BINNENLAND VRIJDAG 4 FEBRUARI 1938 DE LEmSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 DE GASTEN TE SOESTDIJK. Prins Aschwin^ is gisterenavond weder ten paleize aangekomen. Prinses Armgard is voornemens a.s. Zondag te vertrekken. EEN KARAKTERISTIEK GESCHENK VOOR PRINSES JULIANA. Volgens oud gebruik ontvingen in het verleden kraamvrouwen een reeks ge schenken in den vorm van versnaperin gen, welke, behalve lekkernij, ook groo- tendeels beproefde versterkende en ge neeskrachtige middelen waren. Deze geschenken, met name: een tul band, een amandelstrik. een zakje kaneel- koekjes en een dito muisjes, een rol aman delpers, een flesch amandelmelk (orgea- de), een flesch kandeel en een netje met eieren, werden gewoonlijk dor buren bij een gebracht en ten plattelande in een ouderwetsche Veluwsche sluitmand naar hun bestemming vervoerd Daar het meerendeel dezer artikelen banketbakkersvoortbrengselen zijn, kwam de Nederl. Banketbakkers Ver. op de ori- gineele gedachte, een dergelijken mand volledig volgens oud gebruik uit te rusten. Voorzien van een sobere bloemversie- ring zou dit karakteristiek kraam ge schenk heden door eén vereenigingsdepu- tatie ten paleize Soestdijk worden aange boden. ROSE SCHOENTJES VOOR HET PRINSESJE Geschenk van een jong meisje Een leerlinge der Chr. school te Harme ien, Annie van Leeuwen, had onder eliding van de onderwijzeres, mej. Steenbergen, voof de baby van Prinses Juliana en Prins Bernhard een paar schoentjes gebreid en naar Soestdijk gezonden. Per keerende post (zoo meldt het U.D.) ontving Annie een dankbetuiging waarmee ze natuurlijk zeer verrukt is. en welk schrijven ze zuinig bewaart. Het schrijven was als volgt: Dienst van H.KH. Prinses Juliana Soestdijk, 1 Februari 1938. Lieve Annie, In opdracht van Hare Koninklijke Hoog heid Prinses Juliana, kom ik je vriende lijk bedanken voor de mooie rose gebrei de schoentjes. De Prinses is er heel blij mee en je hebt de schoentjes heel netjes gemaakt. Vriendelijke groeten van J. VAN HEEMSTRA, Hofdame van Dienst DE EERSTE "TOAST OP PRINSES BEATRIX. Naar aanleiding van de gisteren in ons blad gestelde en beantwoorde vraag over de kandeel laten wij hier nog eenige his torische bijzonderheden betreffende deze oud-vaderlandsche drank volgen. Zooals men heeft kunnen lezen is, ter voldoening aan een zeer oude vaderland- sche traditie, bij het eerste officieele be zoek aan het Paleis Soestdijk na de ge boorte van de prinses, Kandeel geschon ken. Het bericht, waarin deze mededee- ling vervat was, sprak in dit verband van „warme kruidenwijn in porseleinen koppen". Het behoeft echter niet te ver wonderen, dat een gebruik, dat zóó ver in de geschiedenis teruggaat, ook aan be paalde modes onderhevig is geweest; dit ■uit zich zoowel in de samenstelling als in de manier van opdienen. Om met dit laatste te beginnen: in de schets ,,'s Win ters Buiten", welke voorkomt in de Ca mera Obscura van Hildebrand, en die het jaartal 1840 draagt, wordt gesproken van een glas warme punch of streelende kan deel. Men verneemt ook van koppen met deksels, terwijl het veel vroeger blijkbaar in zoo dikken toestand werd bereid, dat het uit een schotel werd gegeten. Sommige schrijvers vergelijken kandeel dan ook met advocaat. Maar met dat al weten vele lezers misschien nog niet wat kandeel nu eigenlijk is. Zeer algemeen gezegd: een mengsel van een zwak alcoholhoudende drank, melk, suiker, eieren en kaneel, dat meestal warm, doch ook wel koud, werd genuttigd. Over de woordafleiding bestaan even veel verklaringen als er bronnen zijn; de een zoekt verband met het latijnsche cal- dum (koude drank), ook wordt genoemd kandij (suiker), kaneel en tenslotte ziet men het als verbastering van het Fran- sche woord chaudeau, waarin juist op het warme karakter wordt gewezen. De oude recepten duiden op buitenlandsche in vloeden; noch de roode wijn, die er voor wordt gebruikt (clairet), noch de rinsche (Rijnsche) wijnen, waren hier, zij het vroeger meer algemeen gebruikt, zóó in- heemsch dat men kan aannemen dat de drank hier ontstaan zou zijn. De berei ding in ons land schijnt echter van meet af den invloed te hebben ondergaan van de hier gewonnen producten; zoo werd aanvankelijk het gebruik van boter, later van room, en nog later van melk aanbevo len. Hierbij werd de kandeel blijkbaar in eerste instantie beschouwd als een ver sterkingsmiddel voor de jonge moeder. Overigens schijnt de bereiding zóó be kend te zijn geweest dat de toen nog niet uitvoerige kookboeken er evenmin melding van maken als b.v. van het koken van eieren. Iedereen wist wel hoe het moest. Wel vinden we in het eerste kookboek, dat in de Nederlanden werd gedrukt n.l. in 1510 te Brussel bij Thomas van der Noot, en waarvan het eenige be'-ende exemplaar zich in de bibliotheek te Mün- chen bevindt, een goeden raad om te dik geworden kandeel weer vloeibaar te ma ken: „Als een candeel gheronnen es zoe zal ment zetten covt watere ende rveret al- tos tot dat covt zij. Ende met dezer ma- niere zait ontrinnen. Dan zuldijt over tvier doen ende latent zlieden". „Als een kandeel dik is geworden, moet men ze in koud water zetten en steeds roeren tot ze geheel is afgekoeld. Op de volgende wijze zal het weer vloeibaar worden. Zet de kandeel op het vuur en laat het koken". Gecompliceerder wordt het recept in de 17e eeuw; de in 1668 verschenen „Ver standige Koek of sorghvuldige Huyshoud- ster" gebruikt behalve „caneel" ook „foe lie, notemuskaet en nagelen". Kandeel is, zoo wordt ons verzekerd „goet om te drincken" en dan volgt de raad om er bo ter aan toe te voegen. Ook kwam het vor dat kandeel van bier werd bereid, een tweede bewijs dat men zich aan producten van eigen land ging aanpassen. Deze drank, welke we tegenkomen onder den naam van „obter- bier" werd dus eveneens met het vet der melk aangevuld. In den lateren tijd is men er de melk zelf aan gaan toevoegen; zoowel de woordenboeken van Koenen als van Dale vermelden n.l. als bestanddeel melk. Tenslotte nog een opmerking over de uitbreiding van het begrip en het gebruik van kandeel. Was het in de eerste plaats een verkwikking voor de kraamvrouw, zeer spoedig werd het als een tractatie voor de visite gebruikt en vandaar kreeg het de beteekenis van algemeenen feest- drank. Zoo wordt het woord ..Kandeeldag" zoowel gebruikt in combinatie met doop feesten als huwelijksmaaltijden. En ten slotte is het een algemeen artikel gewor den, zooals uit vele plaatsen in de littera tuur blijwt 1) Met vele andere dranken zooals bruidstranen, hippocras en kardi naalswijn is ook de kandeel in vergetel heid geraakt. Het blijkt echter dat men in het Prinselijk gezin dit oude gebruik niet is vergeten en het in eere heeft her steld om aan de jonge Prinses een dronk ..toe te brengen". 1) Van Lennep verhaalt in Ferdinand Huyck" (dat in de 18e eeuw speelt) da» men de slachtoffers van een schipbreuk een „Kandeeltje" gaf om op te knappen DANKTELEGRAM VAN DE KONINGIN AAN DEN GOUVERNEUR-GENERAAL. Aneta meldt uit Buitenzorg: De gouverneur-generaal heeft uit Soest dijk het volgende telegram van de Koningin ontvangen: „U en ingezetenen van Ned.