AAN ONZE ABONNE'S
ZATERDAG 12 MAART 1938
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 16
Bioscopen.
Luxor
De „Ju** 52 is een groote verkeersma-
chine van de Deutsche Lufthansa, vlie
gende tusschen Tempelhof, Schiphol en
Croydon en rondom deze luchtlijn spelen
zich geheimzinnige voorvallen af. Zij zou
den zich ook elders hebben kunnen voor
doen, want het is tenslotte een "historie
om geld. De hebzucht speelt er een rol
in, maar ook de liefde en die twee elemen
ten, die uiterst geschikt 'zijn om het le
ven ingewikkeld te maken en dus een
prachtig gegeven kunnen opleveren voor
een spannende filmhistorie, vliegen heen
en weer tusschen Berlijn en Londen. De
heele geschiedenis wordt daardoor in let
terlijken zin op een hoog niveau gebracht.
De toeschouwers trouw'ens ook, want zij
hebben de sensatie, alsof zij meevliegen
en deel uitmaken van die aantrekkelijke
internationale wereld der vliegerij. „Tet
mysterie van de Ju 52" is een vlotte,
spannende en uitstekend gespeelde film
met Willy Fritsch in de hoofdrol.
Van grootscher allure is de hoofdfilm
na de pauze, welke den titel draagt van
„Stjenka Rasin". Dat klinkt Russisch en
is het ook inderdaad. Zoo heet n.l. de
hetman der Kozakken, ook wel Ataman
genoemd, die in de 17e eeuw de onafhan
kelijkheid der Kozakken wist te bereiken,
ten koste echter van zijn leven. Over deze
film ligt de geheimzinnige schemer van
het verleden en van de verre oevers van
de Wolga. Wij zien glimpen van het hof
leven der oude Tsaren en van het drijven
en samenzweren der Bojaren. Maar het
aangrijpendste is de onderdrukking en de
slavernij der Kozakken, wier trotsche rug
gen zich moeten krommen onder het juk
der Bojaren. Zij komen in opstand onder
Stjenka Rasin, doch moeten voor de over
macht het onderspit delven. De Tsaar her
stelde echter hun vrijheden en rechten.
Een prachtige film met al de aantrekke
lijkheid van het primitieve leven in de
wouden, de steppen en op het water van
de wijde Wolga.
Een uitgebreid journaal gaat aan dit
zeer goede programma vooraf.
Casino
Een uitvoerig journaal, dat de bezoekers
op de hoogte houdt van allerlei binnen- en
buitenlandsch gebeuren in de laatste weken,
en een teekenfilm vormen het voor-pro
gramma voor deze week. Als eerste hoofd
film voor de pauze volgt dan de myste
rieuze film „Moord op de Huwelijksreis",
welke rolprent een aaneenschakeling is van
geheimzinnige gebeurtenissen en waarbij
verschillende slachtoffers vallen. Het
filmverhaal begint met een vliegtuigreis,
welke door een heterogeen gezelschap als
passagiers wordt meegemaakt. Een hunner
wordt tijdens de reis onwel en sterft op ge
heimzinnige wijze. Aanvankelijk wordt zijn
dood aan hartverlamming toegeschreven,
doch een vrouwelijke Amerikaansche de
tective denkt er anders over. Zij gaat aan
het zoeken, aan het speuren en tezamen met
een partner in de detectiverij komt zij tot
allerlei verrassende ontdekkingen. Er ge
beuren na het geheimzinnig sterfgeval in
het vliegtuig nog enkele even geheimzin
nige moorden, doch de Amerikaansche de
tectives zij mogen dan zoo nu en dan
al eens wat gek doen brengen alles tot
'n goede oplossing. James Gleason en Edna
Oliever spelen op verdienstelijke wijze de
hoofdrollen.
