KOLONISATIE IN DE LAMPONGS. Mysteries rondom „Vredelust" FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. 10) Wils wierp een blik op den afdruk, wel ken de inspecteur in de hand hield. Het was, uit een fototechnisch oogpunt inderdaad een uitstekende opname al maakte zij dan op den outsider een lugube- ren indruk. Geheel ongeretoucheerd gaf zij haast een pijnlijke duidelijk beeld van het wasbleeke gelaat van den doode. Alle sporen van den moord waren zichtbaar: de schotwond, de smalle bloedstreep langs slaap en wang, ja, zelfs de donkere plek ken van de mastiek bij het oor, welke de valsche baard op zijn plaats moest hebben gehouden. Werkelijk, „de kiekkast" was een kunstenaar in zijn vak! Aan deze laatste meening gaf Wils ook uiting tegenover den inspecteur en deze ging er direct op door. „Een kunstenaar? Een matador! Bekijk deze vergrooting van de hakafdrukken op het bordes maar eens. Hier dit is de scherp ste. Heb je ooit zoo iets moois gezien?" Sanders zei het op een toon, of hij in extase voor een of ander kostbaar schil derij stond en Wils schoot onwillekeurig in een lach. „Schitterend, ja. Wat een diepte, hè, wat een warmte, wat een gevoel....!" „Klets niet!" zei Sanders nijdig. „Als je geen oog hebt voor zulke dingen, houd dan liever je mond. Deze foto, brave vriend is voor ons van onschatbare beteekenis. Snap je waarom?" „Allicht! Omdat het vermoedelijk den hakafdruk is van den moordenaar „Ja, dat weet m'n tante ook! Kom, Miel, toon nu eens, dat je in den loop der jaren op criminalistisch gebied wat geleerd hebt. Zie je niets bijzonders aan dien hak?" De reporter bekeek de foto nu nog eens nauwkeurig. Eindelijk zei hij aarzelend: „Ik zou zeggen.... 't komt me voor, dat ik dien hak meer gezien heb. Nog niet zoo heel lang geleden, maar die was toch anders. „Lees jij de „Mercuur" wel eens?" vroeg Sanders met een ironisch lachje. „Geen enkele journalist leest z'n eigen krant Hij kijkt haar hoogstens vluchtig door. „Dat merk ik", zei de inspecteur, nog steeds lachend. „Als je het ochtendblad van Zaterdag vóór zes weken wat minder vluchtig had doorgekeken, zou je op de fotopagina een plaatje hebben gezien, dat veel gelijkenis vertoonde met deze foto." „Waarachtig, je hebt gelijkde foto". schuifbare hak!" atnwoordde de reporter verrast. „Een Amerikaansche vinding, die bereids in den handel is gebracht en afne mers vindt, zooals je ziet. Bartelink is er al op uit om te onderzoeken, wie die din gen hier in Amsterdam verkoopt. Er zul len er nog wel niet zoo heel veel in om loop zijn." „Zeg mij welken hak gij draagt en ik zal u zeggen, wie gij zijt", zei Wils' met een variant op een bekende spreekwijze. „Zoo ongeveer is het, ja", antwoordde Sanders, „zij het dan, dat lang niet elkeen, die een afschuifbaren hak draagt in aan merking komt voor de verdenking den moordenaar van den grooten onbekende te zijn. We zullen voorloopig maar eens af wachten welke gegevens vriend Bartelink weet te verzamelen." „Ben je nog niets naders te weten ge komen omtrent de indentiteit van het slachtoffer? Mij dunkt, dat het voor de po litie, die tegenwoordig over zooveel moder ne hulpmiddelen beschikt, toch niet zoo heel moeilijk moet zijn om daarachter te komen. „Nee, 't is dood eenvoudig. Gegeven: één mensch met schoenen van „Au Pr in temps". Ra, ra, wie is dat?" „Je weet toch in ieder geval dat het een Franschman is...." „Wie zegt dat? Omdat hij schoenen van „Au Printemps" droeg? Ik maakt me sterk, dat honderden ras-echte Nederlan ders op schoenen van dat Fransche waren huis door het leven wandelen! Ben jij nooit in Parijs geweest? Ach wat, je behoeft er niet eens persoonlijk geweest te zijn. Je kunt ze zelfs thuis gestuurd krijgen op be stelling uit een reclameblaadje!" ,En van Opweeghen „Van Opweeghen is zoek!" „Wat zeg je?" „Hij is althans niet meer in Parijs. Van middag heb ik z'n hotel opgebeld, maar hij is Vrijdagavond al vertrokken met onbe kende bestemming. Het eenige, wat de portier mij