De spaarregeling geprezen; de steunnormen becritiseerd. WAARBORG-KLEEDING De kolonisatie Nieuw-Guinea BINNENLAND VRIJDAG 4 MAART 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Eerste Kamer Vergadering van gisteren De heer VAN DER BILT (S.D.) vraagt van den minister thans een stellige toe zegging voor een spoedige wettelijke va- cantie-regeling. De heer DIEPENHORST (A.R.) merkt op, dat de 40-urige werkweek nationaal en internationaal aan de orde is gesteld als middel van werkloosheidsbestrijding. Ita lië heeft hierbij het voo:rbeeld gegeven. Spr.'s hoofdbezwaar is dat de 40-urige arbeidsweek noch oeconomisch noch ethisch recht kan worden gehouden. De eisch der 40-uren-week is noch geboden noch ge- wenscht. Spr. herinnert aan de geschiedenis der hier te lande bestaande regeling en aan het feit, dat de 48-urige werkweek werd aanvaard toen de 45-urige nog niet be reikbaar bleek. Men moet streven naar verdere door werking der bestaande Arbeidswet voor verschillende groepen arbeiders. Ook den- ke men eerst aan de eereschuld jegens de landarbeiders, wat de regeling van hun positie betreft. De heer HIEMSTRA (S.D.) juichte 's mi nisters voornemen 'jegens de landarbeiders toe. Spr. dringt aan op verbetering van de sociale wetgeving in 't algemeen, doch in zonderheid t.a.v. de landarbeiders, en van de uitvoering der Ziektewet; in bepaalde omstandigheden toch kan het voorkomen, dat de arbeiders lang op da uitkeering van hun ziekengeld moeten wachten. REDE VAN DEN HEER DE BRUYN De heer DE BRUYN (R.K.) wijst op den velen arbeid, reeds door dezen minister verricht. In een enkel opzicht is spr. het echter niet met hem eens. Er wordt nog te weinig gedaaq tegen de werkloosheid. Ten déze moet de gevoerde politiek kabi- netspolitiek zijn. De regeering wil bevor deren het opnemen van arbeidskrachten in het Nederlandsche bedrijfsleven, de uit voering van werken vervroegen, de emi gratie stimuleeren en de werkverschaf fing bevorderen. Spr." vraagt zich af, of de bedrijfs- gedachte al' zoo ver is gevorderd, dat men over en weer eikaars lasten wil helpen dragen. De minister wacht, maar, doch is dat wel voldoende ver antwoord? Hij kan niet voor on be paalden tijd wachten. Er moeten krachten in het Nederlandsche arbeids proces worden opgenomen om de steeds dreigender werkloosheid beter tegen te gaan. Spr. wijst op gevallen, waardoor tenge,volge van de vrijheid in het bedrijfsleven, buiten normale factoren om, honderden arbeiders werk loos werden. Het ware van belang, als de minister, zoodra mogelijk het resultaat bekend maakt van maatregelen om de werktijden in overheids- en semi-overheidsbedrijven in te korten. Grootere bevoegdheden voor bedrijfsraden gevraagd. Spr. dringt aan op aanpassing bij het maatschappelijk herstel, ook door aan de bedrijfsraden grootere bevoegdheden te geven. De verdere vorming van bedrijfsra den worde bevorderd. Spr. wenscht voorts één centraal orgaan voor de voorbereiding van alle maatregelen op sociaal-oecono- misch terrein. Spr. vereenigt zich met wat de minis ter voornemens is tot Stand te brengen aangaande de sociale verzekering. Dit gaat ook in de richting van bedrijfsorganisatie. Wat betreft de vraag omslagstelsel of fondsvorming, de financieele toestand van het invaliditeitsfonds is zeer ernstig, de minister schenke zijn aandacht aan deze even dreigende als urgente kwestie. Waarom geen gezondheids keuring in de werkverschaffing? Waarom wijst