HET SCHAAKSPEL a a 4 I KERKNIEUWS De Boekanier Onder gele vlag Rogers en Astaire in „Shall we dance" DONDERDAG 24 FEBRUARI 1938 DE I.EIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 12 Alle correspondentie, deze rubriek betref fende, gelieve men te zenden aan den re dacteur dezer rubriek, W. H. van der Nat, WitrteRo zenstraat 40a, Leiden. Multatuli als schaakspeler. Laat ik 't maar direct zeggen: Een groot schaakspeler was Douwes Dekker niet. In 1872 schreef hij aan Roorda van Eysinga, of deze hem het genoegen wilde doen een correspondentie-partij met hem te spelen. Want, zei hij, dat is een alleraangenaamste verpoozing van verdriet. „Mij is het (het schaakspel) een verdriet-afleider", heet 't in een volgende brief, „en dat vind ik, uit een zedelijk oogpunt, met het oog waarop velen hun verdriet dragen, een certificaat van smaak. Intelligentie heeft hiermee niet te maken. Veel goede schakers zijn nullen". Zoover Multatuli's oordeel. En hier dan een paar partijen. In de eerste partij was zijn tegenstander de op schaakgebied zeer bekende Dr. A. van der Linde, redacteur van „De Schaak wereld", die behalve als navorscher van de geschiedenis van het schaakspel, ook als litterator op ander gebied naam heeft ge maakt, o.a. als schrijver van een werk over de uitvinding der boekdrukkunst. Wit: Dr. A. van der Linde. Zwart: Multatuli. Weener partij. Gespeeld per brief in 1875. 1. e2e4 e7—e5 2. Pbl—c3 Pb 8c0 Door M. Lange als beste antwoord aan bevolen. 3. f2—f4 De gambiet-voortzetting. 3. e5xf4 Ook het weigeren met 3 Lf8c5 komt in aanmerking. 4. d2d4 Voor 't eerst in 1867 door Steinitz toege past, en daardoor als Steinitz-gambiet be kend. 4Dd8h4t Wanneer zwart de gevaren van het Stei- aiitz-gambiet uit de weg wil gaan, doet hij het beste hier 4Lb4; 5. Lxf4, d5; 6 e5, Pge7; 7. Pf3, Lg4; 8. Le3. Pf5; 9. Lf2, 00 enz. te spelen. Multatuli was echter niet bepaald een man, die de gevaren uit de weg ging! 5. Kei—e2 b7—b6 6. Pc3b5 Lc8a6 7. a 2a4 Dh4—h5t 8. Pgl— f3 La6xb5t 9. a4xb5 Dh5xb5t 10. Ke2—f2 Tot hier is de partij gelijk aan die tus- schen MinckwitzSteinitz van den wed strijd te Baden 1870. Steinitz speelde nu Db5h5. 10Db5h4 11. c2c3 Db4—d6 12. g2—g3 f4xg3t 13. h2xg3 Pg8—f6 14. Lfld3 De „vork" e4e5 haalt wegens Pg4f niets uit 14Pf6g4f 15. Kf2g2 g7g6 16. Pf3g5 h7h5 Om Pg4 te verdedigen en tegelijk even tueel h5h4 dreigend. 17. Thl—fl f7—f6 18. Ddl—b3 Want zwart kan het paard toch moeilijk nemen. Er zou na 18f6xg5 kunnen volgen 19. Df7f, Kd8; 20. Lxg5t en zwart wordt mat gezet. Bijv. 20Kc8; 21. La6f, Kb8; 22. De8f, Pd8; 23. Dxd8. Of 2CLe7; 21. Dxf8f, Txf8; 22. Txf8. Of 20Pf6; 21. Lxf6t, Le7; 22. Lxh8 en wit wint. De stand na 18. Ddlb3 is 18Pc6e5 Zeker kansrijk. Op d4xe5 volgt Dd6xd3. 19. Ld3a6 f6xg5 20. d4xe5 Dd6xe5 21. Db3—f7t Ke8—d8 22. Df7xg6 Nu dreigt Lclxg5f. 2 2Lf8 e7 23. Tfl—hl Om h5h4 te beletten. 