Zalig Nieuwjaar! door Oom Wim. Zoo staan we dan weer aan den voor avond van een nieuw jaar. En op den drempel van dat nieuwe jaar. dat een aanvang gaat nemen, schouwen we terug in het verleden en blikken we vooruit in een toekomst, waarvan we al leen met zekerheid kunnen zeggen, dat die tijden komen zullen, maar door te dringen door dien geheimzinnigen sluier, die 's menschen oog niet doordringen laat, gaat niet. De toekomst ligt verborgen voor 's menschen verstand. Wij kunnen alleen wenschen en hopen, zonder meer. Wen- schen, Gat de goede God ons zegene; zege- ne in onze gezondheid; onzen werkkring; onzen arbeid; zegene ook de velen, die ons het naast staan en voor wie wij verplicht zijn te bidden. En die naasten zijn: onze ouders, onze familie, onze meesters, onze vrienden en bekenden. Kijk, voor die allen, moeten we bidden, veel en dagelijks. Zij toch hebben recht op onze wenschen voor 't jaar, dat beginnen gaat. En zoo aleen kunnen we onze dankbaarheid be- toonen. Vergeet dat niet! Vergeet vooral uw ouders niet op dezen dag! Nooit zult ge kunnen vergelden, wat uw ouders voor u doen en hebben gedaan. Vraag den goeden God, dat Hü, de Uitgever van alle goeds, hen zegene in hunne tijdelijke en eeuwige belangen.. Hun geluk is ook uw geluk, zoo als hun verdriet, uw verdriet is. Vergeet ook uw meesters niet! Welke opofferingen getroosten zij dagelijks zich niet, om u te leeren, wat goed is en kwaad; te leeren, wat noodig is voor nu en later; te leeren in een woord om later in de maatschappij een behoorlijke plaats in te nemen en dan van dat leeren de vruchten te plukken. Zij verdienen uw dankbaar heid, uw liefde, uw gebed, uw zegenwen- wenschen duLbt1 en dwars. Vergeet ook uw kennissen niet. Allen, met wie wij omgaan, moeten op dezen eersten dag van het jaar dat komen gaat, in ons gebed, onze gelukwenschen en „Za lig Nieuwjaar" kunnen rekenen, zelfs.... onze vijanden, die we van harte vergeven moeten op een dag, als deze. En dan? Ik zei het reeds bij het begin. We schouwen ook terug in het verleden en we zien ons daar staan met onze goede voornemens en trots die voornemens van een jaar terug, zien we ons staan met onze tekortkomingen, fouten en gebreken. En die tekortkomingen, fouten en gebre ken gaan we in dit jaar eens veranderen. We beloven ons te beteren; wie niet ge hoorzaamde aan vader en moeder of aan meester in school, hij trachte deze fout te herstellen. ,Wie trouw te laat kwam, in school, in de kerk, bij het ontbijt hij sta eens vroeger op en zorge bijtijds te zijn; lang slapers zijn ook de suffers in de school en de tragen in de kerk. En zoo make ieder uwer nu eens het voornemen voor 1938 om beter te wor den, tot groote vreugde der ouders in huis en tot voldoening der meesters in school en vooral en bovenal ter eere van het Kindje Jezus,, dat op de wereld kwam om onzë zonden te vergeven en den he mel te openen. Gaan we zoo dit jaar in, dan zal 38 ze ker een „Zalig Nieuwjaar" voor u allen worden. En nu nog een speciaal woord van mij als jullie leider van ons „Hoekje". Ik dank u allen, die mij weerom steun en hulp boden om ons werk te maken tot wat het is „gewaardeerd door groot en klein Dat het zoo blijve, ook voor 1938! God zegene u en uw ouders! „Zalig Nieuwjaar!" Zalig Nieuwjaar door Sisca en Plet Homan- Wij zijn geen groote menschen, Toch komen wij nieuwjaar wenschen. Eerst aan Oom Wim, die