Het beleid van ons
Stadsbestuur
STADS {X}NIEUWS
De last van werkloozensteun en
armenzorg drukt steeds zwaarder
Wilt U iets weten?
AGENDA
DONDERDAG 3 FEBRUARI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG.
NOG IS DE GEMEENTE NIET NOODLIJDEND
HOE WORDT HET WEER?
IETS ZACHTER.
De Bill seint:
Verwachting: Meest matige Westelijke
tot Zuid-Westelijke wind, zwaar bewolkt of
betrokken, met tijdelijke opklaring, aan
vankelijk weinig of geen, later toenemen
de kans op regen, iets zachter overdag.
Hoogste barometerst.: 776.1 te Biarritz.
Laagste barometerst.: 733.9 te Inggö.
De depressie, welke gistermorgen nog
voor de Noorsche kust lag, trok naar het
Noord-Oosten af. De depressie, welke gis
teren in het Noord-Westen verscheen,
kwam slechts weinig naderbij en ligt ook
thans nog .ten Westen van IJsland. Wei
breidde haar invloed zich. naar het Zuiden
uit, zoodat het gebied van hoogen lucht
druk in het Westen aangetast werd, doch
dit gebied breidde zich naar het Noorden
en Oosten uit. De luchtdrukverschillen
namen over het algemeen wel af, doch
de wind bleef in het geheele waarnemings
gebied to^h nog matig tot krachtig uit
Westelijke richtingen. De bewolking is
over het algemeen zwaar, in het Westen
van Duitschland en het Oosten van ons
land lag hedenmorgen nog een regenge-
bied, dat Oostwaarts trekt. Ook in Zuid-
Frankrijk valt, onder invloed van de Mid-
dellandsche Zee-depressie, nog regen. Ove
rigens is de neerslag in het geheele waar
nemingsgebied van - weinig beteekenis. De
vorst nam plaatselijk in Scandinavië door
nachtelijke uitstraling weer tot streng toe.
Ook in Oost-Europa daalde de tempera
tuur tot onder het vriespunt. Met uitzon
dering van IJsland, waar het ook vriest,
is de temperatuur in het geheele waarne
mingsgebied nog aanzienlijk boven nor
maal, in ons land gemiddeld ruim vier
graden.
Voor onze omgeving wordt meest
matige tot Zuid-West krimpende
wind verwacht, met over het alge
meen zware bewolking, welke
echter vermoedelijk tijdelijk zal
opklaren. De temperatuur zal over
dag nog iets stijgen, de regenkan
sen nemen later weer toe.
LUCHTTEMPERATUUR.
8.6 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.
Van Donderdagnamiddag 5.19 uur tot
Vrijdagmorgen 7.08 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 4 Febr.
voorm. 4.45 en nam. 5.10 uur.
Maan op 8.35 uur Vrijdagmorgen.
Maan onder 21.51 uur Vrijdagavond.
8 Febr. Eerste kwartier.
Vraag: Wat is de kandeel, die na de
gebcorte-aangifte van Prinses Beatrix in
het paleis Soestdijk gepresenteerd werd en
hoe is het recept daarvan?
Antwoord: Kandeel is de z.g. oud-
Hollandsche kraamkamerdrank, welke ge
schonken werd na de geboorte van een
kind.
De kandeel werd veelal niet gedronken,
maar gelepeld. Had men de gasten bijeen
uitsluitend vrouwelijke personen, de hee-
ren kwamen ze later afhalen dan ver
scheen de vader met zijn kraamheerenmuts
van satijn of fluweel, afgezet met kant. De
baker zette de kandeel voor hem neer en
daarna was het zijn taak den kaneelstok
men leest vaak verbasterd kandeelstok
te roeren. Hierbij zong men een lied:
Kraamheer, kom, de stock gegrepen,
Sny de koeck in flinke reepen,
Koeck en soop syn beide eel,
Leeve, leeve de kandeel (bis).
