Schuschnigg over Oostenrijks
onafhankelijkheid
Hitier heeft haar te Berchtesgaden
erkend
VRIJDAG 25 FEBRUARI 1938 29ste Jaargang No. 8965
S)e Geid^oh^Goti/fca/nt
Telefoon: Redactie II. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN A"T' ra Atomc-tariecn de m.
Teleföon: Administratie 935. Giro 103003. Postbus 11.
„Tot den dood: rood-
wit-rood"
GEJUICH EN APPLAUS VOOR
SCHUSCHNIGG.
Jnder zeer groote belangstelling heeft
de Oostenrijksche bondskanselier Schusch
nigg gisteravond in de groote zaal van
het parlement zijn rede uitgesproken, wel
ke met zooveel spanning was verbeid, en
welke door middel van de radio over heel
Oostenrijk en een groot deel van de we
reld werd uitgezonden.
Onder een geweldig gejuich betrad de
bondskanselier de zaal. Pas na eenige mi
nuten werd het applaus en gejuich met
een tienwerf „Schuschnigg Heil" besloten.
„Doel der bijeenkomst, aldus Schusch
nigg, is den Bondsdag de nieuwe regeering
voor te stellen en de taak mee te deelen,
welke zij besloten is onder alle omstan
digheden te volbrengen. Er moet in deze
zaal, waar zoo vaak in vroeger tijden over
het lot van Oostenrijk gedebatteerd is, nu
niet gedebatteerd worden, want het is er
nu om te doen besluiten te nemen, te han
delen. Het eerste en eenige punt van de
agenda, zonder debat is: Oostenrijk. (Ge
juich).
Vervolgens verklaarde Schuschnigg, dat
hiermee de heele regeeringsverklaring was
gekenmerkt, de heele regeering staat on
wrikbaar op den grondslag van de Grond
wet 1934.
Haar eerste en natuurlijke plicht
is de onaangetaste vrijheid en on
afhankelijkheid van het Oosten
rijksche vaderland te behouden.
(Gejuich).
Dit bleef inderdaad het leiden
de motief van Schuschniggs rede:
Oostenrijks vaste besluit zijn on
afhankelijkheid te bewaren.
Daarnaast stelde Schuschnigg dadelijk,
den vrede naar buiten te verzekeren en
naar binnen te verbreiden en te bewaren.
Niet naar buitenlandsch voorbeeld gaat
men te werk. De Grondwet kent geen par
tijen en geen partijstaat. Zij beoogt de
corporatieve organisatie des volles. Van
daar ook geen coalities, zoomin in de po
litiek als in de regeering, wier eenig doel
is alle positieve krachten des volks te con-
centreeren.
Een volksfront is in Oostenrijk
even onbruikbaar als zijn tegen
pool: een dictoriale Grondwet.
Over zijn bezoek aan Berchtesgaden
merkte hij op, dat de overeenkomst van 11
Juli 1936, welke de vriendschappelijke' be
trekkingen tusschen beide Duitsche lan
den had moeten verzekeren en regelen,
bij de uitvoering op moeilijkheden was ge
stuit, welker voortduren een acute bron
van gevaar zou hebben opgeleverd. De
dag van Berchtesgaden zal, naar bij hoopt,
een mijlpaal des vredes blijken te zijn ge
weest. Die vrede heeft het Oostenrijk van
Dollfuss steeds gewild. Met de betuiging
van zijn wil naar den vrede op de lippen
is Dollfuss gestorven. „Wij. Oostenrijkers,
2ijn Duitschers en hebben een Duitsch
land", is een ander woord van Dollfuss
geweest
Na 11 Juli 1936 heeft het niet aan eer
lijke pogingen gefaald de wrijvingen te
overwinnen, maar tegen de bedoelingen en
den wil van den Duitschen leider in, wa
ren in Oostenrijk krachten opgestaan, die
het zelfstandig bestaan van het land ten
val wilden brengen.
Dit maakte de bespreking noodzakelijk,
welke tot een bevestiging van de overeen
komst van 11 Juli 1936 heeft geleid.
Hiter heeft uitdrukkelijk de volle
souvereiniteit van Oostenrijk er
kend, hij beschouwt den loop van
zaken op het gebied der binnen-
landsche politiek, evenals het
vraagstuk van het Oostenrijksche
nationaal-socialisme uitsluitend als
een zuiver Oostenrijksch vraag
stuk. Daartegenover zal de Oosten
rijksche regeering haar politiek in
het algemeen tegenover het Rijk
steeds op zuiver principieele lijn
houden, overeenkomstig het feit,
dat Oostenrijk zich beschouwt als
een zuiver Duitsche staat.