wenschen we met elkaar Een massa nieuwe neefjes, nichtjes erbij dit jaar. Oom Wim, de beste wenschen, veel heil en zegen En voorspoed nog, Blijf nog menig jaar onze goede Oom, Dan gaat het Hoekje reusachtig toch. Al de neefjes en nichtjes vhn de kinder krant, Geven we in gedachte een stevige hand; Blijven jullie allen nog veel raden en schrijven, Dan zal ons Hoekje in eere blijven. En ieder, die geregeld ons beste pogen leest, Van harte een prettig en vroolijk Nieuwjaarsfeest. Tot slot, ja dat zegt eigenlijk onze Moe, Wenschen we ook de Directie onze beste wenschen toe. En nu allen zijn voldaan, Kunnen wij gerust huistoe gaan. Mijn wenSch door tante Marie. Het oude jaar is heen gegaan, Het nieuwe staat al klaar. Laat dan dit nieuwe voor u zijn, Een goed, een „zalig" jaar! Ja. dat dit jaar voor allen zij Vror groot zoowel als klein, Gezegend tot den laatsten dag, Vol louter zonneschijn. Blijf iederen dag ook braaf en goed En houd je hartje rein! Dan wil de goede Jezus ook, Als vriendje bij u zijn. Wees sterk in leed, al drukt het zwaar, En blij in 's levensvreugd, Bid daag'lijks tot den goeden God Om kracht, om moed, om deugd. Wees braaf en lief voor iedereen: Het zonnetje in huis. Dan zal Gods liefde geven u Steeds kracht na ieder kruis. En u oom Wim, ontvang den dank Van uwe lezersschaar. Voor alles, wat u deed en doet Voor groot en klein, ziedaar! Blijf lang nog onze goeie Wim Blijf fiks en frisch van geest, Tot heil van ied're neef en nicht, U roemend om 't meest! Zalig Nieuwjaar door Cor van Diest 't Is traditie, zeer te prijzen Dat men op d' eersten dag van 't jaar, 't jaar, Elkaar begroet met zegenwenschen Dus begin ik ook maar. Oom Wim, laat ik eerst nu met u beginnen, U danken voor alles wat u voor ons deed, Wel zwaar moet deze taak toch wezen, om weg te corrigeeren Wat, voor ons hoekje, bij u in de brieven bus gleed! Daarom hartedijk dank uit naam van geheel de jeugd, Blijf nog menig jaar bij ons, tot aller vreugd. En als ik dan mijn wenschen uit ga deelen En hoop dat dit jaar oprecht gelukkig en zegenrijk mag wezen, Dan eerst onze goede oom Wim; alsmede de directie! Die ons gelukkig maakte met prijzen, j reuzefijn! Wie al eens bofte, die een prijs werd toegekend Weet wel dat zij ons ten zeerste verwent! Dan nog een zalig Nieuwjaar toegewenscht aan geheeel de lezersschaar, Medewerkers, lezers groot en klein, jeugd en ouders, allen met elkaar. Dat 't medewerkersaantal steeds groeien zal Is onze vurigste wensch bovenal. En als ik dan niemand ben vergeten, Heb ik me van mijn taak gekweten. Nu tot besluit, dit moet me nog van 't gemoed Dank voor alle wenschen, die u allen mij toekomen doet. Zalig Nieuwjaar door Anny van Diest 'n Jaar ging heen; 'n jaar kwam weer En rusteloos gaat 't al maar door: Vooruit, vooruit, niet achterwaarts meer zien Dat niets 't rusteloos snellen verstoor' Waarheen? Waarheen brengt ons de tijd, die zonder rust, Ons steeds weer verder voert, en wentelt als om strijd? Weet gij dat niet, 't regelmatig tik-tak van de klok Zegt 't u: gij reist naar d'eeuwigheid! 