De „Wigiferflora" te Haarlem geopend. De bollenbeurs „een plaets vol geurs" Minister geeft goede lessen De eenige manier om plaats op wereldmarkt te behouden BINNENLAND VRIJDAG 11 FEBRUARI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE Bi AD - PAG. 7 trr— BLOEMENPRACHT IN WINTERKOUDE Bloemen, bloemen en nog eens bloemen, dat is de eerste indruk, die men krijgt van de „Winterflora", welke hedenmorgen in het „Krelagehuis" te Haarlem is geopend. Menschen, die niet van bloemen houden, doen dus beter met er niet heen te gaan, maar alle liefhebbers hetzij leek of vak man kunnen hier hun hart ophalen. In plaats van tabaks-rook, welke anders den bezoeker van het Beursgebouw op de keel slaat, wordt thans de binnenkomer vergast op een bedwelmende wierook van zoete lente-geuren. Het geroezemoes van bedrijvige zaken- menschen onder de groote overkoepeling van de beurs heeft plaats gemaakt voor de zwijgende bloemenpracht, die langs de wan den te pronk staat. De bloemen, over wie doch zonder wie, steeds op de beurs wordt gesproken en gehandeld, hebben deze dagen het gebouw bezet en ingepalmd, om zonder woorden te vertellen, wat zij waard zijn. Kon Vondel van de Amsterdamsche beurs het „vroolyck vogelkijn" laten zingen: „wat mist die plaats al geurs", deze dichter woorden zijn zeker niet van toepassing op de Haarlemsche beurs, nu er de Winter flora wordt gehouden. Het zware parfum van hyacinthen vermengt zich met de lich tere odeuren van tulpen, narcissen en cro- cussen tot een symphonie van voorjaars snufjes, die met dit barre jaargetijde van kuchen en hoesten een aangenaam contrast vormen. Het is een echt lentefeest! Vroeger wa ren we al in ons schik met een roode Due van Tholl en een paar hyacinthen op glas en nu wordt door de vordering van de broeikunst een tentoonstelling gehouden, waarop duizenden en duizenden eigenlijk te vroeg geboren bloemen worden aange dragen en uitgestald. Men heeft het in de kunst van het forceeren wel heel ver ge bracht, want, het behoeft nauwelijks opge merkt, heel dit bloemenleger is stuk voor stuk volmaakt van vorm en kleur. Gelukkig heeft men in deze overdadige praal de troost van menig stadshuis niet vergeten en in een bescheiden hoekje ook hyacinthen op glas neergezet. Tegelijker tijd zullen aan den belangstellende de ge heimen van deze huiselijke kweekerij wor den ontvouwd. De bloemen-schat is in een allerprach tigste entourage geplaatst van tropische planten, welke met bloembollen weliswaar niets te maken hebben, doch als versie- rings-motief voortreffelijke diensten be wijzen. Palmen-bosschen zwaaien hun groene vleugels uit over de stands met bloe men, doch behalve de gewone palmen val len er ook vele bizondere en interessante tropische gewassen op te merken, die het donkere fond vormen, waartegen de bloe-- menkleuren op haar voordeeligst afsteken. Tulpen, narcissen en hyacinthen in de nieuwste variëteiten en in een verbazing wekkende rijkdom van tinten, vorm en andere kwaliteiten, zijn op smaakvolle wijze opgesteld, waarbij ons het meeste trof, hoe goed de toch zoo stijve hyacinthen zich leenen om in manden te worden opge maakt. De laatste nouveauté's in de bloemenwe reld zijn op deze tentoonstelling te bewon deren; iedere nieuwigheid is steeds weer een verbetering, en, aangezien dat verbete ren nu reeds tientallen jaren voortduurt, zijn variëteiten bereikt zoo mooi van vorm en kleur, zoo goed van eigenschappen, dat er eigenlijk niets meer te verbeteren valt. De groote cultures: tulpen, narcissen en hyacinthen, voeren natuurlijk op deze show het hoogste woord, zonder vervelend te worden, doch ook