De Oostenrijksche regeering zal niet dul
den, dat illegale actie gelijk wordt gesteld
n-et de erkenning van Oostenrijk, als
ïuiver Duitsche staat.
Bij de amnestie is men ervan uitgegaan,
Bondskanselier dr. Kurt Schuschnigg.
dat* wie op de barricaden met de wapens
in de hand zijn zaak wil verdedigen èn ge
looft in zijn roeping, ook al tast hij hierin
mis, recht heeft op eerbied en verzoening.
Al valt niet alles goed te maken, wat in
Februari en Juli 1934 is geschied, de re
geering wil een streep zetten onder het
verleden en wekt allen op met haar mee
te werken, omdat het land niet kan be
staan zoolang er tweedracht heerseht.
Illegale actie zal niet meer geduld wor
den. De vrede van 12 Februari is bedoeld
als een eerlijke vrede.
Schuschnigg gewaagde verder van den
vooruitgang onder zijn bewind, van zijn
wensch door verdere sociale maatregelen
den toestand te verbeteren, van de nutti
ge werking van de protocollen van Rome
en van de goede betrekkingen met andere
staten.
Niet alleen voor politieke fronten, ook
voor klassefronten is er in het nieuwe
Oostenrijk geen plaats meer.
Oostenrijk is, zoo zeide Schuschnigg ten
slotte, vastbesloten, voort te gaan op den
beproefden weg der Protocollen van Ro
me. Het zou onjuist zijn, van een wijziging
in de hartelijke betrekkingen tusschen
Oostenrijk en Italië te spreken, zooals den
laatsten tijd meermalen in de buitenland-
sche pers geschied is.
Schuschnigg besloot met te verklaren:
„het gaat thans niet om den staatsvorm,
doch om den staat, om het vaderland. De
tijd van den tweestrijd is voorbij, thans
begint het tijdperk der aaneensluiting,
„tot in den dood: rood-wit-rood"!
Betoogingen voor Schuschnigg.
Naar het Oostenrijksche telegraaf agent
schap meldt, hebben groote menschenme-
nigten na afloop van de rede van den
bondskanselier, patriottische betoogingen
ten gunste van Schuschnigg gehouden; hon
derdduizenden trokken door de straten on
der het zingen van vaderlandsche liederen
en met den kreet „leve Schuschnigg."
Te Weenen heeft een geweldige volks
menigte Schuschnigg voor het gedenktee-
ken voor Maria Theresia een grootsche
hulde gebracht.
ENTHOUSIASME IN HET GEHEELE
LAND.
De rede van bondskanselier Schuschnigg
heeft een uur en vijftig minuten geduurd.
Zij werd voortdurend onderbroken door
applaus, dat reeds begon, toen de spreker
zeide: „Oostenrijk, het eenige punt van
de agenda". De' vergadering hoorde met
zichtbare voldoening de woorden van
Schuschnigg aan, toen deze zeide. dat de
onafhankelijkheid van Oostenrijk en het
beginsel der niet-inmenging door Duitsch-
land opnieuw bevestigd waren. De woor
den: „tot hiertoe en niet verder" veroor
zaakten een storm van geestdrift, evenals
de door Schuschnigg uitgesproken leuze:
„Ons Oostenrijk blijft Oostenrijk". Toen de
bondskanselier uitriep: „Tot in den dood:
rood-wit-rood", riepen alle afgevaardig
den, die zich van hun zetels verheven had
den: „Leve Schuschnigg". Da bondskanse
lier dankte daarvoor zeer bewogen. Bij
het verlaten van het parlementsgebouw
werd hij aoor een geestdriftige menigte
luide toegejuicht.
Groepen n ation aal-social isten hebben te
Weenen vergeefs getracht de uitzending
•,an de rede van Schuscnnigg door ge
schreeuw te verstoren. Te Innisbruck is na
de rede een fakkeloptocht gehouden, waar-
V Tuchtrecht en
tuchtlglngsrecht.
In den laatsten tijd gaan er veel stem
men op, om den onderwijzer op school het
tuchtrecht toe te kennen. En ook een ge
matigd tuchtigingsrecht. Natuurlijk: gema
tigd. In geval van uiterste noodzaak. Een
algemeene wettelijke bepaling zou, zoo
wordt er door voorstandersvan het tuch-
t.gingsrecht betoogd, een clausule moeten
inhouden van deze strekking, dat een toe
gekende bevoegdheid tot lichamelijke kastij
ding tegenover artikel 30 Wetboek van
Strafrecht haar begrenzing vindt in het
oordeel van den rechter of op juiste wijze
van deze bevoegdheid is gebruik gemaakt.