Na de pauze het optreden van den ver
maarden radiozanger Tino Rossi in de film
„Marinella", de grootste succesfilm van den
voortreffelij ken zanger. Tino Rossi wordt
in deze film, terwijl hij in een amusements
gelegenheid aan het schilderen is „ontdekt"
op een moment, dat de directie zonder zan
ger zit. Natuurlijk moet hij diens plaats
innemen en dat hij het op uitstekende wijze
doet, daaraan twijfelt niemand, wanneer hij
Tino Rossi voor de radio zijn Marinella en
andere bekende songs heeft hooren zingen..
Alles bijeen dus een gevarieerd pro
gramma, waarvan de toeschouwers kunnen
genieten.
Lldo.
Er zijn films geweest met een onzicht-
baren man en een onzichtbare vrouw.
Films om eens heerlijk te griezelen. Dan
was er een moord gebeurd en de moorde
naar was nooit te vinden, omdat hij on
zichtbaar was. Men zag wel plotseling een
deur openvliegen en stappen, die zich
vormden in de sneeuw en 't was eigenlijk
een goedkoope sensatie. In de film „Het
verliefde spook" gaat het er een beetje an
ders naar toe. Niet omdat deze film is ge
baseerd op een onzichtbaar echtpaar, in
wezen is dat immers hetzelfde, maar om
dat van dit gegeven een komische film is
gemaakt, een klucht, een aaneenschakeling
van nonsensicale dwaasheden.
Clark Gable en Constance Beurett is hier
Clarck Gable en Constance Bennet is hier
't onzichtbare echtpaar Kerby, die fuivend
mijdelijk gebeuren moest met hun wa
gen tegen een boom rijden, en prompt over
lijden. Op dat moment laat de regisseur
beiden nog een beetje voortbestaan, niet in
dit leven, niet in de eeuwigheid, maar zoo'n
beetje tusschen beiden en met de moge
lijkheid onzichtbaar te worden als zij zelf
dat wenschen. Dat laatste zou niet nood
zakelijk zijn als de materieele vorm niet
te veel zou eischen van den vooraad ecco-
plasma, welke noodig is om in dien toe
stand te blijven. Want zij willen, voordat
zjj de eeuwigheid binnenwandelen, eerst
toch nog wel een goede daad verrichten en
deze bestaat hierin, dat zij den heer Top
pen, hun bankdirecteur, die leeft onder de
plak van een te lieve vrouw, willen leeren
wat van het leven te genieten. Dan begint
het feest. Mevrouw Kerby gaat met me
neer Topper uit en ontketent schandalen
en opschuddingen, omdat zij of haar echt
vriend onzichtbaar de auto met meneer er
in besturen of omdat in het hotel een de
tective het langzaam-aan op zijn zenuwen
krijgt, De dwaasheden worden opeenge
hoopt en gechargeerd, zoozelfs dat het bijna
tot een echtscheiding komt tusschen beide
geesten. Maar eind goed al goed. zegt de
buttler, als mevrouw Topper zich bij het
ziekbed van haar gemaal gewonnen geeft
voor een wat darteier leven. Voor de pau
ze gaat de film „Een huwelijksaanzoek per
radio", waarin Gene Raymond de alleraar
digste rol speelt van 'n jongen man, die zich
moet voordoen als een onhebbelijke Fran-
sche graaf om de dochter des huizes toe
stemming te doen krijgen tot haar huwelijk
Het spel wordt echter doorzien, maar Gene
Raymond wint het van den aspirant brui
degom, zij het ook na tal van komische
moeilijkheden. Met het gebruikelijke bij
programma een smakelijk bioscoopmenu.
Trianon.
Voor vroolijke films moest eigenlijk een
dubbele entrée werden geheven, want wat
is er schaarscher in de wereld dan een
gulle lach en wat is er meer gevraagd?
Het Trianon-programma deze week is aan
den vroolijken kant. Het begint al met
de teekenfilm werkelijk een juweeltje:
een kloek met een legertje kuikens, die
alle mogelijke kattekwaad uithalen, doch
op „Moederdag" van lievigheid voor de
oude kip overvloeien.
