De belangen van de boeren en de
middenstanders
RECHTZAKEN
WOENSDAG 22 DECEMBER 1937
UE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
Tweede Kamer
Minister Steenberghe niet bereid tot wette-
maatregelen ter verlichting van vaste lasten
DE BEGROOTING VAN
OECONOMISCHE ZAKEN.
Aan de orde is de begrooting van het de
partement van oeconomische zaken voor
1938 (hoofdstuk X).
Het cadeau-stelsel.
De heer VAN DER PUTT (R.-K.) bepleit
een soepeler verdeeling van de invoerver
gunningen; een terugkeer tot de vrije han
delsbeweging is voorshands niet moge
lijk.
Wat de ordening betreft, deze zal uit de
samenleving moeten groeien. De regeling
zal helpend kunnen optreden, bijv in de
schoenen- en tricotage-industrie zou de re
geering de opgekomen ordeningspogingen
moeten steunen. Spr. bepleit de inschake
ling van den Nijverheidsraad en den Mid-
denstandsraad in belastingvraagstukken.
Goede sociale toestanden bevorderen de sta
biliteit in handel en nijverheid. Spr. ver
heugt zich er over, dat de minister de or
ganische gedachten in het oeconomisch le
ven voorstaat.
Wettelijke maatregelen tegen het cadeau
stelsel zijn noodig. Ook voof de industrie
is het cadeaustelsel nadeelig. Spr. wenscht
een distributieraad, waarin middenstand en
groot-winkelbedrijf elkander kunnen ont
moeten.
De lage landarbeiders-
loonen.
De heer VAN DEN HEUVEL (A.-R.)
merkt op, dat, nu de overheid op allerlei
wijzen het oeconomische leven-beinfluen-
ceert, de minister het oog voor het verschil
in belooning niet sluiten mag. Loonen van
22 cent per uur, zooals in den landbouw
voorkomen, zijn schadelijk voor de volks
welvaart. Het vraagstuk hoort niet onder de
crisiswetgeving maar onder de gewone wet
geving.
Het ingrijpen in het vraagstuk der vaste
lasten zou onrust wekken en is niet aanbe
velenswaardig. Het is evenwel niet juist,
dat middenstand en landbouw van den ver
laagden rentestand in belangrijke mate pro
fiteered
De vaste lasten en de devaluatie.
De heer VAN DER WEIJDEN (R.K.) be
lichtte de wanverhouding tusschen de loo
nen van de stedelijke (industrieele) en van
de landarbeiders. Industrialisatie juicht spr.
van harte toe doch men dient er rekening
mede te houden, dat Nederland-in-zijn-ge-
!heel er niet. mede gebaat is, indien de ar
beiders in de industrie te werk worden ge
steld en b.v. een arbeider in den tuinbouw
uitgestooten zou worden.
Spr. achtte het zeer moeilijk Duitsche ar
beid gelijkelijk uit te wisselen tegen Ne-
derlandsche arbeid, omdat de verplichte
betaling van schulden op de clearing is ge
bracht.
Voorts heeft spr. ten aanzien van de ver
lichting van de vaste lasten een systeem
ontwikkeld, gelijk dit in België wordt in
gevoerd, n.l. de instelling van een cen
trale credietinstelling voor hypothecair cre-
diet, vooral voor degenen, die een hypo
theek op hun goed hebben van 60 tot 100%
van de waarde. Het gevolg van deze hypo-
theeklast is, dat zulke personen geen an
dere hypotheken kunnen krijgen, of an
ders de rente op ieder willekeurig bedrag
kan worden vastgesteld.
Ook bepleitte spr. dat verboden zal wor
den de rentebetaling van het bedrag, dat
hooger is dan de verköop-waarde van het
goed.
Ten slotte merkte spr. op, dat bespreking
van het percentage der devaluatie niet
„taboe" mag worden verklaard, zoodat er
in het parlement niet meer over gesproken
zou kunnen worden.
De heer VAN LIDTH DE JEUDE deelt
niet de vrees, dat deze minister den land
bouw zal achterstellen bij de industrie. Dat
de minister geen deskundige op het gebied
van den landbouw is, is geen bezwaar.
Men weet, dat spr. geen bewonderaar van
vakministers is (gelach). De vraag, of er
een wanverhouding bestaat tusschen de be
looning van agrarischen arbeid en ande
ren arbeid, wordt door spr. bevestigend be
antwoord, doch het vraagstuk is, hoe deze
hoopt dat er een weg zal worden gevon
den, welke zoo weinig mogelijk staatsin-
grijpen in het bedrijfsleven noodig maakt.
Spr. heeft reden te betwijfelen, of de
bondgenooten van den minister wel zoo
vredelievend zijn als deze minister zich uit
drukt. De uitdrukking „versterking van
het handelspolitieke arsenaal" riekt naar
kruitdamp Een uiting van de R.K. Werk
gever bevestigt spr. in die meening. Spr.
is bevreesd voor de hanteering van het
handelspolitieke wapen.
Het „Plan van den Arbeid'*
weer voor den dag gekomen.
De heer VAN GELDEREN (S. D.) zegt,
meer benieuwd te zjjn geweest naar den
nieuwen koers, welke bij het optreden van
deze minister werd verwacht. De sympto
men van een nieuwe depressie zijn, nu de
opwaartsche stoot der depreciatie is uitge
werkt, duidelijk waar te nemen. Het Plan
van den Arbeid heeft nog steeds beteekenis.