Tusschen tuchtrecht en tuchtigingsrecht
moet men onderscheiden, aldus het „Katho
lieke Schoolblad" van gisteren, en wij ci-
teeren uit een artikel, getiteld „Tuchtrecht
en Tuchtigingsrecht":
Tuchtigingsrecht is het recht op
lichamelijke kastijding.
Tuchtrecht sluit niet per sé in
tuchtigingsrecht. Het eerste is het
breedere, het laatste het engere
begrip, maar men kan beide ter
men niet zoo maar door elkaar ge
bruiken zonder verwarring te stich
ten.
Wat wil nu het Katholieke On
derwij zersverbond?
De commissie-Smeets, die over
het tuchtprobleem rapport uit
bracht aan het K.O.V.. vraagt geen
tuchtigingsrecht en daarna heeft
het K.O.V. aan den minister van
O. K. en W. eveneens geadresseerd
om een wettelijke regeling van het
tuchtrecht maar niet van het tuch
tigingsrecht.
Het K.O.V. vraagt via de wet
buiten alle twijfel te stellen het
recht van de onderwijzer om kin
deren te laten nablijven, straf
werk te laten maken en dergelijke
algemeen toegepaste schoolstraffen.
In tusschen wordt door anderen
Katholieken en andersdenken
den voor den onderwijzer ook
een gematigd tuchtigingsrecht noo-
dig geacht, o.a. door Mr. Truyen, lid
van de Tweede Kamer en oud-
hoofd-inspecteur. Een eisch, dien
wij persoonlijk onderschrijven.
Tot zoover het „Katholieke Schoolblad".
Wij zien heel goed in, dat de onderwijzer
nu en dan missen zal het tuchtigings
recht; dat hij nu en dan, als hij dat recht
had, méér zou bereiken. Oók praeventief!
Maar wij vreezen toch ook, dat in de prac-
tijk het bezitten en het uitoefenen
van het tuchtigingsrecht nog méér onaan
genaamheden en moeilijkheden zal mee
brengen.
Intusschen willen wij hier even tot uit
drukking brengen de ontstemming, die on
getwijfeld bij velen is gewekt over de wijze,
waarop de rechtbank te Amsterdam heeft
behandeld een aanklacht tegen het hoofd
van een openbare school te Broek in Wa
terland. De rechtbank had vrijwel de ge-
heele hoogste klasse opgeroepen om te ge
tuigen in een zaak, het hoofd der school be
treffende, die beschuldigd was van mis
handeling van een zijner leerlingen.
Een der bladen de „Tijd" heeft
boven het verslag dezer rechtszitting de
koppen geplaatst: „Hoe de jeugd bedorven
wordt". „Prestige ondergravend schouw
spel in de rechtszaal".
Uit het verslag der zitting hebben wij
den indruk gekregen, dat, ook als het
tuchtigingsrecht zou hebben bestaan, deze
zaak voor den rechter was gekomen. Maar,
als het tuchtigingsrecht zou zijn ingevoerd,
dan zouden waarschijnlijk vele, ook twijfel
gevallen, waarin ouders meenen, dat van
het tuchtigingsrecht misbruik is gemaakt,
in de rechtszaal worden gebracht. Daarom
óók zouden wij liever de school zonder
tuchtigingsrecht laten.
aan door 15.000 menschen werd deelgeno
men. Te Linz namen 5000 menschen deel
aan een cefilé van het Vaderlandsche
Front: ech'er werd ook door 15 000 natio-
naal-socia!isten een betooging gehouden.
De redevoering van Schuschnigg heeft
een levendige indruk gemaakt op de
Duitsche openbare meen'mg, na de ge
ruchten, die in nationaal socialistische
kringen gaarne vei spreid waren, over het
lot van Ocstenrijk. De opmerkelijkste pas
sages voor het Duitsche publiek zijn die,
waarin d> Oostenrijksche bondskanselier,
terwijl hij er den nadruk op legt, dat Oos
tenrijk een Duitsche staat is. die trouw
wil blijven aan deze zending, met klem
hei innert aan zijn. wil tot onafhankelijk-
neid en aan zijn groote rol in het geheel
der Europeesche cultuur.
LES DER HISTORIE
NEDERLAND IN DE MISSIE.
In „Het Missiewerk" verhaalt de Brazi-
liaansche missionaris Frei Enrico O.F.M.
een geschiedenis, waarin de tegenstelling
tusschen menschelijke berekening en God
delijke Voorzienigheid op merkwaardige
wijze aan het licht treedt.
