De spaarregeling geprezen; de
steunnormen becritiseerd.
WAARBORG-KLEEDING
De kolonisatie
Nieuw-Guinea
BINNENLAND
VRIJDAG 4 MAART 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
Eerste Kamer
Vergadering van gisteren
De heer VAN DER BILT (S.D.) vraagt
van den minister thans een stellige toe
zegging voor een spoedige wettelijke va-
cantie-regeling.
De heer DIEPENHORST (A.R.) merkt
op, dat de 40-urige werkweek nationaal en
internationaal aan de orde is gesteld als
middel van werkloosheidsbestrijding. Ita
lië heeft hierbij het voo:rbeeld gegeven.
Spr.'s hoofdbezwaar is dat de 40-urige
arbeidsweek noch oeconomisch noch ethisch
recht kan worden gehouden. De eisch der
40-uren-week is noch geboden noch ge-
wenscht.
Spr. herinnert aan de geschiedenis der
hier te lande bestaande regeling en aan
het feit, dat de 48-urige werkweek werd
aanvaard toen de 45-urige nog niet be
reikbaar bleek.
Men moet streven naar verdere door
werking der bestaande Arbeidswet voor
verschillende groepen arbeiders. Ook den-
ke men eerst aan de eereschuld jegens de
landarbeiders, wat de regeling van hun
positie betreft.
De heer HIEMSTRA (S.D.) juichte 's mi
nisters voornemen 'jegens de landarbeiders
toe. Spr. dringt aan op verbetering van de
sociale wetgeving in 't algemeen, doch in
zonderheid t.a.v. de landarbeiders, en van
de uitvoering der Ziektewet; in bepaalde
omstandigheden toch kan het voorkomen,
dat de arbeiders lang op da uitkeering van
hun ziekengeld moeten wachten.
REDE VAN DEN HEER DE BRUYN
De heer DE BRUYN (R.K.) wijst op den
velen arbeid, reeds door dezen minister
verricht. In een enkel opzicht is spr. het
echter niet met hem eens. Er wordt nog
te weinig gedaaq tegen de werkloosheid.
Ten déze moet de gevoerde politiek kabi-
netspolitiek zijn. De regeering wil bevor
deren het opnemen van arbeidskrachten in
het Nederlandsche bedrijfsleven, de uit
voering van werken vervroegen, de emi
gratie stimuleeren en de werkverschaf
fing bevorderen.
Spr." vraagt zich af, of de bedrijfs-
gedachte al' zoo ver is gevorderd, dat
men over en weer eikaars lasten wil
helpen dragen. De minister wacht,
maar, doch is dat wel voldoende ver
antwoord? Hij kan niet voor on be
paalden tijd wachten. Er moeten
krachten in het Nederlandsche arbeids
proces worden opgenomen om de
steeds dreigender werkloosheid beter
tegen te gaan. Spr. wijst op gevallen,
waardoor tenge,volge van de vrijheid
in het bedrijfsleven, buiten normale
factoren om, honderden arbeiders werk
loos werden.
Het ware van belang, als de minister,
zoodra mogelijk het resultaat bekend
maakt van maatregelen om de werktijden
in overheids- en semi-overheidsbedrijven
in te korten.
Grootere bevoegdheden voor
bedrijfsraden gevraagd.
Spr. dringt aan op aanpassing bij het
maatschappelijk herstel, ook door aan de
bedrijfsraden grootere bevoegdheden te
geven. De verdere vorming van bedrijfsra
den worde bevorderd. Spr. wenscht voorts
één centraal orgaan voor de voorbereiding
van alle maatregelen op sociaal-oecono-
misch terrein.
Spr. vereenigt zich met wat de minis
ter voornemens is tot Stand te brengen
aangaande de sociale verzekering. Dit gaat
ook in de richting van bedrijfsorganisatie.
Wat betreft de vraag omslagstelsel of
fondsvorming, de financieele toestand van
het invaliditeitsfonds is zeer ernstig, de
minister schenke zijn aandacht aan deze
even dreigende als urgente kwestie.
Waarom geen gezondheids
keuring in de werkverschaffing?
