Ingediend is een Ontwerp- Kinderbijslagwet 29ste Jaargang VRIJDAG 24 DECEMBER 1937 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHI 32, LEIDEN KlNDIE'S feest Alle loontrekkenden vallen er onder. No. 8913 S)eCc4clóclicSoi4^ant DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bi) vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent Der weekJ 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 1 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnè's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103093, POSTBUS No. U DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES "an ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 Morgen, Hoogfeest van Kerst mis, zal „De Leidsche Courant" niet verschijnen. Laat vandaag de klokken aan 't luiden «laan, de duizenden kljkken van ons land, de millioenen klokken over de wereld heen. De gewichtige patriarchen uit de torens on zer kathedralen moeten hun gonzende gol ven over de daken stuwen, de heldere kle pelaars uit de dakruiters onzer klooster kerken moeten dansend steigeren, de ca rillons moeten jubelend spelen. Op het machtige spel van de klokken zullen de kinderen komen. Ze moeten ook komen, allemaal. Ze moeten in drommen de huizen verlaten, ze moeten onafzienbare stoeten vormen. De pop mag mee en de bouwdoos, Teddy-beer en Mickey-mouse, de ballen en knikkers en tollen, de spoor treinen en de autotjes en alles wat Sint Nicolaas heeft uitgedacht. Het wordt een stoet, die de wereld om spant De handjes moeten stevig in elkan der liggen en de oudere zusjes zullen be hoedzaam als moedertjes over de kleintjes waken. Vergeet de boterhammen niet, met jam en suikermuisjes en steek ze allen een blozende appel in den zak. Boven hen uit zullen de Engelen zweven, een hemelsch legioen; hun liefde zal zijn als een sterke, beschermende hand. Het wordt de pelgrimstocht der onschuld, de pelgrimstocht der klare, eerlijke kij kers, vol zuivere ernst en stralende vreug de. En zingen moeten ze, die weeke, dunne kinderstemmetjes, ongeschoold, maar zoo onuitsprekelijk lief, zonder gemaaktheid of bedrog. Alle wegen der aarde moeten vandaag vol kinderen zijn, want ze moeten uit alle landen samenkomen. De negertjes moeten er zijn, zoo goed als de Europeaantjes, de kinderen uit Noord- en Zuid-Amerika. Ze moeten een ster over de aarde trekken, om dat alle wegen op één punt elkander ont moeten, de sterretocht der kinderen, de eter der onschuld, de ster der hoop, de ster, die het symbool van vrede en ver zoening is. In Bethlehem zullen ze samenstromen, de velden roncf den stal zullen een zee van kinderen zijn, goudblonde, zwarte en roo- de kopjes, blauwe en donkere oogen, maar overal hetzelfde licht, dezelfde onschuld, hetzelfde geluk, dezelfde verloste juich kreet, de onvertroebelde vreugde. Dan zal Maria naar buiten komen, zy draagt haar Kindje koesterend in haar ar men; dan heft zij het hoog in de lucht. En uit de millioenen kindermonden zal een jubel geboren worden, zoo zuiver, zoo blank zoo onververvalscht, als de aarde r.og nim mer kende. Zwaaien zullen ze in onge kunsteld gebaar met hun speelgoed en hun bonte mutsen, maar dan ook eerbiedig op hun knietjes vallen. Want, o wonder, God is een Kindje ge worden! Broeders, wij moeten vandaag wel stil staan bij de beschouwing van dit mysterie. Wanneer we het een oogenblik doorgron den, staan we verbijsterd. Wij, de ver standige menschen zijn geneigd te vragen: waarom is Hij dan niet plotseling ver schenen nis een grootsch, triomfantelijk heerscher, een koning in goudbestikte ge waden, met gouden rijksstaf en diadeem? Of als een