Toen de stad Bahia in 1640 door de Hol
landers werd belegerd, hield de Portugee-
sche Jezuïet P. Antonio Vieira in een kerk
van de belegerde stad een groote predika
tie, waarin hij op hartstochtelijke wijze
Gods hulp inriep tegen de kettersche be
legeraars. Een Fransch schrijver noemde
deze preek „de geweldigste en geniaalste,
die ooit van een christelijken kansel werd
gehoord". Pater Vieira bezwoer den Al
machtige om Zijn eigen volk te redden en
de overwinning niet te gunnen aan Zijn
vijanden. Met oratorische vrijmoedigheid
herinnert hij God aan de belangen, aan Zijn
belangen, die hier op het spel staan. Hij zegt
ongeveer, dat God het zelf maar weten
moet, als de Portugeezen het verliezen.
„Ik spreek zoo stoutmoedig, al
dus gaat Vieira voort, in navolging
van uwen dienaar Job. Matig uwe
kastijding, o Heer, zoo klaagt Job,
anders zult Gij morgen uwen trou
wen dienaar niet meer levend aan
treffen. Dat kunnen wij Portugee
zen ook zeggen: Matig, o Heer, uwe
kastijding, want wat zult Gij doen,
als wij niet meer zijn. Holland moet
u dan maar apostolische ver
overaars geven om den standaard
van het Kruis overal ter wereld te
planten. Holland geve u predikers
van het Evangelie om in barbaar-
sche landen het zaad der katholieke
leer uit te strooien en het met hun
eigen bloed te bevochtigen. Hol
land verdedige de waarheid uwer
Sacramenten en het gezag van de
Kerk van Rome. Holland bouwe
kerken, richte altaar op, wijde
priesters en drage het Offer van Uw
Allerheiligst Lichaam op. Holland
"tenslotte diene en eere U even
vroom als het nu in Amsterdam,
Middelburg en Vlissingen en in
andere plaatsen van dat koude pol
derland doet!...."
De schrijver in „Ons Missiewerk" laat
hierop volgen, dat er heden in Brazilië on
geveer 350 Nederlandsche priesters wer
ken, dat is 1/6 van het aantal priesters-
religieuzen en 1/12 van het totale aantal
priesters in Brazilië, ongerekend dan nog
at leekebroeders en zusters. De schrijver
had er nog aan kunnen toevoegen, dat zelfs
in Portugal Nederlandsche priesters werk
zaam zijn.
„In het vuur van zyn rede sprak Pater
Vieira God ironisch toe, zonder te vermoe
den, dat God door de ironie der geschiede
nis hem aan zijn woord had kunnen hou
den. Zeker, Pater Vieira, Portugal zal Bra
zilië verliezen en Holland zal nog eens
dvor den mond van den Paus van Rome ge
roemd worden om zijn missieijver!"
Deze merkwaardige les der historie leidt
niet tot verhoovaardiging over het geze
gende Nederlandsche missiewerk, maar tot
een, juist in dezen tijd noodige en ster
kende verdeemoediging van de mensche
lijke berekeningen tegenover de Voorzie
nigheid, die zelf haar werktuig kiest.
„Tyd"
AANVARING OP DE WAAL
Vanmorgen is op de Waal te Nijmegen
het schip „Christina" van schipper Peper
kamp. dat ges.eept werd <ï--or he. sleep-
schip „Mawi" opgevaren tegen het schip
„Maria", van schipper Poppelier, dat aan
de Lentsche zijde van Nijmegen beneden
de spoorbrug met de Fransche sleepboot
„Turgot" gemeerd lag. De „Maria" was be
stemd voor Rotterdam.
De botsing was vrij hevig. De „Maria"
werd midscheeps geraakt en maakte on
middellijk water. Om zinken te voorkomen
heeft het Fransche sleepschip de „Maria"
tusschen de kribben aan den grond gezet.
De „Christina" kreeg ernstige averij aan
den voorstevena. Ook dit schip moest aan
den grond worden gezet. De opvarenden
kwamen met'den schrik vrij.
Beide schepen waren geladen met grind.
Zij zullen gelost worden, waarna over
wegen zal worden welke maatregelen er
verder moeten worden genomen.
AAN VERWONDINGEN OVERLEDEN
In den afgeloopen nacht is in het Dia-
conessenhuis te Arnhem de 27-jarige lood
gieter L. van der Steeg, die bij een val uit
een dakgoot ernstig werd gewond, overle
den.
Gistermiddag is van der S. bij het ver
richten van werkzaamheden in de dak
goot van een huis aan den Paaschberg te
Öosterbeek, doordat de dakgoot afbrak,
van een hoogte van vier meter gestort, ten
gevolge waarvan hy ernstig gewond werd.