De film „Zijn tweede moeder" is een
speelfilm, boeiend en aangrijpend, doch
geenszins somber, want het slot van het
liedje is een boer en-bruiloft. Een dienst
meisje heeft zich zoo aan het zoontje van
mevrouw gehecht, dat het kind zich meer
tot de dienstbode voelt aangetrokken dan
tot de moeder en dat kan de moeder
niet verdragen.
Echt Amerikaansche jool wordt verkocht
in de film „De firma wordt verliefd". Of
schoon de personen in dit vroolijke ver
haal ten onrechte verdacht worden
van ongeoorloofde betrekkingen, is deze
geheele historie er een van onschuldige
pret en ongedwongen lach. Het is een aan
eenrijging van idiote misverstanden, die
op rumoerige wijze tot oplossing worden
gebracht in het gejaagde tempo van de
New-Yorksche beurs. De wonderlijke
avonturen van miss Mary Smith nemen
een aanvang boven op een autobus, wan
neer plotseling een bontmantel uit de
lucht komt vallen boven op haar hoofd, en
haar avonturen komen op uiterst bevredi
gende wijze tot een einde als diezelfde
bontmantel opnieuw door de lucht komt
fladderen.
Een prettige film, waarbij men werke
lijk „schik" heeft
Rex
Ben Hur! Deze film heeft nog steeds niet
aan waarde ingeboet en door een bezoek
aan dit grootsche filmwerk zal niemand
teleurgesteld worden. Hoewel deze film
reeds vele jaren oud is en ook meerdere
malen hier ter stede vertoont is, blijkt de
belangstelling van het publiek voor dit
filmwerk nog onverminderd, gezien het be
zoek van gisterenavond. Met spannende
aandacht werd het verhaal, waarin schet
sen uit het leven van Christus geweven zijn,
gevolgd. De film geeft een mengeling weer
van barbaarsch heidendom en beschaving
en prachtige momenten van massa-regie.
De inzet van deze film verplaatst ons
raar de sombere Jaffapoort te Jeruzalem,
waardoor een ontelbare menigte menschen
stroomde, omdat de Romeinsche keizer een
volkstelling had uitgeschreven. Onder deze
menigte bevonden zich ook Jozef en Ma
ria, welke in Jeruzalem geen onderdak
konden vinden. De stal van Bethlehem, de
aanbidding der herders en koningen ver
schijnen op het witte doek, maar evenals
Ir. zijn leven, leidt Christus ook op de film
tot voor eenigen tijd voor zijn dood een
verborgen leven.
Maar de verwachting van den Messias
Jigt in dit geheele dramatische werk, zoo
als in dien tijd werkelijk geheel Judea, ge
heel de wereld den Verlosser verhoopte.
De tragische geschiedenis van de vorste
lijke Joodsche familie Hur, haar vernede
ring en haar opgang met den dood van
Christus, worden in deze film meesterlijk
uitgebeeld met een volkomen inleven van
de gebruiken, van dien tijd. Imposant zijn
de gebeurtenissen weergegeven als de in
tocht van Gratus, den landvoogd, in het
vijandige Jeruzalem, terwijl wreed, gru
welijk wreed is de behandeling der galei
slaven.
Geweldig en uniek is de filmkunst, is de
zeeslag met de zeeroovers, maar het be
roemdste en spannendste gedeelte vormen
de wagenrennen tusschen den Romein Mes-
sala en Juda Ben Hur. Het is behalve een
film van roerende en grootsche tafereel en
een aaneenschakeling van sensationeele
uitbeeldingen, hetwelk echter niet nalaat
cp allen een machtigen indruk te maken.
Voor volwassenen bevelen wij dit groot
sche kunstwerk ten zeerste aan.
Voor de pauze wordt vertoond een span
nend filmwerk „Pit-Tal", de grijze wolf,
zich afspelend in de onmetelijke sneeuw
velden van Alaska, waarin men kan genie
ten van de prachtige dressuur van een
hond.
Een uitgebreid journaal en een muzikale
film voltooien dit belangrijke programma.