de minister keuring vóór de tewerkstelling bij de werkverschaffing af; het gaat toch om zwaar grondwerk, ook voor werklooze sigarenmakers e.d.? Men- schen met hart- en maagkwalen worden uitgestuurd om dat zware werk te ver richten. Als keuring niet noodzakelijk is, is ze niettemin niet uiterst wenschelijk? door voorkomen kunnen worden, waartoe de vakcentrales, niet genoeg deskundig ge woonlijk, niet kunnen dienen. Huisvaders worden soms gedwongen in het buitenland te werken, zonder voldoen de gelegenheid voor kerkbezoek boven dien. Dit verwondert spr. van dezen mi nister. De spaarregeling is verdacht gemaakt. De minister is overtuigd van het nut van kinderbijslag. Waarom wacht de minister dan bij de werkverschaffing? De z.g. spaarregeling bij de steunrege ling is door demagogische elementen verdacht gemaakt. Spr. keurt dit voor de soc.-dem. af. Spr. wijst op de gun stige resultaten b.v. te Enschedé. Aan de bestrijding dezer regeling liggen be paalde motieven ten grondslag. Spr. keurt die af; de spaarregeling kost de regeering een millioen, en daarbij heeft ze het niet gelaten; naast den bijslag heeft de minister een extra bijdrage gegeven voor werklooze inwonende kin deren, kosten 1.4 millioen; en er zijn nog verdere regelingen, t.a,v. emigra tie, werkfonds en zoo veel meer. De totstandkoming van bedrijfsraden wordt bevorderd. Deze en vele andere maat regelen zullen aan dezen minister te danken zijn, hoewel hij nog slechts en kele maanden in functie is. Hoe durft men dan op zoo onverantwoordelijke wijze als de soc.-democratie doet, op te treden tegen een minister die zooveel activiteit toont? Dergelijk politiek optreden moet worden gediskwalificeerd en veracht; het is poli tiek van het minste allooi. Heeft de marge tusschen steun en loonbedrag recht van bestaan? Spr. juicht het voorontwerp over kinder bijslag toe. Doch op grond waarvan wijst de minister algemeene verhooging van den steun af? De marge tusschen loon en steun moet den prikkel tot arbeiden in stand houden; dit is practisch staatsbeleid; het komt echter aan op de omstandigheden. Spr. beroept zich verder op de encyclie ken van den thans regeerenden Paus. De loonen moeten aan eischen van redelijk heid voldoen; het is moeilijk, het ethisch minimum te bepalen, eveneens te zeggen, dat de steunnormen daar altijd aan vol doen, b.v. wat betreft groote gezinnen. Spr. ziet een conflict met den absoluten minimum-eisch, al is die statistisch niet te bepalen. Het is inconsequent, zonder meer vast te houden aan de marge-ge dachte. Het gaat ook niet aan, werkloozen te verwijzen naar armenzorg. Werkloozen hebben als mensch dezelfde rechten en plichten als werkenden. De marge tus schen loon- en steunbedrag zou alleen mogen gelden als de loonen overal vol doende waren. Wat baat het dan. het be roep op de noodzakelijkheid om den prik kel tot het zoeken van werk te behouden, nog steeds naar voren te brengen. Dit geldt temeer omdat de overheid over over vloedige statistische gegevens beschikt. Het streven van den minister naar kinder bijslagen is prijzenswaardig, doch is voor de steunverleening niet voldoende. Het is plicht der gemeenschap, daarin nu ver betering te brengen. De vergadering wordt te 4 uur 55 ver daagd tot Vrijdag elf uur. ploratie zou tevens aan de regeering de wapens in handen geven tegen hen, die thans niet ten onrechte, door haar argu menten inzake de blanke kolonisatie niet overtuigd zijn. Het