2 3c7c6 Om Kc7 te kunnen spelen, waardoor Ta8 vry komt 24. -La6b7? De5-4>5! Wanneer wit nu het kasteel neemt volgt mat. 25. Lxa8?, De2f; 26 Kh3, Pf2t; 27. Kg2, Pxe4t; 28. Kh3, Dg4f; 29. Kg2, Dxg3t; 30. Kfl, Df2 mat. Wit gaf hier de partij op. Op Tel kan Tf8 en op La6 kan Db3 volgen. Toch had het verdere verloop nog interessant kun nen zijn. Met Swi'tzar speelde Multatuli vijf cor respondentie-partijen, waarvan hij er drie won en twee verloor. Een van deze partijen volgt hier. Wit: Multatuli. Zwart: Switzar. Gespeeld in 1874. 1. e2e4 e7e5 2. f2—f4 e5xf4 3. Lfl—c4 f7—f5 Een reeds van ouds bekend tegengambiet. 4. Ddl—e2 Dd8—h4| 5. Kei—dl f5xe4 6. Pbl—c3 Ke8d8 7. Pc3xe4 c7c6 8. Pgl—f3 Dh4e7 Zwart is in ontwikkeling achter geraakt. Er dreigt echter d7d5 en daarop een snelle ontplooiing der strijdkrachten. 9. Lc4xg8 Th8xg8 10. d2d3 d7d5 11. Lclxf4 Het paard kan nog niet genomen worden wegens de dreiging Lf4g5. 11h7—h6 12. Pe4d6 De7xe2t 13. Kdlxe2 Lf8xd6 14. Lf4xd6 Lc8g4 De partijen staan vrijwel gelijk. 15. Tal—el Kd8^17 16. Ld 6a3 Pb8—a6 17. Ke2—f2 Lg4e6 Er dreigde Pf3e5f met stukverlies. 18. Pf3—e5f Kd7c7 19. Pe5xc6! Geen diepe combinatie, maar toch wel een blijk van aanleg voor 't schaakspel. 19b7xc6 20. Telxeö Ta8—d8 21. Thl—el Td&—d7 22. Te6—g6 Tg8—b8 23. Tel—e6 Tb8—b6 24. La3—d6f Kc7—d8 25. b2—b3 Voorzichtig gespeeld. 25c6c5 26. Kf2e2 Pa6—c7 27. Ld6xc7f Kd8xc7 28. h2—h4 Tb6xe6 29. Tg6xe6 Td7—d6 30. Te6e7f Td6—d7 31. Te7xd7f Kc7xd7 Het pionneneindspel is gewonnen. 32. Ke2e3 d5—d4f 33. Ke3e4 Kd7—e6 34. Ke4—f4 g7—g6 35. Kf4e4 Ke6—d6 36. b2b4 en wit wint. Ter oplossing. Uit een partij MarshallSaunders. ABCUEEGH Zwart is aan zet en wint. J. C. Inklaar ABCUEFGH Wit aan zet, wint en.... zwart aan zet wint. Oplossing Schertsprobleem: 1. c7—c8 Witte Koning. SCHAATSENRITDEN BALLANGRUD WERELDRECORD. HOUDER 10.000 METER. Naar men zich herinnert, hebben -de beide Noren Ivar Ballangrud en Charles Mathisen in hun rit over 10.000 meter op den tweeden dag der wereldkampioen schappen in het hardrijden te Davos, het wereldrecord over dezen afstand verbe terd. Voor beiden werd een tijd van 17 minuten 14,4 seconden genoteerd, terwijl het oude wereldrecord op naam van Ar- mand Carlsen stond met een tijd van 17 min. 17,4 sec. Het officieele protocol van den wed strijd heeft thans, naar wy vernemen, uit gewezen, dat Ballangrud met miniem ver schil, enkele centimeters, als eerste vóór Mathisen door de finish is gegaan. Hij ls dus winnaar van den rit en het nieuwe wereldrecord op dezen afstand komt alleen op zijn naam te staan. FEEST BIJ DE PATERS PASSIONISTEN Honderd jaar geleden werd de H. Gabriël geboren. 1 Maart zal het honderd jaar geleden zijn, dat de H. Gabriël van de Allerbe- drukste Moeder te Assisië in Italië werd geboren. In 1856 trad hij in de Congrega tie der Paters Passionisten, na enkele ja ren, in 1862, stierf hij aan een kwijnende ziekte. Reeds in 1920 werd hij heilig ver klaard, terwijl zijn sterfdag, 27 Februari, in 1932 in den algemeen en feestkalender van de Kerk werd opgenomen. Er is daarom feest bij de Paters Passio nisten ook in ons land. Hun maandschrift „Golgotha" verscheen dezen keer als een speciaal St. Gabriëlsnummer. Het eeuwfeest zal in de kloosterkerk van het klooster der Paters Passionisten te Haastrecht bij Gouda plechtig worden