De „Wigiferflora" te Haarlem geopend.
De bollenbeurs „een plaets vol geurs" Minister geeft
goede lessen De eenige manier om plaats
op wereldmarkt te behouden
BINNENLAND
VRIJDAG 11 FEBRUARI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE Bi AD - PAG. 7
trr—
BLOEMENPRACHT
IN
WINTERKOUDE
Bloemen, bloemen en nog eens bloemen,
dat is de eerste indruk, die men krijgt van
de „Winterflora", welke hedenmorgen in
het „Krelagehuis" te Haarlem is geopend.
Menschen, die niet van bloemen houden,
doen dus beter met er niet heen te gaan,
maar alle liefhebbers hetzij leek of vak
man kunnen hier hun hart ophalen.
In plaats van tabaks-rook, welke anders
den bezoeker van het Beursgebouw op de
keel slaat, wordt thans de binnenkomer
vergast op een bedwelmende wierook van
zoete lente-geuren.
Het geroezemoes van bedrijvige zaken-
menschen onder de groote overkoepeling
van de beurs heeft plaats gemaakt voor de
zwijgende bloemenpracht, die langs de wan
den te pronk staat.
De bloemen, over wie doch zonder wie,
steeds op de beurs wordt gesproken en
gehandeld, hebben deze dagen het gebouw
bezet en ingepalmd, om zonder woorden te
vertellen, wat zij waard zijn.
Kon Vondel van de Amsterdamsche beurs
het „vroolyck vogelkijn" laten zingen: „wat
mist die plaats al geurs", deze dichter
woorden zijn zeker niet van toepassing op
de Haarlemsche beurs, nu er de Winter
flora wordt gehouden. Het zware parfum
van hyacinthen vermengt zich met de lich
tere odeuren van tulpen, narcissen en cro-
cussen tot een symphonie van voorjaars
snufjes, die met dit barre jaargetijde van
kuchen en hoesten een aangenaam contrast
vormen.
Het is een echt lentefeest! Vroeger wa
ren we al in ons schik met een roode Due
van Tholl en een paar hyacinthen op glas
en nu wordt door de vordering van de
broeikunst een tentoonstelling gehouden,
waarop duizenden en duizenden eigenlijk
te vroeg geboren bloemen worden aange
dragen en uitgestald. Men heeft het in de
kunst van het forceeren wel heel ver ge
bracht, want, het behoeft nauwelijks opge
merkt, heel dit bloemenleger is stuk voor
stuk volmaakt van vorm en kleur.
Gelukkig heeft men in deze overdadige
praal de troost van menig stadshuis niet
vergeten en in een bescheiden hoekje ook
hyacinthen op glas neergezet. Tegelijker
tijd zullen aan den belangstellende de ge
heimen van deze huiselijke kweekerij wor
den ontvouwd.
De bloemen-schat is in een allerprach
tigste entourage geplaatst van tropische
planten, welke met bloembollen weliswaar
niets te maken hebben, doch als versie-
rings-motief voortreffelijke diensten be
wijzen. Palmen-bosschen zwaaien hun
groene vleugels uit over de stands met bloe
men, doch behalve de gewone palmen val
len er ook vele bizondere en interessante
tropische gewassen op te merken, die het
donkere fond vormen, waartegen de bloe--
menkleuren op haar voordeeligst afsteken.
Tulpen, narcissen en hyacinthen in de
nieuwste variëteiten en in een verbazing
wekkende rijkdom van tinten, vorm en
andere kwaliteiten, zijn op smaakvolle
wijze opgesteld, waarbij ons het meeste
trof, hoe goed de toch zoo stijve hyacinthen
zich leenen om in manden te worden opge
maakt.
De laatste nouveauté's in de bloemenwe
reld zijn op deze tentoonstelling te bewon
deren; iedere nieuwigheid is steeds weer
een verbetering, en, aangezien dat verbete
ren nu reeds tientallen jaren voortduurt,
zijn variëteiten bereikt zoo mooi van vorm
en kleur, zoo goed van eigenschappen, dat
er eigenlijk niets meer te verbeteren valt.