Losse nummers van
DE LF.IDSCKE COURANT
zijn verkrijgbaar bij:
Sigarenmagazijn „INSULINDE"
Heerenstraat
Sigarenmagazijn J. G. v ZWIKTEN
v. d. Waalsstraat i
Sigarenmagazijn SOMBRWIL
Hoogewoerd 24
ZANDVLIET's Boekhandel
Haarlemmerstraat 117a
KIOSK, Prinsessekade
Sigarenmagazijn „DE HALTE"
Hoogewoerd 1ÖÖ
Bureau DE LEIDSCHE COURANT
Papengracbt 32.
DE STUDENT IN DE
PARASIETEN
De jongen was niet pienter. Dat kon je
zoo aan hem zien. Hij kwam'uit een provin
cieplaats en de hemel mocht weten, hoe
hij bij de film verzeild was geraakt. Samuel
Stutman gaf hem een kleine rol in een Tita-
nic-productie en het volgende wat men
hoorde was, dat er een nieuwe ster schitter
de aan den filmhemel van Hollywood. Hij
veroorzaakte gewoonweg een sensatie.
Samuel was slim en de jongen John
Barber luidde zijn naam was dom, Sa
muel controleerde zorgvuldig de opheme
lende kranten en de voor John bestemde
filmpost en liet den jongen juist zóóveel
zien om hem klein te houden en tegelijker
tijd toch aan te moedigen. De Titanic be
taalde hem driehonderd dollars per week,
hoewel hij er minstens tweeduizend waard
was.
Samuel contracteerde met hem op z'n
eigen houtje voor zes maanden, maar toen
het halve jaar om was, werd ik, de eerste
secretaris van de maatschappij, te hulp ge
roepen. Onze kleine dikke directeur bleek
woedend te zijn.
„Zoo'n ondankbare vlegel! schurk! Ik
heb een ster van hem gemaakt, maar denk
je, dat hij me daar dankbaar voor is? Geen
sprake van. Het verveelt hem, zegt hij. Hij
heeft altijd een studie willen maken van de
parasieten in de dieren- en plantenwereld,
beweert hij en ziet nou de gelegenheid om
zijn ideaal te verwezenlijken".
Bij stukken en brokken kreeg ik de heele
geschiedenis te hooren. Het tijdstip was
thans aangebroken, dat het contract ver
nieuwd moest worden en nu weigerde John
Barber om te teekenen. Zeker hij waar
deerde, wat mijnheer Stutman voor hem
had gedaan, maar hij was er van over
tuigd, dat de filmmaatschappij door zijn
vertrek geen schade zou lijden. Nee in
het geld zat het niet. John had zooveel van
zijn salaris overgespaard, dat hij zich thans
met hart en ziel op zijn geliefkoosde studie
zou kunnen werpen. In zijn prille jeugd
had dit onderdeel der wetenschap hem al
aangetrokken en nu zag hij de kans schoon.
Juist om voor dat doel geld genoeg bij
elkaar te krijgen, was hij bij de film ge
gaan.
„Ik bood hem zelfs vijfhonderd dollar
per week", ging Samuel voort, „maar die
idioot schudde maar met zijn hoofd. Het
speet hem heel erg, maar zijn besluit stond
vast. Hij wil in de parasieten studeeren!"
„Wat zou U denken van Janet Nanley?"
vroeg ik voorzichtig. Janet was een aan
trekkelijke, jonge dame, die tevergeefs had
geprobeerd om in Hollywood carrière te
maken. Ze was een knap en kwiek meisje.
Toen Stutman haar honderd dollars per
week bood om den provincialen John
Barber er voor te behoeden, dat hij in het
film-wereldcentrum, waar ook tallooze on
gure individuën rondloopen, in slecht ge
zelschap raakte, greep ze dit met beide han
den aan.
Mijn laatste woorden bleken echter olie
op het vuur te zijn.
„Die vrouw!" viel Stutman uit. „Bij mij
zal ze nooit meer een cent verdienen. Ze
is ontslagen!"