-Indië mijn harteliiken dank voor medeleven en geluk- wenschen (get.) WIL HELMIN A". MOND- EN KLAUWZEERSTERFTE STIJGT. Totale aantal bedraagt reeds ruim 14.000 dieren. Het „Hbld." verneemt, dat sedert het be gin van de huidige epizoötie door de drie groote destructoren (Bergum, Son en Over- schie) reeds meer dan veertienduizend die ren zijn vernietigd, welke zijn gestorven als direct of indirect gevolg van mond- en klauwzeer. Einde October bedroeg dit aantal nog slechts 2570; half November 6325; begin December 9200; einde December 12.430 en thans 14.168. Ruim de helft hiervan is ge- destrueerd door de Ned. Thermochemische Fabrieken te Bergum, n.l. 7382 stuks, af komstig uit het Noorden en Oosten des lands; 4010 stuks of 30 pet. werd verwerkt door den destructor van den Brabantschen Boerenbond te Son, afkomstig uit Limburg en Brabant; 2776 stuks of 20 pet. door de Gekro te Overschie en afkomstig uit Z.-Hol- land. Utrecht en een deel van Gelderland Bij het totale aantal van 14.163 komen nog de cijfers van de kleinere destructoren als Barsingerhorn, Amsterdam, Purmerend. Midwoud, Uithoorn, Dordrecht en Winters wijk. Zooals uit onderstaande cijfers blijkt, zijn in de maand Januari door de genoem de drie inrichtingen 1738 slachtoffers van het mond- en klauwzeer vernietigd, d.w.z. verwerkt tot diermeel en technisch vet. In het Zuiden, doch in mindere mate ook in het Oosten en Noorden des lands blijken nog steeds vrij veel slachtoffers te vallen. EEN PROTESTEERENDE GEMEENTE RAAD. Zooals bekend is bij K B. aan den heer H L. M. Rubert eervol ontslag verleend als burgemeester van Rijsbergen en wel met ingang van 5 Februari a.s. Met voorbijgaan van de beide wethou ders, werd door den Commisaris der Ko ningin in Noord-Brabant benoemd tot waarnemend burgemeester dr. W. Brox, bur gemeester van de naburige gemeente Zun- dert. De Raad der gemeente Rijsbergen was te gen vanochtend bijeengeroepen voor het houden van een vergadering waarbij de af tredende burgemeester, die reeds 72 jaar oud is, afscheid van den Raad zou nemen. Toen te tien uur de burgemeester de ver gadering wilde opener, bleek vermoe delijk als protest tegen de benoeming van burgemeester Brox tot waarnemend bur gemeester, geen der wethouders en geen enkel raadslid aanwezig te zijn. De burgemeester liet hierop den secre taris de namen van de afwezige leden voor- 'ezen, waarna de vergadering werd geslo ten. In een hierop volgende afscheidsrecep tie werd o.m. het woord gevoerd door den burgemeester van Ginneken, jhr. mr. Th. E Serraris en den burgemeester van Zun dert, dr. W. Brox, die in zeer scherpe be woordingen de handelwijze van de raads leden van Rijsbergen afkeurden. Eerste Kamer BINNENLANDSCHE ZAKEN. Vergadering van gisteren. Voortgezet wordt de behandeling van de begrooting van binnenlandsche zaken. De heer IN 't VELD (S.D.) acht de bij dragen ingevolge het werkloosheidssubsi- diefonds zeer ongelijkmatig. Zoo betaalt Wassenaar maar 5 pet. en Schiedam 19 pet. De in 1935 aangebrachte wijziging in de uitkeeringen uit het gemeente "onds heeft geen oplossing gebracht van het probleem der financieele betrekkingen tusschen Rijk en gemeenten. Instelling van een staatscommissie ter herziening van deze betrekkingen zal uit komst kunnen brengen. De heer SIKKES (S.D.) vraagt, waar om de minister zulk een gereserveerde houding aanneemt ten opzichte van de benoeming van een sociaal-democrati- schen burgemeester. Spr. doet een beroep op den minister om bij de benoeming van burgemeesters niet slechts met godsdien stige doch ook met politieke gevoelens van de meerderheid der bevolking reke ning te houden. De heer VAN CITTERS (A.R.) bepleit een strengere handhaving van de