De groote cultures: tulpen, narcissen en
hyacinthen, voeren natuurlijk op deze show
het hoogste woord, zonder vervelend te
worden, doch ook andere bloemen nemen
een voorname plaats in, vooral de bloed-
roode, rose en witte trompetten van de
Amaryllis Hippeostrum. Als curiositeit is
er ook een Hippeastrum prostrum, een
blauwe bloem, die als kermis- attractie
heeft, nog nooit hier te lande te zijn ver
toond. Merkwaardig is ook een wilde Ama
ryllis, uit Venezuela ingevoerd; aan grootte
heeft de Amaryllis door de kweekkunst ge
wonnen, doch de sierlijkheid heeft er bij
ingeboet.
En dan zijn er vele kleine bloemen, die
niet zoo in 't oog vallen, doch daarom niet
minder mooi zijn: de witte Scilla Tuber-
geni, nieuwe crocussen in prachtige, onge
wone nuances, dwerg-narcisjes, de geurige
iris reticulata en vooral ook de wonder
mooie Freesia's, die men tegenwoordig ook
al in allerlei kleuren aantreft, maar het
mooist blijven toch in dit genre de fletse,
teere kleuren.
Aan den aanleg van de tentoonstelling is
de grootste zorg besteed. De heer Voars
heeft er slag van de groepen prettig in te
deelen en de zaal zóó aan te kleeden met
palmboschjes, dat iedere wending op de
wandeling een nieuwe verrassing geeft. Er
zijn 44 inzendingen en het zal steeds een
puzzel blijven, deze zóó te rangschikken,
dat één geheel wordt gevormd. Daarin is
men zeer goed geslaagd. De entree van de
tentoonstelling is bizonder fraai: een vij
ver, waarin een fontein spuit tegen een ach
tergrond van waaiende palmen. Rond de
vijver, waarvan het water 's avonds wordt
verlicht, een beplanting van Triumph-
tulpen.
Tot slot van onze uiteraard vluchtige
rondwandeling vermelden wij de namen
der firma's, die op deze tentoonstelling
haar beste beentje hebben voorgezet:
De inzenders:
Afdeelingen de Goorn en Berkhout der
Algemeene Vereeniging voor Bloembollen
cultuur. P. Bakker Mz., te Enkhuizen. M.
Beelen, te L i s s e. J. F. van den Berg te
Anna-Paulowna. Firma Braam en Zoon te
Heemstede» Nic. de Bruyn te Voorscho
ten. Firma P. van Deursen te Sassen-
heim. C. S. van Dobben de Bruyn Jr., te
Bodegraven. W. J. Eldering en Zoon
N.V. te Overveen. J. G. Eldering en Co. te
Overveen. J. Emthoven te H i 11 e g o m.
Firma Goemans-Visser te H i 11 e g o m. Ja«
Groen te St. Pancras. G H. Hageman en
Zonen te Heemstede. L. A. Hoek te 's-Gra-
venhage. H. Homan en Co". N.V. te O e g s t-
geest.' P. Hopman Zonen te Hille-
g o m. Jan Kuyper te Haarlem. D. W. Le-
feber en Co. N.V. te L i s s e. J. W. A. Lefe-
ber te L i s s e. G. Lubbe en Zoon te
Oegstgeest. Ludwig en Co. te Hi 11e-
g o m. Firma P. en J. W. Mantel te Aven-
hom. G. C. van Meeuwen en Zonen N.V te
Heemstede. L. Nunnink te Heemstede.
Gebrs. A. en P. Nijssen N.V. te Santpoort.
Firma L. Onderwater Zn. te L i s s e.
Firma van der Ploeg Zn. te Heemskerk.
W. A. Philippo Jr. te Heemstede. Firma J.
Pijnacker en Zn. te Lis se. Frans Roozen
Lz. te Vogelenzang, J. C. Roozen Haver
kamp te Overveen. Firma P. en W. A. Rij-
nierse te Overveen. F. Rijnveld en Zonen
N.V. te Hill ego m. L. Schoorl te Lis se.
A. C. van der Schoot N.V. te H i 11 e g o m.
Eugène van der Schoot te H i 11 eg o m. Jac.
Tol te St. Pancras. C. G. van Tubergen N.V.
te Haarlem. Jac. Uittenboogaard te
Oegstgeest. J. Valkering en Zn. N.V.
te Limmen. Vereenigde Bloembollencultu
ren N.V. te N o o r d w ij k. W. S. Warmen-
hoven te H i 11 e g o m. N. Zandbergen
Wzn. te R ij n s b u r g.