Deze kaneelstok was met lintjes ver
sierd, anders van kleur, naarmate het een
zoon of een dochter was. Voor een jongen
was het een lange stok met een vaste pijp
kaneel, voor een meisje korter en van fijne
gerolde kaneel. Als het deftig toeging had
iedere gast zijn kaneelstok.
Het recept is als volgt:
Benoodigdheden: 1 flesch witte Bor
deaux; ongeveer een half pond suiker; 1
citroen; acht eierdooiers; benevens eenige
kruidnagelen en een stukje pijpkaneel.
De bereiding is als volgt:
De eierdooiers met de suiker geruimen
tijd roeren, tot de massa dik is en witachtig
van kleur. De geraspte citroenschil, het ci
troensap, den wijn, de kruiderijen toevoe
gen en de vloeistof onder voortdurend roe
ren en kloppen langzaam verwarmen, liefst
au bain Marie (een heetwaterbad), totdat
deze gebonden en schuimig is. De kruide
rijen verwijderen. De drank warm opdie
nen in glazen kopjes.
Geen reden tot optimisme, j
HET SECTIE-VERSLAG EN DE
MEM. VAN ANTWOORD
I
Verschenen is het Algemeen Verslag van
het verhandelde in de sectie-vergaderingen
van den Leidschen Gemeenteraad bij het
onderzoek van de ontwerp-begrooting voor
hel jaar 1938, met de Memorie van Ant
woord van B. en W. op de in die vergade
ringen gemaakte opmerkingen.
Wij ontleenen uit dit „boekwerk" van een
goede 60 bladzijden, eenige markante pas
sages.
HET RIJK EN DE GEMEENTEN
Bij de financieele beschouwingen van al-
gemeenen aard werd er o.a. op gewezen,
dat de lasten voor steunverleening en ar
menzorg, als gevolg van de economische
crisis, zwaar drukken op het gemeentelijk
budget en werd de wensch uitgesproken,
dat het Rijk een belangrijker deej daarvan
voor zijn rekening zou nemen. Het subsidie
aan Maatsch. Hulpbetoon wordt geraamd
op 800.000 en de bijdrage der gemeente
wegens werkloozensteun, na aftrek van de
uitkeering uit het werkloosheidssubsidie-
fonds, op 237.900,
Te zamen vormen deze bedragen per
hcofd der bevolking een last van ruim
13.80 en een grcotere som dan de ge
heele netto belastingopbrengst, groot
1.024.903.
B. en W. erkennen, dat de druk dezer
lasten zwaar is, doch wijzen erop, dat de
kwestie van de financieele verhouding tus-
schen Rijk en Gemeenten niet alleen voor
Leiden geldt.
Het is derhalve begrijpelijk, dat dit
vraagstuk allerwege in het middelpunt van
de belangstelling staat. Het is echter te
vens een zeer moeilijke aangelegenheid.
Indien het inderdaad mogelijk ware zoo
zonder meer te bepalen, dat de kosten van
den werkloozensteun en van de armenzorg
voortaan geheel of voor een grooter deel
dan thans ten laste van het Rijk komen,
dan zouden de gemeenten zich gelukkig
kunnen achten, dat op zoo simpele wijze
deze brandende kwestie tot oplossing was
te brengen. Helaas is de zaak niet zóó een
voudig. Het stelsel van verdeeling der kos
ten van de werkloozenzorg raakt ten nauw
ste de regeling van de financieele verhou
ding tusschen Rijk en gemeenten in enge-
ren zin. Beide wettelijke regelingen berus
ten op het draagkracht-beginsel, doordat de
uitgaven bij de financieele verhoudings
wet de uitgaven voor politie, onderwijs en
armenzorg en de belastingcapaciteit tot
grondslag strekken voor de berekening
van de uitkeeringen. Beide wetten hebben
dus ook het belastinggebied der gemeenten
in onderling verband nader geregeld en
begrensd; kortom het geheel wordt ge
vormd door een zeer gecompliceerd sa
menstel van bepalingen, die in elkander
grijpen, zoodat wijziging op het eene punt,
consequenties aan de andere zijde mee
brengt.
