MAANDAG 28 FEBRUARI ISjZ 29ste Jaargang No. 8967
Sfe Geid^elveSoti/fca/iit
Telefoon: Redactie 15. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN AdT en
Telefoon: Administratie 935. Giro 103003. Postbus 11.
Joannes Petrus Huibers
DOORDE GENADE GODS EN DE GUNST
..VAN DEN APOSTOLISCHEN STOEL.
Bisschop van Haarlem
Aan de Geestelijkheid en Geloovigen
I van Ons Bisdom.
ZALIGHEID IN DEN HEER!
In Onzen Vastenbrief van het vorige
jaar hebben Wij U gesproken B.G. over
den grooten zegen van het Christelijke
huisgezin. Wij hebben er op gewezen als
op het krachtigste bolwerk in onzen groo
ten strijd voor het behoud van geloof en
goede zeden en voor de uitbreiding van
het Rijk Gods op aarde.
Heden willen Wij Uw aandacht vestigen
op hetgeen noodzakelijk moet voorafgaan,
om zulk een waarlijk Christelijk gezin te
kunnen stichten.
Het is angstwekkend te zien, hoe onna
denkend en hopeloos lichtzinnig door vele
jonge lieden betrekkingen onder elkander
worden aangeknoopt. Zonder eenig over
leg met de ouders beginnen zij een om
gang met personen, die ze nauwelijks ken
nen, waarvan ze eigenlijk niets weten. Ze
kennen de familie niet, vragen niet naar
godsdienst, denken niet aan plichten, zien
niet naar bekwaamheid, naar de mogelijk
heid op een echtverbintenis. Er wordt niet
eens over gedacht. Ze zien alleen naar
uiterlijkheden, denken alleen aan uitgaan,
om zich aan allerlei vrijheden over te ge
ven, en zooveel mogelijk hun zingenot te
bevredigen. Hoe kón daar iets goeds van
komen? Hoe moet dit uitloopen op een al-
geheele mislukking en niet zelden op een
hopeloos verwoest leven. Het moderne
heidendom doet vooral in deze zaak zijn
verderfelijken invloed sterk gevoelen.
Hiertegen willen Wij onze katholieke
jeugd beschermen en daarom wenden Wij
ons heden met een ernstig woord niet al
leen tot de jeugd maar tot allen, en zeer
bijzonder tot hen, die aan die jeugd lei
ding moeten geven. En, omdat allen op
hun tijd en op hun wijze daarin tot me
dewerking geroepen zijn, achten Wij dit
woord voor allen van groot belang.
Wanneer onze H. Vader, Paus Pius XI,
wiens glorievolle regeering door God zoo
wonderbaar wordt verlengd, in zijn be
roemde Encycliek over het christelijk hu
welijk het geluk en de heerlijkheid van
het katholieke huwelijk heeft doen stralen
in het volle licht, dan zegt Hij:
„Maar dit alles hangt voor een groot ge
deelte af van de noodzakelijke voorbe
reiding der echtgenooten tot het huwe
lijk, zoowel de verwijderde als de on
middellijke". En dat deze verwijderde
voorbereiding reeds vroeg begint, blijkt
uit hetgeen volgt: „Immers men kah niet
„ontkennen, dat reeds gedurende de kin
derjaren en de jeugd in de ziel van jon-
„gen en meisjes de hechte grondslag wordt
„gelegd voor een gelukkige echtverbinte-
„nis, maar ook de ondergang wordt voor-
„bereid van een ongelukkigeZij moe-
„ten elkander naar behooren kunnen steu
ren in het dragen van de tegenslagen
„van dit leven en meer nog in het behar
tigen van hun eeuwige zaligheid".
Welnu hoe zullen zij elkander kun
nen steunen, als zij zelf niet sterk zijn?
En hoe zullen zij later sterk zijn, als ze in
hun jeugd die sterkte niet hebben verkre
gen door zich zelf te beheerschen en kuisch
en godvruchtig te leven?
