BINNENLAND
VRIJDAG 4 FEBRUARI 1938
DE LEmSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
DE GASTEN TE SOESTDIJK.
Prins Aschwin^ is gisterenavond weder
ten paleize aangekomen.
Prinses Armgard is voornemens a.s.
Zondag te vertrekken.
EEN KARAKTERISTIEK GESCHENK
VOOR PRINSES JULIANA.
Volgens oud gebruik ontvingen in het
verleden kraamvrouwen een reeks ge
schenken in den vorm van versnaperin
gen, welke, behalve lekkernij, ook groo-
tendeels beproefde versterkende en ge
neeskrachtige middelen waren.
Deze geschenken, met name: een tul
band, een amandelstrik. een zakje kaneel-
koekjes en een dito muisjes, een rol aman
delpers, een flesch amandelmelk (orgea-
de), een flesch kandeel en een netje met
eieren, werden gewoonlijk dor buren bij
een gebracht en ten plattelande in een
ouderwetsche Veluwsche sluitmand naar
hun bestemming vervoerd
Daar het meerendeel dezer artikelen
banketbakkersvoortbrengselen zijn, kwam
de Nederl. Banketbakkers Ver. op de ori-
gineele gedachte, een dergelijken mand
volledig volgens oud gebruik uit te rusten.
Voorzien van een sobere bloemversie-
ring zou dit karakteristiek kraam ge
schenk heden door eén vereenigingsdepu-
tatie ten paleize Soestdijk worden aange
boden.
ROSE SCHOENTJES VOOR HET
PRINSESJE
Geschenk van een jong meisje
Een leerlinge der Chr. school te Harme
ien, Annie van Leeuwen, had onder eliding
van de onderwijzeres, mej. Steenbergen,
voof de baby van Prinses Juliana en Prins
Bernhard een paar schoentjes gebreid en
naar Soestdijk gezonden. Per keerende
post (zoo meldt het U.D.) ontving Annie
een dankbetuiging waarmee ze natuurlijk
zeer verrukt is. en welk schrijven ze
zuinig bewaart. Het schrijven was als
volgt:
Dienst van H.KH.
Prinses Juliana
Soestdijk, 1 Februari 1938.
Lieve Annie,
In opdracht van Hare Koninklijke Hoog
heid Prinses Juliana, kom ik je vriende
lijk bedanken voor de mooie rose gebrei
de schoentjes.
De Prinses is er heel blij mee en je
hebt de schoentjes heel netjes gemaakt.
Vriendelijke groeten van
J. VAN HEEMSTRA,
Hofdame van Dienst
DE EERSTE "TOAST OP PRINSES
BEATRIX.
Naar aanleiding van de gisteren in ons
blad gestelde en beantwoorde vraag over
de kandeel laten wij hier nog eenige his
torische bijzonderheden betreffende deze
oud-vaderlandsche drank volgen.
Zooals men heeft kunnen lezen is, ter
voldoening aan een zeer oude vaderland-
sche traditie, bij het eerste officieele be
zoek aan het Paleis Soestdijk na de ge
boorte van de prinses, Kandeel geschon
ken. Het bericht, waarin deze mededee-
ling vervat was, sprak in dit verband
van „warme kruidenwijn in porseleinen
koppen". Het behoeft echter niet te ver
wonderen, dat een gebruik, dat zóó ver
in de geschiedenis teruggaat, ook aan be
paalde modes onderhevig is geweest; dit
■uit zich zoowel in de samenstelling als in
de manier van opdienen. Om met dit
laatste te beginnen: in de schets ,,'s Win
ters Buiten", welke voorkomt in de Ca
mera Obscura van Hildebrand, en die het
jaartal 1840 draagt, wordt gesproken van
een glas warme punch of streelende kan
deel. Men verneemt ook van koppen met
deksels, terwijl het veel vroeger blijkbaar
in zoo dikken toestand werd bereid, dat
het uit een schotel werd gegeten. Sommige
schrijvers vergelijken kandeel dan ook
met advocaat. Maar met dat al weten vele
lezers misschien nog niet wat kandeel nu
eigenlijk is. Zeer algemeen gezegd: een
mengsel van een zwak alcoholhoudende
drank, melk, suiker, eieren en kaneel, dat
meestal warm, doch ook wel koud, werd
genuttigd.