andere bloemen nemen een voorname plaats in, vooral de bloed- roode, rose en witte trompetten van de Amaryllis Hippeostrum. Als curiositeit is er ook een Hippeastrum prostrum, een blauwe bloem, die als kermis- attractie heeft, nog nooit hier te lande te zijn ver toond. Merkwaardig is ook een wilde Ama ryllis, uit Venezuela ingevoerd; aan grootte heeft de Amaryllis door de kweekkunst ge wonnen, doch de sierlijkheid heeft er bij ingeboet. En dan zijn er vele kleine bloemen, die niet zoo in 't oog vallen, doch daarom niet minder mooi zijn: de witte Scilla Tuber- geni, nieuwe crocussen in prachtige, onge wone nuances, dwerg-narcisjes, de geurige iris reticulata en vooral ook de wonder mooie Freesia's, die men tegenwoordig ook al in allerlei kleuren aantreft, maar het mooist blijven toch in dit genre de fletse, teere kleuren. Aan den aanleg van de tentoonstelling is de grootste zorg besteed. De heer Voars heeft er slag van de groepen prettig in te deelen en de zaal zóó aan te kleeden met palmboschjes, dat iedere wending op de wandeling een nieuwe verrassing geeft. Er zijn 44 inzendingen en het zal steeds een puzzel blijven, deze zóó te rangschikken, dat één geheel wordt gevormd. Daarin is men zeer goed geslaagd. De entree van de tentoonstelling is bizonder fraai: een vij ver, waarin een fontein spuit tegen een ach tergrond van waaiende palmen. Rond de vijver, waarvan het water 's avonds wordt verlicht, een beplanting van Triumph- tulpen. Tot slot van onze uiteraard vluchtige rondwandeling vermelden wij de namen der firma's, die op deze tentoonstelling haar beste beentje hebben voorgezet: De inzenders: Afdeelingen de Goorn en Berkhout der Algemeene Vereeniging voor Bloembollen cultuur. P. Bakker Mz., te Enkhuizen. M. Beelen, te L i s s e. J. F. van den Berg te Anna-Paulowna. Firma Braam en Zoon te Heemstede» Nic. de Bruyn te Voorscho ten. Firma P. van Deursen te Sassen- heim. C. S. van Dobben de Bruyn Jr., te Bodegraven. W. J. Eldering en Zoon N.V. te Overveen. J. G. Eldering en Co. te Overveen. J. Emthoven te H i 11 e g o m. Firma Goemans-Visser te H i 11 e g o m. Ja« Groen te St. Pancras. G H. Hageman en Zonen te Heemstede. L. A. Hoek te 's-Gra- venhage. H. Homan en Co". N.V. te O e g s t- geest.' P. Hopman Zonen te Hille- g o m. Jan Kuyper te Haarlem. D. W. Le- feber en Co. N.V. te L i s s e. J. W. A. Lefe- ber te L i s s e. G. Lubbe en Zoon te Oegstgeest. Ludwig en Co. te Hi 11e- g o m. Firma P. en J. W. Mantel te Aven- hom. G. C. van Meeuwen en Zonen N.V te Heemstede. L. Nunnink te Heemstede. Gebrs. A. en P. Nijssen N.V. te Santpoort. Firma L. Onderwater Zn. te L i s s e. Firma van der Ploeg Zn. te Heemskerk. W. A. Philippo Jr. te Heemstede. Firma J. Pijnacker en Zn. te Lis se. Frans Roozen Lz. te Vogelenzang, J. C. Roozen Haver kamp te Overveen. Firma P. en W. A. Rij- nierse te Overveen. F. Rijnveld en Zonen N.V. te Hill ego m. L. Schoorl te Lis se. A. C. van der Schoot N.V. te H i 11 e g o m. Eugène van der Schoot te H i 11 eg o m. Jac. Tol te St. Pancras. C. G. van Tubergen N.V. te Haarlem. Jac. Uittenboogaard te Oegstgeest. J. Valkering en Zn. N.V. te Limmen. Vereenigde Bloembollencultu ren N.V. te N o o r d w ij k. W. S. Warmen- hoven te H i 11 e g o m. N. Zandbergen Wzn. te R ij n s b u r g. DE OPENING Hedenmorgen had in de aanwezigheid van vele autoriteiten de opening plaats. TOESPRAAK DR. VERHAGE. De voorzitter der Alg. Vereen, v. Bloem bollencultuur. dr. Verhage, sprak een wel komstwoord uit. Spr. verwelkomde de autoriteiten en bracht dank aan H. M. de Koningin en de leden van het Koninklijk Huis, die allen voor deze tentoonstelling