„O, hoe schoon is een kuisch geslacht",
zegt de H. Schrift.„door zijn smette-
„loozen strijd behaalt het den prijs der
„overwinning en het zal zegevieren met
„eeuwige kroon".
Inderdaad, slechts een kuische jongeling
en een kuische jongedochter zullen be
stand blijken in den moeilijken strijd, die
hun wacht. En daarom noemt ook de Ca
techismus als eerste voorbereiding tot een
gelukkig huwelijk: een kuisch en deugd
zaam leven.
Maar een kuisch en deugdzaam leven is
niet mogelijk, wanneer de opvoeding niet
degelijk godsdienstig is en wanneer de
tucht ontbreekt. Men herinnere zich het
woord van de H. Schrift: „Wie zijn zoon
liefheeft., onthoude hem de tuchtiging
niet.daardoor zult gij zijne ziel redden
van de hel".
Welk een verheven en heerlijke taak is
hier weggelegd voor de Christenouders.
Door hun dagelijksch voorbeeld laten zij
hun kinderen van jongs af aan, ongewild
zelfs, zien hoe men in een katholiek huis
gezin met elkander behoort te leven, hoe
men God eert en tegelijk elkander geluk
kig maakt. Het katholiek huisgezin
waarin de ware tucht heerscht -r- is de
beste oefenschool voor de deugd en ner
gens leert een toekomstige man of vrouw
de godsdienstigheid, de zelfbeheersching,
de arbeidzaamheid, de offervaardigheid
en alle andere deugden welke in het leven
noodig zijn zoo gemakkelijk en zoo
grondig en zoo onvergetelijk beoefenen
als in zijn kinderjaren in het katholiek
gezin. En daarom kunnen wij ook zeggen,
dat de beste grondslag waarop een nieuw
christelijk gezin wordt opgebouwd, te vin
den is in twee andere christelijke gezin
nen, namelijk in die, waarin de toekom
stige man en de toekomstige vrouw zijn
opgevoed in de vreeze en in de tucht des
Heeren.
Van groot belang is, ook onder dit op
zicht, de Katholieke School en later ook
de Katholieke Jeugdvereeniging, zoowel
voor jongens als voor meisjes, en de
standsorganisaties voor de ouderen.
Daar vinden zij allereerst door den om
gang en de vriendschap met Katholieken
een krachtige beveiliging tegen de drei
gende ramp van het gemengde huwelijk.
Maar daar leeren zij bovendien het rijke
Roomsche leven nog beter kennen en toe
passen en beleven. Daar komen ze in
nauw persoonlijk contact met priesters,
met degelijke opvoeders en jeugdleiders
of leidsters. Daar vinden zij zoo gemakke
lijk een veiligen steun in de gevaren, die
dien leeftijd omringen. Daar vinden zij
ook steun bij elkander. Want zij streven
allen naar het ééne heerlijke ideaal: om
ook later in het volle leven als echte kin
deren Gods te leven en te strijden.
Het behoeft wel niet te worden gezegd
dat in dien tijd van karaktervorming de
jongen zoowel als het meisje dagelijks en
met aandrang den goeden God moet bid
den om den levensstaat te kennen, waartoe
Zijne wijsheid hen bestemde.
Wat is deze verwijderde voorbereiding
van onschatbaar belang!
„Tot -de naaste voorbereiding van een
goed huwelijk", zoo zegt de Paus „moet
„allereerst gerekend worden de voorzich
tige keuze van een echtgenoot. Daarvan
„immers hangt het af, voor het aller
grootste gedeelte of het huwelijk ge-
„lukkig zal zijn of niet.. Is die keuze on
beraden, dan kan men zijn gansche leven
„daarvoor moeten boeten".
