Valsch spel
DE STERVLUCHT NAAR YPENBURG.
FEUILLETON
.Naar het Engelscb van
ANNIE S. SWAN.
38)
Annabel opende de keukendeur, draai
de het licht aan en liet hem binnen.
't Is maar voor een oogenblikje,
tot ik even afscheid genomen heb van mijn
bezoek, zei zij, haar vinger op de lippen
houdend. Ik kom zoo terug.
Annabel sloot de deur. Zen moest moei
te doen om niet zenuwachtig te lachen en
kwam terug in de zitkamer, waar Jessie
intusschen haar mantel had aangetrok
ken en bezig was haar handschoenen vast
te knoopen.
Was het de krant? Ik wil graag even
•wachten tot je de artikelen gelezen hebt,
zei Jessie.
Neen, antwoordde Annabal, trach
tend haar stem te beheerschen. Het is ie
mand voor zaken. Hij is in de keuken. Het
spijt me, dat ik niet met je mee kan gaan,
want ik moet hem te woord staan.
Het spijt mij ook. Welnu, lieve, tot
weerzeins en hartelijk bedankt! Je hebt
vandaag meer voor mij gedaan dan je zelf
weet. Ik zal het niet vergeten. Misschien
zullen je woorden goede vruchten dragen.
En Jessie boog zich voorover om Anna
bel Colwyn te kussen.
Kom nog eens gauw terug en zoo dik
wijls als je wilt. Na half vier ben ik altijd
uit school thuis en 's Zaterdags den heelen
dag. e vindt het toch niet erg alleen te
moeten gaan?
Heelemaal niet. Adieu!
- Annabel streek haar haren glad, wierp
een blik in den spiegel en deed de keuken
deur open.
dag. Je mag uit je gevangenis komen, zei
zij tot Jack Safford met een poging vroo-
lijk te zijn. Ik vond het jammer, dat ik je
hier binnen moest laten, maar het kon
niet anders. Wil je een kop koffie?
Ik heb juist in „De Groene Draak"
gegeten en er ook een lekkeren kop thee
gedronken, zei hij, terwijl hij zijn overjas
uittrok, alsof hij zich volkomen thuis ge
voelde en van plan was een poos te blij
ven.
„De Groene Draak"! herhaalde Anna
bel. En zij vroeg zich verwonderd af, wat
er zou gebeurd zijn als Jessie en hij el
kander daar ontmoet hadden.
Ja. Zij schenen buitengewoon ver
wonderd mij te zien. Je hebt zeker wel
gehoord wat er gezegd wordt over mijn
brutaliteit? Heb je mijn eerste artikel
gelezen?
Neen, zei Annabel kortaf. En ik her
haal wat ik in mijn laatsten brief ge
schreven heb, dat ik alles sterk afkeur.
Ik zie niet in waar het goed voor is en
het kan alleen maar kwaad stichten.
Ik ben geen philantroop, antwoordde
hij grimmig. Ik wil geen goed doen. Ik
doe het voor mijn eigen genoegen en ik
tracht een beetje terug te krijgen van wat
mij ontnomen is dat is alles.
't Is geen hoog ideaal, zei zij kort,
en er kan niets goeds van komen.
Jack streek met zijn vingers door zijn
korte haren. Hij wist dat hij alleen waar
de hechtte aan de meening van Annabel
Andere menschen, met zelfzuchtige be
doelingen, werden niet geraadpleegd. Maar
nu hij eenmaal de hand aan den ploeg
had geslagen, was hij vast besloten door
te zetten.
Woon je hier nu alleen? vroeg hij
op den stoel plaats nemend, dien Annabel
hem aanwees.
Neen, ik woon hier met moeder. Zij
is vandaag naar Londen, maar komt van
avond om negen uur thuis. Wanneer ben
je in Slains aangekomen?
Om half vier. En ik heb nog geen be
kenden ontmoet. Ik ben rechtstreeks naar
jou gekomen, zooals ik beloofd had. Ik
kwam eigenlijk naar Slains om jou eens te
bezoeken.
Waarom? vroeg zij. Toen staarde zij
zenuwachtig naar een kleine, grijze tasch
van peau de suède, met zilver beslag, die
haar bezoek had laten hangen aan den rug
van den stoel, waarop zij gezeten had.
Jack merkte het en zijn oogen volgden
haar blik.
Haar tasch vergeten, niet? Zij zal
zeker nog wel terugkomen om ze te halen.
Zeg eens, heeft die dame je van streek ge
bracht? Je lijkt heelemaal in de war.
Neen, dat niet maar ik voel me niet
heelemaal in orde, antwoordde Annabel,
niet goed wetende hoe haar houding te ver
klaren.
Misschien is het beter, dat ik dan maar
ga, zei hij teleurgesteld Ik had er mij zoo
op verheugd je te spreken, maar ik kan
nog wel eens terugkomen. Ik blijf waar
schijnlijk toch een paar dagen in de buurt.