is niet bemoedigend, dat het Nieuw Guinea Kolonisatie Comité van de Indische regeering geen antwoord op haar adressen ontvangt. Spr. is tegen blanke kolonisatie. Noch de Europeaan, noch de Indo is physiek in staat in de tropen het kleine landbouwbe drijf uit te oefenen. Op Australisch Nieuw Guinea blijkt de Europeaan wel geschikt te zijn voor kleine ondernemingen. In Duitsch Nieuw Guinea is de kolonisatie in dertijd met steun der regeering geslaagd. Het zou aanbeveling verdienen voor Nieuw Guinea de mogelijkheid van koe lie-contracten te openen. De MINISTER VAN KOLONIëN, de heer WELTER, zegt, dat de drie grootste petro- leummaabschappijen een exploratie van Nieuw-Guinea hebben ondernomen, welke, bij het vinden van olie, tot een openslui ting van dit gebied zal leiden. De regee ring heeft intusschen zelf de exploratie bevorderd en zij overweegt een landschaps- boschbeheer aan de Geelvinkbaai. Er liggen dicht bij Java zooveel voor kolonisatie geschikte gebieden, dat de re geering weinig aantrekkelijks ziet in de kolonisatie van dit ver afgelegen gebied. Tegenover de blanke kolonisatie van Nieuw Guinea staat spr. nog steeds uiterst sceptisch. De minister deelde mede, dat verwacht mag worden, dat binnenkort zal worden opgericht de Nederlandsche Maatschappij voor Nieuw-Guinea, waarin zal worden deelgenomen zoowel door Nederlandsch -als door Indisch kapitaal. Het doel der maat schappij zal zijn verdere exploratie en eventueel exploitatie van Nieuw Guinea. De heer BAJETTO zfgt, dat de minister het probleem Nieuw Guinea verkeerd stelt. Nieuw Guinea heeft een bijzonder belang voor ons. Waarom slaagt kolonisatie vlak over de grens wel? De MINISTER zegt, dat naar mogelijk heden op landbouwgebied worot geëx ploreerd. Spr. blijft sceptisch. De urgentie van een kolonisatie van Nieuw-Guinea ziet spr. niet in. De vergadering gaat te 18.10 uiteen tot Vrijdag één uur. Bij goed kijken en vergelijken zal U de'beste blijken WAARBORG KLEEDING ALLEEN BIJ KREYMBORG. Tweede Kamer van Vergadering van gisteren Aan de orde komt de wijziging en de verhooging van het derde hoofdstuk der rijksbegrooting voor 1938 (bestrijding van epidemieën in China). Bestrijding van epidemieën In China. De heer DE MARCHANT ET D'AN- SEMBOURG (N.S.B.) beschouwt Japan als een gevaar. De Chineezen hebben recht op onze naastenliefde, want ook zij zijn met ons kinderen van één Vader. Evenwel meent spr., dat de strijd in China meer wordt ingegeven door het stoken van de Komintern dan door de ChineeschJa- pansche tegenstellingen. Spr. wijst op joodsche namen onder de auctores intellec- tuales van dit voorstel en waarschuwt te gen de steeds toenemende joodsche over- heersching van het internationale leven. De heer ALBARDA (S.D.) noemt de menschenliefde van den vorigen spreker zeer beperkt. Hij sluit de communisten en de joden uit en past daarbij de kunst greep toe alle tegenstanders communisten te noemen. De beschuldiging van de joden noemt spr. belachelijk. Tegenover het dra ma in het Verre Oosten staan allen die menschenliefde hebben, met leedwezen. De heer WIJNKOOP (C.P.N.) zegt, dat de communistische partij de reddende hand heeft geboden aan de oude cultuur van het Chineesche volk zonder dat zij daarbij van meening is, dat het communis me daardoor in China zal worden inge voerd. De MINISTER VAN BUITENLAND- SCHE ZAKEN, de heer PATIJN, meent, dat de schriftelijke gedachtenwisseling voldoende duidelijk is