Ook hier is boven alles en voor alles
noodig een vurig en volhardend gebed,
opdat de goede God U het licht en de ge
nade geve U niet alleen de levensstaat
maar ook de persoon te doen kennen, die
Hij voor U bestemd heeft en die Hem al
leen bekend is, en deze op uw weg te voe
ren. Dit gebed is het gebed om een zeer
groote genade daarom mogen we zeg
gen: het zal zeker verhooring vinden, als
het goed wordt gedaan.
Hierdoor gesteund, moeten de jongelie
den op de meest ernstige wijze gebruik
maken van de groote gave Gods, welke
zij ontvingen in hun verstand. Bij de be
paling hunner keuze zullen zij eerst en
bovenal rekening houden met God en den
waren godsdienst. Nooit zullen zij ver
keering aangaan met een niet-Katholiek.
Zulk een verkeering aan te gaan is al
toos zondig. Dat loopt altijd uit op groot
verlies en veel verdriet en gewoonlijk op
onherstelbaar ongeluk.
Het aantal voorbeelden hiervan is zoo
ontstellend gróót. Laat niemand zich iets
voorstellen van opoffering en bekeering
bijna altoos komt men bedrogen uit en
zonder uitzondering zal men met buiten
gewone moeilijkheden heel zijn leven te
kampen hebben, wanneer men zijn geloof
en zijn eeuwig geluk niet ten eenenmale
wil verliezen. Men wachte zich ook voor
verkeeringen met ongodsdienstige en ban-
delooze personen, die zich wel Katholiek
noemen, maar die hun plichten jegens
God en godsdienst verwaarloozen. Wie
jegens God zijn plicht vervult, zal het ze
ker niet doen ten opzichte van de men-
schen, zoodra het hem begint zwaar te
vallen. Een ieder wachte zich voor schade
en voor schande.
„Vervolgens," zoo zegt de Paus, „moe-
„ten zij denken aan hun eigen tijdelijke
„belangen en aan dat van hun verloof-
„den en van hun toekomstige kinderen".
En daarom is het wijs, te letten op het
karakter, de bekwaamheid, de gezond
heid, de werklust, den aanpassenden leef
tijd en dezelfde levensomstandigheden.
Dat alles toch is van groot belang voor
het volgend leven.
Ieder goedgeaarde zoon of dochter zal
begrijpen, dat voor deze en nog meerdere
zaken de raad van wijze en verstandige
menschen onontbeerlijk is. En daarom zul
len zij nooit de verkeering beginnen zon
der te voren hun biechtvader en hun
ouders geraadpleegd en hun toestemming
gevraagd en verkregen te hebben, naar
het voorschrift van den catechismus: „een
eerbare, niet te langdurige verkeering, be
gonnen met de toestemming der ouders".
Die toestemming kan niet worden ge
geven, wanneer er geen vooruitzicht be
staat dat binnen afzienbaren tijd bijv.
een of twee jaar het huwelijk kan ge
sloten worden. Wanneer de personen te
jong zijn, of de man is niet in staat een
vrouw en een gezin te onderhouden, of
andere beletselen doen voorzien, dat het
huwelijk niet spoedig kan volgen, dan zal
men ook met verkeering wachten totdat de
vooruitzichten beter zijn ja zelfs de
aangegane verkeering afbreken of althans
onderbreken totdat de toestand verandert.
Dit kan wij begrijpen het ten volle
soms zeer smartelijk zijn, maar het is
deugd. Wie zoo doet, handelt als een kind
Gods. Wie dat niet doet, laat zich alleen
leiden door menschelijke neigingen is
een zwakkeling en stelt zich zelf en zijn
medepartij aan de grootste gevaren bloot.
Tenslotte moeten wij spreken over het
geen verstaan wordt onder een eerzame
verkeering.
