29ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHI 32, LEIDEN BINNENLAND Levende kennis der waarheid. DINSDAG 4 JANUARI 1938 No. 8920 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bl| vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent oer weeki 2.50 per kwartaal Bg onze Agenten 20 cent per week i 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad ts voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bg vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 93S. REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003. POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT t Gewone Advertentlën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES "an ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 DU nummer bestaal uil drie bladen. De Kinderbijslag In verband met het wetsontwerp van mi nister Romme, dat betrekking heeft op den arbeid van de gehuwde vrouw, herinnert de „Maasbode" aan de volgende passage uit de encycliek „Quadragesimo Anno" van Paus Pius XI: De huisvrouwen moeten eigenlijk binnenshuis of in de onmiddellijke om geving haar werkking hebben, zij moe ten zich kunnen geven aan het huis houden. Daarentegen is het een schan delijke misstand, die met alle midde len uit den weg geruimd moet worden, dat huismoeders zich door het karig loon van haar man gedwongen zien, buitenshuis voor den kost te gaan werken, zoodat naar eigenlijke zorgen en plichten, met name de opvoeding der kinderen, worden verwaarloosd. Daarom moet met alle kracht er naar gestreefd worden, dat de huisvaders een loon ontvangen, dat ruim genoeg is, om behoorlijk te voorzien in de ge meenschappelijke behoeften van een gezin. Wanneer dit laatste, in de tegen woordige omstandigheden niet altijd het geval zal kunnen zijn, dan eischt de sociale rechtvaardigheid, dat ten spoe digste hervormingen worden ingevoerd van dien aard, dat aan eiken volwas sen arbeider een loon, als boven be doeld worde gegarandeerd". (Q. A. n. 71). En het blad vervolgt: „En dan prijst de Paus de mannen, die met verschillende methoden heb ben nagestreefd, dat door kinderbij slagen het loon zóó in evenredigheid met de gezinslasten wordt gebracht, dat bij de vermeerdering daarvan het loon verhoogd wordt. Hieruit blijkt het nauwe, innerlijke verband tusschen de beide door minis ter Romme bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakte wetsont werpen" (n.l. het bovengenoemde wets ontwerp en dat hetwelk de kinderbij slag op het arbeidsloon regelt). Deze opmerkingen van de „Maasbode" zijn volkomen juist. Maar wij meenen toch, dat het niet overbodig is, de aandacht bijzonder te rich ten op de volgende geciteerde woorden van den Paus: dat aan eiken volwassen arbeider een loon, als boven bedoeld, worde ge garandeerd. - Aan eiken volwassen arbeider dus ook aan den gehuwden arbeider zonder kinderen, ook aan den volwassen ongehuw- den arbeider moet worden uitgekeerd een loon, waarvan een gezin kan worden on derhouden. Dat is de meening van vrij wel alle katholieke sociologen, welke mee ning Pius XI in zijn „Quadragesimo Anno" schijnt te bevestigen, blijkens de geci teerde woorden: „aan eiken volwassen ar beider" enz. Kinderbijslag moet worden gelegd op dat loon, opdat óók arbeiders met grootere gezinnen dan de meest- of veel-voorko- mende „behoorlijk" in hun gezinsbehoeften kunnen voorzien. PRINS BERNHARD. Spoedig naar Soestdijk. Er beslaat gereede aanleiding om te ver wachten, dat Z.K.H. Prins Bernhard zoo niet heden, dan toch dezer dagen het Bur- gerziekenhuis te Amsterdam zal mogen verlaten om naar het Paleis te Soestdijk te rug te keeren. Prins Aschwin is gisteren geruim en tgd bij zijn broer op bezoek geweest. Prins Bernhard heeft sedert enkele dagen gedu rende de ochtend- en middaguren