Waarom wijst de minister keuring vóór
de tewerkstelling bij de werkverschaffing
af; het gaat toch om zwaar grondwerk, ook
voor werklooze sigarenmakers e.d.? Men-
schen met hart- en maagkwalen worden
uitgestuurd om dat zware werk te ver
richten. Als keuring niet noodzakelijk is,
is ze niettemin niet uiterst wenschelijk?
door voorkomen kunnen worden, waartoe
de vakcentrales, niet genoeg deskundig ge
woonlijk, niet kunnen dienen.
Huisvaders worden soms gedwongen in
het buitenland te werken, zonder voldoen
de gelegenheid voor kerkbezoek boven
dien. Dit verwondert spr. van dezen mi
nister.
De spaarregeling is verdacht
gemaakt.
De minister is overtuigd van het nut
van kinderbijslag. Waarom wacht de
minister dan bij de werkverschaffing?
De z.g. spaarregeling bij de steunrege
ling is door demagogische elementen
verdacht gemaakt. Spr. keurt dit voor
de soc.-dem. af. Spr. wijst op de gun
stige resultaten b.v. te Enschedé. Aan
de bestrijding dezer regeling liggen be
paalde motieven ten grondslag. Spr.
keurt die af; de spaarregeling kost de
regeering een millioen, en daarbij heeft
ze het niet gelaten; naast den bijslag
heeft de minister een extra bijdrage
gegeven voor werklooze inwonende kin
deren, kosten 1.4 millioen; en er zijn
nog verdere regelingen, t.a,v. emigra
tie, werkfonds en zoo veel meer. De
totstandkoming van bedrijfsraden wordt
bevorderd. Deze en vele andere maat
regelen zullen aan dezen minister te
danken zijn, hoewel hij nog slechts en
kele maanden in functie is. Hoe durft
men dan op zoo onverantwoordelijke
wijze als de soc.-democratie doet, op te
treden tegen een minister die zooveel
activiteit toont?
Dergelijk politiek optreden moet worden
gediskwalificeerd en veracht; het is poli
tiek van het minste allooi.
Heeft de marge tusschen steun
en loonbedrag recht van bestaan?
Spr. juicht het voorontwerp over kinder
bijslag toe. Doch op grond waarvan wijst
de minister algemeene verhooging van den
steun af? De marge tusschen loon en steun
moet den prikkel tot arbeiden in stand
houden; dit is practisch staatsbeleid; het
komt echter aan op de omstandigheden.
Spr. beroept zich verder op de encyclie
ken van den thans regeerenden Paus. De
loonen moeten aan eischen van redelijk
heid voldoen; het is moeilijk, het ethisch
minimum te bepalen, eveneens te zeggen,
dat de steunnormen daar altijd aan vol
doen, b.v. wat betreft groote gezinnen.
Spr. ziet een conflict met den absoluten
minimum-eisch, al is die statistisch niet
te bepalen. Het is inconsequent, zonder
meer vast te houden aan de marge-ge
dachte. Het gaat ook niet aan, werkloozen
te verwijzen naar armenzorg. Werkloozen
hebben als mensch dezelfde rechten en
plichten als werkenden. De marge tus
schen loon- en steunbedrag zou alleen
mogen gelden als de loonen overal vol
doende waren. Wat baat het dan. het be
roep op de noodzakelijkheid om den prik
kel tot het zoeken van werk te behouden,
nog steeds naar voren te brengen. Dit
geldt temeer omdat de overheid over over
vloedige statistische gegevens beschikt.
Het streven van den minister naar kinder
bijslagen is prijzenswaardig, doch is voor
de steunverleening niet voldoende. Het is
plicht der gemeenschap, daarin nu ver
betering te brengen.
De vergadering wordt te 4 uur 55 ver
daagd tot Vrijdag elf uur.
ploratie zou tevens aan de regeering de
wapens in handen geven tegen hen, die
thans niet ten onrechte, door haar argu
menten inzake de blanke kolonisatie niet
overtuigd zijn. Het is niet bemoedigend,
dat het Nieuw Guinea Kolonisatie Comité
van de Indische regeering geen antwoord
op haar adressen ontvangt.