'n Jaar kwam, en zond 't andere heen Begraven in vergetelheid. Wat brengt ons 't nieuwe jaar? Is 't voor spoed? Geluk? Of houdt "t verborgen rampspoed? Narigheid en druk? Kom, Iaat ons niet zwartgallig zyn, op dezen blijden morgen. Wenschen we elkaar oprecht geluk. Dat 't ons goed mag gaan! Trachten we 't elkander naar den zin te maken Dan breekt een recht gelukkig jaar voor ons weer aan. Dan zal ons geen tegenvaller deren, Geen onheil ons terneder slaan. Kloek en moedig verder, zonder mopperen, Aan 't eind de zoete rust: „we hebben ons best gedaan". Nieuwjaar, nieuwe beloften! door Anton Rocls. De nieuwe scheurkalender hangt Reeds aan den muur te pralen, We tellen op één enk'le hand: Het is nog zóóveel malen, Eer 't winterzonnetje haar schijn In 't nieuwe jaar laat vallen.... En.... zullen wij nu nog wel Op onszelf tevreden zijn? Wanneer 'n nieuw jaar komen ging, Dan gingen wij beloven, Dat wij ons in de toekomst eens Eens extra uit gaan sloven! Maar in den loop van 't nieuwe jaar Vergaten wij die plannen En bleef het bij het oude.... Dit droevig feit is waar! Dit jaar is weer voorbijgegaan, We volgen in gedachten De dingen, die de dagen ons Met vreugd' en droefheid brachten: We deden wel eens niet ons best, We waren lui en nukkig, Dat' maakte Ma verdrietig, En Vader boos.... je kent de rest....! Maar.... dat is allemaal voorbij, Pa is ons kwaad vergeten En onze goede, lieve Ma Wil heusch niets anders weten Dan dat zij lieve kind'ren heeft We zullen ernaar leven, Dat maakt haar d iep-gelukkig, Terwijl het ons voldoening geeft! er een pakje waar zijn of haar naam op stond. Vader kreeg een paar wollen sok ken, Moeder een warme sjaal en Trees je een borduurdoos. Paultje en Jopie hadden leder een blokkendoos gehad, waar ze wat blij mee waren. Nadat ze nog wat versjes vóór het stalletje zongen, gingen Vader en Moeder zich aankleeden voor de Mis. Dan mochten Trees en de broertjes heelemaal alleen thuisblijven. Toen Vader en Moe der thuis kwamen, moest Treesje nog naar de H. Mis. En toen ze thuis kwam begon, volgens Paul en Jopie, het fijnste, en dat was eten. Heerlijke krentebroodjes en dan nog een beschuitje met rose en witte muis jes, wat eigenlijk het heerlijkste was, Toen ze gegeten hadden, gingen ze nog een paar mooie liedjes zingen. Zoo hebben ze een heerlijk Kerstfeest doorgebracht en 's avonds droomden drie lieve kinderen van het Kerstkindje en een heerlijke Kerstdag. Kerstmijmerlng door Anny van Diest, O Jezus-zoet, was 't U niet bitter koud In dien armen stal? Ik zie de kieren en de scheuren in de wand. Hoe tochtig en koud is 't wel ten allen kant? En toch en toch onder jub'lend Eng*lenkoor, Werd Gij in dezen schaam'len stal geboren. O, Koning van 't Heelal! Jezuke, hoe trillen uw verkleumde handjes; Uw voetekens Tillen van de kou; 'n Traantje glinstert In uw reine oogjes O, hoe gaarne ik U wat warmen wou! Hoe dringt de snerpende, schrijnende koude Tot u, arm Wichtje door! O Kindeke voor ons zoo arm geboren, Dat Uw offer niet voor mij nu zij verloren! O Kindeke, zoo arm, zoo klein Wil toch mijn Redder zijn! Kerstnacht door Dlederlk. O, Kerstfeest schoon, dat wij herdenken gaan. Het feest voor heel de Christenheid op aarde, Gods Zoon geboren, dus van groote waarde, Vooral nu in ons moeilijk aardsch bestaan. O, Kerstnacht mooi, zoo vol van hartedrang. De klokken luiden; haar senore klanken Vervullen alle menschen, brengend danke Aan Hem, den Koning; 't klinkt als jubelzang! O, Kerstnacht stille, prachtvol; uw luister Dring door tot 't eenvoudig en liefdvol hart. Van hem ook, die leven in armoe en smart! 