het bed mogen verlaten en heeft zelfs in de gangen van het ziekenhuis gewandeld, waarbij Z. K. H. een bezoek heeft gebracht aan zijn mede-patiënt, den hofjager v. d. Spek, die eveneens goed herstellende is maar nog he? bed moet houden. CULTUUR Een Vreugde-boek In „Orthodoxie", wel het meest reprae- sentatieve boek, dat hjj geschreven heeft, zegt Chesterton, heel aan 't einde, dat het hom altijd heeft toegeschenen, alsof „de verpletterende gestalte (van den Christus), waarvan de Evangeliën vervuld zijn", tijdens zijn omzwerving hier op aarde iets voor de menschen verborgen hield. „De Stoïcijnen, oude en moderne gin gen er groot op, hun tranen te ver bergen. Hij verborg zijn tranen nooit; Hij vertoonde ze ongekunsteld, voor ieder een zichtbaar op zijn gelaat bij alles wat Hij dagelijks zag, zooals wanneer Hij van verre Zijn stad aanschouwde. Toch hield Hij iets verborgen. Statige supermenschen en keizerlijke diplomaten gaan er groot op, dat zij hun toorn bedwingen kunnen. Hij bedwong zijn toom nooit. Hij smeet huisraad van de tempeltreden af en vroeg de menschen, hoe zij dachten te ontsnap pen aan de verdoemenis van de hel. Toch hield hij iets in bedwang. Ik zeg het met eerbied; er liep door die overweldigende persoonlijkheid iets, dat schuchterheid ge noemd moet worden. Er was iets, dat Hij voor alle menschen verborgen hield, als Hij op een berg ging om te bidden. Er was iets, dat Hij geregeld bedekte met plotseling stilzwijgen of door zich in on- stuimigen drang naar eenzaamheid af te zonderen. Er was één zeker iets, dat God te groot vond om ons te laten zien, toen Hij verkeerde op aarde; en ik heb soms gedacht, dat het Zijn vreugde was". Dit slotwoord van den Engelschen mees ter is inderdaad toppunt en sluitstuk van zijn boek: het is ook bekroning en het sluitstuk van de orthodoxie in de werke lijkheid, bekroning en sluitstuk van het waarachtige Christendom. Men kan zelfs nog verder gaan en zeggen, dat het een samenvatting van het Christendom is, om dat dit naar z'n diepsten aard, maar ook in al z'n geledingen, inderdaad Vreugde is. Vanzelf moest ik aan dit sluitstuk den ken, toen ik het boek gelezen had, dat vandaag ter bespreking voorligt, „Vijf rondom moeder", van Irma Meyer. Ik vond er geen teekenender naam voor, dan die als opschrift boven deze beschouwing geplaatst werd: een Vreugdeboek. Dit is in waarheid een Vreugde-boek. Een boek. waaruit de Vreugde U tegen- fclinkt in feestelijke glansen, waaruit ze op waait als de geur, die van de bloemen komt, waaruit ze zingt als de muziek van een klokkenspel. Willem Nieuwenhuis heeft, bg alle waardeering, die hg voor Chesterton's Orthodoxie bezat, een op gemerkt, dat degene, die naar het zwak ke punt van dit boek speurde, het zou moeten vinden in een wel wal te eenzij dige beklemtooning van de Vreugde: als of het Christendom ook niet bij uitstek de levenshouding van het Offer was. Het ligt niet in mgn bedoeling, hier over het be wuste boek te polemiseeren: daarvoor zou ik het eerst nog eens moeten lezen. Maar als ik hier een interpretatie van Chester ton's oergezonde opvattingen mag geven, dan meen ik erop te mogen wijzen, dat deze universeele, Engelsche geest zeker de beteekenis van het offer niet heeft onder schat: ik geloof echter, dat hij er minder opzettelijk over gesproken heeft, omdat het voor hem geheel in de vreugde was opgenomen. Hij was er tot in de kern van zijn ziel van doordrongen: dat Offer naar 2'n diepste wezen Vreugde beteekent. Het offer zelf is vreugde, het is temeer vreug de, naarmate het radicaler, vollediger is. En het is nu de bijzondere verdienste van het heerlijke boek, dat Irma Meyer ons geschonken heeft: dat deze „theorie" ons hier in de tastbare „praktijk" van 't leven, in de „werkelijkheid" wordt