Bonbons I^S^AIIe soorten van IPS, verzekeringen WOENSDAG 26 JANUARI 1938 DE LEÏDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 ALPHEN AAN DEN RIJN. RECHTVAARDIGHEID EN LIEFDE! Prof. Cleophas spreekt voor de drie standsorganisaties. Op de schouw van de St. Joseph-zaal staan de woorden gegrift „Aan sterk ge loof paart wetenslust", en beantwoordend aan dezen in steen gekerfden oproep, wa ren gisterenavond vele Alphenaren bijeen gekomen om hun dorst naar de kennis der waarheid te lesschen. Deze avond, belegd door de drie stands- organisaties, werd geopend en ingeleid door den weleerw heer C. M. Klaver, die scherp stelde, dat, indien wij aan de roep stem van den Paus willen gehoor geven om te strijden voor de Waarheid, het aller eerst noodig is tot de kennis der Waar heid te komen. Deze kennis aan het gehoor bij te bren gen, was de taak van prof. Cleophas. De Warmondsche hoogleeraar onder scheidde de kennis der waarheid in een na tuurlijke en een bovennatuurlijke. Door Gods goedheid is de mensch in staat gesteld, voorgelicht door de Openbaring, een dieper kennis van de waarheid te bereiken, dan waartoe hij met zijn verstand bij machte was. Christus, die op aarde kwam, „om ge tuigenis af te leggen van de Waarheid", heeft de prediking ervan toevertrouwd aan Zijn Kerk. De mensch is echter zoo beperkt van in zicht, dat hij de Waarheid in haar geheel niet kan overzien. (Ook in het leven der heiligen vinden wij steeds bepaalde waar heden geaccentueerd). En de Kerk, of schoon de geheele Waarheid bezittend en handhavend, benadrukt steeds m haar pre- Qiking die onderdeelen van de geheele schat der waarheid het sterkste welke de men- schen aan een bepaald tijdperk het meest roodig hebben. Dat zien wij duidelijk bij de bestrijding der ketterijen. Ook in deze dagen beklemtoont de Kerk juist die geloofspunten, welke het hevigst worden aangevallen: de goddelijke persoon van Christus en het gezag der Kerk. In onze dagen ziet de Kerk het gif der dwa lingen doordringen langs den weg der maat schappelijke verhoudingen. In Quadrage- simo Anno zegt de Paus, dat door de maat schappelijke mistoestanden massa's zielen van Christus zijn afgetrokken om te ver vallen tot het atheïstische communisme en het nieuw-heidendom. Datgene, wat in de beleving der christelijke leer het meest ontbroken heeft, moet nu het luidst verkondigd worden. Hoe zal de nieuwe prediking zijn? de Kerk laten zien als de macht, die het sociaal- economisch leven draagt even goed als het privaat leven. Met bizonderen nadruk wordt door den Paus gewezen op de be oefening der deugden van de sociale recht vaardigheid en van het christelijk liefde besef twee voorname deugden, door vele katholieken, die overigens hun plichten angstvallig waarnemen, veelal over het hoofd gezien. Op. maatschappelijk terrein is het Chris tendom niet voldoende doorgedrongen, om dat wij niet hebben kunnen plaatsen de zui vere begrippen van liefde en rechtvaardig heid. De liefde de al-verwarmende kracht van het maatschappelijk leven kennen wij tcch eigenlijk niet in vollen omvang. Vele katholieken zagen en zien helaas nog in de naastenliefde, in den vorm van hulp aan noodlijdenden, de éénige uiting van liefde en het éénige geneesmiddel voor de maat schappelijke kwalen. Zij beoefenen de raastenliefde in hun privé-leven als een geoorloofde aanvulling van een tekort aan rechtvaardigheid. Fel hekelde spr. het ge drag van sommige katholieke patroons, die in de kerk zich voorbeeldig gedragen, doch