Ik luisterde geduldig en begreep einde
lijk, waaraan Janet deze ongunstige mee
ning had te denken. Ze kon het niet met
haar gevoelens overeenbrengen om nog
langer als een „beschermende moeder" voor
John op te treden. Ze had Stutman verteld,
dat ze het langer vertikte en hij maar naar
een plaatsvervangster voor haar moest
zoeken.
Stutman greep mij stevig bij den arm.
„Ernst, jij moet met hem gaan praten. Mis
schien kan jij hem van gedachten veran
deren. Bied hem achttienhonderd, desnoods
tweeduizend dollar per week. Als het moet
nog meer".
„Goed. ik zal hem opzoeken".
Nog dien zelfden dag reed ik naar het
villadorp, waar Barber woonde. Hij was
niet thuis. Zijn buren hadden hem den
heelen dag niet gezien. Ik liep om het huis
heen en keek door het raam van zijn slaap
kamer. Het bed was onbeslapen!
Een slecht voorteeken! Ik belde Janet
Hanley op en vroeg haar of ze met me wil
de dineeren. Ze weigerde en dus bracht ik
haar een bezoek.
„Misschien terug naar zijn provincie
plaats", was haar antwoord. „En ik kan hem
geen ongelijk geven na de manier, waar
op hij hier is behandeld".
„Hij wist niet, dat er misbruik van zijn
capaciteiten werd gemaakt", wierp ik tegen.
„Dat is het juist!" riep Janet uit. „Toen
hij zag, hoe Stutman onder zijn weigering
gebukt ging, is hij met stille trom ver
trokken. Omdat hij te fijngevoelig is, om
dien kleinen, dikken woekeraar steeds maar
weer te moeten teleurstellen".
Ik keek haar aan en begreep wat er
moest zijn gebeurd. Ze was verliefd op den
jongen geworden, iets dat haar contrac
tueel nadrukkelijk werd verboden. Dit
vormde de ware oorzaak van haar ontslag.
En nu nu bleek ze nog niets te zijn op
geschoten, want John was stilletjes ver
trokken. Zoo stelde ik mij het verloop van
de zaak voor.
Dien avond reed ik weer naar Barber's
woning, maar nog steeds bleek er niemand
thuis te zijn. Den volgenden morgen zocht
ik Stutman op.
„Ditmaal hebt u aan het kortste eind ge
trokken", vertelde ik hem. „U hadt nooit
zoo'n onschuldigen en beminnelijken film-
artist meegemaakt en daardoor wist u niet,
hoe u met hem moest omspringen".
We bleven nog een poosje zitten praten.
Eensklaps werden we gestoord de deur
vloog open. Stutman sprong op van zijn
stoel, als een duiveltje uit een doosje. „Mijn
beer Barber!" riep hij den binnentredende
toe. „Overal hebben we naar u gezocht.
We moeten nog dringend met u praten".
De jonge man glimlachte bedeesd en
frommelde aan zijn hoed. Hij slikte iets weg.
„Mijnheer Stutman", begon hij aarzelend,
„ik heb er nog eens over nagedacht. U hielp
me er eigenlijk bovenop en daarom...."
Stutman haalde een contract-formulier te
voorschijn. Ik voelde medelijden met den
jongen. Ik zag Stutman's oogen glinsteren,
toen hij nog het een en ander op het con
tract invulde.
„Mijnheer Stutman", zei ik vlug, „biedt
je vijftien honderd dollar per week".
Stutman keek' me aan en deed zijn mond
open en dicht als een visch op het droge.
Het slot was, dat er een contract werd ge
sloten voor een tijdsduur van drie jaar met
een weeksalaris van tweeduizend dollars.
Ik dacht eerst, dat de jongen zou protes
teeren tegen de driejaarsbepaling, maar hij
schonk er nauwelijks aandacht aan. Hij tee-
kende, schudde ons de hand en greep toen
naar de telefoon.