Het college acht het niet waarschijnlijk,
dat binnenkort een regeling mag worden
verwacht, dat met één slag de financieele
moeilijkheden van vele gemeenten weg
neemt, afgezien nog van de mogelijkheden
van 's Rijks kas en andere omstandighe
den. B. en W. zijn in dit opzicht derhalve
allerminst optimistisch gestemd; doch ook
overigens is er nog weinig reden om in de
naaste toekomst verbetering van beteeke
nis te verwachten.
Anderzijds heeft onze gemeente nog, in
tegenstelling met vele andere gemeenten,
haar normale bewegingsvrijheid, natuurlijk
voorzoover dit onder de bestaande omstan
digheden mogelijk is; mochten er al eens
beperkingen zijn geweest, dan waren die
niet in het bijzonder aan onze stad opge
legd, maar dan golden die als een maatre
gel (b.v. de salarissen) voor de gemeenten
m het algemeen.
POTJES OPSOUPEEREN?
Sommige raadsleden zagen den finan-
cieelen toestand der gemeente al zeer som
ber in. Zoo werd er b.v. de aandacht op
gevestigd, dat er van de reserves thans
nog 110.000 over is, welk bedrag spoe
dig zal zijn uitgeput. Gevreesd werd, dat
Leiden binnenkort noodlijdend zou worden
en daarem moet reeds thans naar nieuwe
middelen worden gezocht.
Als een goed middel om de financiën der
gemeente te versterken werd o.a. het ves
tigen van nieuwe industrieën en het steu
nen van bestaande industrieën en bedrijven
aanbevolen. Een der raadsleden vroeg, of
B. en W. reeds iets gedaan hadden om de
bestaande industrieën tegemoet te komen,
om de bestaande werkgelegenheid te be
houden en vestiging van nieuwe indus
trieën te bevorderen? Zoo ja, wat hebben
B. en W. dan ter zake reeds verricht op
het gebied van het bevorderen van goed-
koope electrische bedrijfskracht, het ver
strekken van goedkoop water en het be
schikbaarstellen van industrie-terrein als
anderszins?
HET STADIUM DER NOODLIJDENDHEID
Het college van B. en W. antwoordt hier-
cp, dat ondanks de financieele moeilijkhe
den, de gemeente nog niet aan het stadium
de- noodlijdendheid gekomen is. Eer de
gemeente dit, men mag wel zeggen, nood
lottig punt is genaderd, moet zij het sta
dium van de toekenning van de extra-bij-
dragen uit het werkloosheidssubsidiefonds
met daarbij behoorende verzwaring van
belastingdruk zijn gepasseerd en zelfs dit
geval, op zich zelf overigens al ernstig ge
noeg, doet zich nog niet voor.
Wel is de stand der werkloosheid aller
minst bevredigend, en zeker minder goed,
dan in het Rijk in zijn geheel, al heeft ook
daar de verbetering zich niet in het aan-
vankeljike tempo voortgezet.
WAAROM GAAT IN LEIDEN DE
OECONOMISCHE VERBETERING
LANGZAMER DAN ELDERS?
Op deze door enkele Raadsleden gestelde
belangrijke vraag antwoorden B. en W.:
De oorzaak van dezen gang van zaken
bij de gemeente is niet ver te zoeken; ver
schillende direct aanwijsbare omstandighe
den zijn hiervoor te noemen. Zoo vonden
b.v. de Leidsche bouwvarkarbeiders mee-
rendeels werk buiten de stad, welk arbeids
terrein voor hen nog vrijwel geheel is af
gesloten; de gemeente heeft maar betrekke
lijk weinig industrie en van de zaken, die
hier gevestigd zijn, hebben maar enkele
van de opleving geprofiteerd; verschillen
de groote fabrieken zijn in den loop der tij
den verdwenen, waardoor vooral voor
vele textielarbeiders werk kwam te ontbre
ken, terwijl de industrieën, die zich ves
tigden, dit verlies aan werkgelegenheid
lang niet gcéd konden maken; verder is te
noemen de rationalisatie, die zich trouwens
overal doet gelden. Hiertegenover staan aan
ae gemeente slechts zeer beperkte midde
len ten dienste, om op den omvang van de
werkgelegenheid eenigen invloed uit te
oefenen; dit is genoegzaam bekend.