De verkeering, welke onder bovenge
noemde voorwaarden wordt aangegaan
met het doel om tot een huwelijk te ko
men, is op zich zelf niet ongeoorloofd. Zij
heeft het voordeel, dat beide personen el
kander beter leeren kennen en in de ge
legenheid zijn om zich elkanders achting
waardig te maken. Want er bestaat geen
ware liefde, die niet gegrond is op ware
achting. Als die achting groeit, groeit de
liefde. Gaat die achting verloren, dan is
de liefde verdwenen. Maar niettegen
staande dit goede, is en blijft de tijd van
de verkeering een gevaarlijke tijd.
En daarom moet ieder die zich zelf res
pecteert, in dien tijd vooral, niet op eigen
kracht bouwen, maar in dubbele mate
Gods hulp vragen, zelf de waakzaamheid
beoefenen en ook de waakzaamheid van
anderen gaarne aanvaarden. Want voor
bijzondere gevaren zijn ook bijzondere
voorzorgen noodzakelijk.
En hier rust wederom niet alleen op de
jongelieden zelf, maar ook op de ouders
en op overheden een groote en zware
plicht.
Zij mogen niet toelaten, dat hun ver
loofde kinderen of onderhoorigen de be
zoeken te lang rekken of te veelvuldig
herhalen, dat zij met elkander alleen
zyn dat zij onder één dak overnachten
nog veel minder dat zij alleen met el
kander op reis gaan.
Zij zullen er echter nauwlettend voor
moeten zorgen, dat óf zij zelf óf een ver
trouwd persoon altoos bij hen is.
Ouders en overheden, die zeggen, dat
hun kinderen het niet noodig hebben, of
dat dit niet meer past in dezen tijd, of dat
ze over hun kinderen niets meer te zeg
gen hebben, en daarom die plicht van
waakzaamheid van zich trachten af te
schuiven, toonen dat zij óf vroeger hun
macht niet behoorlijk hebben gebruikt of
ook nu nog uit slapheid en gemakzucht
toegeven, maar zij zijn ongetwijfeld zwaar
schuldig aan de zonden van hun kinderen.
Brave jongelieden zullen nooit de een
zaamheid zoeken en het allerminst als
een hinderpaal en als een last beschou
wen, wanneer een vertrouwde broer of
zuster hen vergezelt en met hen is, maar
zij zullen het aanvaarden als een genade
Gods, Die hen als door een zichtbaren en
gelbewaarder beschermt en behoedt voor
het kwaad en zij zullen tot in lengte van
dagen de wijsheid van hun ouders prijzen
en hun dankbaar zijn tot in eeuwigheid.
Kinderen, die zich tegen deze maatre
gelen verzetten, toonen duidelijk, dat zij
het kwaad willen. Want het kwaad zoekt
de duisternis en de eenzaamheid en komt
niet tot het Licht; de deugd echter heeft
niets te verbergen en verheugt zich met
de waarheid en de oprechtheid.
Dierbare Geloovigen, bij het zien van
de verwoestende ellende en de toenemen
de zedenverwildering om ons heen, doen
Wij een dringend broep op u allen, bij
zonder op de katholieke ouders en jonge
lieden en opvoeders om zich toch niet te
laten mee sleepen door de moderne hei-
densche dwaalbegrippen, maar onder Gods
hulp met alle kracht de echte katholieke
zeden, tevens de oude goede Hollandsche
zeden te bewaren en te beschermen door
het christelijk huisgezin sterk en veilig
te maken voor het heden en voor de toe
komst.
Moge de H. Vastentijd ons helpen, om
bij de overweging van het smartelijk lij
den van onzen dierbaren Zaligmaker onze
harten te ontsteken in een vurige liefde
voor Hem en in boete en versterving goed
te maken wat wij zelf misdeden en wat
anderen misdoen en, ten koste van alles
zelfs, niets lief te hebben van wat Hem
bedroeft.
Wij vragen nog uw bijzonder gebed voor
Onzen H. Vader den Paus, voor de H.