DE OPENING
Hedenmorgen had in de aanwezigheid
van vele autoriteiten de opening plaats.
TOESPRAAK DR. VERHAGE.
De voorzitter der Alg. Vereen, v. Bloem
bollencultuur. dr. Verhage, sprak een wel
komstwoord uit.
Spr. verwelkomde de autoriteiten en
bracht dank aan H. M. de Koningin en de
leden van het Koninklijk Huis, die allen
voor deze tentoonstelling eere-medailles
hebben willen beschikbaar stellen, en daar
door opnieuw tastbare bewijzen van op
rechte belangstelling hebben gegeven. Het
bloembollenvak heeft zich altijd innig ver
bonden gevoeld met het Huis van-Oranje.
Spr. wil op dit oogénblik niet vooruitloopen
op het oordeel der bezoekers, maar wel
Een fraaie inzending voor de. groote bloemententoonstelling
«Winterflora» in het Krelagehuis te Haarlem, wordt aangedragen
weet hij, dat de vakmannen, die door hun
werkzaamheden reeds hebben gezien wat
hier getoond wordt, meenen, dat deze ten
toonstelling aan hooge eischen voldoet. Dit
is te danken aan het onvermoeid werken
van de inzenders, voor wie het een moei
lijke taak was deze uitgebreide collecties
in een zóó goede kwaliteit op dezen datum
hier te brengen, maar niet minder aan den
bekwamen ontwerper van he plan van
aanleg, den heer Voors, die zijn artistieke
begaafdheden weer getoond heeft. De pret
tige wijze, waarop de overige leden van het
Uitvoerend Comité met ons daadwerkelijk
samengewerkt hebben, stemt eveneens tot
groote dankbaarheid. Niets was hen te veel,
als het om de Winterflora ging.
Herinneringen.
In aller herinnering ligt nog de 3 jaar
geleden door onze vereeniging georgani
seerde Flora, de laatste tentoonstelling, die
onder het presidium van den heer Kre-
lage is gehouden, voor wien het een vreem
de gewaarwording moet zijn hier als een
ons hartelijk welkom genoodigde, aanwezig
te zijn. De naam van deze tentoonstelling,
Winterflora, duidt er reeds op, dat zij een
geheel ander karakter heeft dan de Flora
van 1935. Het is niet zoo maar een kleinere
tentoonstelling als intermezzo tusschen
twee groote. Op de groote tentoonstellingen
onzer vereeniging worden de producten
van het bloembollenbedrijf in hun waarde
voor tuin- en parkbeplanting getoond, ter
wijl in de daaraan verbonden binnenten-
toonstellingen de groote beteekenis der
bolbloemen voor de bloemschikkunst wordt
gedemonstreerd.
Deze tentoonstelling, die eigenlijk een
voortzetting is van de in 1931 gehouden
bolbloemententoonstelling in dit zelfde ge
bouw, wil laten zien hoezeer het de laatste
jaren sterk verrijkte sortiment bolbloemen
voldoet aan de allerbelangrijkste taak,
waarmede de bloembollenhandel ook in de
eerste plaats rekening heeft te houden.
Deze taak is om in de donkere wintermaan
den, waarin wij allen verlangend naar het
komende voorjaar uitzien, het interieur,
waarin wij den dag en den avond door
brengen, op te vroolijken door deze veel
soortige en kleurrijke lenteboden, waaraan
wij allen juits in onze winters behoefte
hebben.
Wat ieder, die mét het bloembollenbe
drijf in aanraking komt, opvalt, is, dat de
laatste jaren door doelbewuste kruising en
door verloopingen variëteiten zijn verkre
gen, die gedeeltelijk, nog beter dan de voor
heen reeds bestaande soorten aan de te
stellen eischen voldoen. Het is van groote
beteekenis, dat het publiek getoond wordt,
hoezeer het vernieuwde sortiment aan de
verlangens van de uiteindelijke gebruikers
kan tegemoet komen.
Noodzakelijke kraam-verbetering.
Daarnaast heeft deze tentoonstelling nog
een andere beteekenis, die ook zeer groot
is en die reeds blijkt uit de belangstelling,
die zij van den aanvang af onder onze vak-
genooten heeft gehad. Wil het Nederland-
sche bloembollenbedrijf zijn positie behou
den en versterken, dan zal het noodzake
lijk zijn, dat steeds het beste van het beste
voortgebracht wordt. Dit houdt in, dat de
kweekers niet kunnen volstaan met de va-
ritëeiten, die ze in cultuur hebben, steeds
weer voort te telen, maar dat zij er gere
geld op uit moeten zijn om hun sortiment,
hun kraam te vernieuwen en te verbeteren.