achteraf zoo slecht blijken «mor hun per soneel. De liefde, met name de „sociale liefde", waarover de Paus in zijn encyclie ken spreekt, beperkt zich niet tot hulp aan noodlijdenden, doch moet voorkomen, door aan ieder mensch een bestaan te gun nen, dat de helpende charitas noodig is. Spr. wees ook op gebrek aan liefde in het bedrijfsleven, op de jalouzie tusschen in dividuen en tusschen de standen (de crisis wetgeving!) De sociale liefde modt zijn de z.el van de nieuwe orde, want ook als aan de rechtvaardigheid is voldaan zal de lief de, die de „band der volmaaktheid" is, noo- cig zijn ter bereiking van een goede ver standhouding en een geest van saamhoorig- heid. Vervolgens besprak prof. Cleophas de tweede voorname deugd in het maatschap pelijk leven: de rechtvaardigheid. Zelfs omtrent de rechtvaardigheid in zijn streng- sten vorm, de ruilrechtvaardigheid, hoort men onder de katholieken de meest libe rale beginselen verkondigen. In een onderhoud, dat spr. had met menschen van ontwikkeling, die een gewichtige cultureele positie hebben in Katholiek Nederland hoorde hij nog dezer dagen tot zijn verbijstering ver tellen, toen het ging over concurrentie: Dat het geoorloofd was wat zij deden. Als de wet het toestond dan waren zij immers klaar. Toen spr dit hoorde, was hem de schrik om het hart geslagen, want, gelijk gezegd, deze menschen namen een gewichtige positie in in Katholiek Nederland. Spr. wees ook op tekorten op het gebied der ruil-rechtvaardigheid bij de winkeliers stand en bij de patroons. In alle geledingen van de katholieke samenleving dient het rechtvaardigheidsbegrip scherper gesteld te worden ook bij de charitatieve vereeni- gingen, die vaak trachten beneden een be hoorlijken prijs in te koopen en daarmede anderen benadeelen. Doch behalve de rechtvaardigheid in strikten zin, moeten wij beoefenen de „so ciale rechtvaardigheid", in welker naam NIEUWKOOP. Gouden bruiloft. Jacobus Stolwijk en Maria Stadsvoort te Nieuwkoop, die op 27 dezer hun gouden huwelijksfeest vieren. De bruidegom is 79 en de bruid is 73 ja ren, beiden genieten nog een uitstekende gezondheid. van de individuen geëischt san worden, datgene wat noodig is voor het algemeen welzijn (verkeerd gebruik van eigendom; te hooge en te lage loonen). In naam der „sociale rechtvaardigheid" wordt geëischt een gezinsloon, de verzekeringen tegen ouderdom, ziekte en werkloosheid der ar beiders. De sociale rechtvaardigheid vindt haar beste waarborg in het collectief con tract. Ook in de katholieke samenleving wordt tegen deze maatschappelijke hoofddeugden van rechtvaardigheid en liefde zwaar ge zondigd. In het Nederlandsche katholieke leven is er nog zoo veel, wat veranderen moet. Wij behoeven waarlijk niet op andermans borst te kloppen. Bij al het gejuich en gejubel over het prachtige Roomsche leven moeten wij oppassen niet oudbakken te worden. Bij de jongeren vooral moet het consequen te Christendom er vooral en desnoods met de hamer in geslagen worden. Wij zouden wenschen aldus spr. dat in de Katholieke Nederlandsche gemeenschap Christus nog eens kwam in levenden lijve, niet om complimen tjes uit te deelen doch om, gelijk Hij in den Tempel deed, de karwats erover te leggen en onze fouten te geeselen, opdat zij bewaard mogen blijven voor die zoete zelfvoldaanheid, die de dood is van het Katholieke leven. Hoe meer wij de deugden van rechtvaar digheid en liefde overwegen, des te meer zullen wij begrijpen, dat wij in ons zeiven nog veel te hervormen