Kerk, voor Hare Majesteit, Onze geëer
biedigde Koningin en voor de leden van
het Koninklijk Hius.
Bijzonder vragen wij uw gebed voor
den Vrede over de wereld.
En zal dit ons herderlijk schrijven in
alle kerken van ons bisdom op Zondag
Quinquagesima op de gebruikelijke wijze
worden afgekondigd.
Gegeven te Haarlem, 22 Januari 1938.
tJOANNES PETRUS,
Bisschop van Haarlem.
Op last van Z. Hoogw. Excellentie,
H. W. AGTEROF
Secretaris.
DE KONINGIN NAAR DEN HAAG
VERTROKKEN.
Hedenochtend kwart over 'elf is H.M. de
Koningin, in gezelschap van een hofdame,
in een gesloten auto van het paleis Soest-
dijk naar 's-Gravenhage vertrokken.
LEIDEN.
PROF. DR. W. J. DE HAAS.
Op 2 Maart hoopt prof. dr. W. J. de Haas,
hoogleeraar in de natuurkunde aan de Leid-
sche Universiteit, zijn zestigsten geboorte
dag te herdenken.
De heer Baak gaat heen
De heer J. Baak Jzn. gaat heen als in
specteur van het Lager Onderwijs in de In
spectie Leiden.
Wegens het bereiken van den pensioen
gerechtigden leeftijd heeft hij eervol ont
slag gekregen met ingang van 1 Maart
1938.
Vandaag is het de laatste dag zijner
ambtsvervulling.
Dit heengaan zal onze katholieke school
besturen en onderwijzers treffen.
Jarenlang was de heer Baak in onze scho
len een bekende en geziene persoonlijk
heid.
Over hoeveel scholen heeft hij bij bouw
en verbouw geen advies uitgebracht?
Tallooze nieuwe gebouwen zijn in ge
bruik genomen in zijn tegenwoordigheid.
Nooit liet hij dan na om zijn instemming
te betuigen met het bereikte resultaat van
soms moeizaam overleg.
Waar zijn adviezen gevraagd werden
ook al was dat ingevolge de wet niet noo
dig gaf hij die gaarne en volledig. Vele
schoolbesturen heeft hij daardoor aan zich
verplicht.
In de meer dan twintig jaar dat hij, in
verschillende kwaliteiten, deel uitmaakte
van het schooltoezicht heeft hij meerdere
duizenden onderwijzers leeren kennen. Zijn
plicht als ambtenaar vervullend, zullen er
toch weinigen zijn, die hem een „lastig" in
specteur meenden te moeten noemen. Daar
om zullen het ook maar enkelingen zijn
als ze er zijn die den heer Baak zonder
leede oogen zien vertrekken. Juist bij dit
afscheid is in onderwijzerskringen aller
wegen de meening in woorden geuit: ,,'t Is
toch jammer, dat de heer Baak weggaat".
Dat is een eervol testimonium.
De heer Baak was van huis uit openbaar
onderwijzer. Geen wonder, dat het open
baar onderwijs zyn liefde had. Maar dat
heeft hem nooit verleid tot ongelijke be
handeling van bijzonder en openbaar on
derwijs. Zijn objectiviteit ten deze is zoo
bekend, dat het constateeren van dit feit
voldoende is.
Sinds maanden waren er plannen, om het
afscheid van den heer Baak niet onopge
merkt te doen passeeren. Het bestuur der
Inspectie-vereeniging en dat van de R.-K.
Onderwijzersdagen hadden zich verstaan
om den laatsten ambtsdag een officieel af
scheid mogelijk te maken.
De instemming bij schoolbesturen en
leerkrachten was spontaan.
Helaas zijn de plannen niet tot uitvoe
ring kunnen komen. Sinds enkele maan
den is de heer Baak ongesteld. De behan
delende geneesheer heeft gemeend, dat met
het oog op den gezondheidstoestand van
den betrokkene elke openbare huldiging
Dll nummer beslaat uit
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Gespannen toestand in Graz, de hoofd
stad van Stiermarken. Het leger omsingel
de de stad. (2de blad).
