FEEST IN WOERDEN. S? - Mysteries rondom „Vredelust" De scheepsjongen van de «Trafalgar» krijgt een tractatie tijdens de proefvaart, welke dit motorschip op de Noordzee maakte Het Leger des Heils hield Donderdag aan zijn Hoofd kwartier te Amsterdam uitdeeling van koffie in verband met de koude Als kinderspeelgoed wroeten de graatmachines in het bergmassiet van den St. Pietersberg in Limburg, waar groote hoeveelheden mergel voor de cementtabricage gewonnen worden De burgemeester van Woerden, de heer H. G van Kempen, die kortelings zijn zilve>en ambtsjubileum herdacht, vierde Donderdag deze heuglijke gebeurtenis met de officieele opening van de nieuwe Rozenbrug Een nieuw nationaal product. In haar nieuwe fabriek te Delft zijn de Vereenigde Glasfabrieken begonnen met de vervaardiging van zijde uit glas. Een tweetal interessante snapshots uit het productie-proces van deze glaszijde Schiphol breidt zich nog steeds uit. De voorbereiden de werkzaamhe den voor den bouw van een nieuwe vliegtuighengar. welke 88 me'er lang en 40 meter breed zal worden FEUILLETON ,(Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. 4) Integendeel: Ze bleef staan, waar ze stond en slaakte een zucht van verlich ting ik citeer haar woordelijk want ze dacht, dat van Op weeghen gisteren on verwacht was thuis gekomen en na ette lijke warme rumgrogs gebruikt te heb ben, op den divan in slaap was gevallen. En tenslotte was het maar gelukkig, dat deze veronderstelling bij haar opkwam, want dat gaf haar den moed naar den di van te gaan om zich te overtuigen. En daarna, Miel, gebeurde er pas, wat jij, blijkens je antwoord op mijn vraag van zooeven, al eerder verwacht had, want toen ze dichterbij kwam, ontdekte ze, dat het niet van Opweeghen was, die daar lag, maareen vreemde. Een ha^r ten eenenmale onbekend man, die bovendien niet sliep, zooals zij gedacht had, maar alle kenteekenen vertoonde vermoord te zijn. Zijn houding, het slap neerhangen van zyn linkerarm over den rand van den divan, zijn gelaatskleur, die zelfs onder het kunstlicht onmiddellijk opviel en ten slotte wat wel het voornaamste was een donkerroode bloedstreep, welke van het oor tot in den nek liep, dat alles liet geen twijfel over, of deze man, dien zy niet kende, was dood. We zullen het juf frouw Keizer niet ten kwade duiden, Miel, dat het haar onder deze omstandig heden aan tegenwoordigheid van geest ontbrak. Het was voor het eerst in haar, tot dat oogenblik rustig vergleden leven, dat ze tegenover het slachtoffer van een moord stond. Ze kwam daardoor niet eens tot de, toch min of meer voor de hand liggende vraag, hoe het ter wereld moge lijk was, dat deze wild-vreemde man in dit tijdelijk onbewoonde huis kon worden vermoord. Zij dacht er zelfs niet aan, dat het eerste, wat zij nu te doen had, was: de politie van een en ander in kennis te stellen. Op het schrijfbureau in haar on- miiddellijke nabijheid stond 'n telefoon, maar in plaats van daarvan gebruik te maken, rende ze naar buiten naar de, minstens honderd mter verder gelegen woning van notaris Ubels, aan wiens echtgenoote de notaris zelf was niet thuis! zij een onsamenhangend ver haal deed van haar bevindingen. Enfin, de rest kan je raden. Mevrouw Ubels had tot overmaat van ramp nog een paar vriendinnen op bezoek, die tezamen en in vereeniging het verwarde verhaal van de huishoudster maar niet zoo voetstoots als de waarheid en niets dan de waarheid wenschten te aanvaarden en een half uur bezig waren om de opgewonden juffrouw tot kalmte te brengen, in de hoop, dat het tenslotte wel niet zoo erg zou blijken te zijn als zij het deed voorkomen, maar te langen leste na rijpelijk overleg dan toch maar besloten om de politie op te bellen. Ik heb onmiddellijk opdracht ge: geven juffrouw Keizer niet eerder te laten vertrekken vóór wij er waren en daarna hebben de dames zich gelukkig gehouden. Dèt, Miel, is in groote trekken de voorgeschiedenis en nu gaan we samen •ik heb me zelf pas vluchtig van den toe stand op de hoogte kunnen stellen". De man op den divan. De woonkamer in villa „Vredelust" was, zooals inspecteur Sanders reeds had opgemerkt, inderdaad tevens ingericht als werkkamer. Het vertrek was er trouwens groot genoeg voor. Behalve voor een zwa re