Over de woordafleiding bestaan even
veel verklaringen als er bronnen zijn; de
een zoekt verband met het latijnsche cal-
dum (koude drank), ook wordt genoemd
kandij (suiker), kaneel en tenslotte ziet
men het als verbastering van het Fran-
sche woord chaudeau, waarin juist op het
warme karakter wordt gewezen. De oude
recepten duiden op buitenlandsche in
vloeden; noch de roode wijn, die er voor
wordt gebruikt (clairet), noch de rinsche
(Rijnsche) wijnen, waren hier, zij het
vroeger meer algemeen gebruikt, zóó in-
heemsch dat men kan aannemen dat de
drank hier ontstaan zou zijn. De berei
ding in ons land schijnt echter van meet
af den invloed te hebben ondergaan van
de hier gewonnen producten; zoo werd
aanvankelijk het gebruik van boter, later
van room, en nog later van melk aanbevo
len. Hierbij werd de kandeel blijkbaar in
eerste instantie beschouwd als een ver
sterkingsmiddel voor de jonge moeder.
Overigens schijnt de bereiding zóó be
kend te zijn geweest dat de toen nog niet
uitvoerige kookboeken er evenmin melding
van maken als b.v. van het koken van
eieren. Iedereen wist wel hoe het moest.
Wel vinden we in het eerste kookboek,
dat in de Nederlanden werd gedrukt n.l.
in 1510 te Brussel bij Thomas van der
Noot, en waarvan het eenige be'-ende
exemplaar zich in de bibliotheek te Mün-
chen bevindt, een goeden raad om te dik
geworden kandeel weer vloeibaar te ma
ken:
„Als een candeel gheronnen es zoe zal
ment zetten covt watere ende rveret al-
tos tot dat covt zij. Ende met dezer ma-
niere zait ontrinnen. Dan zuldijt over
tvier doen ende latent zlieden".
„Als een kandeel dik is geworden, moet
men ze in koud water zetten en steeds
roeren tot ze geheel is afgekoeld. Op de
volgende wijze zal het weer vloeibaar
worden. Zet de kandeel op het vuur en
laat het koken".
Gecompliceerder wordt het recept in de
17e eeuw; de in 1668 verschenen „Ver
standige Koek of sorghvuldige Huyshoud-
ster" gebruikt behalve „caneel" ook „foe
lie, notemuskaet en nagelen". Kandeel is,
zoo wordt ons verzekerd „goet om te
drincken" en dan volgt de raad om er bo
ter aan toe te voegen.
Ook kwam het vor dat kandeel van
bier werd bereid, een tweede bewijs dat
men zich aan producten van eigen land
ging aanpassen. Deze drank, welke we
tegenkomen onder den naam van „obter-
bier" werd dus eveneens met het vet der
melk aangevuld. In den lateren tijd is
men er de melk zelf aan gaan toevoegen;
zoowel de woordenboeken van Koenen als
van Dale vermelden n.l. als bestanddeel
melk.
Tenslotte nog een opmerking over de
uitbreiding van het begrip en het gebruik
van kandeel. Was het in de eerste plaats
een verkwikking voor de kraamvrouw,
zeer spoedig werd het als een tractatie
voor de visite gebruikt en vandaar kreeg
het de beteekenis van algemeenen feest-
drank. Zoo wordt het woord ..Kandeeldag"
zoowel gebruikt in combinatie met doop
feesten als huwelijksmaaltijden. En ten
slotte is het een algemeen artikel gewor
den, zooals uit vele plaatsen in de littera
tuur blijwt 1) Met vele andere dranken
zooals bruidstranen, hippocras en kardi
naalswijn is ook de kandeel in vergetel
heid geraakt. Het blijkt echter dat men
in het Prinselijk gezin dit oude gebruik
niet is vergeten en het in eere heeft her
steld om aan de jonge Prinses een dronk
..toe te brengen".
1) Van Lennep verhaalt in Ferdinand
Huyck" (dat in de 18e eeuw speelt) da»
men de slachtoffers van een schipbreuk
een „Kandeeltje" gaf om op te knappen
DANKTELEGRAM VAN DE KONINGIN
AAN DEN GOUVERNEUR-GENERAAL.