Vernomen wordt, dat tegen ds. Nie-
znöller één jaar en 10 maanden is geëischt.
(2de blad).
Een groote meerderheid voor de Fran-
sche regeering met betrekking tot haar
buitenlandsch beleid. (2de blad).
Wees een groot verraders-proces te Mos
kou. (2de blad).
D-trein A'damParijs te Cappellen in
België ontspoord. Geen slachtoffers. (2de
blad).
Binnenland
Vergadering R.K. Staatpartij. (2de BI.)
Soldaat te Ede door kameraad spelen
derwijs doodgeschoten (2de Blad).
Slagersvrouw te Doesburg dood gevon
den; haar man gearresteerd. (2e Blad).
Sport en Wedstrifden
De Nederlanders boekten over de ge-
heele linie voetbalsuccesen tegen de Bel
gen; het Oranje-elftal met 73, Amster
dam verslaat Brussel met 30 en Rotter
dam won van Antwerpen met 32 (3de
blad).
D.O.S. uit Roelofarendsveen behaalde
gisteren het kampioenschap der 2e klasse
B van den I.V.C.B. (3e blad).
Brief van een moorde
naar aan een priester
In een nieuw katholiek maandblad „Me
mento" (het tweede nummer is dezer da
gen verschenen) lezen we een bericht, dat
onzen lezers zal interesseeren.
Men zal zich den afschuwelijken moord
herinneren op een Limburgsch pastoor, nog
niet zoo heel lang geleden, bij Venray. Wel
nu, in „Memento" wordt medegedeeld, dat
de tegenwoordige pastoor de op
volger dus van den vermoorde uit de
gevangenis het volgende schrijven ontving,
onderteekend door een van de vier moor
denaars:
Zeereerw. Heer Pastoor,
„Nog dikwijls denk ik aan dien donke
ren kouden nacht, toen we met vieren wa
ren uitgegaan om geld te rooven en er
toe kwamen om den pastoor te vermoor
den.
„Al jaren lang had ik mij om God noch
gebod meer bekommer., maar kort na
dien moord heb ik alles weer in orde ge
bracht bij een priester in België.
„Toen we later gevangen genomen wer
den, heb ik de straf gelaten aanvaard.
Die acht jaren gevangenis zijn 'n recht
vaardige straf de gevangenis is niet het
ergste, het berouw en de spijt zijn veel
erger.
„Met hard werken heb ik hier in de ge
vangenis wat geld verdiend; ik stuur het
u toe, wilt u daarvoor een H. Mis lezen
voor uw voorganger, die door ons werd
vermoord?
„En als u bij het „Memento" voor de le
venden gekomen bent, d. nk dan ook aan
de vier moordenaars, die hier in de gevan
genis zijn en bid voor ons".
Hierbij teekent de redactie van „Memen
to" aan: „De Heilige Kerk omarmt met
eeuwige en alomvattende moederliefde
moordenaar en vermoorde", en zij knoopt
er een korte beschouwing aan vast over
de gemeenschap der heiligen.
achterwege moet blijven. Slechts het comi
té van voorbereiding zal tot den zieke toe
gelaten kunnen worden.; Het zij zoo!
Maar namens het katholieke onderwijs in
de Inspectie Leiden moge dan in ons ka
tholiek dagblad wel het hartelijk dank
woord klinken, dat niet op andere wyze
tot uiting kan komen. En daarmede ga
vergezeld de wensch, dat de ingetreden be
terschap in vlot tempo tot volledig herstel
moge leiden.
Onder Gods zegen zy een zonnig, nu
ambteloos, leven het deel van onzen oud-
inspecteur, tot in lengte van dagen!
H. G. DE BOER.