Voor zoover de gemeente echter wel in
de gelegenheid verkeert de uitbreiding van
de werkgelegenheid te stimuleeren wat
inderdaad tot versterking van de financiën,
kan leiden zit zij niet stil. Krachtens de
desbetreffende verordening kan stroom
voor krachtdoeleinden worden afgenomen
tegen gereduceerden prijs, het z.g. dubbel
tarief, terwijl voor verbruikers van eenige
beteekenis (boven 5000 K.W.U.) de moge
lijkheid open staat, om bijzondere overeen
komsten met de Lichtfabrieken af te slui
ten tegen prijzen en onder voorwaarden,
beantwoordende aan de bedrijfseischen.
Evenzoo is door de N.V. Leidsche Duinwa
ter Maatschappij een z.g. „groot-waterta-
rief" vastgesteld, dat gereduceerde prijzen
bevat naar gelang van de grootte van het
waterverbruik; bovendien kunnen extra-
groote verbruikers speciale contracten aan
gaan, waarbij nog een verdere verminde
ring wordt gegeven.
De vestiging van nieuwe industrieën heeft
evenzeer de volle aandacht van B. en W.
en zij steunen dan ook krachtig alle pogin
gen tot inperking van het groote en naar
zij vreezen voor een deel permanente te
kort aan werkgelegenheid in deze gemeente.
Men bedenke echter, dat een beslissende
factor in voorkomende gevallen dikwijls is,
ot de voorhanden gronden, wat ligging en
bodemgesteldheid betreft, voor het beoog
de doel beschikt zijn. Het college overweegt
welke stappen nog kunnen worden gedaan,
cm de mogelijkheden op dit gebied te ver-
grooten.
In dit verband deelen zij'den Raad me
de dat zij het rapport van de Commissie-
Manders opnieuw in studie hebben geno
men en t.z.t. hun meening daarover zullen
uitspreken.
GEEN NORMALE BEGROOTING
Ten aanzien van het verwijt, dat de ge
meente thans bezig is allerlei „potjes" op
te soupeeren. geven B. en W. toe, dat een
begrooting, opgemaakt naar normen, gelijk
men die voor meer gewone tijden pleegt
te stellen, er heel anders zou uitzien, dan
de begrootingen van de laatste jaren. Maar
dan had ook de belastingsluitpost tot een
ceel hocger bedrag moeten worden opge
voerd, hetgeen dus wil zeggen, dat alsdan
de belastingdruk veel zwaarder dan thans
was geworden. Het staat voor B. en W.
vast, dat de gevolgen daarvan voor de
burgerij en de gemeente als zoodanig fu
nest zouden zijn geweest. B. en W. blijven
dan ook het belang, dat dit niet is geschied
grooter achten, dan de bezwaren, die aan
sommige maatregelen ter verkrijging van
het begrootingsevenwicht inderdaad ver
bonden kunnen zijn.