hebben, opdat wij, door onze zonden tegen deze leugden, geen ergernis meer zullen geven aan de zwak ken en de Kerk van Christus niet in dis- crediet zullen brengen. Kapelaan Klaver sprak een hartelijk dankwoord tot prof. Cleophas het gehoor opwekkend in eigen particulier leven te beginnen met de beoefening der twee groote deugden van rechtvaardigheid en liefde. Vermelden wij nog, dat de avond, die werd bijgewoond door den hoogeerw. heer Deken, opgeluisterd werd door enkele mooie i.ederen („Schafer's Sonntagsned" en „Hel Schoenmakertje"), uitgevoerd door het con gregatie-koor onder de toegewijde leiding van mej. M. Schavemaker, met bekwame piano-begeleiding van mej. N. Scheerder. HAZERSWOUDE. Personalia. Op 10 Februari a.s. zal het 25 jaar geleden zijn dat C. Hoeboer in dienst trad bij de familie Koot alhier. Verkooping. - Ten overstaan van nota ris Engelberts te Hazerswoude had heden de verkooping plaats van het woonhuis met koestalling, schuur, erf en weiland, den in massa toegewezen aan den Rijkswa- straatweg in den Rijnenburger Polder, groot ongeveer 96 aren. De perceelen wer den in massa toegewezen aan de Rijkswa terstaat voor 7000.— KOUDEKERK De achterlichtjes. Door de gemeente en rijkspolitie is gisterenmiddag aangehou den de 21-jarige J. G. alhier, als verdacht van diefstal van een lampje uit een ach terlicht voor een rijwiel, tijdens de vleesch- verkoop in de noodslachtplaats den vorigen avond, ten nadeele van den brandstoffen- handelaar C. de J. alhier. Nadat hij een volledige bekentenis had afgelegd en proces-verbaal tegen hem was opgemaakt, is hij na verhoor weder op vrije voeten gesteld. NIEUWERBRUG. Plotseling doodgebleven. Toen de ar beider P. Jansen te Bodegraven gister middag om 12 uur niet van zijn werk thuis kwam om te eten, maakten de huisgenoo- ten zich ongerust en gingen zij op onder zoek uit. De man, die boerenarbeider was, heeft men toen dood in het land ge vonden. Vermoedelijk was hij reeds op weg naar huis, toen hij in elkaar is gezakt en overleden. Een inmiddels gewaarschuwde geneesheer constateerde een hartverlam ming. De man, die 51 jaar oud was en juist dien dag zijn geboortedag herdacht, laat een vrouw en 8 kinderen na. TER AAR Gemeenteraad. De Raad dezer ge meente vergadert op Vrijdag 28 Januari, des voorm. half tien ten gemeentehuize. De agenda luidt als volgt: 1. Ingekomen stukken. 2. Voorstel verlenging contract met de N.V. Gekro te Overschie inzake de destructie van afgekeurd vleesch. 3. Voor stel tot het verleenen van een voorschot aan de Woningbouwvereeniging tot dek king van de tekorten per 1 Januari 1937. 4. Voorstel tot het verleenen van een bij drage ten behoeve van het provinciaal in stituut inzake de voor- en na-zorg van in gestichten verpleegde krankzinnigen. 5. Vaststelling van een regeling, op grond waarvan een bijdrage kan worden ver strekt in de door werkloozen verschuldig de ziekenfondspremie. 6. Voorstel tot het aanvaarden van de voorwaarden, verbon den aan het verkrijgen van rijksonderstand 7. Voorstel van B. en W. ingevolge artikel 22bis der Lager-Onderwijswet m.b.t. de in standhouding van de openbare Lagere School. 