geweest. Er is vol doende zekerheid, dat het geld voor zijn doel zal bestemd worden. Spr. had geen uitvoerig debat over dit voorstel, dat al leen een daad van naastenliefde beoogt, verwacht en veronderstelt, dat het den te genstanders alleen te doen is geweest om bij een gelegenheid hun meening uiteen te zetten. Het wetsontwerp wordt aangenomen z. h.s.t met aanteekening, dat de N.S.B. ge acht wordt te hebben tegengestemd. De mogelijkheden in Nieuw- Guinea. Voordgezet werd de behandeling van de Indische begrooting. Bij dg afdeeling binnenlandsch bestuur vraagt de heer BAJETO (R.K.), hoe het staat met de exploratie van Nieuw Guinea. Wat de kolonisatie betreft, vraagt spr. welke gegevens de regeering in Indië be schikbaar heeft om over de mogelijkheid van de kolonisatie van Nieuw Guinea te oordeelen. Deze gegevens ontbreken nog. Spr. pleit voor gecombineerde expedities. Het best zou men kunnen beginnen met de exploratie rond den Vogelkop. Deze ex KORTZICHTIGE MONUMENTENZORG. De Abdij van Middelburg. Prof. dr. J. Huizinga schrijft: Het monument van de Abdij van Mid delburg is een der kostbaarste monumen ten, die ons land bezit. De zorg is hier ge wijd aan het onteigenen'en ontruimen van het over de heele wereld bekende Hotel de Abdij, te volgen door een nog proble matieke restauratie van dat deel der ge bouwen. De kortzichtigheid zit in een al- geheele miskenning van de waarheid, dat maar al te vaak „le mieux l'ennemi du bien" (het betere is de vijand van het goede) is. Rijksarchief en Provinciale griffie heb ben meer ruimte noodig. Maar er is, zegt men, andere ruimte beschikbaar, dan juist die van het hotel. Het "hotel is niet in den oorspronkelijken stijl der abdijgebouwen en niet mooi om te zien. Maar het is hon derdmaal aangenamer om te zien, dan de slecht gerestaureerde gedeelten rondom: het Commissaris-huis met d confectie-go- thieke deur, de het vroegst gerestaureerde torentjes, de kruisgang en bovenal de onbeholpen oplossing van 't geval naast de prachtige laat-zeventiende-eeuwsche deur. Waarlijk, er is met restaureeren al genoeg verknoeid aan de Abdij, al weet iedereen, dat men het nu veel beter doet dan veertig jaar geleden. Het klinkt misschien vreemd maar werkelijk: tot de sfeer der Abdij werken de niet-gothieke gebouwen, d.w.z. het Polderhuis, het hotel en het Notaris huis in hun eenvoud en echtheid bijna meer mee dan de gerestaureerde gedeelten. Die sfeer gaat men nu reddeloos versto ren. Men gaat er hoe moet blijken, want van den oorspronkelijken toestand der hotel-zijde is weinig meer bekend dan dat daar gebakken en gebrouwen werd een kunsthistorisch-correct geheel schep pen, maar tegelijk „een dooien boel". Er zullen ambtenaren naar hun bureau's fiet sen, en toeristen zullen door hun brillen in hun roode of blauwe boekjes turen. De logeergasten zullen wel in Vlissingen on derdak vinden. Maar men, dat wil zeggen de Middelburgers zelf en duizenden land- genooten, voor wie „de Abdij" een lief ding in hun leven is geworden, zal niet meer in de frissche stilte van een zomer morgen of in den droom van een vallende avond voor de „de Abdij" gezeten, zijn koffie of zijn bier vergeten voor de onver gelijkelijke bekoring van de schoonste stad van Nederland. Och lieve menschen in Den Haag, weest toch wijzer! Slaat geen schennende han den aan iets wat ge niet herstellen kunt: een sfeer, een stemming. Ze worden in ons kleine dichf bebouwde land bij den dag