Spr. is tegen blanke kolonisatie. Noch
de Europeaan, noch de Indo is physiek in
staat in de tropen het kleine landbouwbe
drijf uit te oefenen. Op Australisch Nieuw
Guinea blijkt de Europeaan wel geschikt
te zijn voor kleine ondernemingen. In
Duitsch Nieuw Guinea is de kolonisatie in
dertijd met steun der regeering geslaagd.
Het zou aanbeveling verdienen voor
Nieuw Guinea de mogelijkheid van koe
lie-contracten te openen.
De MINISTER VAN KOLONIëN, de heer
WELTER, zegt, dat de drie grootste petro-
leummaabschappijen een exploratie van
Nieuw-Guinea hebben ondernomen, welke,
bij het vinden van olie, tot een openslui
ting van dit gebied zal leiden. De regee
ring heeft intusschen zelf de exploratie
bevorderd en zij overweegt een landschaps-
boschbeheer aan de Geelvinkbaai.
Er liggen dicht bij Java zooveel voor
kolonisatie geschikte gebieden, dat de re
geering weinig aantrekkelijks ziet in de
kolonisatie van dit ver afgelegen gebied.
Tegenover de blanke kolonisatie van
Nieuw Guinea staat spr. nog steeds uiterst
sceptisch.
De minister deelde mede, dat verwacht
mag worden, dat binnenkort zal worden
opgericht de Nederlandsche Maatschappij
voor Nieuw-Guinea, waarin zal worden
deelgenomen zoowel door Nederlandsch -als
door Indisch kapitaal. Het doel der maat
schappij zal zijn verdere exploratie en
eventueel exploitatie van Nieuw Guinea.
De heer BAJETTO zfgt, dat de minister
het probleem Nieuw Guinea verkeerd stelt.
Nieuw Guinea heeft een bijzonder belang
voor ons. Waarom slaagt kolonisatie vlak
over de grens wel?
De MINISTER zegt, dat naar mogelijk
heden op landbouwgebied worot geëx
ploreerd. Spr. blijft sceptisch. De urgentie
van een kolonisatie van Nieuw-Guinea
ziet spr. niet in.
De vergadering gaat te 18.10 uiteen tot
Vrijdag één uur.
Bij goed kijken en vergelijken zal
U de'beste blijken
WAARBORG KLEEDING ALLEEN BIJ KREYMBORG.
Tweede Kamer
van
Vergadering van gisteren
Aan de orde komt de wijziging en de
verhooging van het derde hoofdstuk der
rijksbegrooting voor 1938 (bestrijding van
epidemieën in China).
Bestrijding van epidemieën
In China.
De heer DE MARCHANT ET D'AN-
SEMBOURG (N.S.B.) beschouwt Japan als
een gevaar. De Chineezen hebben recht op
onze naastenliefde, want ook zij zijn met
ons kinderen van één Vader. Evenwel
meent spr., dat de strijd in China meer
wordt ingegeven door het stoken van de
Komintern dan door de ChineeschJa-
pansche tegenstellingen. Spr. wijst op
joodsche namen onder de auctores intellec-
tuales van dit voorstel en waarschuwt te
gen de steeds toenemende joodsche over-
heersching van het internationale leven.
De heer ALBARDA (S.D.) noemt de
menschenliefde van den vorigen spreker
zeer beperkt. Hij sluit de communisten en
de joden uit en past daarbij de kunst
greep toe alle tegenstanders communisten
te noemen. De beschuldiging van de joden
noemt spr. belachelijk. Tegenover het dra
ma in het Verre Oosten staan allen die
menschenliefde hebben, met leedwezen.
De heer WIJNKOOP (C.P.N.) zegt, dat
de communistische partij de reddende
hand heeft geboden aan de oude cultuur
van het Chineesche volk zonder dat zij
daarbij van meening is, dat het communis
me daardoor in China zal worden inge
voerd.
