EEN VREEMDE VOGEL OP TJILILITAN. Mysteries rondom „Vredelust" 4»röfr r\^ SD* ^cti $tn I t«rf fceft caaffc t* »v#t 6r Wwi t^Caos'UMi&asJSlKwa i^i»rat tlccriftttis l- «^^Ic^kar. uan ander® lorl<an H»»r vorsteliike familie brachten Het ongeluk met het nachtpostvliegtuig Berlijn-Keulen-Parijs. Het wrak De oorkonde, welke ter herinnering aan de geboorte van H. K. H. Prinses de Koninq en de Koningin van Engeland een officieel bezoek nabij Le Bourget, waar het toestel, door de duisternis misleid, tegen een Beatrix Woensdag op Waalsdorp te Den Haag aan het regiment grenadiers aan de Britsche jaarbeurs te Londen b°<>m v,°og. De drie inzittenden kwamen om het leven is uitgereikt Jan van Kempen, de bekende zesdagenrenner, is Woens dag te Den Haag in het huwelijk getreden met mej. Dina Rila ¥rfó f AK'Xf ««tv Se $«£*»«-U vW-y tv c c i C7jcüc r*x vXV?t tfyehnttia fX rm^aca van Ortttnc-- ttcutfa u «feu-- fe? .ëw'tttd'Uk'arUv <?ü,a. l« ?dr>£r t*Wf^ ft», «w£v- |vLy2 ttelcefottffcu, ^pfe-^ie^evfefS,' 0^ ttt cuctvki£ :?<i ^aaiukri $«>f <JÖ<JÏ auS'Sa^S" Lj p yuf^Wntxtïe. V*vé würf'enóc te SutV*iv,.--.„o 3 J ^xvvuMrv jjjjp Een Grumman-amphibie, een voor Ned. Indië geheel nieuw type vliegtuig, landde dezer dagen op Tjililitan. Het toestel werd aangekocht door de Bataafsche Petroleum Mij. voor luchtfotografie en karteering. Het landingsgestel kan geheel in den romp verdwijnen, waardoor het vliegtuig op het water kan neerstrijken De eerste minister raad der nieuwe Oostenrijksche regeering. Bonds kanselier Schusch- nigg tijdens zijn rede tot de leden van het kabinet FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door TJDO VAN EWOUD. 9) „Dat kan ik u niet zeggen. Meneer heeft verschillende kennissen, waar hij geregeld mee omgaat. Ik denk, dat hij aan enkelen daarvan wel zal hebben verteld, dat hij op reis ging. Waarom zou hij daar een geheim van maken? De heele wereld weet immers, dat meneer veel reist!" „En u? Hebt u er met niemand over gesproken? De melkboer, de bakker, de kruidenier. Dat vond juffrouw Keizer nu toch wel wat heel ver gaan. Een oogenblik klemde ze haar dunne lippen stijf op een en toen ze zich eindelijk verwaardigde te antwoor den, lag er in haar toon slechts ijzig sar casme: „De eenige, die ik er van in kennis heb gesteld, dat het huis tijdelijk gesloten was, is de politie. Dat heb ik tot dusver altijd gedaan als voorzorgsmaatregel. Het schijnt echter, dat ik dergelijke maatrege len voortaan gerust achterwege kan laten!" Sanders had te veel gevoel voor humor om deze opmerking niet op haar juiste waarde te schatten. Hij glimlachte even. toen hij antwoordde: „U hebt gelijk, juf frouw Keizer; ik moet toegeven, dat de politie ditmaal niet bijzonder waakzaam is geweest. Maar er is één excuus: u kunt be zwaarlijk van ons verlangen, dat wij een politie-agent plaatsen voor elk huis, waar van de bewoner ons meedeelt, dat hij tijde lijk afwezig is. Van dergelijke mededeelin- gen wordt steeds kennis gegeven aan de agenten, wanneer zij op surveillance gaan en het gevolg daarvan is dan, dat aan die leeg staande woningen wat meer aandacht wordt geschonken. Meer kunnen we ook niet doen. Intusschen ben ik blij, dat u mij er van op de hoogte stelt; ik kan nu ten minste nagaan, wie Zaterdag- en Zondag avond in deze omgeving gesurveileerd heeft. Misschien is den betrokken agent daarbij wel iets verdachts opgevallen." Hoewel dit antwoord wel eenigen af breuk deed aan de triomfe welke juf frouw Keizer gevoeld had, toen zij haar scherpe opmerking plaatste, bleef er toch iets van voldaanheid in haar achter, nu bleek, dat de inspecteur de juistheid daar van niet geheel kon ontkennen. Ze was er zich volkomen van bewust een goede beurt te hebben gemaakt en dat verzoende haar eenigszins met de aanwezigheid van al die eigenwijze politiemenschen met hun bru tale nieuwsgierigheid en onbescheiden vra gen. Graag had ze dan ook nu het gesprek nog wat voortgezet, maar de electrische bel van de huisdeur belette haar aan dit voornemen gevolg te geven. „De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat van een valschen sleütel gebruik is ge maakt", zei Sanders tot de anderen, toen zfj de kamer had verlaten. „Er zit nog een ouderwetsch slot in de deur en het dunkt me vrij gemakkelijk daarvoor een pas senden sleutel te vinden. Kijk jij intus schen in de omgeving eens, of je nog iets van den verdwenen hoed en den valschen baard kunt vinden, Bartelink. Ik neem de telefoon en het boek mee De huishoudster stak, na een beschei den klopje,, haar hoofd om de deur. „De geneeskundige dienst", kondigde zij aan. „Laat maar binnen komen", verzocht