Valsch spel
3)e Steidóchz
Te Leiden hielden de eerste jaar* leden
van het studentencorps Dinsdag een
rijjool door de stad ter gelegenheid
van den 363sten dies natalis der Uni
versiteit Hie'boven eenige snapshots
De Hongaarsche Rijks> egeer der Hor thy
omhelst een der kleinen, die hem ter
gelegenheid van zijn bezoek aan Polen
in de nationale kleederdracht kwamen
verwelkomen
Langedijk in actie tegen Wazulch in het nummer 10000 meter bij
de wereldkampioenschappen op de schaats te Davos
Het Russische luchtschip SSR.-W 6., dat ver
ongelukt is
Te Heiligerlee worden thans de klokken voor het nieuwe stadhuis van Leiden en voor de carillons te
Bergen op Zoom en Hoorn gegoten Het gieten van een der kleme klokken
Twee Hollanders op de wereldkampioenschappen-schaats
te Davos. Links: Langedijk; rechts: Koops
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ANNIE S. SWAN.
40)
Wist hij, dat hij zoo ver is gegaan
om zich ter beschikking van de Labour-
partij te stellen en dat hij mogen te Slone-
port wordt verwacht.... door dien ver-
schrikkelijken man, Brede Williams?
Daar heeft hii niets van gezegd. U
hebt dat zeker vandaag van Deedes ge
hoord?
Niet van Deedes. Die zette een hooge
borst op en nam zoo goed als zijn ontslag
uit onzen dienst. Maar ik ben bij Jellicoe
geweest. Geloof me maar Hugo, dat hel
me wat gekost heeft hem over deze zaak
te gaan spreken. Ik heb een onderhoud met
hem gehad.
Ja, Jellicoe is hun voorzitter. Had hij
Jack en de menschen van de Labourpartij
ontmoet?
Neen, maar hij wist dat Jack morgen
te Stoneport wordit verwacht, Hugo, je
moet daarheen gaan en hem te spreken zien
te krijgen.
Hugo trok een onzeker gezicht.
Denkt u dat het in dit stadium van
de zaak iets zou helpen?
Het is de aangewezen weg. Hoe eer
der de zaak ten einde komt hoe beter.
Er is geen einde meer aan de zaak
te maken, sprak Hugo tot zijn moeder.
Als Jack eenmaal iets in zijn hoofd heeft,
krijgt niemand ter wereld het er bij hem
uit. Dat weet u toch zelf ook wel, moe
der! Zoo was hij immers reeds als kleine
jongen; bezwaren maakten hem nog maar
koppiger. Als het mij betrof in plaats van
hem, dan zoudt u nog wel een kans heb
ben. Maar nu.
De toon, waarop hij sprak, beviel haar
niet en zij keek hem ongerust aan.
Lord Radcliffe heeft je toch niet ge
adviseerd je terug te trekken, hoop ik?
Goeie menschen, neen. Ik wou dat hij
het maar gedaan had! J zeker! Ik ben
niet meer zoo fel op de zaak als eerst. In
het begin had ik animo genoeg, maar Jack
is een geduchte tegenstander. U weet toch
ook wel dat hij veel knapper is dan ik en
als hij eenmaal zich een doel heeft gesteld
laat hij niet los voordat hij het heeft be
reikt. Ik begin te vreezen, dat ik geen
schitterend figuur zal maken.
Maar ik moet en zal Jack te spreken
krijgen. Onverschillig hoe onaangenaam
de zaak is, ik zal alles aanwenden wat ik
maar kan bedenken. Hoor ik daar een
auto? Je laat toch zeker niemand binnen?
Zeg aan Ricketts, dat je niet thuis bent.
Het zal Jessie wel zijn. Overigens
zal hij hier niemand binnen laten, ant
woordde Hugo. Doch hij stond niet op om
in de hal te gaan en zijn vrouw te ver
welkomen.
Plotseling ging de deur open en twee
personen kwamen het vertrek binnen
achter Jessie: Jack, ernstig kijkend als
een man, die een onprettig onderhoud zal
moeten voeren.
Voor een kort oogenblik heerschte er
een dramatische stilte. Toen sprong me
vrouw Safford op alsof zij Jack wilde
groeten.
Jack!
Doch Jack hield zich terug en weder
om heerschte er zwijgen; zij keken elkan
der strak aan tot Jessie begon te spreken.
Ik heb Jack in Slains getroffen, zei
zij zakelijk; bij Mrs. Colwyn. Maar ik heb
hem meegebracht, i.mdai dit het huis is,
waar hij behoort te zijn. Deze zaak moet
geregeld worden. Wij kunnen niet toe
staan dat zij zich voortsleept.
Mevrouw Safford luisterde met verba
zing naar den gebiedenden toon in de
frissche jonge stem en gevoelde zich een
ongewoon stilzwijgen opgelegd.
Ik heb mijn rol nu gespeeld, zei Jessie
waarom spreken jullie nu niet, Jack en
jij, Hugo? Sta niet zoo naar elkaar te
kijken! Wat er ook ♦usschen jullie bestaat,
spreek het nu uit, als man tegen man.