De MINISTER VAN BUITENLAND-
SCHE ZAKEN, de heer PATIJN, meent,
dat de schriftelijke gedachtenwisseling
voldoende duidelijk is geweest. Er is vol
doende zekerheid, dat het geld voor zijn
doel zal bestemd worden. Spr. had geen
uitvoerig debat over dit voorstel, dat al
leen een daad van naastenliefde beoogt,
verwacht en veronderstelt, dat het den te
genstanders alleen te doen is geweest om
bij een gelegenheid hun meening uiteen
te zetten.
Het wetsontwerp wordt aangenomen z.
h.s.t met aanteekening, dat de N.S.B. ge
acht wordt te hebben tegengestemd.
De mogelijkheden in Nieuw-
Guinea.
Voordgezet werd de behandeling van de
Indische begrooting.
Bij dg afdeeling binnenlandsch bestuur
vraagt de heer BAJETO (R.K.), hoe het
staat met de exploratie van Nieuw Guinea.
Wat de kolonisatie betreft, vraagt spr.
welke gegevens de regeering in Indië be
schikbaar heeft om over de mogelijkheid
van de kolonisatie van Nieuw Guinea te
oordeelen. Deze gegevens ontbreken nog.
Spr. pleit voor gecombineerde expedities.
Het best zou men kunnen beginnen met
de exploratie rond den Vogelkop. Deze ex
KORTZICHTIGE MONUMENTENZORG.
De Abdij van Middelburg.
Prof. dr. J. Huizinga schrijft:
Het monument van de Abdij van Mid
delburg is een der kostbaarste monumen
ten, die ons land bezit. De zorg is hier ge
wijd aan het onteigenen'en ontruimen van
het over de heele wereld bekende Hotel
de Abdij, te volgen door een nog proble
matieke restauratie van dat deel der ge
bouwen. De kortzichtigheid zit in een al-
geheele miskenning van de waarheid, dat
maar al te vaak „le mieux l'ennemi du
bien" (het betere is de vijand van het
goede) is.
Rijksarchief en Provinciale griffie heb
ben meer ruimte noodig. Maar er is, zegt
men, andere ruimte beschikbaar, dan juist
die van het hotel. Het "hotel is niet in den
oorspronkelijken stijl der abdijgebouwen
en niet mooi om te zien. Maar het is hon
derdmaal aangenamer om te zien, dan de
slecht gerestaureerde gedeelten rondom:
het Commissaris-huis met d confectie-go-
thieke deur, de het vroegst gerestaureerde
torentjes, de kruisgang en bovenal de
onbeholpen oplossing van 't geval naast de
prachtige laat-zeventiende-eeuwsche deur.
Waarlijk, er is met restaureeren al genoeg
verknoeid aan de Abdij, al weet iedereen,
dat men het nu veel beter doet dan veertig
jaar geleden. Het klinkt misschien vreemd
maar werkelijk: tot de sfeer der Abdij
werken de niet-gothieke gebouwen, d.w.z.
het Polderhuis, het hotel en het Notaris
huis in hun eenvoud en echtheid bijna
meer mee dan de gerestaureerde gedeelten.
Die sfeer gaat men nu reddeloos versto
ren. Men gaat er hoe moet blijken,
want van den oorspronkelijken toestand
der hotel-zijde is weinig meer bekend dan
dat daar gebakken en gebrouwen werd
een kunsthistorisch-correct geheel schep
pen, maar tegelijk „een dooien boel". Er
zullen ambtenaren naar hun bureau's fiet
sen, en toeristen zullen door hun brillen
in hun roode of blauwe boekjes turen. De
logeergasten zullen wel in Vlissingen on
derdak vinden. Maar men, dat wil zeggen
de Middelburgers zelf en duizenden land-
genooten, voor wie „de Abdij" een lief
ding in hun leven is geworden, zal niet
meer in de frissche stilte van een zomer
morgen of in den droom van een vallende
avond voor de „de Abdij" gezeten, zijn
koffie of zijn bier vergeten voor de onver
gelijkelijke bekoring van de schoonste
stad van Nederland.