'n Sterre schijnt felle, verlichtend 't duister. In Kerstnacht brenge de menschheid Hem eer, Herdenke dan God, Hij alleen heeft de macht, Geboren in eenvoud, zooals werd verwacht. Ja Jezus is groot, hem minnen wij teer! In Kerstnacht gekomen, 't Kindeke klein. Een voorbeeld voor ons, w'aanbidden het stille; Breng vrede op aarde, breng die ter Wille Om ons, Uw liefde Is groot en zoo rein! Tola pulchra os, Maria. door Cor van Diest. Uw oogen, Moeder, zacht en blauw als frissche bloemen Houdt ge ootmoedig nêergeslagen; Uw hoofd, rein en blank in held're pracht Zal 'n krone van flonk'lende sterren dragen. Uit stralend, verblindend zonnelicht Is uw heerlijk gewaad geweven. Smetloos staat Gij voor Gods aangezicht Uw ziel tot den Heer verheven. Aan uw voeten glanst verlichtend hel De maan met heur zilveren stralen Edoch, al is haar schoonheid rein Bij uw schoonheid kan zij 't toch niet halen. God maakte U tot Moeder van Zijn Zoon, O gebenedijdste aller vrouwen. Zoo heerlijk schoon is uw reinheid Moederlief Dat God zelf U wilde aanschouwen. O Moedermijn, o smetlooze Maagd, Koninginne, hoog boven ons verheven; Wij bidden U, op uw feestdag, help ons toch Bescherm ons: opdat wij voor Jezus zullen leven! KLEIN VOGELEIN. door Dlederlk. Klein vogelein op groene tak, Wat zingt gij blij uw lied; Zoo is het in den zomer steeds, Maar in den winter niet. Als blaast een gure Oostenwind, Die snijdend is en koud; Een dikke sneeuwlaag aard' bedekt, Dan Is het stil in 't woud. Dan zit het kleine vogelein Verdrietig op een tak, Met kopje in de veerenpracht, Is niets op zijn gemak. En water, ja, dat is er niet, Bevroren sloot en gracht, Geen voedsel is te vinden haast Door Koning Winter-macht. Dit lieve kleine vogelein Heeft 't in den winter hard, Wij zeiden dit hierboven reeds; „Ook vogels kennen smart." Doch waar een wil is, is een weg. Helpt hen aan voedsel, brood, Bedenk toch, als men daaraan helpt Redt gij hen van den dood. Dan zal het lieve vogelein, Als voorjaar komt in 't land. Weer zingen blij en schoon zijn lied. Ter uwer eer en dank! En als hun blij gekwinkeleer Verkondt de maand van Mei, Dan jubelen wij met hen mee: „De winter is voorbij!" U vraagt? 1. Zijn er veel Joden op de wereld? 2. En hoeveel Roomsch-Katholieken dan? 3. Hoeveel Katholieken zouden er in Den Haag wonen? 4. En hoeveel wel in de Vereenlgde Staten van Noord-Amerika? 5. En in het Britsche Rijk? 6. Is „donderjagen" wel een Hollandsch woord? 7. Ik las in de krant: dixl! Wat ls dat? 8. Vader las in de Leidsche Courant „non bis in idem" en vraagt wat dit be- teekent. Wil antwoorden. 1 Niet veel. Er zijn, verspreid over de hcele wereld, nog 16.140.000 Joden. 2. Roomsch-Katholieken 331.500.000. 3. Reken maar uit! Den Haag telt 470.000 inwoners, hiervan zijn 28 pet. Ka tholieken. 4. In de Vereenigde Staten van Noord- Amerika ruim 20,5 millioen. 5. In Engeland 7 millioen. In het Brit sche Rijk ruim 18,5 millioen. 6. Zeker! Wat dacht je dan? Het betee- kent: plagen, iemand het lastig maken. Denkt er aan, men zegt: ik heb gedonder jaagd. Denk er ook aan: beschaafde men- scl en gebruiken dergelijke woorden niet 7. Dat wil zeggen: „ik heb gezegd". Dlxi is latijn. 8. Dit is latijn en beteekent: dat is niet vatbaar voor herhaling; of, dat kan geen tweemaal achtereen gebeuren; of, een ezel stoot zich geen tweemaal aan denzelfden steen. Oom WIM. Een aardigheid|e. Van een mijner nichtjes krijg ik eenige leuke zinnen gestuurd, waarin twee ge lijke woorden voorkomen met verschillen de beteekenis. Wie dit lijstje kan aanvullen, hij sture me die zinnen even toe. 1. „Ik wou naar Hindeloopen loopen, en naar Gilze Rijen rijen en ik kwam in Utrecht t(e)recht". 