dr. Jurrians en zich daarna tot Sanders wen dend, informeerde hij nieuwsgierig: „Wat is er met die telefoon?" „Waarschijnlijk belangrijk voor vinger afdrukken", antwoordde de inspecteur kort. „Er i svermoedelijk óf door den doo- de óf door diens moordenaar getelefoneerd; voor zoover ik heb kunnen constateeren...." Hij maakte den zin echter niet af, want op dit oogenblik traden twee leder van den geneeskundigen dienst het vertrek bin nen om het lijk van den vermoorden on bekende op een brancard te leggen en het naar het ziekenhuis over te brengen. Stille getuigen. Het meer of minder uitvoerige bericht van het mysterie, dat zich tijdens de afwe zigheid der bewoners in villa „Vredelust" had afgespeeld, verwekte uiteraard gewel dige beroering in de hoofdstad. Het avond blad van de „Mercuur" verscheen met een verslag van twee kolom .waarin alle de tails, welke Wils dien ochtend had kunnen verzamelen, waren opgenomen. Het blad werd den verkoopers op straat uit de handen gegrist, het sensationeele nieuws werd verslonden en een kwartier later aan vrienden, kennissen en collega's, voor zoover deze althans zelf nog niet op de hoogte waren, verder verteld. Heel Am sterdam, maar ook duizenden daarbuiten, hielden zich bezig met deze misdaad, wel ke onder zoo zonderlinge omstandigheden had plaats gehad. Want juist die omstan digheden waren het, welke het op sensatie beluste publiek het meest bezig hielden. Een moord gebeurde er in ons land schier elke week de crimineele statistiek ver toonde onder den invloed der economische omstandigheden een bedenkelijke stijging van het aantal misdrijven met doodelijken afloop maar gewoonlijk waren het mo tief voor en de pleger van de daad niet ver te zoeken, zoodat er voor hen, die zich voor het geval interesseerden, niet veel te gissen overbleef. En dan was de belang stelling spoedig verdwenen. Maar hier was dat wat anders. Hier stond de politie, zooals zij dat zelf openlijk toegaf, weer eens voor een raadsel. Het slachtoffer was onbe kend, zoodat er bij het zoeken naar een motief geen enkel aanknoopingspunt be stond; de jonge mr. van Opweeghen, wiens vrijgezellenwoning het terrein van deze duistere misdaad was geworden, genoot over het algemeen een uitstekende repu tatie en diens tijdelijk verblijf te Parijs mooht bij enkele fantasten al het vermoe den doen post vatten, dat hij wel meer van een en ander zou afweten, het nuchtere pu bliek zocht den dader toch ergens anders, al kon dan ook niemand zeggen wie men met eenige reden zou kunnen verdenken. Het leek, zooals de „Mercuur" aan het eind van zijn verslag opmerkte, een schier ho- pelooze taak in deze, wel zeer duistere zaak eenig licht te brengen, doch zoolang de politie nog niet gereed was met het uit werken der weinige gegevens, welke haar ter beschikking stonden, mocht aan de mo gelijkheid van een ontknooping van het raadsel nog niet worden getwijfeld. En inderdaad, als er één was, die het ge- Ival „Vredelust", zooals het aan het hoofd bureau stond ingeschreven, nog met het noodige optimisme bekeek, dan was het in specteur Sanders van de Centrale recher che, die reeds meerdere, schijnbaar onont warbare puzzles tot een oplossing had ge bracht. Toen Wils hem op den avond van dienzelfden dag op zijn bureau bezocht met het doel eens te informeeren naar de vor deringen bij het opsorringswerk, verraste hij hem bij een nauwkeurige beschouwing van eenige foto's. De inspecteur keek slechts vluchtig op, toen de reporter, die in dit domein kind in huis was, de kamer binnentrad. „Hallo, Miel, neem e ci stoel. Rooken...?" Hij school zijn gast een doos sigaretten toe, welke op het schrijfbureau stond, maar liet daarbij geen oog van de foto's, die hij in de hand hield. Wils nam een sigaret uit de doos, stak hem aan en nadat hij de eerste groote rookwolk behaarlijk had uitgeblazen, vroeg hij, slechts matig geinteresseert: „Goed ge lukt?" Het duurde even voor er antwoord kwam. Sanders hield er van zijn audito rium in spanning te brengen, vooral wan neer van die zijde weinig belangstelling werd voorgewend, en hij wist, dat hij daarbij in sommige gevallen het best slaag de door te zwijgen. „Boven verwachting goed", zei hij ein delijk, juist tijdig genoeg om een onge duldige opmerking van den reporter te voorkomen. „Kijk maar eens hier. De foto's van het lijk zullen je niet bijster interes seeren. Hier zijn ze; misschien zijn ze in staat de overtuiging te bevestigen, dat Smulders een goed fotograaf is. Hij maakt onder alle omstandigheden haarscherpe fo to's. Enfin, z'n materiaal is er óók naar!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5