gevierd. Zondag 27 Februari, 's avonds te half zeven zal Z. H. Exc. Mgr*. J. P. Huibers, bisschop van Haarlem, een pontificaal Lof celebreeren, waarin pater Dominicus, pro vinciaal, de feestpredikatie zal houden, Maandag 28 Februari, des ochtends ne gen ur, zal Haarlems kerkvorst een pon tificale Hoogmis, opdragen. Het plechtige Sluitingslof, Dinsdag 1 Maart a.s., zal worden gecelebreerd door den Pauselijken Internuntius, Z. H. Exc. Mgr. Paolo Giobbe. „Tijd.'' JEAN LA FITTE: Zeeroover bij de gratie van de wet In een van die heldere odgenblikken, die zelfs in Hollywood niet al te talryk zijn, heeft Cecil B. de Mille, de apostel van de historische reconstructie op het filmlint, besloten dat het tijd werd om den zeeroover te geven wat hem toekomt: een super-de luxe millioenenproductie van lief en leed uit het leven eens boekaniers. Van een strikt moreel standpunt beke ken is de zeeroover natuurlijk een af schuwelijk iemand. Al zijn kostelijke kra gen en pluimen, zijn wonderprachtige zij den gewaden en ziin elegante oude wij nen kunnen ons niet doen vergeten dat hij ten slotte een moordlustige schurk was, een zeventiende eeuwsche „gangster", met evenveel ethisch gevoel als een riool- rat. Dan waren er aan den anderen kant piraten die met toestemming van hun re geering als een soort liefhebberij-vloot voogden de zeven zeeën onvelig maakten, maar zich strikt aan de wet van hun land hielden door alleen schepen van den vij and te plunderen. Sir Francis Drake, Sir Walter Raleigh, John Paul Jones, behoor den tot deze categorie zeeschuimers met een vrijbrief, die in hun land voor groote helden doorgingen en er intusschen zelf niet slecht bij voeren, in den letterlijken zin. In die tijden was er altijd wel oorlog, of er was net oorlog geweest, of er zou wel net oorlog komen, en dikwijls wist men in verre zeeën niet zoo precies of het al weer vrede was, of al weer niet FREDERICW MARCH als de piraat, Jean Lafette met Margot Grahame. meer! De „wettige" kapers maakten dus rustig hun „oorlogswinst", met min of meer „recht". Dan waren er ten slotte nog ridders, van de zwarte vlag, mannen als Sir Hen ry Morgan en Jean Lafitte, die de galg ontsnapten omdat zij te listig waren. De Mille is jaren geleden eens van plan ge weest om een film over Morgan te maken, doch liet het voornemen schieten, en is nu bezig aan een film-biografie van Lafitte, die nog steeds een groote figuur is in de geschiedenis van Louisiana. Piraten in burger. Sommige van de beruchtste piraten wa ren bijzondere plezante menschen wan neer zij niet „werkten". Lafitte bijvoor beeld had de aangename en overbeschaaf de manieren van een hoveling. Kapitein Misson was „de gezelligste baas die ooit iemand de keel afsneed," zooals hij in een populaire bijnaam uit zijn dagen genoemd werd. Bartholmew Roberts, de meest ge vreesde piraat die ooit tegen de meest uiteenloopende naties het kromzwaard trok, verbood het gebruik van tabak en sterken drank aan boord van zijn schip, en was vriendelijk genoeg om zijn scheeps- muzikanten elke week een vrijen dag te geven, hoewel het een