Wij sluiten aldus B. en W.
onze oogen natuurlijk niet voor het feit,
dat geleidelijk verschillende bijzondere
middelen werden aangesproken het is
overdreven om te spreken van het opsou-
peeren van allerlei potjes, terwijl wij ook
niet het verband met den trek van werk-
loozen naar Leiden zien doch deze mid
delen, in goede tijden gevormd en dikwijls
niet meer voor het aanvankelijk beoogde
doel noodig, konden juist in omstandighe
den, als waarin wij thans verkeeren, zeer
goede diensten bewijzen. Hieraan toch is
te danken, dat de belasting op een redelijk
pe'l kon worden gehouden. Wanneer men
nu aan ons vraagt, hoe lang belastingver-
hnoging zal kunnen worden ontgaan, dan
mreten wij daarop het antwoord schuldig
blij/en, om de eenvoudige reden, dat wij
niet de toekomst kunnen voorspellen; maar
wel kunnen wij verklaren, dat het college
van B. en W. in deze een zakelijk, objectief
beleid voert, geheel los dus van politieke
overwegingen inzake het eventueel optre
den van een nieuw college.
GEEN DENKEN AAN
LOONSVERHOOGING
Bij de Algemeene Personeelszaken sprak
een lid er zijn leedwezen over uit, dat gee
nerlei maatregel is genomen om de bezol-
digng van het gemeentepersoneel te ver-
hoogen, In verband hiermede brengen B.
en W. in herinnering, dat de Regeering
heeft te kennen gegeven, dat, zoolang de
salarieering van het Rijkspersoneel op het
huidige peil gehandhaafd moet blijven, te
gen het ongedaan maken door de lagere
organen van plaats gehad hebbende salaris
verlagingen in het algemeen bezwaar zal
moeten worden gemaakt, vermits het van
het grootste belang moet worden geacht,
dat de op het stuk der salarieering ver
kregen gcede onderlinge verhoudingen zoo
nauwgezet mogelijk worden bewaard. En
de regeering heeft, zooals bekend, tevens
verklaard, dat van een verhooging van de
salarissen en loonen van het rijkspersoneel
voorshands niets kan komen; reeds hierom
kan alzoo niet aan een verhooging van de
salarissen van het gemeentepersoneel wor
den gedacht.
DE BEDRIJFSWINSTEN
Ten slotte wijden B. en W. nog een en
kel woord aan de gemaakte opmerkingen
van algemeenen aard betreffende de be
drijfswinsten. De winsten van de Lichtfa
brieken zijn in den loop der jaren inder
daad gestegen, doch deze stijging is niet
verkregen door verhooging van den prijs
van het product, zij is te danken aan aller
lei maatregelen, die in deze tijden werden
genomen om door bezuiniging en anders
zins tot versterking van inkoirtsten en ver
mindering van uitgaven te geraken (b.v,
extra afschrijvingen op oude bezittingen;
vermindering stortingen in het vernieu
wingsfonds; reorganisatie; conversie van
geldleeningen), terwijl de toeneming van
de kolenprijzen de bereikte besparingen
ten deele weder heeft te niet gedaan; van
een opvoering van de winsten in den eigen
lijken zin des woord kan derhalve moeilijk
worden gesproken.
Waarop B. en W. voornamelijk de aan
dacht willen vestigen is de realiteit, die
het vraagstuk bedrijfswinsten-belastingen
beheerscht. Vermindering van bedrijfs
winst beteekent opvoering van de belas
tingen en in dezen gedachtengang verder
redeneerende, zou bij verkoop tegen kost
prijs in de plaats van de dan verdwijnen
de winst, een overeenkomstige verhooging
van de belasting komen te staan. In een
zoodanig geval zou het dan slechts gaan
om de vraag, of men de consequenties hier
van wil of durft te aanvaarden. Dit alles
is echter niet meer dan theorie; de werke
lijkheid is ,dat de bedrijfswinsten en de be
lastingen zijn samengegroeid tot een niet
los te maken verband. Men kan het alter
natief bedrijfswinsten of belastingen niet
eens stellen. Immers de winst van de Licht
fabrieken worde voor 1938 geraamd op
1.266.849, terwijl de wettelijke en practi-
sche belastingcapaciteit, die de gemeente
thans nog geacht kan worden ter beschik
king' te hebben, in totaal slechts pl.m.