verheven wijze, omhangen met de philosophenmantel, onmiddellijk im poneerend door den verheven zin van zijn woorden en het rustig beheerscht-zijn van zyn gebaar? Of misschien als de vorste lijke herdersknaap uit de Catacomben, die het lammetje op zijn lenige schouders draagt, slankt en liefelijk als een bloem op het veld? Waarom juist dit, een kindje, nietig en zonder kracht,? Ziet het daar liggen, slui merend in zijn doekjes, de heel dunne ro zige vingertjes saamgeknepen tot vuistjes zoo groot als een kers. Er is de rust van het gestage ademhalen; de Moeder is er om heen als een burcht van liefde en zorg. Groote God, hoe zijt ge zóó klein geworden! Maar wij moeten het goed beseffen; ook dit had goddelyken zin. Wij moeten er zelfs van verzekerd zijn, dat God's werken een rijker zin verbergen, naarmate ze ons meer tegenstrijdig lijken. Waarom wilde God een Kindje zijn? Hij wilde al onze gestalten dragen en zoo heeft Hij ook de gestalte van het kindje niet versmaad, omdat in elk van die gestalten iets van Zijn beeld weerspiegeld ligt. Iedere menschenleeftijd is op bijzondere wijze het beeld van God. Uit den grijsaard straalt ons de bezonken wijsheid tegen van Hem, Die de Oude van dagen genoemd wordt. De man openbaart ons het beeld van zijn ongebroken kracht Maar in het kind zien wij in glanzenden luister God's onschuld weerkaatst. Ja, de onschuld van het kind is een uitstraling van de Onschuld van God. Het is noodig, dat wij ons daar aandachtig in verdiepen. Wij denken ons God het liefst als de Al machtige, de Verhevene, de ongeschapen Wijsheid; heeft ooit de gedachte tot ons hart gesproken, dat God in hoogsten graad de Onschuldige is? Dat Hij in waarheid is zooals de bloemen en de vogeltjes en de kindertjes zijn? Ziet. daarom wilde God een Kindje wor den. De gestalte van den grijsaard heeft Hij in zijn aardsche omzwerving rooit ge dragen, misschien omdat Hij daarin voor al een weerspiegeling van den Vader zag. Maar de gestalte van het kind-zijn heeft Hij niet willen missen. En daarom moeten wij Hem telkenjare weer als een Kindje zien. Dat is de les van dezen dag: het maakt ons aandachtig voor de waarde van het kind. Het kind. dat kleine, teedere Gods beeld, dat de Onschuld van God's wezen als een spiegel door de wereld draagt. Wij moeten er veel uit leeren. Het is, alsof ons vandaag wordt toegeroe pen: hebt het kind lief, want het is een spiegel van God. Er zijn er velen thans, die de liefde voor het kind verloochend hebben. Verveelde, opgeblazen, mondaine dames en heeren, die je hartelijk zouden danken, om met kinderen te zitten opge scheept. Zij hebben waarachtig wel wat an ders te doen. Zij moeten immers aan zich zeiven denken! Zij behooren tot het godde loos geslacht, waarvan Paulus getuigde, dat ze hun blik tot God herheven hebben. Hartelooze, egoïstische wezens, die den zin van het leven niet meer kennen, maar wier leven dan ook een afschuwelijke leugen, een hopelooze leegte, een aaneenschake ling van migraine en lusteloosheid is. Mocht het wonder mogelijk zijn, dat ze zich op Bethlehem bezinnen dorsten! Van Bethlehem uit moet de wereld voor de Liefde tot het kind gewonnen worden. Niet voor die sentimenteele kinderliefde, zooals we ze by ontwortelde modernelin- gen zoo dikwijls vinden, een caricatuur van de ware kinderliefde, die van de kinderen kleine tyrannen maakt, onbeheerscht en onbestuurd, waar niemand zeggingschap over heeft en die nog slechts met lekkers en speelgoed gepaaid kunnen worden. Maar de liefde van echte menschen in heel den vollen, rijken, levenswarmen zin van dat woord, menschen, die hun