„Hallo, Janet", zei hij, zoodra hij verbin
ding had. „Heb je het erg druk? Ik wilde
je vragen of jeNee, nee. Natuurlijk, ik
begrijp het. Nee, ik wilde je alleen vra
genwat, parasieten-studie? Ja, ja, ik
bestudeer tegenwoordig de parasieten
vooral de manier, waarop je ze moet be
handelen. Ik heb er aanleg voor". Hij keek
me aan en knipoogde. „Ik heb zoo juist mijn
eerste proef met de parasieten genomen en
ze is schitterend geslaagd? Goed ik kom
bij je, dan zal ik er alles van vertellen. Tus
schen twee haakjes ik weet een prachtige
villa voor pasgetrouwde menschen!"
Kijk eens wat een fijne uit-
vindingeen pic-nicmand
inclusief de kok.
(Sondagsnisse Strix).
Bepalingen der Gratis-Ongevallenverzekering
voor de abonné's van „De Leidsehe Courant".
aaar<m
Elke aoonné van „De Leidsehe Courant**,
die zjjn abonnementsgeld tijdig heeft vol
daan is verzekerd voor een bedrag van
ƒ300.— tegen een hem (haar) overkomend
ongeval, dat de eenige en rechtstrceksche
oorzaak is van den dood van de(n) abonné,
hetzij onmiddellijk of binnen 14 dagen na
den datum van het ongeval. Dit bedrag
zal ten spoedigste aan zijn of haar nage
laten betrekkingen worden uitgekeerd.
Onder nagelaten betrekkingen worden
verstaan en zullen achtereenvolgens tot net
ontvangen der uitkeering gerechtigd zijn'
le. de echtgenoot(e); 2e. kinderen; 3e.
de ouders; 4e. de stiefouders of (zoo deze
ontbreken)) de grootouders, of (zoo ook
dezé ontbreken) de schoonouders, wier
kostwinner de overledene was; 5e. de broe
ders en zusters wier kostwinner de over
ledene was.
Onder kostwinner wordt verstaan hij of
Sij, die tenminste een derde van zijn of
haar verdiensten geregeld uitkeert aan
de(n) persoon of personen, die hij of zij bij
het levensonderhoud te hulp komt.
Onder verzekerde abonné wordt ver
staan zoodanige persoon, welke niet jon
ger is dan zeventien (17) jaar en niet'ouder
dan vijf en zestig (65) jaar.
Er bestaat geen recht op uitkeering;
a. Wanneer de verzekerde abonné tijdens
het plaatsvinden van het ongeval verkeer
de in staat van krankzinnigheid of ver
standsverbijstering, onder den invloed was
van overprikkeling of van bedwelmende
dranken; of den krijgsdienst te water of te
land uitoefende in tijd van oorlog, burger
lijke twisten of oproer, of wel zich buiten
Europa bevond, of wanneer de verzekerde
abonné tijdens het ongeval op een vis-
schers-. Marine- of ander vaartuig varen
de was buitengaats, op de Zeeuwsche of
Zuid-Hollandsche stroomen, of op de Zui
derzee; of wanneer de verzekerde abonné
zich tijdens het ongeval bezig hield met
3e bereiding, verwerking of vervoer van
buskruit, schietkatoen, naphta, dynamiet
of andere licht ontvlam- of ontplofbare
stoffen of daarbij desbewust tegenwoordig
was.
b. Voor personen, bezigheden verrich
tende, waaraan bijzonder gevaar verbon
den is, zooals: luchtreizigers, acrobaten,
oircusrijders eri dergelijke waagstukken
uitvoerende personen, indien het ongeval
ontstaat tijdens de uitoefening van hun be
roep of de daarmede gepaard gaande bezig
heden; of voor krankzinnige, lamme, hard-
hoorige, sterk bijziende, jan duizeling,
hartgebrek of vallende ziekte lijdende per
sonen of voor hen, die een beroerte gehad
hebben.
c. Indien het ongeval het gevolg is: van
het gebruikmaken van voertuigen met
mechanische kracht van het deelnemen
aan wedstrijden of weddenschappen van
welken aard ook; van een lichaamsgebrek;
van een ziekte of kwaal; van zelfvermin
king, zelfmoord of poging daartoe; van
tweegevecht of vechtpartij, waarbij de ver
zekerde betrokken was; van handelingen in
strijd met wetten, verordeningen, Konink
lijke besluiten of voorschriften van Spoor
weg- tram-, boot- en dergelijke onderne
mingen voor personenvervoer, van verre
gaande roekeloosheid of het zich moedwil
lig of onnoodig blootstellen aan eenig ge
vaar door de(n) verzekerde(n) abonné.