ongeschreven scheepswet was dat een piraat op elk uur van dag of nacht een vroolijk zeemans lied kon verlangen, als hij daarvoor toe vallig in de stemming was. Hij had ook erg het land aan dobbelen, en zette ieder van zijn kapers, die onverstandig genoeg was om zich bij het beoefenen van het schoone gelukspel te laten betrappen, on verbiddelijk aan wal op de eerste de beste kust die aan den horizon opdoemde. Lafitte was echter uit ander hout ge sneden. Hij heeft zich een plaats veroverd in Louisiana's heldengalerij, omdat hy Generaal Andrew Jackson aan manschap pen en ammunitie hielp en evenzeer aan de noodige moreele bijstand, die dezen legeroverste den slag van Nieuw Orleans deed winnen. Hierdoor bewerkte hij dat zijn naam tenminste in even kleurige let teren is vereeuwigd in het boek van Ame- rika's groote helden als in dat van zijn groote schurken. Het is dit laatste aspect van de figuur Lafitte dat De Mille wil dramatiseeren in zijn „Boekanier", een fi guur die Fredric March tot leven zal moe ten brengen. NEDERLANDSCHE VERSIE VAN DE FILM „SNEEUWWITJE"? Voor het eerst in de filmgeschiedenis zal een „feature", een avond vullende film, van Walt Disney in het Nederlandsch worden uitgebracht. De R.K.O. Radio- Filmmaatschappij heeft namelijk het plan opgevat om in Walt Disney's studio's te Hollywood een Nederlandsche versie te maken van de gekleurde teekenfilm „Sneeuwwitje en de zeven dwergen", die volgens het z.g. multiplane technicolor- systeem is opgenomen. GEVANGENISFILM. Paramount zal binnenkort beginnen met de productie van het gevangenisdrama „Fe deral Pen", dat zich afspeelt in de beruchte Leavenworth Penitentiary, een der Ame- rikaansche gevangenissen voor zeer ge vaarlijke misdadigers. Ray Milland, Fran ces Farmer en Akim Tamiroff zullen de hoofdrollen spelen in de film, die door William LeBaron persoonlijk geprodu ceerd wordt. EEN NIEUWE HANS ALBERS. Een nieuwe creatie van Hans Albers is zijn rol als Peter Dierksen, een voormalige vlieger, geïnterneerd in een quarantaine station. Voor het eerst weer na 10 jaar legt een schip, het Amerikaansche stoomschip Elm- tree, het quarantaine-station op het eiland San Luis Rey aan. Het schip moet 10 da den in quarantaine blijven. Peter Diercksen, een voormalige vlieger, die zich in Puerto Guara als leider bij de expeditie van professor Cameron moet aan sluiten, moet tengevolge van een aanval van malaria op het schip achterblijven. Na zijn herstel tracht hij, teneinde de aan sluiting met de expeditie niet te missen, met behulp van Tobi Brose, te ontvluch ten. Hun vlucht wordt echter ontdekt en na een opwindende jacht worden beide aan het quarantaine-station uitgeleverd. Op dit tropische eiland ontspint zich een geschiedenis, dramatisch en wild, een ge schiedenis, waarvan Hans Albert het dra matische middelpunt vormt. Het interessante leven op een quarantai ne-eiland voor de Zuid-Amerikaansche At lantische kunst, waar een alhoewel ten onrechte verdacht stoomschip moet aanleg gen, wordt in de film objectief geschilderd. Op dit kleine, geheel uitgestorven eiland ontstaat met de