Och lieve menschen in Den Haag, weest
toch wijzer! Slaat geen schennende han
den aan iets wat ge niet herstellen kunt:
een sfeer, een stemming. Ze worden in ons
kleine dichf bebouwde land bij den dag
zeldzamer, die plekken, waar iedereen,
als hij maar een kwartier heeft uit te spa
ren van arbeid en zorgen, de wanklanken
van het hedendaaksch bestaan een oogen-
blik kan vergeten in de overgave aan een
zuiver en eenvoudig schoon. Hier valt zulk
een plek te behouden. Behoudt haar.
Ook in de binnenstad van Leiden be
zitten we van die kostbare plekken, waar
op prof. Huizinga doelt. Wij denken o.m.
aan de Pieterskerk en Gravensteen. Ook
in Leiden „vallen zulke plekken te be
houden"!
ZIEKENHUISTENTOONSTELLING
TE. UTRECHT.
Van de Ver. van R.K. Ziekenhuizen.
In Juni van dit jaar bestaat de .Vereeni-
ging van R.K. Ziekenhuizen vyf jaar. Zij
is te Utrecht opgericht met aanvankelijk
34 leden; thans bedraagt het aantal aan
gesloten inrichtingen meer dan 100, waar
onder de voornaamste R.K. Sanatoria. Ter
gelegenheid van dit eerste lustrum zal de
vereeniging van 20 tot 25 Juni op de par
terre-ruimte van de drie jaarbeursgebou
wen te Utrecht een tentoonstelling houden
op ziekenhuisgebied, waarin de groei van
het R.K. Ziekenhuiswezen zal worden ge
toond naast een aanschouwelijke voorstel
ling van de vorderingen der ziekenverple-
gingstechniek der laatste jaren. Van de
ruim 1500 M2. beschikbare tentoonstel
lingsoppervlakte is, naar men ons mee
deelt, reeds tweederde deel door verschil
lende firma's besprpken. Tijdens de ten
toonstelling zullen verschillende
sen worden gehouden.
NATIONALE K.J.M.V.-BIJEENKOMST.
In het teeken van het gezinsprogram.
Naar wij vernemen zijn momenteel voor
bereidende besprekingen begonnen voor
een Nationalen K.J.M.V.-Bondsdag, die op
26 Mei a.s. Hemelvaartsdag, in Utrecht ge
organiseerd zal worden.
Deze bijeenkomst, die niet alleen naar
naam, maar ook metterdaad een Nationale
Bodsdag van de vijf diocesane afdeelin-
gen zal zyn, komt in het teeken te staan
van het gezinsprogram, dat in het afge-
loopen seizoen leidraad was voor de han
delingen der K.J.M.V.-besturen in Neder
land. Het meest zal dit tot uiting komen
in een groote middagbijeenkomst, waar
voor men druk doende is een zoo interes
sant mogelijk programma samen te stel-
leij.
Het ligt in de bedoeling dezen middag
dusdanig samen te stellen, dat er tenslotte
een hulde aan het ouderschap in ligt op
gesloten.
DE ZOUTCONVENTTE.
Minister Steenberghe in principe bereid
tot verbindend-verklaring.
Naar het „Weekblad voor Kruideniers
waren" verneemt heeft de minister van
oeconomische zaken zich in principe be
reid verklaard tot inwilliging van het ver
zoek van zoutzieders om de zoutconven-
tie, welke 1 Jan. door opzegging is geëin
digd, algemeen verbindend te verklaren.
DE OPLEIDING VAN DEN MIDDEN
STANDER.
Vragen van het Tweede Kamerlid Amelink
Het Tweede Kamerlid Amelink heeft
aan den minister van oeconomische zaken
de volgende vragen gesteld:
1. Is het juist, dat met medewerking
van het departement van oeconomische
zaken de opleiding voor de handelskennis,
die vereischt wordt ingevolge de bepalin
gen der Vestigingswet kleinbedrijf, uitslui
tend gegeven zal worden in handen van
de drie middenstandsbonden, respectieve
lijk van de onderwijsinstellingen dezer
organisaties?
2. Is het juist, dat vakorganisaties of
onderdeelen daarvan, die zich reeds be
zighouden met de opleiding voor handels
kennis, die opleiding op voorschrift van
het departement van oeconomische zaken
moeten beëindigen?