Dit nummer bestaat nlt
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Schuschnigg verklaart, dat Oostenrijk
onafhankelijk blijft (1ste blad).
Chamerlains nieuwe koers en de bespre
kingen met Italië (2de blad).
De verwoesting van Teruel (2de blad).
Binnenland
Bij een brand te Enschede is een drie
jarig knaapje om het leven gekomen. (3de
blad).
Pater mag. Alb. Doodkorte is overleden.
(2e blad).
Relieken van den H. Radboud van Assen
en Deventer naar de St. Augustinuskerk
te Nijmegen overgebracht. (2de blad).
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
De Oostenrijksche bouds kanselier Schusch
nigg heeft gisteravond zijn aangekondigde
groote rede gehouden. Nu de Duitsche
rijkskanselier Hitier heeft nagelaten in zijn
Rijksdagrede van Zondag j,l. Oostenrijks
onafhankelijkheid explicite te erkennen,
heeft Schuschnigg het zelf maar gedaan.
De strekking van zijn rede was :wij zijn
een volkomen Duitsche staat, maar wij
blijven onafhankelijk. Uit den bijval, wel
ke hij van alle kanten ontving, bleek wel,
dat verreweg de grootste meerderheid van
het volk het met Schuschnigg eens was,
Schuschnigg's zeer duidelijke manifesta
tie van Oostenrijks onafhankelijkheid heeft
een uitstekenden indruk gemaakt.
„Het is een moedige redevoering", zegt
men in politieke kringen te Praag, „een
moedige en energieke rede, die schijnt aan
te geven, dat Schuschnigg krachtig beslo
ten is tot het eind van zijn krachten te
strijden voor de onafhankelijkheid en vrij
heid van zijn land".
Het Fransche dagblad „Le Jour" schrijft:
„Schuschnigg is niet geweken voor den
druk van Berlijn, waarvoor von Papen als
werktuig diende. Door als een zeer groot
patriot te spreken, heeft hij de hoop ge
rechtvaardigd, die het Oostenrijksche volk
in hem stelde, en door voor de wereld te
verklaren, dat Oostenrijk zijn vrijheid on
verschrokken zal verdedigen, wees hij an
dere mogendheden op haar mogelijke ver
antwoordelijkheid".
De „Petit Parisien" schrijft: „De moed
en het onwrikbare vertrouwen zijn een
goed voorteeken van het verzet, dat de
ongelukkige staatsman zal bieden tegen de
toekomstige bedreigingen van Duitsch-
land. Het is echter hoog tijd, dat hij wordt
aangemoedigd en geholpen door alle lan
den, die er prijs op stellen in Europa een
souverein en vrij Oostenrijk te handha
ven".
De door Schuschnigg uitgesproken wil
om tot iederen prijs de Oostenrijksche onaf
hankelijkheid te verdedigen, heeft te Ro
me een zeer diepen indruk gemaakt. Men
bevestigt in politieke kringen, dat het
Oostenrijksche standpunt door Italië ge
deeld wordt en dat Italië nooit getwijfeld
heeft aan de toekomst der Oostenrijksche
onafhankelijkheid.
ALS ENGELAND ABESSENIë ERKENT,
ZAL FRANKRIJK VOLGEN.
NEW YORK, 25 Februari. (ANP).
De nieuwe Fransche ambassadeur in de
Vereenigde Staten, graaf Doynel de St.
Quentin, heeft bij zijn aankomst alhier
met de „Champlain" verklaard, dat
Frankrijk Groot-Brittanië zou volgen, in
dien dit land zou overgaan tot de erken
ning van de Italiaansche verovering van
Abessinië. Hij voegde hieraan toe, dat het
aftreden van Eden geen wijziging zou
brengen in Frankrijks binnenlandsche po
litiek. Engeland, zoo zeide hij, is een goed
vriend van Frankrijk. Wij zijn er zeker
van, dat beide landen zullen blijven sa
menwerken voor den Europeeschen vrede.
HET VERMISTE VLIEGTUIG.
LONDEN, 25 Februari. (A. N. P.).
Vanochtend vroeg zijn acht vliegtuigen op
gestegen van het vliegveld Turnhouse, bij
Edinburgh, om deel te nemen aan de na
sporingen naar het Vickers Wellesdey toe
stel, dat vermist wordt. Het vermiste toe
stel was Woensdagavond tegen twaalf uur
voor een proefvlucht vertrokken van een
vliegveld in Oxfordshire en was Donder
dagochtend om 6 uur het laatst gezien bij
Rothbury (Northumberland). Aan boord
bevinden zich twee officieren en een ser
geant.