Aneta meldt uit Buitenzorg:
De gouverneur-generaal heeft uit Soest
dijk het volgende telegram van de Koningin
ontvangen:
„U en ingezetenen van Ned.-Indië mijn
harteliiken dank voor medeleven en geluk-
wenschen
(get.) WIL HELMIN A".
MOND- EN KLAUWZEERSTERFTE
STIJGT.
Totale aantal bedraagt reeds ruim 14.000
dieren.
Het „Hbld." verneemt, dat sedert het be
gin van de huidige epizoötie door de drie
groote destructoren (Bergum, Son en Over-
schie) reeds meer dan veertienduizend die
ren zijn vernietigd, welke zijn gestorven als
direct of indirect gevolg van mond- en
klauwzeer.
Einde October bedroeg dit aantal nog
slechts 2570; half November 6325; begin
December 9200; einde December 12.430 en
thans 14.168. Ruim de helft hiervan is ge-
destrueerd door de Ned. Thermochemische
Fabrieken te Bergum, n.l. 7382 stuks, af
komstig uit het Noorden en Oosten des
lands; 4010 stuks of 30 pet. werd verwerkt
door den destructor van den Brabantschen
Boerenbond te Son, afkomstig uit Limburg
en Brabant; 2776 stuks of 20 pet. door de
Gekro te Overschie en afkomstig uit Z.-Hol-
land. Utrecht en een deel van Gelderland
Bij het totale aantal van 14.163 komen
nog de cijfers van de kleinere destructoren
als Barsingerhorn, Amsterdam, Purmerend.
Midwoud, Uithoorn, Dordrecht en Winters
wijk.
Zooals uit onderstaande cijfers blijkt,
zijn in de maand Januari door de genoem
de drie inrichtingen 1738 slachtoffers van
het mond- en klauwzeer vernietigd, d.w.z.
verwerkt tot diermeel en technisch vet. In
het Zuiden, doch in mindere mate ook in
het Oosten en Noorden des lands blijken
nog steeds vrij veel slachtoffers te vallen.
EEN PROTESTEERENDE GEMEENTE
RAAD.
Zooals bekend is bij K B. aan den heer
H L. M. Rubert eervol ontslag verleend
als burgemeester van Rijsbergen en wel
met ingang van 5 Februari a.s.
Met voorbijgaan van de beide wethou
ders, werd door den Commisaris der Ko
ningin in Noord-Brabant benoemd tot
waarnemend burgemeester dr. W. Brox, bur
gemeester van de naburige gemeente Zun-
dert.
De Raad der gemeente Rijsbergen was te
gen vanochtend bijeengeroepen voor het
houden van een vergadering waarbij de af
tredende burgemeester, die reeds 72 jaar
oud is, afscheid van den Raad zou nemen.
Toen te tien uur de burgemeester de ver
gadering wilde opener, bleek vermoe
delijk als protest tegen de benoeming van
burgemeester Brox tot waarnemend bur
gemeester, geen der wethouders en geen
enkel raadslid aanwezig te zijn.
De burgemeester liet hierop den secre
taris de namen van de afwezige leden voor-
'ezen, waarna de vergadering werd geslo
ten.
In een hierop volgende afscheidsrecep
tie werd o.m. het woord gevoerd door den
burgemeester van Ginneken, jhr. mr. Th.
E Serraris en den burgemeester van Zun
dert, dr. W. Brox, die in zeer scherpe be
woordingen de handelwijze van de raads
leden van Rijsbergen afkeurden.
Eerste Kamer
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
Vergadering van gisteren.
Voortgezet wordt de behandeling van de
begrooting van binnenlandsche zaken.
De heer IN 't VELD (S.D.) acht de bij
dragen ingevolge het werkloosheidssubsi-
diefonds zeer ongelijkmatig. Zoo betaalt
Wassenaar maar 5 pet. en Schiedam 19
pet.
De in 1935 aangebrachte wijziging in de
uitkeeringen uit het gemeente "onds heeft
geen oplossing gebracht van het probleem
der financieele betrekkingen tusschen
Rijk en gemeenten.
Instelling van een staatscommissie ter
herziening van deze betrekkingen zal uit
komst kunnen brengen.
De heer SIKKES (S.D.) vraagt, waar
om de minister zulk een gereserveerde
houding aanneemt ten opzichte van de
benoeming van een sociaal-democrati-
schen burgemeester. Spr. doet een beroep
op den minister om bij de benoeming van
burgemeesters niet slechts met godsdien
stige doch ook met politieke gevoelens
van de meerderheid der bevolking reke
ning te houden.