Zon dagsrust en -heiliging. De voorstanders van Zondagsheiliging treft men niet al leen in Calvinistische kringen aan, ook vele roomsch-katholieken wenschen, dat de Zondag niet wordt ontheiligd. Spreker keurt daarom de uitlatingen in het voor- loopige verslag van die leden af, die ge waagden van een Calvinistische volks groep, wier eischen zouden drukken op het Nederlandsche volk. Zoowel ten aanzien van de Zondagswet als van de Begrafeniswet dient thans tot handelen te worden overgegaan. De heer DE RIJKE (NS.B.) schrijft de schuld van den slechten financieelen toe stand van tal van gemeenten voor een deel toe aan de regeering. Spreker houdt eenige historische beschouwingen over de practijk van het gemeenterecht. De VOORZITTER: Wij zijn bezig aan de Rijksbegrooting van Binnenlandsche Zaken voor 1938. De heer DE RIJKE- Het gaat over de autonomie der gemeenten. Spreker wijst er op, dat de Provinciale Staten slechts tweemaal per jaar verga deren en dat in de provincie de financieele toestand veel beter is dan in tal van ge meenten, waar men herhaaldelijk raads vergaderingen houdt. De VOORZITTER kan. den spreker niet toestaan op dien weg voort te gaan. Dit onderwerp is niet aan de orde. Spr. zou hem aldus het woord moeten ontnemen. De heer VlJLBRIEF (S.D.): Hij kan niet anders, het staat op 'n papiertje. De heer DE RIJKE constateert, dat de democratie der gemeenten zich beweegt in de richting van den autoritairen staat. Spr. verwüst naar Rusland. De VOORZITTER hamert en verzoekt den spreker eeen onderwerpen te behan delen die niet in het voorloopig verslag zijn behandeld De heer DE RIJKE komt tot de kwestie van den bijz. vrijwilligen landstorm en van de burgerwachten. Zij zijn partijle- gers geworden. De taak, die thans aan den B. V. L. is toevertrouwd, dient voortaan weer door het leger te worden behartigd. Wat de volkshuisvesting betreft, spre ker zou willen zien bevorderd, dat arbei ders een eigen huis verkrijgen, b.v. door verstrekking van voorschot tegen lage rente, gecombineerd met levensverzeke ring over een 30-tal jaren. De heer NIVARD (R.K.) wijst er op. dat art. 126 der Ambtenarenwet niet meer voldoet aan de behoefte van den tijd. De titulatuur is geen juiste maatstaf voor de beoordeeling van de taak van rijks- en COLLECTIEF ARBEIDSCONTRACT VOOR DE BOUWBEDRIJVEN DOOR ALLE PATROONSBONDEN AANVAARD. De arbeidersorganisaties zullen de volgende week een beslissing nemen. De Nederlandsche R.K. bond van bouw- patroons heeft in een gistermiddag in Kras- napolsky gehouden vergadering met 122 te gen 39 stemmen het landelijk collectief ar beidscontract voor de bouwbedrijven aan vaard. Hiermede hebben de vier werkgeversbon den zich met de nieuwe C A.O. vereenigd. De arbeidersorganisaties zullen zich de volgende week over het contract uitspre ken. PAASCHVEETENTOONSTELLING 1938. In de heden te Amsterdam op uitnoodi- ging van de Bossche Paasohveetentoonstel- ling gehouden bijeenkomst van tentoonstel- lingsbesturen in Nederland, met het doel, in verband met het onder de veestapel ge- heerscht hebbende mond- en klauwzeer, in 1938 een groote centrale Paaschveetentoon- stelling te Amsterdam te houden, is men, door afwezigheid van verschillende locale alsmede van een der meest toonaangeven de tentoonstellingsbesturen, niet tot een re sultaat kunnen komen. BESPUITING VAN TULPEN TER BESTRIJDING VAN „HET VUUR". De Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen meldt: In de laatste jaren wordt de bespuiting van tulpen ter bestrijding van het vuur in toenemende mate toegepast. Door deze bespuiting blijft het loof langer groen en