of wel zich buiten Europa bevond, of wanneer de verzekerde abonné tijdens het ongeval op een vis- schers-. Marine- of ander vaartuig varen de was buitengaats, op de Zeeuwsche of Zuid-Hollandsche stroomen, of op de Zui derzee; of wanneer de verzekerde abonné zich tijdens het ongeval bezig hield met 3e bereiding, verwerking of vervoer van buskruit, schietkatoen, naphta, dynamiet of andere licht ontvlam- of ontplofbare stoffen of daarbij desbewust tegenwoordig was. b. Voor personen, bezigheden verrich tende, waaraan bijzonder gevaar verbon den is, zooals: luchtreizigers, acrobaten, oircusrijders eri dergelijke waagstukken uitvoerende personen, indien het ongeval ontstaat tijdens de uitoefening van hun be roep of de daarmede gepaard gaande bezig heden; of voor krankzinnige, lamme, hard- hoorige, sterk bijziende, jan duizeling, hartgebrek of vallende ziekte lijdende per sonen of voor hen, die een beroerte gehad hebben. c. Indien het ongeval het gevolg is: van het gebruikmaken van voertuigen met mechanische kracht van het deelnemen aan wedstrijden of weddenschappen van welken aard ook; van een lichaamsgebrek; van een ziekte of kwaal; van zelfvermin king, zelfmoord of poging daartoe; van tweegevecht of vechtpartij, waarbij de ver zekerde betrokken was; van handelingen in strijd met wetten, verordeningen, Konink lijke besluiten of voorschriften van Spoor weg- tram-, boot- en dergelijke onderne mingen voor personenvervoer, van verre gaande roekeloosheid of het zich moedwil lig of onnoodig blootstellen aan eenig ge vaar door de(n) verzekerde(n) abonné. d. Ongevallen door of bij baden, zwem men, benevens watertochten, zonder bege leiding van een ervaren bootsman zijn al leen dan onder de verzekering begrepen als het bewijs wordt geleverl, dat de dood rechtstreeks is veroorzaakt door een plot selinge geweldadige inwerking van uit wendig geweld op het lichaam van de(n) verzekerde (niet b.v. door beroerte, kram pen, enz.) Daarenboven geeft verdrinken in binnenwateren, rivieren of meeren al leen dan recht op uitkeering, wanneer on der meer bewezen wordt op welke wijze de verzekerde is te water geraakt. Het vinden van een persoon (lichaam) in het water zonder meer wordt niet als een bewijs van een ongeval aangemerkt. Het recht op uitkeering blijft bestaan wanneer de dood een gevolg is van recht matige verdediging van eigen of eens an ders lijf of poging tot redding van personen Is een verzekerde een ongeval overko men, dan is degene, die op uitkeering rech ten wil doen gelden, verplicht zoo spoedig mogelijk uiterlijk binnen driemaal 24 uren na den dood (Zondagen en Katholieke Feestdagen die als Zondagen gevierd wor den niet medegerekend), hiervan mede- deeling te doen met opgave van getuigen, die bij het ongeval tegenwoordig waren, dus eventueel binnen 17 dagen na het ongeval, aan de Directie van „De Leidsehe Courant", Is een verzekerde een ongeval overko men, dan moet zoo spoedig mogelijk ge nees- of heelkundige hulp worden inge roepen, om naar gelang van zaken den dood of deszelfs oorzaak te constateeren of wel om de(n) getroffene te behandelen, m het laatste geval zal de gewonde verplicht zijn zich geheel naar de voorschriften van den geneesheer te gedragen en zich, indien dit noodig geoordeeld wordt, in een zieken huis te begeven, zullende geene uitkeering verschuldigd zijn indien door het niet tijdig inroepen van genees- of heelkundige hulp of het niet opvolgen van voorschriften van den geneesheer nadeelige gevolgen voor de(n) patiën ontstaan. Zij die eenig recht op schadevergoeding willen doen gelden, zijn op straffe van het te niet gaan hunner rechten verplicht den daartoe door de Directie van „De Leidsehe Courant" aan gewezen geneesheer in staat te stellen en zoo noodig de daartoe benoodigde stappen bij de bevoegde autoriteiten te doen om de oorzaak van den dood te constateeren. Bij niet voldoenmg aan de verplichting tot kennisgeving binnen den gestelden ter mijn is „De Leidsehe Courant" tot geen uitkeering verplicht, tenzij bewezen wordt dat degene(n) die aangifte had(den) be- hooren te doen, daartoe niet in de moge- tijkheid was (waren) en hij (zij) evenmin in staat was (waren) die aangifte door een ander te doen geschieden. In zulke gevallen begint de bovenge noemde termijn van drie dagen, zoodra de bedoelde onmogelijkheid opgehouden heeft te bestaan. Onbekendheid met de verzekering of hare voorwaarden gelden niet als onmo gelijkheid van tijdige aangifte. De uitkeeringen geschieden door de Di rectie der „Leidsehe Courant" binnen veer tien dagen, nadat het recht op uitkeering bewezen is aan de(n) rechthebbende(n). „De Leidsehe Courant" is niet verplicht uitbetalingen te doen, wanneer haar niet wordt verstrekt een extract uit het regis ter van overlijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 16