De heer VAN CITTERS (A.R.) bepleit
een strengere handhaving van de Zon
dagsrust en -heiliging. De voorstanders
van Zondagsheiliging treft men niet al
leen in Calvinistische kringen aan, ook
vele roomsch-katholieken wenschen, dat
de Zondag niet wordt ontheiligd. Spreker
keurt daarom de uitlatingen in het voor-
loopige verslag van die leden af, die ge
waagden van een Calvinistische volks
groep, wier eischen zouden drukken op
het Nederlandsche volk.
Zoowel ten aanzien van de Zondagswet
als van de Begrafeniswet dient thans tot
handelen te worden overgegaan.
De heer DE RIJKE (NS.B.) schrijft de
schuld van den slechten financieelen toe
stand van tal van gemeenten voor een
deel toe aan de regeering. Spreker houdt
eenige historische beschouwingen over de
practijk van het gemeenterecht.
De VOORZITTER: Wij zijn bezig aan
de Rijksbegrooting van Binnenlandsche
Zaken voor 1938.
De heer DE RIJKE- Het gaat over de
autonomie der gemeenten.
Spreker wijst er op, dat de Provinciale
Staten slechts tweemaal per jaar verga
deren en dat in de provincie de financieele
toestand veel beter is dan in tal van ge
meenten, waar men herhaaldelijk raads
vergaderingen houdt.
De VOORZITTER kan. den spreker niet
toestaan op dien weg voort te gaan. Dit
onderwerp is niet aan de orde. Spr. zou
hem aldus het woord moeten ontnemen.
De heer VlJLBRIEF (S.D.): Hij kan
niet anders, het staat op 'n papiertje.
De heer DE RIJKE constateert, dat de
democratie der gemeenten zich beweegt
in de richting van den autoritairen staat.
Spr. verwüst naar Rusland.
De VOORZITTER hamert en verzoekt
den spreker eeen onderwerpen te behan
delen die niet in het voorloopig verslag
zijn behandeld
De heer DE RIJKE komt tot de kwestie
van den bijz. vrijwilligen landstorm en
van de burgerwachten. Zij zijn partijle-
gers geworden. De taak, die thans aan den
B. V. L. is toevertrouwd, dient voortaan
weer door het leger te worden behartigd.
Wat de volkshuisvesting betreft, spre
ker zou willen zien bevorderd, dat arbei
ders een eigen huis verkrijgen, b.v. door
verstrekking van voorschot tegen lage
rente, gecombineerd met levensverzeke
ring over een 30-tal jaren.
De heer NIVARD (R.K.) wijst er op.
dat art. 126 der Ambtenarenwet niet meer
voldoet aan de behoefte van den tijd. De
titulatuur is geen juiste maatstaf voor de
beoordeeling van de taak van rijks- en
COLLECTIEF ARBEIDSCONTRACT
VOOR DE BOUWBEDRIJVEN DOOR
ALLE PATROONSBONDEN AANVAARD.
De arbeidersorganisaties zullen de
volgende week een beslissing nemen.
De Nederlandsche R.K. bond van bouw-
patroons heeft in een gistermiddag in Kras-
napolsky gehouden vergadering met 122 te
gen 39 stemmen het landelijk collectief ar
beidscontract voor de bouwbedrijven aan
vaard.
Hiermede hebben de vier werkgeversbon
den zich met de nieuwe C A.O. vereenigd.
De arbeidersorganisaties zullen zich de
volgende week over het contract uitspre
ken.
PAASCHVEETENTOONSTELLING 1938.
In de heden te Amsterdam op uitnoodi-
ging van de Bossche Paasohveetentoonstel-
ling gehouden bijeenkomst van tentoonstel-
lingsbesturen in Nederland, met het doel,
in verband met het onder de veestapel ge-
heerscht hebbende mond- en klauwzeer, in
1938 een groote centrale Paaschveetentoon-
stelling te Amsterdam te houden, is men,
door afwezigheid van verschillende locale
alsmede van een der meest toonaangeven
de tentoonstellingsbesturen, niet tot een re
sultaat kunnen komen.
BESPUITING VAN TULPEN TER
BESTRIJDING VAN „HET VUUR".