kindertjes met vreugde als Godsgeschenken ontvangen, sterk in de onverwoestbare hoop, dat God wel helpen zal, voor wie die kindertjes een hemelsche weelde zijn, waarvoor ze met liefde de zorg willen dragen, wezentjes van Gods geslacht, die ze slechts ontvan gen hebben, om ze terug te schenken aan Hem. Niet het gevoel heeft in hun opvoe ding de leiding al is hun leven rijker aan zuiver gevoel, juist omdat ze het ge voel op z'n juiste plaats hebben terugge bracht maar ze leiden hun kindertjes met verstandige liefde, die weet te geven, maar ook te nemen. Zoo geven ze hen in 't leven waarden mee, die ze tot in de eeuwigheid met dankbare liefde vervullen zal. Er is nog meer, wat Bethlehem ons lee ren moet. Het leert ons ook eerbied voor de onschuld van het kind, het maakt ons het dreigende woord van Hem, Die in Beth- TOESLAG BEGINT BIJ DERDE KIND ONDER DE 15 JAAR Zooals dezer dagen is gemeld, heeft de Minister van Sociale Zaken bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt een voorontwerp van wet houdende regelen in zake kinderbijslagverzekering. Aan de toelichting tot het ontwerp ont leen en wij het volgende: Om redenen van practischen aard heeft de minister zich, bij het ont werpen der onderhavige regeling, voorshands beperkt tot de groep der loontrekkenden. Voor deze ca tegorie van personen intusschen be doelt het wetsontwerp te geven een algemeen geldende regeling, waar aan ter zake van de verstrekking van kinderbijslag ten minste moet worden voldaan en waarop door het economisch-sociale leven be- drijfswijze kan worden voortge bouwd. Bij de vaststelling van den inhoud dezer algemeen geldende regeling is uitgegaan van de omstandigheid, dat de feitelijke loonbepaling ten onzent voor het grootste deel der loontrekkenden geen rekening houdt met verschillen in den omvang van het gezin, hetwelk voor het levensonder houd op het loon van den kostwinner is aangewezen. Zooals dit loon wordt bepaald, moet het derhalve geacht worden berekend te zijn op de basis van de bestaansmoge lijkheid van een gezin van feitelijk-gemid- delde grootte. Bij dit gegeven van het eco- nomisch-sociale leven aansluitend, beoogt het wetsontwerp een grondslag te leggen voor een meer rechtvaardige verdeeling van het totale bedrag, dat wordt verloond, door met name verplichtend te stellen, dat bij de loonbepaling van hen, wier gezin den feitelijk-gemiddelden omvang over treft, met de daarmee samenhangende grootere lasten wordt rekening gehouden. Naar het oordeel van den minister wordt de algemeene doorvoering van dit begin sel door het gemeene welzijn gevorderd. Dat welzijn toch brengt mede. dat de rede lik- en zedelijk-handelende mensch, die voor het levensonderhoud van zich en de zijnen aangewezen is op zijn arbeidskracht, iri de algemeene organisatie der loonvor ming niet een belemmering ontmoet tot het voldoen aan zijn recht op vorming van een gezin naar de wetten der natuur en aan zijn plicht tot onderhoud van het aldus door hem gevormde gezin. Maar niet alleen uit het oogpunt van de levensrechten en de levensplichten van het individu vordert het gemeene welzijn, cat bij de loon-bepaling met den kinder zegen wordt rekening gehouden. Even zeer stelt het algemeen belang hier zijn eischen uit den gezichtshoek der gemeen schap. Immers de gemeenschap is voor haar kiachtig voortbestaan in het algemeen af hankelijk van de natuurlijke ordelijke ont plooiing van het gezinsleven, terwijl in het bijzonder de kinderrijke goed-geregelde ge zinnen voor haar vooruitgang van de groot ste waarde zijn. Ook om deze reden heeft de gemeenschap belang er bij, dat de