Dit geeft eigenaardige moeilijkheden, daar
vele nieuwe variëteiten gewonen worden,
maar niet alle inderdaad verbeteringen van
het bestaande zijn. De noodzakelijke kraam-
verbetering eischt daarom vergelijkende
studie en overleg, en naast onze bloemen-
keuringen bieden juist tentoonstellingen
als deze gelegenheid om de eigenschappen
van het nieuwe en nieuwere na te gaan en
te vergelijken. Onze vereeniging beijvert
zich om alle gelegenheden, om de kraam-
verbetering in goede banen te houden, zoo
goed mogelijk te verzorgen.
REDE VAN MINISTER
STEENBERGHE
Di. Verhage gaf vervolgens het woord
aan den Minister van Economische Zaken,
mr. M. P. L. Steenberghe.
Minister Steenberghe sprak dan de vol
gende openingsrede uit:
Met genoegen heb ik op mij genomen uwe
tentoonstelling te openen, omdat deze
schoone verzameling bloemen voor mij een
bewijs is, dat de Nederlandsche bloembol-
lenkweeker in de moeilijke crisisjaren zijn
energie niet heeft verloren.
In de jaren van hoogconjunctuur, waar
in de afzetmogelijkheden voor bloembollen
zeer gunstig waren, werden de bedrijven
uitgebreid en moest men hooge lasten op
zich nemen om aan de eischen, welke de
tijd, waarin men leefde, nu eenmaal stel
de, te kunnen voldoen.
De export van bloembollen steeg tot een
grooten omvang en hoewel in die jaren ook
reeds moeilijkheden in verband met sa-
neeringsmaatregelen van de zijde van het
buitenland waren té overwinnen, leverde
het bloembollen vak aan hen, die het be
oefenden, een goed bestaan op.
Toen de crisisjaren kwamen hebt ook u
van de moeilijkheden ruim uw deel gekre
gen, omdat/dé omstandigheden toen met
zich brachten, dat juist de exportproducten
het zwaarst werden getroffen.
In die jaren heeft het bloem bollen vak
niet geaarzeld offers te brengen. Inkrim
ping van de teelt, teneinde vraag en aan
bod meer met elkaar in overeenstemming
te brengen, was noodig, benevens verschil
lende andere maatregelen, waaraan ge u
zelf hebt weten te onderwerpen.
Zoo hebt ge getracht de moeilijkheden
te boven te komen. Bedriegen de voortee
kenen niet en komen geen onvoorziene fei
ten de gunstige ontwikkeling der omstan
digheden verstoren, dan hebt ge den moei-
lijksten tijd achter den rug.
Wat mij nu met betrekking hiertoe
het meeste verheugt is het feit, dat ge
de kwaliteit van het product niet alleen
op peil hebt weten te houden, maar u
steeds meer inspant en maatregelen be
raamt deze nog verder op te voeren.
Wetenschappelijke werkers zijn bij
voortduring bezig om de gezondheid
van het product te verbeteren, terwijl
bekwame kweekers zich toeleggen op
het winnen van nieuwe variëteiten, die
in kleur en vorm de oude trachten te
overtreffen.
Een van de groote voordeelen, welke het
tuinbouwbedrijf biedt, is immers de vele
mogelijkheden, die het omvat.
Niet alleen, dat het aantal gewassen groot
is, doch van elk is het mogelijk tal van va
riëteiten te telen, terwijl door vervroegen
en verlaten bloemen op verschillende tijden
in den handel kunnen worden gebracht.
Het hedendaagsche publiek weet die va
riatie te waardeeren. mits rekening wordt
gehouden met de eischen, welke het stelt.
Daarom zijn tentoonstellingen als deze
nuttig tot het verkrijgen van een inzicht
in hoeverre de kweekkunst er in is ge
slaagd het bestaande te evenaren of te
overtreffen.
Het stemt tot groote voldoening, dat tal
van nieuwigheden, welke hier worden ten
toongesteld, door onze eigen kweekers zijn
gewonnen en niet meer uit het buitenland
behoeven te worden ingevoerd.