De Plantenziektenkundige Dienst te
Wageningen meldt:
In de laatste jaren wordt de bespuiting
van tulpen ter bestrijding van het vuur in
toenemende mate toegepast. Door deze
bespuiting blijft het loof langer groen en
daardoor nemen de opbrengst in gewicht
en de grootte der bollen toe.
In verband hiermede kan de bespuiting
thans algemeen wórden aanbevolen.
Uit de door de ambtenaren van den
gemeente-ambtenaren. Een bode bij het
rijk heeft in den regel een geheel andere
taak dan een bode bij de gemeente, die
tal van ander werk er bij doet.
Wat de salarieering der verpleegsters
betreft, wijst spr. er op, dat haar werk
behoort te geschieden uit een zekere roe
ping. Indien men de salarissen der ver
pleegsters te hoog stelt, loopt men het
gevaar, dat die werkkring niet uit roeping
wordt gekozen, doch alleen om het sala
ris.
Verder zet spr. uiteen, dat Rotterdam
in financieel opzicht in een uitzonderings
positie is gekomen, niet door slecht be
leid, maar door de crisis, die jaren lang
een ongunstigen invloed op het havenver-
keer heeft gehad.
Spreker wijst verder op de moeilijke
positie van den particulieren woningbou
wer, die nog moet bijdragen om het ex
ploitatietekort van de semi-overheidswo-
ningen te helpen dekken.
Een redelijke oplossing, waardoor de
rentelasten van den woningbouwer kun
nen worden verlaagd, is hier toch zeker
wel te vinden.
De heer VAN VESSEM (N.S.B.) herin
nert aan het geval van ontslagneming als
lid der Kamer van een nog niet geinstal-
leerde. Indien .deze tusschentijdsche ont
slagneming niet mogelijk zou zijn en men
wil zich niet eerst laten installeeren, dan
zou onvoltalligheid der Kamer het gevolg
er van kunnen zijn, tegen de bedoeling
van art. 121 der Kieswet in.
Te 4.15 wordt de vergadering verdaagd
tot vandaag 11 uur. Dan zal de minister
aan het woord komen.
Vergadering van heden
Voortgezet wordt de behandeling van
hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) der
rijksbegrooting voor 1838.
De MINISTER VAN BINNENLAND
SCHE ZAKEN, de heer VAN BOEIJEN,
constateert, dat de Kamerleden die het
woord voerden, spr. niet voor een gemak
kelijke taak hebben gesteld. Het is spr.
niet mogelijk, op alle aangeroerde onder
werpen diep in te gaan.
De heer Droogleever Fortuyn wilde, dat
de minister de gemeenten zou beschermen
tegen andere departementen. Doch over
vele onderwerper wordt overleg gepleegd.
De wenschen ten aanzien van de a.s.
volkstelling zal spr. overwegen.
Wat de werking van „centraal overleg"
in ambtenarenzaken betreft, spr.'s belang
stelling gaat voorloopig uit naar den for-
meelen kant der zaak. Spr. laat zich thans
niet uit over den inhoud der regelingen.
Ten aanzien van de luchtbescherming
zegt spr., dat er hier een onderscheid is ge
maakt tusschen gemeenten en gemeenten.
Een categorie kan volstaan met een een
voudige organisatie, andere niet. Men kan
de indeeling in gevarenklasse niet houd
baar noemen, misschien. Doch aan een
herziening is spr. nog niet toe, nu er aan
de eerste maatregelen nog zoo weinig uit
voering is gegeven en er nog veel orga
nisatorisch werk is te verrichten. Spr. heeft
order gegeven tot het ontwerpen van een
welomlijnd plan voor het voorbereiden der
maatregelen en van een regeling, aange
vend, welke gemeenten uit defensie-oog
punt voor moeten gaan. Spr. zal spoed
betrachten en het resultaat van het onder
zoek publiceeren Spr. kent den plicht om
aan de bestaande onrust een einde te ma
ken. De gemeenten zullen weldra weten,
waaraan ze toe zijn.