2. Wat een weer weer is het vandaag". 3. „Je waait haast van den weg weg". 4. „Er was bij dat groepje insecten geen enkele bij bij". 5. „Ik kroop onder de deur deur (voor door)". Wie volgt? Oom WIM. (VOOR DE KLEINEN). Een heerlijke Kerstdag door Annie Heemskerk. In een klein, verafgelegen huisje woon de Treesje v. d. Voort met haar ouders en twee broertjes, Paultje en Jopie. Treesje was een flink kind. Ze hielp thuis, alsof ze een echt moedertje was. Vooral voor Paul en Jopie was ze een moedertje in 't klein. Als ze uit school kwam ging ze re gelrecht naar de bewaarschool om de kleintjes af te halen. Dan liep ze parman tig over straat met aan iedere hand een broertje. Ze vertelde onderweg mooie verhaaltjes over het Lieve Kerstkindje, die bij brave kinderen speelgoed of snoep bracht. Nog éen dag en dan was het Kerstmis. Dan zou het Kerstkindje cp a.arde ko men en bij brave menschen geschenken brengen. Ook bij Treesje thuis hing de kerstboom vol met pakjes. Voor ieder hing Wie zijn Jarig? Van 31 Dec. tot en met 6 Januari. 31 Dec. Jan van Schie, de Zijl D 17 War mond. 31 Dec. Jos. van Noort, Hoogewoerd 122. 31 Dec. Henny Tuynman, Seringestr. 65a. 31 Dec. Gerard van Bennekom, Rijndijk 364,H'woude. 31 Dec. Toppie Staats, Hoogl. Kerkgr. 3. 31 Dec. Hennie Kuiken, Oude Rijnz.weg4, Oegstgeest. 31 Dec. Janny Overdijk, Lange^r. 248. 1 Jan. Kees Mooyman, Wilsveen 11, Leid- achendam. 1 Jan. Piet v. d. Geer, Lammeschansw. 74. 1 Jan. Leo Ammerlaan, Thorbeckestr. 1 Jan. Theo Rodenburg, Zijde 204, Bos koop. 1 Jan. Cik Groenewegen, O. Rijn 54. 1 Jan. Tin us v. Dam. Oosthavenstr. 5. 1 Jan. Wim Wesselingh, waar? 2 Jan. Bernard Hunck, Gerrit Douetr. 2a. 2 Jan. Abraham Schouten, Staalm.str. 29. 3 Jan. Corrie Bakker, Celebesstr. 21. 3 Jan. Catha. Veldhoven, Rijndijwstr. 76. 3 Jan. Piet Peterman, Pioenstr. 14. 3 Jan. Willy Pley, v. d. Waalstr. 7. 4 Jan. Paul Verbrugge, v. Bemmelenstr. 2. 4 Jan. Piet Rippe, Breestr. 106. 4 Jan. Marietje v. d. Vlugt, Ter Aar C 151. 4 Jan. Jan v. d. Stok, Doezastr. 21a. 4 Jan. Jo v. d. Voorn, Kooipark, Hoog- made. 4 Jan. Sjaantje Bontje, Z. E. R'Veen. 4 Jan. Piet Kors, Poell. 73, Lisse. 5 Jan. Jan Heetvelt, Anna v. Saksenstr. 8. 5 Jan. Ria Deckers, Dorpsstr. 84, Z'woude. 5 Jan. Simon v. d. Willik, Rijpwetenng D 32. 5 Jan. Corrie Zoet, O.-Wetering. 5 Jan. Gerrit v. d. Akker, Miening, Zoe- terwoude. 5 Jan. Rika Pekelhof, Voorstr. 281, Nieuw- veen. 6 Jan. Gretha v. d. Voort, Morschweg 83. 0 Jan. Gerardientje v. Schooten, Noord- wijk (b.) 6 Jan. Hein Schrandt, Lammeschansw. 7. 6 Jan. Arie v. Mil, Garenmarkt 16. 6 Jan. Cor Simmerman, Pr. Hendrikstr. 74. Alphen. 6 Jan. Lien v. Vooren, Jan v. Houtkade E 46. 6 Jan. Gerard de Rijk, Ter Aar C 165. 6 Jan. Joke Walebkamp, Rijnsb.weg 43. Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam in deze lijst wil opgenomen zien, schrijve me minstens 14 dagen vóór den verjaardag. Wie bij het ver laten der school afgevoerd wil worden, schrijve me eveneens 14 dagen voor dien dag. En eveneens verwacht ik bericht bij ver andering van woonplaats, straat, huisnum mer of wanneer soms een fout in naam of voornaam is ingeslopen. Oom WIM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 31