Zij wist niet vanwaar haar moed kwam
of de woorden die zij sprak. Zij verbaasde
hen allen zoo, dat geen hunner zijn stem
terug kreeg.
Mevrouw Sofford was de eerste, die
zich herstelde.
Dit is zoo heel goed, Jessie, wij zijn
je zeer verplicht voor het aandeel, dat je
in de zaak hebt genomen. Jack, hoor je
mij? Ik hoop dat je tot beter inzicht bent
gekomen en dat je dadelijk een einde zult
maken aan dat vreeselijk schandaal, dat
den naam van je oom en van je vader
zoo besmeurt.
Wat voor een schandaal? vroeg
Jack koeltjes. Ik heb me niet misdragen.
Ik ben een volkomen eerlijk openhartig
man, die toevallig op het gebied der staat
kunde een andere overtuiging heeft dan
de meerderheid hier. Dat is alles, voor zoo
ver ik weet.
Mevrouw Safford wrong de handen. Het
was waar, dat Jack thans voor haar stond,
tegenover zijn broer en dat was veel ge
wonnen. Doch in zijn oogen scheen een
koude bedreiging te liggen en nooit had
zijn stem zoo koel er zoo strak geklonken.
Ook scheen er een geestelijke kracht in
hem te schuilen; een kracht, waarmede
men rekening diende te h- nden. De opper
vlakkige gaven var zijn broer schenen in
het niet te zinken tegenover de geestelijke
kracht in Jack. Het was een feit, waarvan
beide vrouwen op dit oogenblik zich sterk
bewust werden.
Jack, herinner je toch den band des
bloeds tusschen jullie beiden, al bestaat
er misschien niet veel genegenheid meer.
Ik ben je moeder; die ik 1 ezweer je de po
sitie prys te geven, die je ingenomen hebt.
je candidatuur in te trekken en in een
aiider deel van het land om een anderen
zetel te strijden.
Ik moet dus het veld ruimen; dat is
in het kort gezegd uw wensch. Evenals
ik gedurende mijn geheele leven altijd voor
Hugo het veld heb moeten ruimen, ant
woordde Jack rustig. Maar wilt u nu
eens een paar minuten naar me luisteren
Nu wij hier tegenover elkaar staan moet
ik zeggen wat ik te zeggen heb; daarna
zal ik heengaan en waarschijnlijk zult u
dan van mij niets meer hooren. Ik moet
een heele poos teruggaan naar de dagen
toen ik nog een kleine jongen was; een
doodgewone, onbelangrijke kleine jongen,
die altijd iedereen in den weg liep. die zijn
kleeren vuil maakte en altijd op een of
andere wijze verwijten kreeg Hij kon
niets goeds doen en men stelde hem al
tijd zijn broer ten voorbeeld, hem steeds
vermanende dien in alles na te volgen.
Dat duurde zoo totdat wij hier kwamen.
Ik was maar een kleine jongen en ik
praatte niet veel, maar ik merkte een heele-
boel op. Ik zag alles en ik begreep al
heel spoedig, moeder, dat uw heele levens
doel was: voor Hugo Hardacres te krijgen
en bovendien het meerendeel van het geld
van oom Kit. Het liet mij onverschillig. Ik
verlangde daar niet naar. Ik zou dat leven
doodelijk gehaat hebben. Maar wat mij
niet onverschillig liet, dat was de verfoei
lijke onrechtvaardigheid van dit alles.
Neen, ik neem dat woord niet terug! Dat
is hier'het juiste woord. Die onrechtvaar
digheid heeft me al die jaren achtervolgd
en heeft al het prettige ui* mijn leven ge
nomen, zoodat ik hier alleen gelukkig voel
de wanneer ik hier vandaan was, daar ik
niet kon zien wat er allemaal gebeurde.
Het maakte mij gemelijk; dat deed het, ze
ker! Neen, moeder, spreek mij niet tegen.
U weet dat u mij nooit een greintje wer
kelijke genegenheid betoond hebt; u had
met genoeg voor ons beiden. Toen stierf
oom Kit. Ik vroeg niets van hem. Het kon
mij niet schelen als ik niets kreeg. Maar
hier, op dit oogenblik, zeg ik, dat u en
Hugo met u beiden mij ontnomen hebt wat
mij rechtens toekwam, dat u mij beroofd
hebt van mijn kans.
Hugo omklemde den rug van den stoel
waarnaast hij stond en zijn moeder steun
de met de hand op de tafel. Zij vergaten
Jessie.
Het was mij niet zoo zeer te doen
om het geld, vervolgde Jack. Ik wist, dat
ik in staat zou zijn zelf geld te verdie
nen. Evenmin verlangde ik het landgoed.
Maar hij ontstal mij de eenige vrouw, die
ik liefhad, de vrouw met wie oom Kit
hoopte, dat ik zou trouwen. En daar staat
zjj!
(Wcrdt vervolgd).