loon vorming niet zóó geregeld is, dat daardoor degenen, die meer kindei en hebben dan het lehem een Kind was, Indachtig: „Wee den ergernisgever: het ware hem beter, dat hij met een molensteen om den hals in zee geworpen werd!" Het herinnert ons tevens aan de ernstige vermaning, waarin Hij ons de diepste waarde van het kind-zyn heeft blootgelegd: „Als ge niet wordt als een de zer kleinen, zult ge het Rijk der Heme len niet binnengaan." Broeders, dit alles moet vandaag onzen geest in stille overpleinzing gevangen hou den. En laat ons dan buitenmate vreugdig zyn. Want het is Kindje's Feest! Dr. HENRI VAN ROOIJEN, Kruisheer. Zoeterwoude, 24 Déc. "37. feiielijk-gemiddelde getal, materieel zeer ten achter moeten staan bij hun met min der kinderen gezegende standgenooten. Het zou intusschen, zooals voor de hand ligt, tot ongewenschte gevolgen leiden, in dien de individueele werkgever werd be last met het geven van bijslagen aan de in zyn dienst zijnde arbeiders, te verwachten valt dan immers, dat in een aantal geval len arbeiders met groote gezinnen moei lijker werk vinden of, bij inkrimping van personeel, eerder voor ontslag in aanmer king komen. Degenen, in wier belang de maatregel bedoeld was, zöuden juist daar door gedupeerd worden. Zulks kan worden ontgaan door een regeling, waarbij de kosten van alle in een bepaalden tijdsduur verschuldigde kinderbijslagen wor den omgeslagen over alle werk gevers naar evenredigheid van het door hen aan hun arbeiders uitbe taalde loon, zoodat het voor den individueelen werkgever van geen belang is of en hoeveel arbeiders, die aanspraak op kinderbijstag kun nen maken, in zijn dienst werk zaam zijn. Gestreefd is naar een eenvoudigen op zet van de regeling. In het belang van de gewenschte unificatie der sociale verze keringswetten, is op tal van punten nauwe aansluiting gezocht aan de bepalingen van de ziektewet. Het ontwerp kent recht op kinderbijslag toe aan arbeiders, die in dienst zijn van een onderneming of in daarmee gelijkgestelden loondienst. Het ontwerp voorziet niet in de uitkeering Van kinderbijslag, tijdens ver hindering om te werken wegens ziekte, on geval of invaliditeit of tijdens werkloos heid van den arbeider. Het ligt in de be doeling, daarvoor een aanvullende regeling te treffen in de betreffende sociale ver zekeringswetten. Blijkens de artikel 210 van het ontwerp komt de kring van ver zekerde personen in het algemeen overeen met die van de ziektewet. In afwijking van die wet is in het ontwerp echter geen loongrens ge steld, zoodat ook personen, wier loon meer bedraagt dan 3000 gul den per jaar, onder de regeling zullen vallen. Ook zijn niet, als in de ziektewet, van de verzekering uitgezonderd personen, die deel uitmaken van de bemanning van een zeeschip. Indien voor personen, in dienst van een publiekrechtelijk lichaam, een regeling in zake de toekenning van kinderbijslag is getroffen, welke niet ongunstiger is Jbn de wettelijke regeling, kunnen die perso nen van de toepassing der wet worden uit geschakeld. Hetzelfde geldt van personen, ir dienst van de N.V. Nederlandsche Spoor wegen en de Mijnondernemingen in Lim burg. In het ontwerp wordt recht op kinderbijslag toegekend aan den ar beider, die hier te lande zyn woon plaats heeft en wiens gezin meer dan twee kinderen beneden den leeftijd van vyftien jaar telt. Bij slag wordt gegeven voor elk kind, te rekenen van het derde kind, dat den leeftijd van vyftien jaar nog niet bereikt heeft. Onder kinderen worden verstaan wettige, gewettig de aangehuwde kinderen, op den eersten dag van het ingetreden kalenderkwartaal deel uitmakend van het gezin van den arbeider. Het ontwerp bepaalt den bijslag voor elk in aanmerking komend kind op 3 pet. van het dagloon van den arbeider. Voor de vaststelling van den bijslag wordt het dagloon, hetwelk meer dan ƒ8 bedraagt, voor dat meerdere niet medegerekend en wordt het dagloon hetwelK minder dan 3 bedraagt, ge acht 3 te hebben bedragen. De bijslag zal zooveel mogelijk, evenals het loon, per week of per maand worden uitbe taald. Dit nummer beslaat uit zeven bladen, w. o. geïllustreerd Zondagsblad. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Stakingsgolf in Frankrijk. (2de blad). Wordt de Parijehe wereldtentoonstel ling nog heropend? (2de blad). De anti-Britsche propaganda In Italië. (2de blad). Aardbeving in Mexico. (Buitenl. Berich ten, 2de blad). De Japanners dreigen met een strafac tie in Sjantoeng. (2de blad). Binnenland .Ingediend is een wetsontwerp, houdende regeling inzake kindertoeslag. (1ste blad). De collectieve arbeidsovereenkomst in de schoenindustrie is algemeen verbindend verklaard. (2de blad). De Haagsche journalist is nog steeds in gijzeling. (2de blad). De Tweede Kamer met Kerstvacantie. Toespraak van den president mr. Van Schalk. (2de blad). Te Nuland kwam een landbouwers dochter door kolendampvergiftiging om het leven. (i,.o blad). De middelen tot dekking der toe te ken nen kinderbijslagen en der administratie kosten moeten worden opgebracht door de werkgevers naar een premiestelsel. De pre mie zal worden berekend over het totale loohbedrag, dat de onderneming aan haar arbeiders uitkeert, ongeacht of dat loon wordt ontvangen door een ongehuwden dan wel door een gehuwden arbeider, hetzij met of zonder kinderen. Volgens een zeer voorloopige kosten raming zal de verschuldigde premie vermoedelijk bepaald worden op één procent van het loon. Het ontwerp kent geen premieverhaal op de arbeiders. In de uitvoering van de verzekering wordt voorzien door: a. kinderbijslagfonds van bedrijfsraden; b. kinderbijslagfondsen van erkende be- drijfsvereenigingen; c. een Rijkskinderbijslagfonds. De minister is van meening, dat het in de lyn der maatschappelijke ontwikkeling ligt, dat in de eerste plaats aan de be drijfsraden een taak bij de uitvoering der kinderbijslagverzekering wordt toegedacht. Wordt door een bedrijfsraad, met machti ging van de kroon, een kinderbijslagfonds opgericht, dan zijn alle werkgevers in het betrokken bedrijf bij dat fonds aangesloten. Voor zoover geen bedrijfsraden bestaan of deze nog niet in staat zijn het beheer van een kinderbijslagfonds op zich te nemen, zal gebruik kunnen worden gemaakt van het instituut der erkende bedrijfsvereeni- gingen, evenals bij de uitvoering van de ziektewet. Werkgevers, die niet aangesloten zijn by een kinderbijslagfonds van een bedryfsraad en die ook niet toegetreden zijn tot een er kende bedrijfsvereeniging, zijn aangesloten bij het rijkskinderbijslagfonds. Dit fonds zal worden beheerd door het bestuur der rijksverzekeringsbank, terwijl de raden van arbeid als administratieve uitvoeringsor ganen zullen optreden. Na afloop van elk boekjaar vindt vereve ning plaats tusschen de kinderbijslagfond sen der bedrijfsraden en der erkende be drijfsverenigingen en het rijkskinderbij slagfonds. DE LEIDSCHE DUINWATERLEIDING Het officieele bericht. De inspecteur van Domeinen heeft heden namens den Minister aan het be stuur van V. V. V. te Katwyk schrif telijk bericht, dat de Staat der Neder landen geen medewerking wenscht te verleenen aan de uitvoeding der plan nen van de Leidsche Duinwater Mij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 1