eere-medailles hebben willen beschikbaar stellen, en daar door opnieuw tastbare bewijzen van op rechte belangstelling hebben gegeven. Het bloembollenvak heeft zich altijd innig ver bonden gevoeld met het Huis van-Oranje. Spr. wil op dit oogénblik niet vooruitloopen op het oordeel der bezoekers, maar wel Een fraaie inzending voor de. groote bloemententoonstelling «Winterflora» in het Krelagehuis te Haarlem, wordt aangedragen weet hij, dat de vakmannen, die door hun werkzaamheden reeds hebben gezien wat hier getoond wordt, meenen, dat deze ten toonstelling aan hooge eischen voldoet. Dit is te danken aan het onvermoeid werken van de inzenders, voor wie het een moei lijke taak was deze uitgebreide collecties in een zóó goede kwaliteit op dezen datum hier te brengen, maar niet minder aan den bekwamen ontwerper van he plan van aanleg, den heer Voors, die zijn artistieke begaafdheden weer getoond heeft. De pret tige wijze, waarop de overige leden van het Uitvoerend Comité met ons daadwerkelijk samengewerkt hebben, stemt eveneens tot groote dankbaarheid. Niets was hen te veel, als het om de Winterflora ging. Herinneringen. In aller herinnering ligt nog de 3 jaar geleden door onze vereeniging georgani seerde Flora, de laatste tentoonstelling, die onder het presidium van den heer Kre- lage is gehouden, voor wien het een vreem de gewaarwording moet zijn hier als een ons hartelijk welkom genoodigde, aanwezig te zijn. De naam van deze tentoonstelling, Winterflora, duidt er reeds op, dat zij een geheel ander karakter heeft dan de Flora van 1935. Het is niet zoo maar een kleinere tentoonstelling als intermezzo tusschen twee groote. Op de groote tentoonstellingen onzer vereeniging worden de producten van het bloembollenbedrijf in hun waarde voor tuin- en parkbeplanting getoond, ter wijl in de daaraan verbonden binnenten- toonstellingen de groote beteekenis der bolbloemen voor de bloemschikkunst wordt gedemonstreerd. Deze tentoonstelling, die eigenlijk een voortzetting is van de in 1931 gehouden bolbloemententoonstelling in dit zelfde ge bouw, wil laten zien hoezeer het de laatste jaren sterk verrijkte sortiment bolbloemen voldoet aan de allerbelangrijkste taak, waarmede de bloembollenhandel ook in de eerste plaats rekening heeft te houden. Deze taak is om in de donkere wintermaan den, waarin wij allen verlangend naar het komende voorjaar uitzien, het interieur, waarin wij den dag en den avond door brengen, op te vroolijken door deze veel soortige en kleurrijke lenteboden, waaraan wij allen juits in onze winters behoefte hebben. Wat ieder, die mét het bloembollenbe drijf in aanraking komt, opvalt, is, dat de laatste jaren door doelbewuste kruising en door verloopingen variëteiten zijn verkre gen, die gedeeltelijk, nog beter dan de voor heen reeds bestaande soorten aan de te stellen eischen voldoen. Het is van groote beteekenis, dat het publiek getoond wordt, hoezeer het vernieuwde sortiment aan de verlangens van de uiteindelijke gebruikers kan tegemoet komen. Noodzakelijke kraam-verbetering. Daarnaast heeft deze tentoonstelling nog een andere beteekenis, die ook zeer groot is en die reeds blijkt uit de belangstelling, die zij van den aanvang af onder onze vak- genooten heeft gehad. Wil het Nederland- sche bloembollenbedrijf zijn positie behou den en versterken, dan zal het noodzake lijk zijn, dat steeds het beste van het beste voortgebracht wordt. Dit houdt in, dat de kweekers niet kunnen volstaan met de va- ritëeiten, die ze in cultuur hebben, steeds weer voort te telen, maar dat zij er gere geld op uit moeten zijn om hun sortiment, hun kraam