aankomst van het groote schip een bedrijvigheid, die ryk is aan spannende verwikkelingen en avontuurlijke gebeurtenissen. Het eiland, waarvan de be ruchte gele vlag waait, vormt het tooneel voor opwindende gebeurtenissen, die naar de roman van Fred Andreas tot een fel geaccentueerde avonturenfilm omgewerkt zijn, waarvan de dramatiek uit een com binatie van fantasie en werkelijkheid en het ontstane tempo uit de realistisch uitge beelde voorvallen, ontstaat. Het zou te ver voeren tot in bijzonderheden over deze, door Gerhard Lamprecht geënsceneerde, film uit te wijden zeker is, dat de onge wone plaats der handeling in hooge mate tot de spanning van het geheel bijdraagt. EEN VLOTTE VROOLIJKE AMUSE MENTSFILM MET VEEL DANS EN SHOW. De R. K. O. Radio-filmmaatschappij (die in Nederland, zooals wij reeds schreven, thans zeer actief is) heeft haar productie van dit seizoen onderverdeeld in giants, super-specials, specials en super-westerns. De eerste serie der giants („reuzen" let terlijk) vormt de topklasse en bevat o.a. de op de Biennale te Venetië bekroonde film van Herbert Wilcox: „Victoria the great" en ook een rolprent met Ginger Rogers en Fred Astaire „Shall we dance". Fred Astaire en Gingers Rogers. Zij behoeven geen introductie. Dit vol komen op elkaar ingespeelde en afgestemde danspaar, dat een heele reeks van succes- films op zijn naam heeft, zoowel gezamen lijk als ieder afzonderlijk, vertolken in „Shall we dance" de hoofdrollen. En begrij pelijkerwijs is dies aan den dans een zeer groote plaats ingeruimd, zooals trouwens de titel reeds aangeeft. Deze film is er inderdaad één die tot de „reuzen" gerekend kan worden, zij het dan niet tot de reuzen der filmkunst, dan toch een reus wat de lengte betreft, want de vertooningsduur bedraagt ruim twee uur. Op het afgegraasde en platgetreden ter rein van de musical show plaatste de R. K. O. den regisseur Mark Sandrich, en met hem Fred Astaire, Ginger Rogers, Eric Blore en Edward Everett Horton, mitsga ders een flinke dosis muziek en ook een scenario. Behalve dat tegen het eind van de film de gelieven elkaar vinden, worden tevens de „vijandige" danskunsten (de ballet- en tapdans respectievelijk gesymboliseerd in Astaire en Rogers) vereenigd in een erg in gewikkelde moderne show. Men heeft zich niet op glad ijs gewaagd en wijselijk niet te veel den nadruk gelegd op de tegenstel ling tusschen de ballet- en de tapdans, zoo dat van een wezenlijk conflict dan ook geen sprake is. Een dankbaar gebruik heeft men er in zooverre van gemaakt, dat enkele figuren wat meer kleur en relief kregen. Mark Sandrich heeft met Shall we dance een aangename pretentielooze amusements film geleverd, een film, die wel boeit en vermaakt. Opzienbarende vondsten zijn nergens te vinden (zelfs werkt het te dik wijls afdonkeren van het beeld wel eens hinderlijk), maar deze musical heeft vaart, een meesleepend tempo en vooral een ge prononceerd stuk filmrythme. GINGER ROGERS EN FRED ASTAIRE, het bekende danspaar, viert nieuwe triomfen in „Shall we dance".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 12