zeldzamer, die plekken, waar iedereen, als hij maar een kwartier heeft uit te spa ren van arbeid en zorgen, de wanklanken van het hedendaaksch bestaan een oogen- blik kan vergeten in de overgave aan een zuiver en eenvoudig schoon. Hier valt zulk een plek te behouden. Behoudt haar. Ook in de binnenstad van Leiden be zitten we van die kostbare plekken, waar op prof. Huizinga doelt. Wij denken o.m. aan de Pieterskerk en Gravensteen. Ook in Leiden „vallen zulke plekken te be houden"! ZIEKENHUISTENTOONSTELLING TE. UTRECHT. Van de Ver. van R.K. Ziekenhuizen. In Juni van dit jaar bestaat de .Vereeni- ging van R.K. Ziekenhuizen vyf jaar. Zij is te Utrecht opgericht met aanvankelijk 34 leden; thans bedraagt het aantal aan gesloten inrichtingen meer dan 100, waar onder de voornaamste R.K. Sanatoria. Ter gelegenheid van dit eerste lustrum zal de vereeniging van 20 tot 25 Juni op de par terre-ruimte van de drie jaarbeursgebou wen te Utrecht een tentoonstelling houden op ziekenhuisgebied, waarin de groei van het R.K. Ziekenhuiswezen zal worden ge toond naast een aanschouwelijke voorstel ling van de vorderingen der ziekenverple- gingstechniek der laatste jaren. Van de ruim 1500 M2. beschikbare tentoonstel lingsoppervlakte is, naar men ons mee deelt, reeds tweederde deel door verschil lende firma's besprpken. Tijdens de ten toonstelling zullen verschillende sen worden gehouden. NATIONALE K.J.M.V.-BIJEENKOMST. In het teeken van het gezinsprogram. Naar wij vernemen zijn momenteel voor bereidende besprekingen begonnen voor een Nationalen K.J.M.V.-Bondsdag, die op 26 Mei a.s. Hemelvaartsdag, in Utrecht ge organiseerd zal worden. Deze bijeenkomst, die niet alleen naar naam, maar ook metterdaad een Nationale Bodsdag van de vijf diocesane afdeelin- gen zal zyn, komt in het teeken te staan van het gezinsprogram, dat in het afge- loopen seizoen leidraad was voor de han delingen der K.J.M.V.-besturen in Neder land. Het meest zal dit tot uiting komen in een groote middagbijeenkomst, waar voor men druk doende is een zoo interes sant mogelijk programma samen te stel- leij. Het ligt in de bedoeling dezen middag dusdanig samen te stellen, dat er tenslotte een hulde aan het ouderschap in ligt op gesloten. DE ZOUTCONVENTTE. Minister Steenberghe in principe bereid tot verbindend-verklaring. Naar het „Weekblad voor Kruideniers waren" verneemt heeft de minister van oeconomische zaken zich in principe be reid verklaard tot inwilliging van het ver zoek van zoutzieders om de zoutconven- tie, welke 1 Jan. door opzegging is geëin digd, algemeen verbindend te verklaren. DE OPLEIDING VAN DEN MIDDEN STANDER. Vragen van het Tweede Kamerlid Amelink Het Tweede Kamerlid Amelink heeft aan den minister van oeconomische zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat met medewerking van het departement van oeconomische zaken de opleiding voor de handelskennis, die vereischt wordt ingevolge de bepalin gen der Vestigingswet kleinbedrijf, uitslui tend gegeven zal worden in handen van de drie middenstandsbonden, respectieve lijk van de onderwijsinstellingen dezer organisaties? 2. Is het juist, dat vakorganisaties of onderdeelen daarvan, die zich reeds be zighouden met de opleiding voor handels kennis, die opleiding op voorschrift van het departement van oeconomische zaken moeten beëindigen? 3. Indien het onder 1 en 2 gevraagde juist is, wil de minister dan mededeelen op welke wettelijke bepalingen deze be slissing stunt? 