400 000 bedraagt (dat wil zeggen, indien
de opcenten op de gemeentefondsbelasting
tot het uiterste maximum van 75 werden
opgevoerd met indeeling daarenboven in
de 3e klasse en indien de opcenten op de
personeele belasting op 200 werden ge
bracht). Veel mogelijkheden voor ingrij
pende practische politiek op dit terrein zijn
- er alzoo niet, nog daargelaten of de ver
schuiving van lasten, die door een derge
lijke exorbitante opvoering van belastingen
zou worden teweeg gebracht, wel aanbeve
lenswaardig zou zijn. Terecht wordt er in
het verslag van andere zijde op gewezen,
dat men ook hier met een historisch ge-
groeiden toestand heeft te doen, waarvan
men zich maar niet zoo zonder meer kan
losmaken.
BEZUINIGING
Omtrent het voortzetten van den bezui-
nigingsarbeid zeggen B. en W. dat zij van
de noodzakelijkheid daarvan overtuigd
zijn. Van den op de begrooting uitgetrokken
bezuinigingspost van 10.000 kan thans
nog bezwaarlijk een specificatie worden
gegeven. Het bedrag is echter geraamd op
grond van reëele plannen, die nog in be
handeling zijn.
B. en W zijn bereid de wenschelijkheid
van de instelling van een leeningsfonds on
der oogen te zien.
MISSIE-AVOND 6 FEBR.
Nog drie dagen, en dan.... uw kans Is
verkeken. Waarop? Op een lathavond, neen
een bulderavond. Een missieavond met
twee resultaten. U een avond van pleizier
en pater Buis de opbrengst. Voor het sla
gen van 'het eerste zorgen wij, daar kunt u
op rekenen. Voor het tweede rekent pater
Buis op u. Kan hij op u rekenen? Nog en
kele plaatskaarten zijn te verkrijgen. Op
onderstaande adressen: Remundt, Haarlem-
nierstraat 299a, v. Tongeren, Heerensingel
52, Buis, Wald. Pyrmontstr. 32; Kok, Ama-
liastraat 28; Brandenburg, Maresingel 32 a,
Mensen, Magd. Moonstraat 17.
LEIDEN.
Donderdag, R.-K. Reclasseeringsvereeniging
afd. Leiden, zitting gebouw St
Vinc.-Ver., Hoogl. Kerkgr., 8—9
uur.
Donderdag, R. K. Metaalbewerkersbond,
Afd. Leiden, Jaarverg. Bondsge-
bouw, 8 uur.
Donderdag, Uitvoering „Sursum Corda",
Stadsgehoorzaal 8 uur.
Zondag. Missieravond, Den Burcht, 8 uur,
Dinsdag. Cursusavond Van Doorn, St. An-
tonius-clubhuis, Mare, te half 9.
Dinsdag 1 Febr. nemen waar van
af 12 uur v. m.,8 uur nam. de apo.
thekesn de Metz, Kamerlingh Onneslaan
28, tel. 3553 en apotheek Du Croix, Ra
penburg 9, tel. 807,
Vanaf 8 uur nam. neemt waar apo-
theek Duyster, N. Rijn 18, tel. 523, ziet
normale dienstregeling.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Zaterdag 27 Jan
tot en met Vrijdag 4 Febr. a.s. waar
genomen door de apotheken: C. B. Duyster
IN. Rijn 18, tel. 523 en J. Doedens, Wilhel-
lunapark 8, Oegstgeest, Tel. 274.
OEFENING HEILIG UUR.
Hedenavond wordt van half 9 tot half 10
in de Parochiekerk van den H. Leonardus
a Portu Mauritio aan den Haagweg de
maandelijksche oefening van het Heilig Uur
gehouden.
VERTREK VAN PROF.
W. J. LÜTJEHARMS NAAR Z.-AFRIKA
Hedennamiddag zijn met de „Thermo
pylae" uit Rotterdam naar Zuid-Afrika
vertrokken prof. W J. Lütjeharms en zijn
echtgenoote.