Is de campagne dan al begonnen?
Nog niet. Ze is in een voorbereidend
stadium. Ik heb morgen in Stoneport een
onderhoud met Brede Williams.
Annabel's gezicht betrok.
Werk je met hem samen? zeide zy
ontstemd.
Alléén kan ik het niet, antwoordde
hij, verrast door haar woorden. We moe
ten alle krachten inspannen of we hebben
geen schijn van kans in dit district. Maar
wat verkeerds weet je van hem? Is hij
geen fatsoenlijke kerel? Ik heb een paar
brieven van hem en er staat niets ver
keerds in. Ik kan ze je laten zien. Ik heb ze
meegebracht.
Hij nam zijn portefreuille en Annabel
hoe langer hoe meer verwonderd over den
toestand, zat hem rustig aan te kijken, ter
wijl hij tusschen een stapel brieven een
paar uitzocht, welke hij haar wilde laten
lezen.
Het eerste verassende feit voor haar was,
dat Jack Safford daar bij haar zat; het
tweede, dat zijn manieren en woorden zoo
vertrouwelijk waren alsof hij thuis was en
dat zich bij hem zoo volkomen op haar ge
mak voelde. Zij had het gevoel alsof zij
hem reeds jaren kende. En zij voelde haar
hart sneller voor hem kloppen; zijn heele
figuur zoo innemend en vertrouwenwek
kend. De gedachte, dat zijn gedrag door
wraak zou zijn ingegeven, was belachelijk.
Zijn aangeboren goedhartigheid zou op het
critieke oogenblik zegevieren.
Ik zou wel eens willen weten wie je
eigenlijk hiertoe aanzet, zeide zij, nauwe
lijks bewust dat zij hardop sprak, terwijl
zij zich tegelijkertijd vooroverboog, haar
intelligent gelaat verlevendigd door intense
belangstelling, haar oogen schitterend ter
wijl haar heele wezen haar innerlijke be
zorgdheid verried.
Het leek vreemd op dit jonge gelaat een
bijna moederlijke bezorgdheid te lezen,
maar het was een sprekend bewijs van
haar gevoelen tegenover Jack Safford. Hij
I le$k haar een groot kind, die van het
rechte pad was afgedwaald en dat zich op
dien weg niet gelukkig noch tevreden
voelde.
Terwijl zy sprak werd er zachtjes op de
deur geklopt. Tegelijk werd de deur ge
opend en in de deuropening verscheen een
gelaat.... Jessie, haar bontkraag hoog op
gezet, een frissche kleur, door de avond
lucht op haar wangen gekleurd.
Toen zij de twee menschen zag Jack
Safford en Annabel verbleekte zij en
strekte haar hand uit
Ik vrees, dat ik stoor, zei zij haperend.
Ik heb mijn tasoh vergeten. Ha, daar is
ze al, goedenavond!
Maar Annabel plaatste zich tusschen
haar en de deur.
Ga nog niet weg. Het was mijnheer
Safford, die straks in de keuken was, zei
zij glimlachend. Je ziet, ik werd verrast
en wist niet wat te doen. Het was verkeerd
van mij hem in de keuken te laten. Ik had
hem direct hier binnen moeten laten. Dat
zie ik nu in.
Jessie en Jack keken elkander aan en
Jessie strak tenslotte half glimlachend,
haar hand uit.
Wil je mij niet een hand geven? De
situatie is belachelijk, ja vermakelijk,
maar wat doet het er toe?
Jack, die vreemd stond te kijken tegen
over de twee vrouwen, die zyn leven be-
invloed hadden, keek met verbijsterende
oogen van de een naar de ander.
Jessie was veranderd. Hij zou haar
nauwelijks herkend hebben als hij haar op
straat zou zijn tegengekomen. Haar een
voud en kinderlijkheid waren verdwenen.
Zij was een vrouw geworden en er ging
een waardigheid van haar uit, waarvan
allen bewust waren. (Wurdt vervolgd).
3)e £eidódie6oii/fcomt
Oe keeper van Sparta ziet zich voor de derde maal gepasseerd gedurende
den wedstrijd welke zijn club Zondag te Rotterdam tegen D WS.
speelde
Te Bloemendaal werden Zondag de dames-hockey-selectie-
wedstrijden gehouden waarvan hierboven een snapshot
De oudste deelnemer aan den sterrit naar Monte Carlo,
de 73 jarige hee< Oosthoek, had Zaterdag bij zijn terug
keer in ons land te Wernhout een spontane hulde in ont
vangst te nemen
Een overzicht op het vliegveld Ypenburg na aankomst der deelnemers aan de stervlucht,
welke ter eere van de geboorte van Prinses Beatrix Zaterdag georganiseerd was
De burgemeester van Zundert, dr W.
Brokx. is benoemd tot waarnemend
burgemeester van Rijsbergen
Jong leven in de Londensche
diergaarde