8. Behandeling belastingreclame's. 9. Wijziging van de begrootingen over de diensten 1937 en 1938. „Arti et Religioni". Voor den jaarlijk- schen feestavond van de R.K. Muziekver- eeniging „Arti et Religioni" bestond we derom een massale belangstelling, ja zelfs zoo, dat toen de voorz., de heer C. A. Vol- gering, kwart voor zeven de bijeenkomst opende, het parochiehuis tot in alle hoeken bezet was. Dus moeten er ruim vierhon derd personen de controle gepasseerd zijn. Onder dit groot aantal bevonden zich o.m. ce pastoor met zijn beide kapelaans, bur gemeester en mevr. Hogenboom, de eere- voorz. L. Wassenburg, donateurs en ge- noodigden. Na een kort openingswoord volgde een kleine toelichting op het programma en dan trad terstond de fanfare, onder leiding van den heer C. van Dam, voor het voet licht en bracht ten gehoore: „Aan U, o Koning der eeuwen", Koning Voetbal- marsch, van Schootemeyer, de Lustspiel- ouverture van Keler Bela, met als slot „In het Avondlicht", een fantasie van J. B. Minne. Wanneer even is gepauzeerd tot het ge reed maken van het tooneel, krijgen wij de clou van den avond, n.i. het optreden van de Vereenigde Haagsche Spelers, met „Amor in de Pastorie", een blijspel in drie bedrijven, van Jac. Ballings, regie Pierre Balledux. Wat hebben wij opnieuw genoten van dit spel! Na ieder bedrijf hadden de spe lers een spontaan applaus in ontvangst te nemen, dat bij het laatste bedrijf aan groeide tot een ovatie. Van het klassiek ensemble, onder directie van den heer C. Volgering, dat een tweetal nummers speel de, mocht vooral het eerste nummer fijn werk genoemd worden. Tot slot bracht 't complete muziekgezelschap een fantasie van J. Martin „Vesper" ten gehoore, met als finale een marsch „Hup Holland". Aan critiek op de uitgevoerde muzieknummers wagen wij ons niet, maar de feiten: het uitkomen in de eerste afdeelïng met een eersten prijs en de gedegen voorbereiding tot dezen feestavond, zeggen ons genoog. Tusschen de bedrijven zorgde de heer Ant. C. v. d. Hoorn voor mooi pianospel, wat de aanwezigen in hooge mate appre cieerden. Kwart over elf volgde sluiting met een opwekking van den voorz., steeds de ver- eeniging moreel en financieel te blijven steunen. Uiterst voldaan- toog men huis waarts. Landarbeidsbond. Daar deze bijeen komst speciaal was belegd om eens nau wer contact te hebben met het Hoofdbe stuur en ter propaganda, is het wel jam mer, dat er zooveel leden verstek hebben laten gaan, ja meer dan de helft Bij de ingekomen stukken is een belang rijk schrijven binnengekomen van het ge meentebestuur, inzake het melden wanneer men werkloos is. Indien de werkloozen niet voldoen aan deze eisch, zullen de finan- cieele gevolgen onvoorwaardelijk ten laste komen van de steuntrekkenden, waarop geen beroep staat. Zoodra deze vermaning met voorbeelden is toegelicht, verkrijgt het Hoofdbestuurslid, de heer v. d. Ploeg, het woord, die allereerst de noodzakelijkheid naar voren bracht van een collectief ar beidscontract, het bewerkstelligen van een goede harmonie tusschen werkgever en werknemer. Dan hield de kalme, bezadigde spreker, een warm pleidooi voor de Katholieke or ganisatie, het gezamenlijk optrekken van de katholieke landarbeiders, elkander weten te vinden op het sociaal-economisch terrein, ons maatschappelijk stelsel bouwen op Quadragesimo Anno. Aan het slot van zijn betoog wat met de grootste aandacht werd gevolgd spoorde hij allen aan, thans een sterke actie te ontplooien om al de landarbeiders te krijgen in hun eigen organisatie, dat als een van de voornaam ste plichten moet beschouwd worden voor den katholiek. Bij de rondvraag kwamen naast een paar huishoudelijke punten, ook nog aan de orde het begrafenisfonds en de feestavond, die op twintig Februari is vastgesteld. Hierna sluiting. Geboren: Hendrikus, z. van M. W. Ubink-v. d. Broek