4. Is de minister niet van meening, dat het- voor het verkrijgen van het midden standsdiploma algemeene handelskennis^ afgegeven door een der middenstandsbon den, noodzakelijk voor het ontvangen van een bedrijfsvergunning ingevolge de Ves tigingswet-Kleinbedrijf, voldoende is, dat de verzoeker de vereischte handelskennis bezit en dat daarbij buiten beschouwing gelaten kan worden, op welke wijze of bij welke instelling de verzoeker zich deze handelskennis heeft eigen gemaakt? COLLECTIEVE ARBEIDS OVEREENKOMST BOEKBINDERIJ, EN ENVELOPPEBEDRIJF. Zoowel door de werkgevers- als door de werknemersbonden in dezen bedrijfstak werd tegen 4 April a.s. de arbeidsovereen komst opgezegd, met de mededeeling, dat men bereid was over een nieuwe C. A. O. te onderhandelen. De bespreking hieromtrent werd op 8 Februari j.l. geopend en na een viertal zit tingen gisteren beëindigd. De opleiding tot het vak, die de laatste jaren door de malaise vastgeloopen was, is geheel herzien en zal in nieuwe banen wor den geleid met gebruikmaking van de nij verheidsonderwijswet titel 2. In verband hiermede werd de personeelverhouding herzien. De loonen werden in verband met de kosten van het levensonderhoud met 3 cent per uur voor de vakarbeiders en met 2 en 1 cent per uur voor de hulpvakarbeiders en de jongeren verhoogd. De gevraagde wijzigingen tot uitbrei ding van verlofdagen en verhooging van het percentage voor overwerk, werden niet aangebracht. Met het oog op de werkloosheid werd het aantal vastgestelde overwerkuren met 50 teruggebracht. Indeeling van Rijksrechercheurs. De minister van justitie heeft bepaald, dat de rijksrechercheurs worden ingedeeld in twee klassen, aan te duiden als rijks rechercheurs eerste klasse en als rijks rechercheurs. DURE SCHOOL PUBLIEK GEVEILD? Ondetwijs raadsel en te Nijmegen. Het Tweede Kamerlid, de heer Suring, heeft aan den minister van O., K. en W. de volgende vragen gesteld: Is het juist, dat in het jaar 1931 in de ge meente Nijmegen een bijzondere neutrale huishoudschool „De Haard" is geopend, waarvan de bouwkosten ruim 100.000 gul den hadden bedragen, welke school in 1936 bij gebrek aan leerlingen gesloten is moe ten worden en thans publiek zal worden geveild? Is het ook juist, dat in 1936 aan de bij zondere R. K. huishoud- en vakschool „St. Agnes", te Nijmegen, gelden voor de stich ting van een nieuw schoolgebouw, waaraan aringend behoefte bestond, zijn geweigerd, zoodat het bestuur dezer school tot stichting uit eigen middelen is moeten overgaan? Is het juist, dat thans voor een verbou wing der bijzondere neutrale Nijmeegsche kookschool een bedrag van circa 65.000 gul den wordt gevoteerd, terwijl het zeer de vraag is, of deze verbouwing wel nood zakelijk zal blijken? In de minister bereid, indien de vooraf gaande vragen bevestigend worden beant woord, de ongelijke behandeling van bij zondere huishoudscholen in de gemeente Nijmegen verklarend toe te lichten? DE BOTERHEFFING. Het bedrag van de heffing en de steun- uitkeering op boter is, behoudens tusschen- tydsche wijziging, voor de week van 3 tot 10 Maart vastgesteld op 65 cent per kg. (onveranderd). HET MOND- EN KLAUWZEER. In de week van 20 tot met 26 Februari haciaen de volgende aantallen sterfgeval len tengevolge van het mond- en klauw zeer plaats, waarbij het totale aantal sinds 19 September van het vorig jaar telkens tusschen haakjes is geplaatst. 