Den laatsten tijd wordt zoo dikwijls
naar voren gebracht, dat Nederland op
de wereldmarkt moet trachten te zijn
de leverancier van een kwaliteitspro
duct.
Vooral onder de tegenwoordige om
standigheden is deze stelling juist en
geldt in hooge mate voor den tuinbouw.
Overal om ons heen is men bezig zich
op de teelt van tuinbouwproducten toe
te leggen, teneinde zelf te kunnen
kweeken wat tot nu toe werd inge
voerd. De beste wijze aan dit streven
het hoofd te bieden is zorg te dragen,
dat onze producten in kwaliteit aan de
spits staan en door een economische
inrichting van de bedrijven te bevorde
ren, dat toch in prijs kan worden ge
concurreerd.
Ondanks den vooruitgang en het toene
mend streven de resultaten van het weten
schappelijk onderzoek te benutten als
grondslag voor nieuwe teeltmethoden, zijn
er nog tal van mogelijkheden, waardoor de
kwaliteit verder kan verbeteren en het pu
bliek een nog rijkere variatie kan worden
geboden.
Het houden van tentoonstellingen als
deze moet dan ook worden toegejuicht, om
dat het ons niet slechts een inzicht biedt
van hetgeen werd bereikt, doch ook omdat
het aanleiding is, dat opnieuw wordt be
licht welke mogelijkheden er nog voor de
toekomst zijn en in welke richting verder
moet worden gewerkt.
Van groote betekenis voor
ons land.
De bloembollenteelt is van groote betee
kenis voor ons land. De teelt vraagt van
ondernemer en arbeidskrachten veel arbeid
en toewijding en heeft van oudsher de klei
ne zelfstandigen de mogelijkheid geboden
tot meerdere welvaart te geraken.
In de goede jaren werd voor groote be
dragen aan bloembollen naar het buiten
land gezonden, in 1930 voor niet minder
dan 46,4 millioen gulden, welk bedrag in
1932 daalde tot 19,2 millioen gulden, terwijl
het cijfer in het afgeloopen jaar weer is
gestegen tot ruim 28 millioen gulden.
Dit bedrag vormt 2,44 pet. van de waar
de van onzen totalen export en 45 pet. van
die van den export van tuinbouwproduc
ten; het draagt derhalve niet onbelangrijk
bij tot onze welvaart, temeer omdat geen
invoer van dure hulpmiddelen voor de teelt
noodig is, doch het hier een product be
treft van bodem en arbeid.
Maar niet alleen, dat gij als bloembol
lenkweekers een nuttige rol vervult in ons
economisch le^en, maar gij hebt ook een
schoone taak, omdat bloemen het leven
van den mensch veraangenamen en velen
met de door U gekweekte bloemen de om
geving, waarin zij moeten leven en werken,
opvroolijken.
Ik wil dan ook besluiten met den
wensch, dat u de kracht zult vinden op den
ingeslagen weg voort te gaan en dat deze
tentoonstelling er toe zal bijdragen, dat ook
in de toekomst de Nederlandsche bloem
bollenteelt zich tegenover het buitenland
zal weten te handhaven.
Behalve de nieuwste verkeers-
voorschriften moet u óók nog de
oudste ongevallenoorzaken (roe
keloosheid en drankmisbruik!)
kennen!
PRINSES JULIANA ALS JONGE
MOEDER.
Zij voedt en verzorgt haar kindje zelf.
Het is het verlangen van prinses Juliana
haar kindje zooveel mogelijk in haar di
recte omgeving te hebben. Zij wil volledig
moeder zijn en acht het een voorrecht, alle
plichten op zich te nemen, die als moeder
op haar rusten.
Zij voedt naar de „Haagsche Crt."
meldt de baby zelf, en ook de kleinste
zorgen, die zy anders aan een verpleeg
ster zou kunnen overlaten, zal zij, zoodra
zij daartoe in staat is, op zich nemen.
Prinses Beatrix zal dan door haar moeder
zelf worden gebaad en gekleed.
En de moederlijke voorzieningen van
prinses Juliana hebben zich al verder dan
over deze eerste periode uitgestrekt. Want
de wieg werd op haar aan wy zing van
kleine wielen voorzien om haar te zijner
tijd naar buiten te kunnen rijden, naar de
glazen veranda aan de achterzijde of naar
het gazon, dat beschut ligt in de luwte van
het bos in het park.