d. Ongevallen door of bij baden, zwem
men, benevens watertochten, zonder bege
leiding van een ervaren bootsman zijn al
leen dan onder de verzekering begrepen als
het bewijs wordt geleverl, dat de dood
rechtstreeks is veroorzaakt door een plot
selinge geweldadige inwerking van uit
wendig geweld op het lichaam van de(n)
verzekerde (niet b.v. door beroerte, kram
pen, enz.) Daarenboven geeft verdrinken
in binnenwateren, rivieren of meeren al
leen dan recht op uitkeering, wanneer on
der meer bewezen wordt op welke wijze de
verzekerde is te water geraakt. Het vinden
van een persoon (lichaam) in het water
zonder meer wordt niet als een bewijs van
een ongeval aangemerkt.
Het recht op uitkeering blijft bestaan
wanneer de dood een gevolg is van recht
matige verdediging van eigen of eens an
ders lijf of poging tot redding van personen
Is een verzekerde een ongeval overko
men, dan is degene, die op uitkeering rech
ten wil doen gelden, verplicht zoo spoedig
mogelijk uiterlijk binnen driemaal 24 uren
na den dood (Zondagen en Katholieke
Feestdagen die als Zondagen gevierd wor
den niet medegerekend), hiervan mede-
deeling te doen met opgave van getuigen,
die bij het ongeval tegenwoordig waren,
dus eventueel binnen 17 dagen na het
ongeval, aan de Directie van „De Leidsehe
Courant",
Is een verzekerde een ongeval overko
men, dan moet zoo spoedig mogelijk ge
nees- of heelkundige hulp worden inge
roepen, om naar gelang van zaken den
dood of deszelfs oorzaak te constateeren of
wel om de(n) getroffene te behandelen, m
het laatste geval zal de gewonde verplicht
zijn zich geheel naar de voorschriften van
den geneesheer te gedragen en zich, indien
dit noodig geoordeeld wordt, in een zieken
huis te begeven, zullende geene uitkeering
verschuldigd zijn indien door het niet tijdig
inroepen van genees- of heelkundige hulp
of het niet opvolgen van voorschriften van
den geneesheer nadeelige gevolgen voor
de(n) patiën ontstaan. Zij die eenig recht
op schadevergoeding willen doen gelden,
zijn op straffe van het te niet gaan hunner
rechten verplicht den daartoe door de
Directie van „De Leidsehe Courant" aan
gewezen geneesheer in staat te stellen en
zoo noodig de daartoe benoodigde stappen
bij de bevoegde autoriteiten te doen om
de oorzaak van den dood te constateeren.
Bij niet voldoenmg aan de verplichting
tot kennisgeving binnen den gestelden ter
mijn is „De Leidsehe Courant" tot geen
uitkeering verplicht, tenzij bewezen wordt
dat degene(n) die aangifte had(den) be-
hooren te doen, daartoe niet in de moge-
tijkheid was (waren) en hij (zij) evenmin
in staat was (waren) die aangifte door een
ander te doen geschieden.
In zulke gevallen begint de bovenge
noemde termijn van drie dagen, zoodra de
bedoelde onmogelijkheid opgehouden heeft
te bestaan.
Onbekendheid met de verzekering of
hare voorwaarden gelden niet als onmo
gelijkheid van tijdige aangifte.
De uitkeeringen geschieden door de Di
rectie der „Leidsehe Courant" binnen veer
tien dagen, nadat het recht op uitkeering
bewezen is aan de(n) rechthebbende(n).
„De Leidsehe Courant" is niet verplicht
uitbetalingen te doen, wanneer haar niet
wordt verstrekt een extract uit het regis
ter van overlijden.