3. Indien het onder 1 en 2 gevraagde
juist is, wil de minister dan mededeelen
op welke wettelijke bepalingen deze be
slissing stunt?
4. Is de minister niet van meening, dat
het- voor het verkrijgen van het midden
standsdiploma algemeene handelskennis^
afgegeven door een der middenstandsbon
den, noodzakelijk voor het ontvangen van
een bedrijfsvergunning ingevolge de Ves
tigingswet-Kleinbedrijf, voldoende is, dat
de verzoeker de vereischte handelskennis
bezit en dat daarbij buiten beschouwing
gelaten kan worden, op welke wijze of bij
welke instelling de verzoeker zich deze
handelskennis heeft eigen gemaakt?
COLLECTIEVE ARBEIDS
OVEREENKOMST BOEKBINDERIJ,
EN ENVELOPPEBEDRIJF.
Zoowel door de werkgevers- als door de
werknemersbonden in dezen bedrijfstak
werd tegen 4 April a.s. de arbeidsovereen
komst opgezegd, met de mededeeling, dat
men bereid was over een nieuwe C. A. O.
te onderhandelen.
De bespreking hieromtrent werd op 8
Februari j.l. geopend en na een viertal zit
tingen gisteren beëindigd.
De opleiding tot het vak, die de laatste
jaren door de malaise vastgeloopen was, is
geheel herzien en zal in nieuwe banen wor
den geleid met gebruikmaking van de nij
verheidsonderwijswet titel 2. In verband
hiermede werd de personeelverhouding
herzien.
De loonen werden in verband met de
kosten van het levensonderhoud met 3 cent
per uur voor de vakarbeiders en met 2 en
1 cent per uur voor de hulpvakarbeiders
en de jongeren verhoogd.
De gevraagde wijzigingen tot uitbrei
ding van verlofdagen en verhooging van
het percentage voor overwerk, werden niet
aangebracht.
Met het oog op de werkloosheid werd het
aantal vastgestelde overwerkuren met 50
teruggebracht.
Indeeling van Rijksrechercheurs.
De minister van justitie heeft bepaald,
dat de rijksrechercheurs worden ingedeeld
in twee klassen, aan te duiden als rijks
rechercheurs eerste klasse en als rijks
rechercheurs.
DURE SCHOOL PUBLIEK GEVEILD?
Ondetwijs raadsel en te Nijmegen.
Het Tweede Kamerlid, de heer Suring,
heeft aan den minister van O., K. en W. de
volgende vragen gesteld:
Is het juist, dat in het jaar 1931 in de ge
meente Nijmegen een bijzondere neutrale
huishoudschool „De Haard" is geopend,
waarvan de bouwkosten ruim 100.000 gul
den hadden bedragen, welke school in 1936
bij gebrek aan leerlingen gesloten is moe
ten worden en thans publiek zal worden
geveild?
Is het ook juist, dat in 1936 aan de bij
zondere R. K. huishoud- en vakschool „St.
Agnes", te Nijmegen, gelden voor de stich
ting van een nieuw schoolgebouw, waaraan
aringend behoefte bestond, zijn geweigerd,
zoodat het bestuur dezer school tot stichting
uit eigen middelen is moeten overgaan?
Is het juist, dat thans voor een verbou
wing der bijzondere neutrale Nijmeegsche
kookschool een bedrag van circa 65.000 gul
den wordt gevoteerd, terwijl het zeer de
vraag is, of deze verbouwing wel nood
zakelijk zal blijken?
In de minister bereid, indien de vooraf
gaande vragen bevestigend worden beant
woord, de ongelijke behandeling van bij
zondere huishoudscholen in de gemeente
Nijmegen verklarend toe te lichten?
DE BOTERHEFFING.
Het bedrag van de heffing en de steun-
uitkeering op boter is, behoudens tusschen-
tydsche wijziging, voor de week van 3 tot
10 Maart vastgesteld op 65 cent per kg.
(onveranderd).
HET MOND- EN KLAUWZEER.
In de week van 20 tot met 26 Februari
haciaen de volgende aantallen sterfgeval
len tengevolge van het mond- en klauw
zeer plaats, waarbij het totale aantal sinds
19 September van het vorig jaar telkens
tusschen haakjes is geplaatst. 22 (3069)
runderen, 61 (3786) kalveren, 44 (2953)
varkens en biggen, 10 (208) schapen en 0
(49) geiten.