afgeschilderd. Men moet niet verwachten, dat dit een beek is, waarin niet over leed gesproken wordt; de smart treedt er tlekens weer op in al haar schrijnende gedaanten. Maar de schrijfster weet de sluier op te lichten, die het mysterie van de smart voor ons verborgen houdt. Zeker, het lijden heeft iets afstootends voor onze natuur, iets weerzinwekkends; zoodra we echter de kracht vinden om, ever onze weerzin heen, dat lijden moe dig aan te pakken, dan wordt het een bron voor ons van diepe, onzegbare vreugden. En deze kracht wordt ons juist door het Christendom geschonken: daar vinden we het Geloof en het Vertrouwen en vooral de volstrekte overgave van de Liefde, die ons dit alles doen trotseeren en ons zóó, door de loutering heen, naar de verlossing voeren. Dit boek laat ons menschenlevens zien, die elk op hun manier, door het lij den tot de Verlossing komen. Ik weet het wel, de ongeloovige zal zeggen, dat de hier geboden oplossingen toch al te sim plistisch zgn, hij zal zooiets mompelen van een „deus ex machina", die immers in de werkelijkheid niet optreedt. Hij zegt dat echter juist, omdat hij een ongeloovige is. Men zou inderdaad kunnen zeggen, dat het Christendom iets van een „deus ex machina" heeft, dat wil zeggen, dat God ons, op het oogenblik dat we er het meest behoefte aan hebben, plotseling de oplos sing zendt, die niemand kon voorzien, mits we bereid zijn, onvoorwaardelijk het offer, dat Hij vraagt, te aanvaarden. Het Christendom is een deelhebben aan het Lijden, maar dan ook een deelhebben aan de overrompelende glorie van de Verrijze- nies; het eischt echter van ons als voor waarde, dat we zullen „gelooven aan de Liefde". Irma Meyer laat ons zien, hoe rijk, hoe breed, hoe verlost het leven van echte Christenen zal zijn, zij maakt het ons ver rassend duidelijk, hoe alle vreugden van deze aarde eerst zin en diepte krijgen, wanneer ze in de hoogere vreugde van het Christen-zijn worden opgenomen. En daar om is dit een Katholiek boek in den aller- besten zin van dat woord. Het leert ons dingen, die gelukkig maken, zonder een oiigenblik tot den preektoon te vervallen; integendeel, de degelijke, zure tante Cisca komt er maar zuinig af. Iedere Christen zal in dit boek verhef fing en bemoediging vinden, maar vooral onze jonge menschen moeten het lezen. Zij 'mmers, die nog vóór hun leven staan, die "an dat leven nog alles moeten maken, zg zullen hier die allergewichtigste weten- slechts aan de middelmatigheid ontsnappen schap opdoen, dat een menschenleven kan, wanneer het den „vuurdoop" heeft doorstaan. De goddelijke Meester heeft, doelend op Zijn Lijden, gezegd: „Ik moet een doopsel ontvangen en hoe verlang Ik, dat het voltrokken worde"; uit dit zonnige boek zal onze onstumige jeugd moed kun nen putten, om vastberaden en in volle dige overgave den weg naar dit doopsel in te slaan. Het zal een doopsel van vreugden worden. En dan zullen zij eerst gaan be seffen, wat Chesterton bedoeld heeft, toen hij zeide, dat „de Vreugde, die de kleine openbaarheid van den heiden was, het reusachtige geheim van den Christen is" Een ten slotte: wat is dit boek mooi uit gegeven. Het is van buiten, zooals het van binnen is: fijnzinnig en blij. Zoeterwoude, December 1937. Dr. HENRI VAN ROOIJEN, Kruisheer. 1) Irma Meyer. Vijf rondom moeder. Bandontwerp en omslag van Fedde Wei- dema. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht (geb. 2.90). DE WERELD IN VOGELVLUCHT President Roosevelt heeft in een Nieuw jaarsboodschap de democratie als staats vorm voor ontwikkelde volken verdedigd en o.a. gezegd, dat de vrede ten zeerste in gevaar wordt gebracht door die naties, waar de democratie op zijde is gezet of nooit tot ontwikkeling is gekomen. Deze rede is natuurlijk met welwillendheid ont vangen in de pers van die landen, welke de democratie als de beste vorm van staatsbestuur voor zichzelf beschouwen maar de dictatoriaal geregeerde landen fulmineeren in hun gelijkgeschakelde J pers vanzelfsprekend tegen die passages, waarin de dictatuur verantwoordelijk wordt gesteld voor het ontbreken van den vrede. Rome heeft op deze rede o.a. geant woord, dat Italië veel democratischer is dan „de groote democratieën". Dat is weer een van die merkwaardige uitlatingen, welke wij zoo vaak in de pers van de z.g. autoritaire staten lezen. Italië is democratisch, Japan is vrede lievend en in Duitschland heeft de Katho lieke Kerk een bevoorrechte positie. Men staat lichtelijk perplex bij zooveel „Un- verfrorenheit". De „Angriff" zegt van de bevoorrechte positie der Katholieken in Duitschland, dat iedereen in de Hitler- Jugend en in de arbeidsorganisaties geor ganiseerd is behalve de Katnolieken, maar vergeet er bij te vermelden, dat de genen, die zich nog Katholiek orgamsee- ren stuk voor stuk helden zijn vanwege de broodroof en de pesterij. De Katholie ken kunnen hun klachten en wenschen langs diplomatieken weg kenbaar maken aan de hoogste autoriteiten; ja wel, doch er wordt nooit naar geluisterd. Niemand zal dan ook met recht beweren, dat er in Duitschland in theorie een geloofsvervol ging heerscht, maar de klacht van den Paus en van alle Katholieke bisschoppen in Duitschland is, dat er feitelijk een toe stand heerscht, welke niets meer of min der is dan een Kerkvervolging. EEN KATHOLIEK GEMEENSCHAPSOORD. De „Volkskrant" meldt thans, dat van wege het R.K. Werkliedenverbond onder de gemeenten Baarn en Laren gronden zijn aangekocht, o.a. voor den bouw van een katholiek gemeenschapsoord. Het geldt hier het landgoed Drakenburg, groot ongeveer 63 hectoren, vlak bij den grooten straat weg HilversumBaarn gelegen. DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN KOMSTEN IN DE BOUWBEDRIJVEN. Zooals dezer dagen is medegedeeld, heeft ae bedrijfsraad voor het bouwbedrijf bij den minister van sociale zaken een ver zoek ingediend tot verbindendverklaring van de landelijke collectieve arbeidsover eenkomsten voor de bouwbedrijven. Het betreft hier zoowel het contract voor den burgelijken en utiliteitsbouw als' dat voor water-, spoor- en wegenbouw. Bezwaren tegen inwilliging van deze verzoeken kunnen schriftelijk worden in gebracht bij den minister van sociale za ken vóór of op 17 Januari 1938. Tot en met dien datum liggen het verzoek en de be treffende collectieve arbeidsovereenkomst ter inzage op de bureelen van de districte- hoofden der arbeidsinspectie te Amster dam, Haarlem, 's-Gravenhage, 'Rotterdam, Utrecht, Breda, Maastricht, Arnhem, De venter en Groningen. DE HERZIENING DER DEFENSIE VERBODEN Bij georganiseerd overleg aanhangig De regeering deelt in haar memorie van antwoord aan de Eerste Kamer omtrent de algemeene beschouwingen over de rijks- begrooting mede, dat de gewijzigde voor zieningen inzake de Defensieverboden ge reed zijn en dat de daartoe strekkende voorstellen aanhangig zijn bij de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken. HET NIEUWE MATERIEEL VOOR DE ZEEMACHT. De voornemens ten aanzien van het verstrekken van bouwopdrachten. Zooals gemeld heeft de minister van de- efnsie onlangs ten aanzien van het nieuwe materieel voor de Zeemacht reeds mede gedeeld, dat de meeste schepen hier te lan de zullen worden gebouwd. Voor de twee torpedojagers toegestaan op de begrooting 1937 kunnen bereids bouw opdrachten worden verstrekt. Het zou, naar men ons meldt, in het voornemen liggen deze twee schepen te doen bouwen bij de Koninklijke Maatschappij de Schelde te Vlissingen. Voor het geven van opdrachten voor den bouw van de marinevaartuigen waarvan