PRINS EN PRINSES NAAR INDIë?
Volgend jaar.
Reeds mber dan een jaar geleden is het
vermoeden geopperd, dat prinses Juliana
en prins Bernhard na hun huwelijk een
reis zouden ondernemen naar Neder-
landsch-Indië. Sindsdien hebben meerma
len nog geruchten hieromtrent de ronde
Thans weet ook het „Alg. Indisch Dag
blad" te melden, dat de reis doorgaat. Het
prinselijk paar zou.in April van het vol
gend jaar scheep gaan naar de Oost, en
het is niet onmogelijk, zooals ook reeds
eerder gemeld dat de terugreis word't
gemaakt via Amerika.
DE REGELING VOOR DE KLEINE
TUINDERS.
Wordt ook het vaste lastenprobleem
aangepakt?
Naar de „Gelderlander" verneemt, is de
regeling voor de kleine tuinders geheel
gereed en kan binnen zeer korten tijd
tegemoet worden gezien.
Zijn wij wel ingelioht, dan heeft minis
ter Steenberghe in deze maatregelen ook
het vaste lasten-probleem, waarom groo
tend eels de moeilijkheden der kleine tuin
ders draaien, aangepakt, in dien zin, dat
de minister wil trachten hypotheekgevers
en -nemers tezamen te brengen om op deze
manier de zeer noodige renteverlaging te
verkrijgen.
Mocht dit niet gelukken, dan zouden in
grijpender maatregelen te verwachten zijn.
Zooals men wellicht weet, wordt door
vele kleine tuinders nog vijf, zes, zeven
percent en in enkele gevallen nog wel
meer rente betaald op de hypotheken.
Zijn de inlichtingen juist, aldus het Nij-
meegsche blad, dan beteekent het aanpak
ken van het vaste-lasten-probleem op zich
al een bijkans volledige oplossing van een
groot deel der moeilijkheden in kleine
tuinderskringen.
DR. H. G. CANNEGIETER
De nieuwe directeur van het
Kon. Ned. Meteorologisch Instituut.
Te verwaohten is de benoeming van dr.
H. G. Cannegieter als directeur van het
Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch
Instituut te De Bilt, in welke functe hij
prof. van Everdingen zal opvolgen.
Dr. Cannegieter, die in 1879 geboren is,
studeerde in Utrecht in de wis- en natuur
kunde. In 1911 werd hij reeds aan het Kon.
Ned. Meteorologisch Instituut verbonden,
tot 1917 als assistent en van 1917 'tot nu
als adjunct-directeur.
In 1928 werd dr. Cannegieter belast met
de leiding van het secretariaat der inter
nationale meteorologische organisatie.
In verband met de omstandigheid, dat
zijn werk door laatstgenoemde functie veel
op internationaal gebied ligt, was het
moeilijk zich reeds met 1 Maart van dezen
arbeid vrij te maken.
Daarom heeft zooals wij reeds meld
den prof. Van Everdingen erin toege
stemd, nog eenigen tijd als directeur werk
zaam te blijven.
Prof. Van Everdingen zal op 1 Juli a.s.
aftreden.
WERKLOOSHEID IN HET BOUW
BEDRIJF.
Samenwerking voor bestrijding
verkregen.
Op het departement van Sociale Zaken
is Donderdag een gecombineerde vergade
ring gehouden van de Werkcommissie tot
bestrijding der werkloosheid, met de be-
arijfsraden in het bouwbedrijf, het schil
dersbedrijf en het stucadoorsbedrijf.
De bedoeling van deze vergadering was',
overeenkomstig het initiatief van den mi
nister van Sociale Zaken te komen tot een
samenwerking van de genoemde bedryfs-
raden, opdat deze middelen zouden kunnen
beramen, welke kunnen leiden tot vermeer
dering van de werkgelegenheid in het
bouwbedrijf en de aanverwante vakken.
De besprekingen hebben er toe geleid,
dat deze samenwerking is verkregen, zoo
dat vertrouwd mag worden, dat zeer bin
nenkort een samenwerkende commissie
uit de bedrijfsraden in het leven zal wor
den geroepen, die met de Werkcommissie
tot bestrijding van de werkloosheid op dit
gebied werkzaam zal zijn.