Wat samenvoeging van gemeenten aan
gaat, een samenvoeging van kleine ge
meenten in het algemeen, in groote iijnen,
heeft niet spr.'s instemming. Spr. heeft
eerbied voor het historisch gegroeide. Doch
er kunnen omstandigheden zijn, waarbij
het noodzakelijk wordt, tot samenvoeging
over te gaan. Tal van vraagstukken toch
hebben geen lokaal karakter. Samenwer
king van gebieden is daarbij dikwijls ge
boden. Bevordering van intercommunale
samenwerking is een noodzakelijk richt
snoer in dezen tijd. Door deze toepassing
dienst in -het bloembollendistrict en in
Noord-Holland gedane waarnemingen is
gebleken, dat in 1937 zeer goede resulta
ten verkregen zijn met: (in alphabetische
volgorde) OB72, Shirlan A.G. en Tulisan.
Deze middelen kunnen gebruikt worden
in de volgende sterkten: OB72 0.8 pet.,
Shirlan A.G. 1.2 pet. en Tulisan
0.8 pet.
Om gunstige resultaten te verkrijgen is
het noodig, dat verscheidene malen ge
spoten wordt en wel: 1. dadelijk als het
dek er af is; 2. meestal binnen 14 dagen
daarna (dit hangt af van de weersomstan
digheden en van den groei der planten);
3. kort vóór den bloei; 4. na den bloei met
tusschenruimten van 10 a 14 dagen, nog
ten minste twee maal.
Het is gewenscht, telkenmale een flinke
hoeveelheid vloeistof te verspuiten en wel
ten minste 3 liter per bed van 10 meter
lengte, als de planten vol in blad staan
(in het begin kan ook met iets minder
volstaan worden).
Nadere inlichtingen worden verstrekt
door den Plantenziektenkundigen Dienst
te Wageningen en de daarbuiten werk
zaam gestelde ambtenaren van dezen
dienst.
DE BOTERHEFFING.
Het bedrag van de heffing en de steun
uitkeering op boter is, behoudens tus
schentijdsche wijziging, voor de week van
3 tot 10 Februari vastgesteld op 65 een:
per K.G.
TAXEGEDEELTE CONSUMPTIEr.IELK
Nederlandsche zuivelcentrale. 6.m. 12
Februari. Consumptiemelk regeeringscon-
tract, taxegedeelte 7,25 cent, eventueel ver
hoogd met premie of verminderd met
kwaliteitsafdrecht. Overmelk regeerings-
minimumprijs 6.60 cent.
Afdracht bij levering in consumptie van
andere dan taxemelk 2,50 cent.
van de gemeentewet zijn stellig goede re
sultaten te verkrijgen.
T.a.v. de opmerkingen over den bijz,
vrijw. landstorm komt spr. tot de gedane
vraag, of mobilisatie daarvan hinderlijk
kan zijn voor een e.v. legerorganisatie.
Spr. wenscht niet te treden op het terrein
van zijn ambtgenooten, met name niet t.
a.v. wat de minister van Defensie heeft te
beoordeelen. Gevraagd is, waarvoor de
B. V. L. dient, en, of leger en politie on
betrouwbaar zijn. Op de vragen in „Volk
en Vaderland" dienaangaande wenscht spr,
hier evenmin te antwoorden. Het zou een
onnutte krachtsinspanning zijn.
De B. V. L. staat gereed om op te tre
den tegen elke groep die op illegale
wijze naar de macht zou willen grijpen,
ook zoo noodig tegen de N. S. B.
Wat de benoemingen van burgemeesters
aangaat, ontkent spr. zoo beslist mogelijk
dat hij het lidmaatschap eener politieke
groep als een aanleiding, een recht voor
een burgemeestersbenoeming beschouwt
De algemeene samenwerking met den ge
meenteraad, elk voor zich, staat op den
voorgrond. Bij spr. is er geen enkel motief
om aandacht te schenken aan eenigerlei
z g. achterstand op politiek gebied bij
burgemeestersbenoemingen. In de eerste
plaats het gemeentebelang moet in acht
worden genomen. Bovendien was er tot
voor kort bij een bepaalde politieke groep
niet zoodanige geestesgesteldheid, dat het
benoemen van burgemeesters daaruit ge
makkelijk werd gemaakt. Gaarne zal spr.
hoogstaande personen uit die greep als
burgemeester ontmoeten. Miaar van het
achterhalen van een achterstand is geen
sprake.