Gerardus Cornelus Adrianus, z. van W. M. v. d. Boogaard-v. d. Pijl Cornelis Martinus, z. van Joh. Ze- venhoven-Keijzer. Overleden: H. I. de Groot 93 j. P Zwetsloot 75 j. M. N. E. de Witt, wed. van J. B. Cats 76 j. J. Wildenburg 69 j. G e v e s t i g d: M. M. de Blieck van Bergh A. M. Binken van Boskoop. Vertrokken: A. A. v. d. Kley en ge zin naar Nieuwkoop J. v. d .Kooy en ge zin naar Alphen N. C. van Leeuwen naar Zwammerdam H. G. Hooenboom naar Alphen T. Koetsier naar Oegst- geest. „Nee juffrouw, ik heb niets voor u op 't oogenblik", zei André Marsac, toen zijn secretaresse binnenkwam. „Enne", vervolg de hij, toen hij haar veibaasd gezicht zag. „u kunt wel weggaan, ik werk vandaag niet meer. Dus tot morgen negen uur. Goe- cen morgen." Maar het meisje bleef staan, terwijl Mar sac zich verdiepte in een brief. „Er zijn nog een massa brieven te teeke- nen, mijnheer. Bovendien zoudi u vandaag een conferentie hebben met Delhaye. En vergeet u het onderhoud met de firma Journet? U zoudt me een brief dicteeren aan RhodeBent u misschien ziek, mijn heer Marsac? Dan zal ik de conferenties afzeggen? Of kunt u alles alleen af?" Het meisje keek verontwaardigd van een stapel brieven, die nog beantwoord moesten wor- oen naar haar patroon, die slechts aandacht scheen te hebben voor een brief, dien hij tusschen zijn vingers kneep. „Ben ik overbodig geworden, en gaat u voortaan de zaken alléén afhandelen?" ra telde ze verder, toen ze niet direct antwoord kreeg. „In dat geval...." André Marsac wuifde afwerend met zijn hand. „U bent vanochtend ontzettend druk, juffrouw Vidal. Neen, u bent niet over bodig, maar ik word hier op een onaange name manier herinnerd aan iets, wat door zeker iemand gesteld wordt boven belang rijke zaken en boven conferenties, 't Gaat om mijn levensgeluk, althans, dat...." „Maar dat is onmogelijk, mijnheer!" „Onmogelijk? Hier, lees dezen brief. Ik weet eigenlijk wel niet of ik u dit mag vragen, daar u in dienst bent van de firma, en dit een privé-kwestie is, absoluut privé". Hij wierp haar dan den fijn geparfumeer- cen brief toe, dien hij had zitten lezen. De secretaresse las hardop, terwijl Mar- oac belangstellend naar haar keek. 't Was, alsof hij plotseling iets in haar gezicht ont dekte, wat hij vroeger achteloos was voor bijgegaan. „André", las ze, ,,'t is nu over negenen. Noch moeder, noch Adèle (dat is haar kamermeisje", onderbrak Marsac), noch ik zelf op de eerste plaats begrijpen iets van je gedrag. Hoe kun je zoover gaan. Ik heb geïnformeerd bij den hu'sknecht, maar ook hij beweert, dat er hedenmorgen niets van jou is gekomen. Je gedrag is beneden peil. «<e veronachtzaam* me. Hoe kan ik ooit gelukkig met jou worden, wanneer je der gelijke dingen eenvoudig vergeet? Wan neer je niet alleen mijn verjaardag ver geet, maar zelfs.... maar wat praat ik, waarom schrijf ik je dit allemaal? Je bent hardvochtig, je onthoudt me, wat ik nóódig heb. Je verwaarloost me op een meer dan schandelijke manier. Wat beteekenen jouw zaken vergelijken bij dit? Lucienne". Van den brief keek Ginette Vidal naar haar patroon. „U moet een verschrikke lijke fout gemaakt hebben, mijnheer. Is het onherstelbaar?" „Ik vrees van wel. Maar.... enfin, zoo als u weet, is Lucienne mijn verloofde. Of was mijn verloofde, ik weet 't waarachtig zelf niet meer. Ze is woest op me. Als ik vanavond bij haar kom, zal het huis te klein zijn voor al de verwijten, die ze op mijn hoofd zal stapelen". „Maar u moet vooral al deze dingen niet tegen me