te vernieuwen en te verbeteren. Dit geeft eigenaardige moeilijkheden, daar vele nieuwe variëteiten gewonen worden, maar niet alle inderdaad verbeteringen van het bestaande zijn. De noodzakelijke kraam- verbetering eischt daarom vergelijkende studie en overleg, en naast onze bloemen- keuringen bieden juist tentoonstellingen als deze gelegenheid om de eigenschappen van het nieuwe en nieuwere na te gaan en te vergelijken. Onze vereeniging beijvert zich om alle gelegenheden, om de kraam- verbetering in goede banen te houden, zoo goed mogelijk te verzorgen. REDE VAN MINISTER STEENBERGHE Di. Verhage gaf vervolgens het woord aan den Minister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe. Minister Steenberghe sprak dan de vol gende openingsrede uit: Met genoegen heb ik op mij genomen uwe tentoonstelling te openen, omdat deze schoone verzameling bloemen voor mij een bewijs is, dat de Nederlandsche bloembol- lenkweeker in de moeilijke crisisjaren zijn energie niet heeft verloren. In de jaren van hoogconjunctuur, waar in de afzetmogelijkheden voor bloembollen zeer gunstig waren, werden de bedrijven uitgebreid en moest men hooge lasten op zich nemen om aan de eischen, welke de tijd, waarin men leefde, nu eenmaal stel de, te kunnen voldoen. De export van bloembollen steeg tot een grooten omvang en hoewel in die jaren ook reeds moeilijkheden in verband met sa- neeringsmaatregelen van de zijde van het buitenland waren té overwinnen, leverde het bloembollen vak aan hen, die het be oefenden, een goed bestaan op. Toen de crisisjaren kwamen hebt ook u van de moeilijkheden ruim uw deel gekre gen, omdat/dé omstandigheden toen met zich brachten, dat juist de exportproducten het zwaarst werden getroffen. In die jaren heeft het bloem bollen vak niet geaarzeld offers te brengen. Inkrim ping van de teelt, teneinde vraag en aan bod meer met elkaar in overeenstemming te brengen, was noodig, benevens verschil lende andere maatregelen, waaraan ge u zelf hebt weten te onderwerpen. Zoo hebt ge getracht de moeilijkheden te boven te komen. Bedriegen de voortee kenen niet en komen geen onvoorziene fei ten de gunstige ontwikkeling der omstan digheden verstoren, dan hebt ge den moei- lijksten tijd achter den rug. Wat mij nu met betrekking hiertoe het meeste verheugt is het feit, dat ge de kwaliteit van het product niet alleen op peil hebt weten te houden, maar u steeds meer inspant en maatregelen be raamt deze nog verder op te voeren. Wetenschappelijke werkers zijn bij voortduring bezig om de gezondheid van het product te verbeteren, terwijl bekwame kweekers zich toeleggen op het winnen van nieuwe variëteiten, die in kleur en vorm de oude trachten te overtreffen. Een van de groote voordeelen, welke het tuinbouwbedrijf biedt, is immers de vele mogelijkheden, die het omvat. Niet alleen, dat het aantal gewassen groot is, doch van elk is het mogelijk tal van va riëteiten te telen, terwijl door vervroegen en verlaten bloemen op verschillende tijden in den handel kunnen worden gebracht. Het hedendaagsche publiek weet die va riatie te waardeeren. mits rekening wordt gehouden met de eischen, welke het stelt. Daarom zijn tentoonstellingen als deze nuttig tot het verkrijgen van een inzicht in hoeverre de kweekkunst er in is ge slaagd het bestaande te evenaren of te overtreffen. Het stemt tot groote voldoening, dat tal van nieuwigheden, welke hier worden ten toongesteld, door onze eigen kweekers zijn gewonnen en niet meer uit het buitenland behoeven te worden ingevoerd. Den laatsten tijd wordt zoo dikwijls naar voren gebracht, dat Nederland op de wereldmarkt moet trachten