daardoor nemen de opbrengst in gewicht en de grootte der bollen toe. In verband hiermede kan de bespuiting thans algemeen wórden aanbevolen. Uit de door de ambtenaren van den gemeente-ambtenaren. Een bode bij het rijk heeft in den regel een geheel andere taak dan een bode bij de gemeente, die tal van ander werk er bij doet. Wat de salarieering der verpleegsters betreft, wijst spr. er op, dat haar werk behoort te geschieden uit een zekere roe ping. Indien men de salarissen der ver pleegsters te hoog stelt, loopt men het gevaar, dat die werkkring niet uit roeping wordt gekozen, doch alleen om het sala ris. Verder zet spr. uiteen, dat Rotterdam in financieel opzicht in een uitzonderings positie is gekomen, niet door slecht be leid, maar door de crisis, die jaren lang een ongunstigen invloed op het havenver- keer heeft gehad. Spreker wijst verder op de moeilijke positie van den particulieren woningbou wer, die nog moet bijdragen om het ex ploitatietekort van de semi-overheidswo- ningen te helpen dekken. Een redelijke oplossing, waardoor de rentelasten van den woningbouwer kun nen worden verlaagd, is hier toch zeker wel te vinden. De heer VAN VESSEM (N.S.B.) herin nert aan het geval van ontslagneming als lid der Kamer van een nog niet geinstal- leerde. Indien .deze tusschentijdsche ont slagneming niet mogelijk zou zijn en men wil zich niet eerst laten installeeren, dan zou onvoltalligheid der Kamer het gevolg er van kunnen zijn, tegen de bedoeling van art. 121 der Kieswet in. Te 4.15 wordt de vergadering verdaagd tot vandaag 11 uur. Dan zal de minister aan het woord komen. Vergadering van heden Voortgezet wordt de behandeling van hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) der rijksbegrooting voor 1838. De MINISTER VAN BINNENLAND SCHE ZAKEN, de heer VAN BOEIJEN, constateert, dat de Kamerleden die het woord voerden, spr. niet voor een gemak kelijke taak hebben gesteld. Het is spr. niet mogelijk, op alle aangeroerde onder werpen diep in te gaan. De heer Droogleever Fortuyn wilde, dat de minister de gemeenten zou beschermen tegen andere departementen. Doch over vele onderwerper wordt overleg gepleegd. De wenschen ten aanzien van de a.s. volkstelling zal spr. overwegen. Wat de werking van „centraal overleg" in ambtenarenzaken betreft, spr.'s belang stelling gaat voorloopig uit naar den for- meelen kant der zaak. Spr. laat zich thans niet uit over den inhoud der regelingen. Ten aanzien van de luchtbescherming zegt spr., dat er hier een onderscheid is ge maakt tusschen gemeenten en gemeenten. Een categorie kan volstaan met een een voudige organisatie, andere niet. Men kan de indeeling in gevarenklasse niet houd baar noemen, misschien. Doch aan een herziening is spr. nog niet toe, nu er aan de eerste maatregelen nog zoo weinig uit voering is gegeven en er nog veel orga nisatorisch werk is te verrichten. Spr. heeft order gegeven tot het ontwerpen van een welomlijnd plan voor het voorbereiden der maatregelen en van een regeling, aange vend, welke gemeenten uit defensie-oog punt voor moeten gaan. Spr. zal spoed betrachten en het resultaat van het onder zoek publiceeren Spr. kent den plicht om aan de bestaande onrust een einde te ma ken. De gemeenten zullen weldra weten, waaraan ze toe zijn. Wat samenvoeging van gemeenten aan gaat, een samenvoeging van kleine ge meenten in het algemeen, in groote iijnen, heeft niet spr.'s instemming. Spr. heeft eerbied voor het historisch gegroeide. Doch er kunnen omstandigheden zijn, waarbij het noodzakelijk wordt, tot samenvoeging over te gaan. Tal van vraagstukken toch hebben geen lokaal