zeggen, mijnheer. Ik mag u hier in niet raden, 't zou zijn, alsof 't eigenbe langehehneen, dat wilde ik niet zeggen, neen heusch niet, Andr.... ach nu verknoei ik het nog meer. Het meisje keerde zich af van het bureau van André Marsac en begon hartstochtelijk te snikken. ZOETERWOUDE K.J.M.V. afd. L.T. Gisteravond ver gaderde de K.J.M.V. afd. L.T. bij den heer Ant. v. Well. De voorzitter, J. Groene- wegen Jr., opende als gewoonlijk en heette in 't bijzonder den spreker van dezen avond Dr. Dijselbloem, welkom. Spr. veront schuldigde den zeereerw. heer Pastoor die, verhinderd door andere bezigheden, dezen avond niet aanwezig kon zijn. Daar na gaf hij het woord aan den spreker. Spreker begon met een uiteenzetting te geven van de hedendaagsche toestanden op sociaal terrein en welk begrip men heden nog heeft van rechtvaardigheid, als gevolg van het oppermachtig liberalisme der vrije eeuw. Wat wettelijk juist is, al dus spreker, is nog niet rechtvaardig. Als een arbeider tien gulden per week verdient, kan hij daar onmogelijk een gezin van onderhouden, dat loon is dus onrechtvaar dig, maar wettelijk kan hij er niets tegen doen. Het liberalisme leerde ieder voor zich en God voor ons allen maar het Christendom leert, bemint uw naaste als u zeiven en dezen twee beginselen sluiten elkaar volkomen uit. Wij zitten nog te veel vast aan de liberale beginselen zoodat wij dikwtfks den juisten weg niet meer weten te vinden. De leiddraad voor ons leven moeten zijn de encyclieken over de sociale toestanden, zooals die door de Pausen zijn uitgegeven. Maar ik ben er zeker van dat velen die encyclieken niet gelezen zullen hebben, Maar daarom is een vereeniging als deze zoo nuttig waar gij door uw leiders een betere kijk op het leven krijgt en alzoo een kern gaat vormen, die de beginselen, vastgelegd in de encyclieken, uitdraagt over de wereld. Gy zijt immers de jeugd die de toekomst in handen hebt. Na deze rede werd er gelegenheid ge geven tot het stellen van vragen, welke door den spreker allen beantwoord werden. De vele vragen aan den spreker gesteld, bewe zen wel het beste hoezeer de rede van den spreker ingeslagen had. De zaal was be hoorlijk bezet, maar er konden er zeker nog meer zijn. Deze niet-aanwezigën heb ben zeker veel gemist, wat zij juist zoo Stom-verwonderd zag Marsac naar het meisje en verbaasde zich hoe langer hoe meer, terwijl hij nadacht over hetgeen ze 't laatst gezegd had. „Eigenbelang? Wat bedoelt u eigenlijk? En wie geeft u verlof, mij bij mijn voor naam te noemen?" Tot zijn eigen opluch ting klonk dit heelemaal niet als een ver wijt, integendeel, er knapte plotseling iets ir. zijn binnenste, en de zon begon weer te schijnen. Hij stond op, en legde zijn arm be schermend om het meisje heen. „Waarom antwoordt u me niet?" „Omdat 't privé is. 't Zijn mijn eigen za ken! Ontslaat u me maar, en werkt u u zelf maar heelemaal op de flesch". Ze rukte zich los, en ging op een paar pas afstand staan. „Ik zou 't heusch niet erg vinden, als u zich een beetje duidelijker zou uitdrukken, juf frouw Vidal", antwoordde hij lachend. „Duidelijker? Nog duidelijker?" scham perde zij terug. „Kan ik 't helpen, dat U de firma- en persoonlijke zaken dooréén haspelt? Heel die ongelukkige brief van dat schepsel, uw zoogenaamde verloofde, gaat om een doos bonbons. U hebt vergeten, bonbons bij haar te laten bezorgen. Zij kan niet leven zonder bonbons. Ze eet den hee- len dag bonbons, en daar vergooit u uw goede geld en zaken aan". „Mijn