Er is geklaagd over spr.'s houding t.a.v.
de positie van leerling-verpleegsters. Spr.
kent tal van inrichtingen waarin uitne
mend voor deze ambtenaren wordt ge
zorgd.Onredelijke salarisverlagingen zijn er
niet geweest. Hier en trouwens overal is
primair de dienst en secundair de conditie
van het personeel. Dat moet steeds op
den voorgrond blijven staan. Alle ge-
stichtsbesturen overigens zijn vol lof over
het werk van de commissie-Frederiks.
Spr. behandelt thans de over de woning
wet gemaakte opmenkingen. Voor een be
hoorlijken uitbouw van wat er op dit ge
bied noodig is, moet de economische kant
op den voorgrond blijven. Spr. stuit steeds
meer op financieele problemen, niet alleen
van het rijk en de gemeenten, ook van
particuliereri, als door hen heer Diepen
horst bedoeld. Nieuwere studies, nieuwe
statistieken, moeten antwoord geven op de
vraag, of er in een bepaald gebied een te
kort is in den woningvoorraad. Daaraan
wordt, zooals men weet, gewerkt. Of de
woningen altijd ten goede komen aan hen
voor wie ze gebouwd zijn, moet spr. lich
telijk ontkennend beantwoorden. Dit geldt
ook voor menschen met b.v. een inkomen
van 80 gulden in de week. Bij uitbreiding
van de volkshuisvesting moet in elke ge
meente aan den particulieren bouw de
zelfde kansen worden geboden als aan an
deren bouw. Spr. heeft niet den indruk,
dat dit in elke gemeente het geval is. Met
gerustheid wacht spr. ten deze af, en
mocht toch blijken dat de particuliere
bouw onvoldoende is, zal spr. weten, wat
hem te doen staat.
Voor het moeilijke vraagstuk van de
financieele verhouding van rijk en ge
meenten heeft spr. nog geen oplossing kun
nen vinden.
De gedachte, dat de werkloosheid een
rijkszorg in de eerste plaats is, heeft op
den voorgrond gestaan bij de instelling
van het werkloosheids-subsidiefonds. Ar
menzorg is volgens het beginsel der ar
menwet ook een individualistische zaak.
Hierbij blijft uit den aard der zaak het
particuliere en kerkelijke element op den
voorgrond staan. Het probleem van de
kostenverdeeling is overigens een materie
voro nader onderzoek.
Spr. heeft een studie doen maken over
het probleem der belastingheffing in alle
gemeenten tot de toelaatbare grens. Op 't
totaal der gemeentelijke budgetten van
700 millioen ware ten hoogste nog 7,5
millioen te vinden als overal tot de toe
laatbare grens van belastingheffing werd
gedaan. Laat men de weinige oasen in de
woestijn niet ook doen verdwijnen. En
dan blijft er nog een tekort van 40 mil
lioen op de 710 millioen. De cijfers spre
ken een sombere taal. En reeds is er met
volle medewerking van vele gemeenten
het bezuinigingsmes diep ingezet. Het erg
ste is dat nog niet, maar er zijn andere
overheids- en staatsorganen, en voor hen
noch voor den Staat ligt de zaak iets an
ders. Wat zou het nuttig zijn als de hee-
ren Kropman, De Zeeuw en Droogleever
Fortuyn eens ieder een maand of drie
op spr.'s plaats zaten (beweging). Bij alle
klachten en eritiek vergete men niet, dat
de gemeenten niet in een uitzonderings
positie verkeeren. Zooals het bij hen is, is
het overal.
Geenszins moeten we bij de pakken
neerzitten. Niet «en lid van het organisme
is ziek, het geheele organisme is aangetast.
De genezing is alleen te vinden door de
publiek taak beteekenend in te krimpen
óf de middelen te vermeerderen óf door
een ccmbinatie van beide. Door die
taak in te krimpen zal de
eerste stap op den weg
naar herstel zijn gezet.
Naarmate dit meer wordt ingezien, zal het
overleg met gemeenten en provinciën zeer
vergemakkelijkt worden en zal men el
kander niet zoozeer als tegenstanders blij
ven beschouwen. Er zal een uitweg ge*
vonden moeten worden.
De regeering beraadt zich over de
mogelijkheid, dea gemeenten meer
zelfstandigheid in haar f'nancïcel be
heer te geven cn anderzijds haar nieu
we mkldelen toe te voegen, zij het in
bescheiden mate (applaus).
Hierna werden de replieken gehouden.