karakter. Samenwer king van gebieden is daarbij dikwijls ge boden. Bevordering van intercommunale samenwerking is een noodzakelijk richt snoer in dezen tijd. Door deze toepassing dienst in -het bloembollendistrict en in Noord-Holland gedane waarnemingen is gebleken, dat in 1937 zeer goede resulta ten verkregen zijn met: (in alphabetische volgorde) OB72, Shirlan A.G. en Tulisan. Deze middelen kunnen gebruikt worden in de volgende sterkten: OB72 0.8 pet., Shirlan A.G. 1.2 pet. en Tulisan 0.8 pet. Om gunstige resultaten te verkrijgen is het noodig, dat verscheidene malen ge spoten wordt en wel: 1. dadelijk als het dek er af is; 2. meestal binnen 14 dagen daarna (dit hangt af van de weersomstan digheden en van den groei der planten); 3. kort vóór den bloei; 4. na den bloei met tusschenruimten van 10 a 14 dagen, nog ten minste twee maal. Het is gewenscht, telkenmale een flinke hoeveelheid vloeistof te verspuiten en wel ten minste 3 liter per bed van 10 meter lengte, als de planten vol in blad staan (in het begin kan ook met iets minder volstaan worden). Nadere inlichtingen worden verstrekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en de daarbuiten werk zaam gestelde ambtenaren van dezen dienst. DE BOTERHEFFING. Het bedrag van de heffing en de steun uitkeering op boter is, behoudens tus schentijdsche wijziging, voor de week van 3 tot 10 Februari vastgesteld op 65 een: per K.G. TAXEGEDEELTE CONSUMPTIEr.IELK Nederlandsche zuivelcentrale. 6.m. 12 Februari. Consumptiemelk regeeringscon- tract, taxegedeelte 7,25 cent, eventueel ver hoogd met premie of verminderd met kwaliteitsafdrecht. Overmelk regeerings- minimumprijs 6.60 cent. Afdracht bij levering in consumptie van andere dan taxemelk 2,50 cent. van de gemeentewet zijn stellig goede re sultaten te verkrijgen. T.a.v. de opmerkingen over den bijz, vrijw. landstorm komt spr. tot de gedane vraag, of mobilisatie daarvan hinderlijk kan zijn voor een e.v. legerorganisatie. Spr. wenscht niet te treden op het terrein van zijn ambtgenooten, met name niet t. a.v. wat de minister van Defensie heeft te beoordeelen. Gevraagd is, waarvoor de B. V. L. dient, en, of leger en politie on betrouwbaar zijn. Op de vragen in „Volk en Vaderland" dienaangaande wenscht spr, hier evenmin te antwoorden. Het zou een onnutte krachtsinspanning zijn. De B. V. L. staat gereed om op te tre den tegen elke groep die op illegale wijze naar de macht zou willen grijpen, ook zoo noodig tegen de N. S. B. Wat de benoemingen van burgemeesters aangaat, ontkent spr. zoo beslist mogelijk dat hij het lidmaatschap eener politieke groep als een aanleiding, een recht voor een burgemeestersbenoeming beschouwt De algemeene samenwerking met den ge meenteraad, elk voor zich, staat op den voorgrond. Bij spr. is er geen enkel motief om aandacht te schenken aan eenigerlei z g. achterstand op politiek gebied bij burgemeestersbenoemingen. In de eerste plaats het gemeentebelang moet in acht worden genomen. Bovendien was er tot voor kort bij een bepaalde politieke groep niet zoodanige geestesgesteldheid, dat het benoemen van burgemeesters daaruit ge makkelijk werd gemaakt. Gaarne zal spr. hoogstaande personen uit die greep als burgemeester ontmoeten. Miaar van het achterhalen van een achterstand is geen sprake. Er is geklaagd over spr.'s houding t.a.v. de positie van leerling-verpleegsters. Spr. kent tal van inrichtingen waarin uitne mend voor deze ambtenaren wordt ge zorgd.Onredelijke salarisverlagingen zijn er niet geweest. Hier en trouwens overal is primair de dienst en secundair de conditie van het personeel. Dat moet steeds