eerste termijnen worden aangevraagd op de begrooting 1938 dient uiteraard te wor den gewacht totdat deze begrooting wet is geworden. De voornemens ten aanzien van het verstrekken van de bouwopdrachten schijnen echter al vasteren vorm te heb ben aangenomen, mede in verband met het feit, dat voor tijdige reserveering van mate riaal en hellingen snelle voorbereiding van de plannen noodig is. In dit stadium kunnen de voorloopige voornemens voor de verdeeling van de ver dere bouwopdrachten als volgt worden om schreven; de twee torpedojagers 1938 voor de Rot- terdamsche Droogdokmaatschappij; van de zeven onderzeebooten: twee voor de Kon. Maatschappij De Schelde, drie voor de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij en twee voor de maatschappij Wilton- Feyenoord. De tweede flottieljeleider, waarvan ook op de begrooting 1938 de eerste termijn is aangevraagd, voor de Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij te Amsterdam. Wat den nieuwen kruiser betreft, zou het voornemen bestaan deze bij de maatschap pij Wilton-Feyenoord te bestellen, de ma chinekamer-installatie echter bij de Ka- ninklijke Maatschappij De Schelde. Op de Amsterdamsche tram honderd millioen passagiers. Naar het „Hbld." verneemt, heeft het aantal passagiers der gemeentetram in het afgeloopen jaar in ronde cijfers 100.000.000 bedragen tegen 94.700.000 in 1936. De opbrengst bedroeg in 1937 8.300.000 tegen ƒ8.008.000 het jaar tevoren. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Nieuwjaarsboodschap van Roosevelt. (2de blad). Italië ontstemd over de Britsche uit zending in het Arabisch. (2de blad). Hevig tumnlt in het Egyptische parle ment. (2de blad). Binnenland De gezondheidstoestand van Prins Bern hard gaat goed vooruit, (1ste blad). Reünie oud-leerlingen Landbouwwinter- school te Voorhout. (3de blad). Het „Katholiek Comité van Actie V oor God" schrijft ons Dank zij het Bijzonder Onderwijs hebben velen een katholieke op voeding -ekregen, maar ook voor velen gaan de vruchte~ "in deze opvoeding in later leven weer verloren. Zeker, aan de jeugd werd de catechismus geleerd, maar hij werd vaak zielloos ge memoreerd. Wij moeten het ge loof levend maken, de jeugc* in de ziel grijpen. Dat is veelal het ge brek van het onderwijs. Daarom wijst de Paus *r met zcoveel na druk op, dat wij moeten werken aan de ve breeding van een leven de kennis dei waarheid. Prof. Dr. J. Kors O.P. DR. J. SMULDERS JUBILEERT. Tevens afscheid van Huize „Assisië" to Udenhout. Op Nieuwjaarsdag was het 25 jaar gele den, dat de bekende arts J. N. J. Smulden het ambt aanvaardde van geneesheer-di recteur van het zwakzinnigengesticht huize „Assisië" te Udenhout (N.B.). Daar hij 1 Februari wegens de leeftijds grens dit ambt zal neerleggen, zal de vie ring van het jubilé op 13 Januari tevens de beteekenis van een afscheid krijgen. Directeur Hoogere Marinekrijgsschool Luitenant ter Zee der le klasse F. S. W. de Ronde, zal binnenkort eervol worden ontheven van zijn functie van waarnemend directeur der Hoogere Marinekrijgsschool, doch als leeraar aan die inrichting ver bonden blijven. Kapitein ter Zee C. E. L. Helfrich zal dan worden benoemd tot directeur. „N. R. Crt.H Dr. Colijn hersteld. De minister-president, dr. H. Colijn, heeft Maandag na zijn ongesteldheid zijn ambts bezigheden hervat en heeft Maandagmid dag de vergadering van den ministerraad gepresideerd. Biggenmerken. Het aantal aangebrachte biggenmerken bedroeg in de week van 20 tot 25 Decem ber 1937: 33298 (vorig jaar 22.416). Van de toekenning 1937 zgn van 1 Ja nuari tot 25 December in totaal aange bracht 1810179 (v.j. 2077650) merken. In 1937 werden 6 pet. min<ier biggen merken toegekend dan het jaar daarvoor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1