eikenhouten tafel tvan zeer behoorlijke afmetingen, daarbij behoorende stoelen en een dressoir, was er nog voldoende ruim te voor een fraai gebeeldhouwde boeken kast, welke aan de andere zijde van de ka mer, tegenover het dressoir stond. Het achterste gedeelte van het vertrek, dat door openslaande deuren op den tuin en hel daarachter gelegen weiland uitzag, was kennelijk het speciale domein van den heer des huises. In den eenen hoek stond een zwaar bureau-ministre, in kleur en hout soort overeenstemmend met het overige meubilair, in den anderen hoek by het raam, rond de oude Engelsche haard, de divan en een groote fcuteuil, waarin van Opweeghen als hy thuis was zeker wel het grootste del van zijn avonden zou doorbrengen. Nu bevond zich in het vetrek slechts een rechercheur, dien Wils als de nog jon ge, maar veelbelovende Bartelink kende en de politie-fotograaf. een reeds eenigs- zins bejaard man met weeldererige gryze lokken, welke nog herinnerden aan een tijdperk uit lang vervlogen dagen, waar in dezelver eigenaar, behept met -vele kunstzinnige neigingen en nog meer jeug dig idealisme aan het hoofd had gestaan van een bescheiden foto-atelier ergens op een bovenhuis aan den Overtoom, waar stralende bruidsparen en gelukkige gezin nen zich raïson van zes gulden per do zijn, in cabinet-formaat op de gevoelige plaat lieten vereeuwigen. In dien tijd, waaraan hy in verloren oogenblikken nog wel eens met een gevoel van weemoed terugdacht, had „de kiekkast" zooals hy aan het hoofdbureau vrij algemeen werd genoemd in de registers van den bur gerlijken stand stond hij ingeschreven als Gotliep Amadeus Smulders het preadi- caat „Hofleverancier gevoerd. Nu leverde hij nog slechts aan de justitie, maar de ja ren èn het vaste maandelijksche salaris hadden hem geleerd met dezelfde ambi tie onder de meest gunstige omstandig heden lijken, voet- en vingerafdruken te fotografeeren als eens de feestelijk uitge doste clientèle in het lichte atelier aan den Overtoom. „Ben je klaar, Smulders?" vroeg San ders, zich tot den fotograaf wendend, die zijn toestel juist weer i.an de andere zijde van den divan had opgesteld en, als vluch tend zoo schielijk onder den grooten, zwar ten doek kroop. „Direct, inspecteur dit is de laatste" antwoordde het, thans vrijwel onzichtbare mannetje, nerveus met de groote earner? manoeuvreerend. „Mooi, haast je maar niet, dan zullen wij intusschen den toestand buiten eens ever opnemen." Bartelink en Wils volgden den inspecteur door de hall naar den voortuin, waar de sneeuw op de plaatsen, waar niet geloopen werd, nog vrij dik lag. Op het overdekte bordes bleef Sanders staan en de anderen volgden zijn voorbeeld. „Juffrouw Keizer heeft mij meegedeeld, dat ook de sneeuw in de oprijlaan vanmor gen nog ongerept was, toen zij terugkeer de. Het was haar opgevallen, omdat ze bij het zien daarvan onmiddellijk bij zichzelf vaststelde, dat het wegruimen weer extra werk eischte, waar ze niet op gerekend had. Het is gisteravond begonnen te sneeuwen; vóór dien moet de man op den divan dus hier in huis zyn geweest. De huishoudster is Zaterdagmiddag ver trokken, zoodat de misdaad tusschen dat tijdstip en Zondagavond moet hebben plaats gehad. Ik geloof ,dat we niet van op pervlakkigheid beschuldigd zullen wor den, wanner we voorloopig aannemen, dat men zich Zaterdagavond toegang tot de woning heeft verschaft. Voor die veronder stelling pleit zoowel het electrisch licht in de woonkamer, als 'de omstandigheid, dat zelfs in deze vrij verlaten omgeving geen vreemde het zou wagen op klaarlichten dag de woning binnen te dringen." „Vermoedelijk zijn het zelfs twee per sonen geweest," meende Bartelink te moeten opmerken. „De toestand, waar in het slachtoffer gevonden is, wekt wel iswaar vermoedens van zelfmoord, maar ik kan me niet indenken, dat iemand voor een dergelijke wanhoopsdaad deze verlaten villa zou uitkiezen." „Wij zullen binnen eens gaan kijken", besloot Sanders, die gewend was bij een onderzoek als dit de leiding op zich te nemen en daarbij geen acht placht te slaan op opmerkingen, welke niet direct verband hielden met hetgeen op dat o-igenblik z'n gedachten bezig hield. „Smulders zal nu wel klaar zijn". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5