te zijn de leverancier van een kwaliteitspro duct. Vooral onder de tegenwoordige om standigheden is deze stelling juist en geldt in hooge mate voor den tuinbouw. Overal om ons heen is men bezig zich op de teelt van tuinbouwproducten toe te leggen, teneinde zelf te kunnen kweeken wat tot nu toe werd inge voerd. De beste wijze aan dit streven het hoofd te bieden is zorg te dragen, dat onze producten in kwaliteit aan de spits staan en door een economische inrichting van de bedrijven te bevorde ren, dat toch in prijs kan worden ge concurreerd. Ondanks den vooruitgang en het toene mend streven de resultaten van het weten schappelijk onderzoek te benutten als grondslag voor nieuwe teeltmethoden, zijn er nog tal van mogelijkheden, waardoor de kwaliteit verder kan verbeteren en het pu bliek een nog rijkere variatie kan worden geboden. Het houden van tentoonstellingen als deze moet dan ook worden toegejuicht, om dat het ons niet slechts een inzicht biedt van hetgeen werd bereikt, doch ook omdat het aanleiding is, dat opnieuw wordt be licht welke mogelijkheden er nog voor de toekomst zijn en in welke richting verder moet worden gewerkt. Van groote betekenis voor ons land. De bloembollenteelt is van groote betee kenis voor ons land. De teelt vraagt van ondernemer en arbeidskrachten veel arbeid en toewijding en heeft van oudsher de klei ne zelfstandigen de mogelijkheid geboden tot meerdere welvaart te geraken. In de goede jaren werd voor groote be dragen aan bloembollen naar het buiten land gezonden, in 1930 voor niet minder dan 46,4 millioen gulden, welk bedrag in 1932 daalde tot 19,2 millioen gulden, terwijl het cijfer in het afgeloopen jaar weer is gestegen tot ruim 28 millioen gulden. Dit bedrag vormt 2,44 pet. van de waar de van onzen totalen export en 45 pet. van die van den export van tuinbouwproduc ten; het draagt derhalve niet onbelangrijk bij tot onze welvaart, temeer omdat geen invoer van dure hulpmiddelen voor de teelt noodig is, doch het hier een product be treft van bodem en arbeid. Maar niet alleen, dat gij als bloembol lenkweekers een nuttige rol vervult in ons economisch le^en, maar gij hebt ook een schoone taak, omdat bloemen het leven van den mensch veraangenamen en velen met de door U gekweekte bloemen de om geving, waarin zij moeten leven en werken, opvroolijken. Ik wil dan ook besluiten met den wensch, dat u de kracht zult vinden op den ingeslagen weg voort te gaan en dat deze tentoonstelling er toe zal bijdragen, dat ook in de toekomst de Nederlandsche bloem bollenteelt zich tegenover het buitenland zal weten te handhaven. Behalve de nieuwste verkeers- voorschriften moet u óók nog de oudste ongevallenoorzaken (roe keloosheid en drankmisbruik!) kennen! PRINSES JULIANA ALS JONGE MOEDER. Zij voedt en verzorgt haar kindje zelf. Het is het verlangen van prinses Juliana haar kindje zooveel mogelijk in haar di recte omgeving te hebben. Zij wil volledig moeder zijn en acht het een voorrecht, alle plichten op zich te nemen, die als moeder op haar rusten. Zij voedt naar de „Haagsche Crt." meldt de baby zelf, en ook de kleinste zorgen, die zy anders aan een verpleeg ster zou kunnen overlaten, zal zij, zoodra zij daartoe in staat is, op zich nemen. Prinses Beatrix zal dan door haar moeder zelf worden gebaad en gekleed. En de moederlijke voorzieningen van prinses Juliana hebben zich al verder dan over deze eerste periode uitgestrekt. Want de wieg werd op haar aan wy zing van kleine wielen voorzien om haar te zijner tijd naar buiten te kunnen rijden, naar de glazen veranda aan de achterzijde of naar het gazon, dat beschut ligt in de