Het totaal aantal sterfgevallen bedroeg
in de vorige week dus 137, waarmede aan
de geleidelijke verbetering in den toestand
welke sinds December viel te constateeren,
plotseling weer een eind is gekomen. Ter
vergelijking kan nog worden opgemerkt,
dat het aantal sterfgevallen in de vooraf
gaande week slechts 89 bedroeg en in de
week daarvoor nog 146. Het gemiddelde
sterftecijfer per week sinds September 'r
thans 444.
Dr. KERSBERGEN TE HAARLEM
JUBILEERT.
Heden jubileert dr. L. C. Kersbergen,
geneesheer-directeur van het Et. Elisa
beths Gasthuis, bestuurslid van verschei
dene vereenigingen te Haarlem, 40 jaar
arts.
Dr. Kersbergen is op Juli 1873 geboren
en bereikt dus binnenkort den pensioen-
gerchtigden leeftijd. Na zijn studie in Lei
den, waar hij op 4 Maart 1898 het arst-
examen aflegde, studeerde hij nog in Wee-
nen en werd vervolgens assistent bij prof.
Nolen in Leiden. Sedert 1900 is dr. Kers
bergen te Haarlem gevestigd. In 1907
werd hij benoemd tot internist aan het
Diaconesenhuis. In 1919 werd hij benoemd
tot geneesheer-directeur van het St. Eli
sabeths Gasthuis.
Dr. Kersbergen is bekend door zijn voor
zitterschap van de Ned. Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst.
Dat zijn werkzaamheden voor de be
strijding der t.b.c. groot zijn, is reeds en
kele malen tot uiting gekomen en ook door
zijn benoeming tot lid van de Staatscom
missie tot onderzoek van de middelen tot
bestrijding der t.b.c. „Tel."
Prins Bernhard woont een ruiter-
wedstrijd bij.
Op het uitgestrekte landgoed van jhr.
W. Godin de Beaufort te Maarsbergen is
gistermorgen door de leerlingen, officie
ren en onderofficieren van de rijschool te
Amersfoort een oefeningscross gereden.
Hetzelfde parcours werd later afgelegd
door de officieren en onderofficieren van
het eerste half regiment huzaren uit'
Amersfoort.
Deze cross had de belangstelling van
Prins Bernhard, die gekleed in de uni
form van ritmeester der cavalerie, om
kwart voor tien per auto arriveerde.
De Prins werd begroet door ritmeester
baron Sirtema van Grovestins, waarna aan
den Prins werden voorgesteld de eige
naar van het buitengoed, jhr. Godin de
Beaufort en ritmeester jhr.van der Goes,
die leiding had bij het uitzetten van het
parcours.
Met den directeur van de rijschool,
overste D. A. Camerling Helmolt begaf de
Prins zich naar een der belangrijkste pun
ten in het parcours, waar hij groote be
langstelling toonde voor de prestaties der
ruiters en dit op de film vastlegde. Vooral
had Z. K. H. veel aandacht voor de ver
richting van zijn eigen schimmel Bunny,
welke gereden werd door wachmeester
Blauw.
Om 11 uur is de Prins in de richting
van Soestdijk vertrokken.
Tegen Huizens Raadhuis geadviseerd.
De Winkeliersvereeniging te Huizen,
heeft opnieuw een adres aan den raad ge
richt om niet over te gaan tot den bouw
van een raadhuis. In haar vorig adres
vreesde zij verzwaring der financieele
lasten voor de belastingbetalers en boven
dien de vestiging van een winkel op 't vrij
komende terrein van het oude raadhuis
en concurrentie van winkels, welke in
den omtrek van het nieuwe raadhuis wel
licht zullen worden gebouwd. Nu de raad
de voordracht met 76 stemmen heeft
aangenomen, meent de vereeniging, dat
deze geringe meerderheid voldoende be
wijst, dat de bevolking niet op een nieuw
raadhuis is gesteld. „Tel"