wist mee te deelen, is, dat zijn koffer Vrijdagavond naar den Amsterdam - schen trein is gebracht." „Dat vind ik heel wat belangrijker dan die hakafdruk", kon Wils niet nalaten op te merken en in den toon, waarop hy dat zei, klonk duidelijk een verwijt, dat de in specteur eerst thans met deze belangwek kende mededeeling aankwam. „Ik niet", repliceerde Sanders droog. „Van Opweeghen draagt, volgens juffrouw Keizer, niet zulke hakken en ik zal toch iemand moeten vinden...." „Man, schei uit met je hakken", viel Wils geprikkeld uit. „Waar denk je, dat van Opweeghen uithangt?" „Geen idee van! Misschien begon Parijs hem te vervelen en is hij naar een andere metropolis getrokken. Mensohen als hij voelen zich overal thuis. Vermoedelijk zal hij morgen wel komen opdagen. Hij heeft juffrouw Keizer het tijdstip van zijn terug keer immers telegrafisch meegedeeld!" „Je neemt aides nogal laconiek op", vond de reporter. „Zie je dan zelf niets ver dachts in die plotselinge verdwijning?" „Voor ons is in dit stadium van het on derzoek alles verdacht, Miel", antwoordde Sanders ernstig. „Wij dienen aan elk dé tail aandacht te schenken. Ook aan dit, mis schien op zichzelf niet zoo heel wonderlijke feit. Trouwens, ik heb dat bereids gedaan. Zoodra ik vernam dat van Opweeghen reeds Vrijdagavond Parijs heeft verlaten waarbij ik dus rekening had te houden met de mogelijkheid, dat hij Zaterdag in Am sterdam kon zijn! ben ik nog eens naar „Vredelust" gegaan om daar een nader on derzoek in te stellen. Tot niet geringe woe de van juffrouw Keizer natuurlijk ik heb het goeie mensch ten slotte in haar keuken moeten opsluiten! heb ik eens rondgesnuffeld in van Opweeghen's schrijf bureau. Zijn correspondentie bleek niet zoo heel omvangrijk, maar ik vond ten slotte toch iets, wat me de moeite waard leek". De inspecteur schoof een lade van zijn schrijfbureau open en haalde er een lang werpig, grijs couvert uit, dat hij den re porter overhandigde. „Lees dit eenS. Maar denk er om, mond je dicht! 't Is niet voor publicatie bestemd!" De enveloppe bleek een correspondentie- kaart van hetzelfde moderne formaat te bevatten. In den linkerbovenhoek stond gedrukt: Jhr. R. O. B. S. Ubels Notaris Het epistel, met een kloeke hand ge schreven, bevatte slechts enkele regels: Amice, Hedenmiddag bezoek gehad van L. Hij gaf me nog drie weken uitstel. Voor 1 Ja nuari wenscht hij de zaak geregeld te zien. Zoo niet enfin, je kent de dreigemen ten. Ik reken op je! t. a. t. R. O. B. S. Ubels. Wils bekeek het couvert. Er zal geen postzegel op. De brief was dus blijkbaar door iemand van Ubels' personeel bij van Opweeghen aan huis bezorgd. Dat kon ook zeer gemakkelijk, want ten slotte waren zij buren, al grensden hun woningen dan niet onmiddellijk aan elkaar. „Wat denk je daarvan?" vroeg Sanders. „De zaak wordt steeds interessanter, wat? Maar er treden ook steeds meer perso nen in het drama op en dat maakt de ont knooping niet gemakkelijker." (Wordt vervolgd). De voorbereidingen voor de „Empire Exhibition welke te Glasgow geopend zal worden, zijn in vollen gang. Een tweetal foto's van den opbouw der paviljoens De koloniseering in de Lampongs vertoont den laatsten tijd sterke opleving en duizenden Javanen weten zich door noeste vlijt en het overwinnen van vele moeilijkheden een onafhankelijk en gelukkig bestaan te scheppen op Zuid Sumatra. Een beeld uit een der kolonisatie-gebieden De burgemeester van Bennebroek, mr. K. J. G. baron van Hardenbroek, vierde Donderdag zijn 12''2-jarig jubileum als hoofd dezer gemeente. De jubilaris (rechts) wordt gelukgewenscht door dr. P. van Aalst, lid van het huldigingscomité De sportvliegers W. D. Rous (rechts) en H. A. Souman kort voor het vertrek van Tjililitan voor hun vlucht naar Nederland, waar zij 1 Maart a.s. op Schiphol hopen te arriveeren 7eorge-wisselbeker" wordt uitgereikt aan den eigenaar ipioen op de internationale paardententoonstelling te Londen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9