22 (3069) runderen, 61 (3786) kalveren, 44 (2953) varkens en biggen, 10 (208) schapen en 0 (49) geiten. Het totaal aantal sterfgevallen bedroeg in de vorige week dus 137, waarmede aan de geleidelijke verbetering in den toestand welke sinds December viel te constateeren, plotseling weer een eind is gekomen. Ter vergelijking kan nog worden opgemerkt, dat het aantal sterfgevallen in de vooraf gaande week slechts 89 bedroeg en in de week daarvoor nog 146. Het gemiddelde sterftecijfer per week sinds September 'r thans 444. Dr. KERSBERGEN TE HAARLEM JUBILEERT. Heden jubileert dr. L. C. Kersbergen, geneesheer-directeur van het Et. Elisa beths Gasthuis, bestuurslid van verschei dene vereenigingen te Haarlem, 40 jaar arts. Dr. Kersbergen is op Juli 1873 geboren en bereikt dus binnenkort den pensioen- gerchtigden leeftijd. Na zijn studie in Lei den, waar hij op 4 Maart 1898 het arst- examen aflegde, studeerde hij nog in Wee- nen en werd vervolgens assistent bij prof. Nolen in Leiden. Sedert 1900 is dr. Kers bergen te Haarlem gevestigd. In 1907 werd hij benoemd tot internist aan het Diaconesenhuis. In 1919 werd hij benoemd tot geneesheer-directeur van het St. Eli sabeths Gasthuis. Dr. Kersbergen is bekend door zijn voor zitterschap van de Ned. Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Dat zijn werkzaamheden voor de be strijding der t.b.c. groot zijn, is reeds en kele malen tot uiting gekomen en ook door zijn benoeming tot lid van de Staatscom missie tot onderzoek van de middelen tot bestrijding der t.b.c. „Tel." Prins Bernhard woont een ruiter- wedstrijd bij. Op het uitgestrekte landgoed van jhr. W. Godin de Beaufort te Maarsbergen is gistermorgen door de leerlingen, officie ren en onderofficieren van de rijschool te Amersfoort een oefeningscross gereden. Hetzelfde parcours werd later afgelegd door de officieren en onderofficieren van het eerste half regiment huzaren uit' Amersfoort. Deze cross had de belangstelling van Prins Bernhard, die gekleed in de uni form van ritmeester der cavalerie, om kwart voor tien per auto arriveerde. De Prins werd begroet door ritmeester baron Sirtema van Grovestins, waarna aan den Prins werden voorgesteld de eige naar van het buitengoed, jhr. Godin de Beaufort en ritmeester jhr.van der Goes, die leiding had bij het uitzetten van het parcours. Met den directeur van de rijschool, overste D. A. Camerling Helmolt begaf de Prins zich naar een der belangrijkste pun ten in het parcours, waar hij groote be langstelling toonde voor de prestaties der ruiters en dit op de film vastlegde. Vooral had Z. K. H. veel aandacht voor de ver richting van zijn eigen schimmel Bunny, welke gereden werd door wachmeester Blauw. Om 11 uur is de Prins in de richting van Soestdijk vertrokken. Tegen Huizens Raadhuis geadviseerd. De Winkeliersvereeniging te Huizen, heeft opnieuw een adres aan den raad ge richt om niet over te gaan tot den bouw van een raadhuis. In haar vorig adres vreesde zij verzwaring der financieele lasten voor de belastingbetalers en boven dien de vestiging van een winkel op 't vrij komende terrein van het oude raadhuis en concurrentie van winkels, welke in den omtrek van het nieuwe raadhuis wel licht zullen worden gebouwd. Nu de raad de voordracht met 76 stemmen heeft aangenomen, meent de vereeniging, dat deze geringe meerderheid voldoende be wijst, dat de bevolking niet op een nieuw raadhuis is gesteld. „Tel"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7