luwte van het bos in het park. PRINS EN PRINSES NAAR INDIë? Volgend jaar. Reeds mber dan een jaar geleden is het vermoeden geopperd, dat prinses Juliana en prins Bernhard na hun huwelijk een reis zouden ondernemen naar Neder- landsch-Indië. Sindsdien hebben meerma len nog geruchten hieromtrent de ronde Thans weet ook het „Alg. Indisch Dag blad" te melden, dat de reis doorgaat. Het prinselijk paar zou.in April van het vol gend jaar scheep gaan naar de Oost, en het is niet onmogelijk, zooals ook reeds eerder gemeld dat de terugreis word't gemaakt via Amerika. DE REGELING VOOR DE KLEINE TUINDERS. Wordt ook het vaste lastenprobleem aangepakt? Naar de „Gelderlander" verneemt, is de regeling voor de kleine tuinders geheel gereed en kan binnen zeer korten tijd tegemoet worden gezien. Zijn wij wel ingelioht, dan heeft minis ter Steenberghe in deze maatregelen ook het vaste lasten-probleem, waarom groo tend eels de moeilijkheden der kleine tuin ders draaien, aangepakt, in dien zin, dat de minister wil trachten hypotheekgevers en -nemers tezamen te brengen om op deze manier de zeer noodige renteverlaging te verkrijgen. Mocht dit niet gelukken, dan zouden in grijpender maatregelen te verwachten zijn. Zooals men wellicht weet, wordt door vele kleine tuinders nog vijf, zes, zeven percent en in enkele gevallen nog wel meer rente betaald op de hypotheken. Zijn de inlichtingen juist, aldus het Nij- meegsche blad, dan beteekent het aanpak ken van het vaste-lasten-probleem op zich al een bijkans volledige oplossing van een groot deel der moeilijkheden in kleine tuinderskringen. DR. H. G. CANNEGIETER De nieuwe directeur van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut. Te verwaohten is de benoeming van dr. H. G. Cannegieter als directeur van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te De Bilt, in welke functe hij prof. van Everdingen zal opvolgen. Dr. Cannegieter, die in 1879 geboren is, studeerde in Utrecht in de wis- en natuur kunde. In 1911 werd hij reeds aan het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut verbonden, tot 1917 als assistent en van 1917 'tot nu als adjunct-directeur. In 1928 werd dr. Cannegieter belast met de leiding van het secretariaat der inter nationale meteorologische organisatie. In verband met de omstandigheid, dat zijn werk door laatstgenoemde functie veel op internationaal gebied ligt, was het moeilijk zich reeds met 1 Maart van dezen arbeid vrij te maken. Daarom heeft zooals wij reeds meld den prof. Van Everdingen erin toege stemd, nog eenigen tijd als directeur werk zaam te blijven. Prof. Van Everdingen zal op 1 Juli a.s. aftreden. WERKLOOSHEID IN HET BOUW BEDRIJF. Samenwerking voor bestrijding verkregen. Op het departement van Sociale Zaken is Donderdag een gecombineerde vergade ring gehouden van de Werkcommissie tot bestrijding der werkloosheid, met de be- arijfsraden in het bouwbedrijf, het schil dersbedrijf en het stucadoorsbedrijf. De bedoeling van deze vergadering was', overeenkomstig het initiatief van den mi nister van Sociale Zaken te komen tot een samenwerking van de genoemde bedryfs- raden, opdat deze middelen zouden kunnen beramen, welke kunnen leiden tot vermeer dering van de werkgelegenheid in het bouwbedrijf en de aanverwante vakken. De besprekingen hebben er toe geleid, dat deze samenwerking is verkregen, zoo dat vertrouwd mag worden, dat zeer bin nenkort een samenwerkende commissie uit de bedrijfsraden in het leven zal wor den geroepen, die met de Werkcommissie tot bestrijding van de werkloosheid op dit gebied werkzaam zal zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7