op den voorgrond blijven staan. Alle ge- stichtsbesturen overigens zijn vol lof over het werk van de commissie-Frederiks. Spr. behandelt thans de over de woning wet gemaakte opmenkingen. Voor een be hoorlijken uitbouw van wat er op dit ge bied noodig is, moet de economische kant op den voorgrond blijven. Spr. stuit steeds meer op financieele problemen, niet alleen van het rijk en de gemeenten, ook van particuliereri, als door hen heer Diepen horst bedoeld. Nieuwere studies, nieuwe statistieken, moeten antwoord geven op de vraag, of er in een bepaald gebied een te kort is in den woningvoorraad. Daaraan wordt, zooals men weet, gewerkt. Of de woningen altijd ten goede komen aan hen voor wie ze gebouwd zijn, moet spr. lich telijk ontkennend beantwoorden. Dit geldt ook voor menschen met b.v. een inkomen van 80 gulden in de week. Bij uitbreiding van de volkshuisvesting moet in elke ge meente aan den particulieren bouw de zelfde kansen worden geboden als aan an deren bouw. Spr. heeft niet den indruk, dat dit in elke gemeente het geval is. Met gerustheid wacht spr. ten deze af, en mocht toch blijken dat de particuliere bouw onvoldoende is, zal spr. weten, wat hem te doen staat. Voor het moeilijke vraagstuk van de financieele verhouding van rijk en ge meenten heeft spr. nog geen oplossing kun nen vinden. De gedachte, dat de werkloosheid een rijkszorg in de eerste plaats is, heeft op den voorgrond gestaan bij de instelling van het werkloosheids-subsidiefonds. Ar menzorg is volgens het beginsel der ar menwet ook een individualistische zaak. Hierbij blijft uit den aard der zaak het particuliere en kerkelijke element op den voorgrond staan. Het probleem van de kostenverdeeling is overigens een materie voro nader onderzoek. Spr. heeft een studie doen maken over het probleem der belastingheffing in alle gemeenten tot de toelaatbare grens. Op 't totaal der gemeentelijke budgetten van 700 millioen ware ten hoogste nog 7,5 millioen te vinden als overal tot de toe laatbare grens van belastingheffing werd gedaan. Laat men de weinige oasen in de woestijn niet ook doen verdwijnen. En dan blijft er nog een tekort van 40 mil lioen op de 710 millioen. De cijfers spre ken een sombere taal. En reeds is er met volle medewerking van vele gemeenten het bezuinigingsmes diep ingezet. Het erg ste is dat nog niet, maar er zijn andere overheids- en staatsorganen, en voor hen noch voor den Staat ligt de zaak iets an ders. Wat zou het nuttig zijn als de hee- ren Kropman, De Zeeuw en Droogleever Fortuyn eens ieder een maand of drie op spr.'s plaats zaten (beweging). Bij alle klachten en eritiek vergete men niet, dat de gemeenten niet in een uitzonderings positie verkeeren. Zooals het bij hen is, is het overal. Geenszins moeten we bij de pakken neerzitten. Niet «en lid van het organisme is ziek, het geheele organisme is aangetast. De genezing is alleen te vinden door de publiek taak beteekenend in te krimpen óf de middelen te vermeerderen óf door een ccmbinatie van beide. Door die taak in te krimpen zal de eerste stap op den weg naar herstel zijn gezet. Naarmate dit meer wordt ingezien, zal het overleg met gemeenten en provinciën zeer vergemakkelijkt worden en zal men el kander niet zoozeer als tegenstanders blij ven beschouwen. Er zal een uitweg ge* vonden moeten worden. De regeering beraadt zich over de mogelijkheid, dea gemeenten meer zelfstandigheid in haar f'nancïcel be heer te geven cn anderzijds haar nieu we mkldelen toe te voegen, zij het in bescheiden mate (applaus). Hierna werden de replieken gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6