De heer Lütjeharms is onlangs benoemd
tot hoogleeraar in de biologie aan de Uni
versiteit te Bloemfontein.
HET CARILLON VOOR HET NIEUWE
LEIDSCHE STADHUIS.
En de Leidsche jeugd.
In overleg met de Hoofden van alle La
gere Scholen, de Directeuren van H.B.S.,
'Gymnasium en Ambachtsschool, en de Di
rectrices van de Huishoudscholen, zal op
den 12den Februari a.s. op alle onderwijs
inrichtingen in Leiden een collecte worden
gehouden voor het Carillon-fonds.
Het is de bedoeling, dat minstens één
klok in het Carillon door de Leidsche Jeugd
wordt bekostigd.
Elke contribuant ontvangt een kwitantie.
De gedachte, dat er in het Carillon 1 of
meer klokken zijn, welke door de Leidsche
Jeugd in haar geheel zijn bekostigd, moet
ieder sympathiek zijn. De jeugl ran thans
zal het langst kunnen genieten, van het
schoone bouwwerk, dat nu tot stand komt.
Het ligt in de bedoeling, dat de klokken
gieter op de klokken, welke door de Leid
sche Jeugd worden bekostigd, zulks ver
meldt.
Wij vertrouwen, dat ook de ouders gaar
ne er aan zullen medewerken, dat hun kin
deren een „steentje" bijdragen voor het
Carillon van het nieuwe Leidsche Stad
huis.
N. Z. H. T. M.
Financieele reorganisatie overwogen.
Op 2 Februari bestond er ter beurze een
speciale belangstelling voor de 4^ pet.
obligaties der Noord-Zuid-Hollandsche
Tramwegmaatschappij. Voor de obligaties
werd 53 geboden, zonder dat een affaire
tot stand kon komen. Eind Januari kwam
nog een noteering (gedaan) tot stand op
48. Deze belangstelling stand in verband
met de geruchten, dat de obligaties zouden
worden geconverteerd in 3 pet. stukken,
waarop de aflossing, in tegenstelling mei
de 4^ pet. obligaties, regelmatig zou ge
schieden.
De directie der Noord-Zuid-Hollandsche
Tramweg Mij. verklaarde desgevraagd, dat
de plannen tot omzetting der 4 y2 pet. lee
ning (en de plannen die der overige lee
ningen) in een leening met een lagere ren
te nog geen vasten vorm hebben aange
nomen. Een financieele reorganisatie wordt
wel overwogen, zelfs reeds geruimen tijd,
doch wanneer het zoover zal komenj is nog
niet te zeggen.
De 4 y2 pet. obligaties der Eerste Neder-
landsche Electirsche Tram (gegarandeerd
door de N.Z.H.T.) werden tevens gevraagd
op 54.
DE DIENST NOORDWIJK—LEIDEN
Ontevreden reizigers.
Door negentig belanghebbenden is
onderstaand schrijven gezonden aan de
directie der N.Z.H.T.M.
Ondergeteekenden, allen iederen dag
het traject NoordwijkLeiden bereizende,
betuigen U door dezen hun zeer groote on
tevredenheid over de d.d. 23 Jan. 1938 in
gevoerde dienstregeling; en bovendien ook
nog over het feit, dat er thans voor deze
lijn niet anders gebruikt wordt dan oud
materiaal.
Ze zagen gaarne, dat de dienstregeling
weer zoo spoedig mogelijk veranderd
wordt en wel zoo, dat de practische kant
bekeken wordt en er dus rekening mes
moet worden gehouden, met welke ver
trektijden wel het allergrootste gedeelte
van het reizend publiek (waaronder fcf-
grepen de schooljeugd) gebaat zal zijn.
Ze stellen U voor de vertrektijden uit
Leiden te doen plaats hebben 8 a 15
minuten over het heele en halve uur; uit
Noordwijk pl.m. 12 voor het heele en halve
uur.