zaken?" „Komt u dit zoo vreemd voor? Maar ach ja, dat zijn dingen, die een secretaresse moet opknappen, hè?" Haar tranen waren ver dwenen, haar houding werd een en al strijdlust. „Dacht u", ging zij voort, „dat het voor r!e firma Hancourt niet uiterst lachwekkend was, toen zij op een prijsopgaaf voor staal als antwoord kreeg een prijslijst van diver se merken bonbons? Dat meisje werkt u den put in, mijnheer. Het is haar schuld, dat u geen verschil meer weet tusschen bonbons en staal, en u de brieven doet ver wisselen. Gelukkig heb ik de order nog weten te redden. En dacht u, dat de „Com pagnie industrielle" niet ging twijfelen aan uw geestvermogens, toen zij op een order voor rails een persoonlijken brief van u kreeg, waarin u schreef, dat u geen bon bons verkoopt! Rails en bonbons, ha, ha, ha! Dat zijn twee voorbeelden, maar ik kan er nog wel drie noemen". „Maar...." hakkelde Marsac, terwijl hij bleek werd. „Daar heb ik u nooit iets van gezegd, be doelt u? Ik ben immers de secretaresse in dienst van de firma? Ik heb me alleen te bemoeien met staal en ijzer, en niet met staal en bonbons. Bonbons hooren thuis bij de privé-zaken, mijnheer Marsac?" Ze be gon opnieuw te snikken. „Ziet u nu in, dat Lucienne op uw zenuwen werkt? En aan bonbons de voorkeur geeft boven uw za ken? Heeft ze er ooit naar geïnformeerd hoe het gaat met de firma?" Maar André Marsac antwoordde niet. Hij keek slechts naar zijn kleine secretaresse, die hem een licht had doen opgaan, en van wie hij nu wist, dat zij de firma en zijn persoon gered had van een ondergang. Een uur later stonden zij beiden voor het raam met de handen op elkaar's schouder, en zei hij, terwijl hij haar diep in de oogen keek: „Ik zal je toch als secretaresse moeten omslaan, mijn kleintjenu je mijn vrouwtje wil worden.Zou ze mijn brief al hebben?" De brief, waarop hij doelde, behelsde een bericht aan Lucienne Tellet, waarin zijn secretaresse haar trachtte duidelijk te ma ken, dat bonbons en staal en ijzer van ge heel verschillende substanties zijn, die niet rret elkaar te vergelijken zijn, en dat het liegrip liefde weer iets heel anders is. noodig hebben. De voorzitter wees daar dan ook terecht op bij de sluiting. Hij hoopte, dat op een volgende vergadering allen aanwezig zouden zijn en dankte dr. Dijselbloem voor zijn rede, waarna sluiting. Geboren: Jannetje, d. van H. Rietveld en M. A. Hage Jacoba Petronella, d. van W. Ammerlaan en A. Janson Martina Apolonia Theresia, d. van J. M. G. v. Goo- zen en M. J. Heijneman Martinus An dreas Petrus, z. van F. A. A. Hendriks en P. M. Voordouw Wilhelmina Petronella Maria, d. van J. C. de Ridder en J. A. v. Leeuwen Cornelis, z. van Q. Hulsbos en A. van Tilburg. Ondertrouwd: W. C. J. v. d. Salm 28 j. van Breezand en A. de Jong 25 j. van Zoeterwoude. Getrouwd: N. H. Onderwater en J. C. v. d. Salm J. G. v. d. Ploeg en C. M. W. v. Veen. Overleden: Maria Brouwer 20 j. Petronella Maria de Jong 87 j., wed. van A. v. d. Poel. Gevestigd: Th. J. Zandbergen van Hazerswoude G. Anders en gez. van 's Gravenhage J. M. W. Schoenmaker van 's Gravenhage A. C. M. Schouten van Bleiswijk H. Simonse en gez. van Lei den. Vertrokken: C. J. v. d. Poel naar Rotterdam M. A. Wijtenburg naar Lei den M. A. Wolf naar Maasbree Tr. A. Zandbergen naar Vlissingen H. W. v. d. Akker naar Leidschendam C. J. Dis seldorp naar Woubrugge L. P. Dessens naar Vlaardingen W. A. J. Fontijn naar Leiden A. v. d. Werken naar Koudekerk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7