Spr. herinnert aan het program van ac
tie 1937 der R.-K. Staatspartij. Verschil
lende antwoorden van den minister zijn
even liberaal als die welke het vorige ka
binet zou kunnen geven. Ook wat de orde
ning betreft ontbreekt een vaste lijn en
heerscht gebrek aan doortastendheid. Moet
men wachten op de samenwerking der on
dernemers?
Boeren-belangen.
De heer WEITKAMP (C.-H.) is er niet
gerust op, dat men boeren de gelegenheid
zal geven de loonen en prijzen op de ba
sis der solidariteit te verhoogen. Tegenover
de ordening staat spr. dan ook sceptisch.
Spr. betreurt het, dat een groot deel van
wat het Nederlandsche volk met groote
moeite voor de instandhouding van het
land- en tuinbouwbedrijf opbrengt weg
vloeit naar het bodemkapitaal. De pach
ten en hypotheekrenten zijn nog steeds te
ihoog. Een algeheele kwijtschelding van
pacht zou het platteland niet kunnen red
den.
De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BOURG (N. S. B.) zegt, dat de ministers
Colijn en Steenberghe vermoedelijk bei
den water in hun wijn hebben gedaan en
nu eendrachtig samenwerken.
In hun mandement, dat Zondag j.l. in de
kerken is voorgelezen, hebben de Bisschop
pen gewezen op den plicht van liefde en
rechtvaardigheid. De minister zal wel goe
den wil hebben, doch hij is een ingenieur
zonder hulpmiddelen. De leiding van één
man is noodig om ons land uit de moei
lijkheden te helpen. In dezen oeconmischeu
oorlog moeten wfj van onze tegenstanders
leeren en ons eveneens in autarkische rich
ting oriënteeren. Er is noodig een opbou
wende ordening onder een straffe leiding.
De tijd is rijp voor staats
bedrijven zegt de heer Van
den Tempel.
De heer VAN DEN TEMPEL (S. D.) on
derschat niet de waarde van het verkennen
de werk voor de industrialisatie dat thans
gescheidt Een krachtig initiatief echter van
den staat zelf is noodig. Men moet niet
wachten op den particulieren ondernemer.
De maatschappij tot industriefinanciering
kan de stichting van bedrijven niet zelf
ter hand nemen.
Bij de ordening, zoolang die vrijwillig is,
zal de wil en het belang der ondernemers
en niet het algemeen belang beslissend
zijn. De staat moet leiding geven.
De mechanisatie in de
sigaren-industrie.
De heer ANDRIESSEN (R.-K.) bespreekt
de mechanisatie in de sigarenindustrie,
waar nog steeds machines worden bijge
plaatst. Er zijn nog vele werkloozen in de
zen bedrijfstak, die door herscholing weer
bruikbare krachten zouden kunnen wor
den. Slechts voor den schijn pogen eenige
werkgevers arbeidskrachten te werven, om
na schijnbare mislukking van die po
gingen, machines aan te schaffen. De vraag,
of er geschikte arbeiders aanwezig zijn, zou
aan een commissie van deskundigen moe
ten worden opgedragen.
Spr. vraagt den minister te overwegen,
de controle op den arbeid in de sigarenin
dustrie te verbeteren. Naar spr. meent, is
er aanleiding, de wet op de- mechanisatie
van de sigarenindustrie ook na 31 Decem
ber 1938 te verlengen. De mensch, instru
ment der productie, is eveneens doel der
productie. Indien de mechanisatie velen
werkloos zou maken, zou de gemeenschap
tegenover hen een alimentatieplicht heb
ben.
De heer BAKKER (C.-H.) maakt in ver-
band met de industrialisatie de opmerking,
dat deze zooveel mogelijk moet plaats heb-
j ben op het platteland, in verband met de
rationalisatie in den landbouw.
De ordening moet nog groeien en men
kan haar eerst later beoordeelen.
De overheid moet hetgeen uit het be
drijfsleven opgekomen is leiden en stimu-
leeren.
De heer EBELS (V. D.) meent, dat bij de
onderhandelingen met het buitenland aan
den tuinbouw de plaats moet worden ge
geven, die hij behoeft.
Bij de oeconomische politiek moet er reij
kening mee worden gehouden, dat in de op
brengst van het boerenbedrijf de belooning
van den arbeid moet zijn begrepen. De re-
geeringsbemoeiing met den landbouw
brengt ook de verantwoordelijkheid mee
voor deze belooning. Door hoogere beloo
ning van agrarischen arbeid wordt gelijk
matiger verdeeling van koopk acht bereikt.
Zelfs indien men aanneemt, dat de crisis
wetgeving tot dit doel niet kan worden
gebruikt, zou de regeering hetzij door wij
ziging van de crisiswetgeving, hetzij door
nieuwe wetgeving naar betere belooning
van den agraricshen arbeid moeten stre
ven.
AVONDVERGADERING.
Voortgezet wordt de behandeling van
hoofdstuk X (oeconomische zaken) der
Rijksbegrooting voor 1938.
Middenstandsbelangen.
De heer SCHILTHUIS (V.D.) vermaant
den minister voorzichtig te zijn bij alle be
moeiingen met het bedrijfsleven, vooral als
het tracht, de kosten van het levensonder
houd op redelijk peil te houden. Hierin zijn
ae woninghuren begrepen, waarbij spr. er
tevens op wijst, hoezeer de eigenaren te
lijden hebben van de vaste lasten. Vrij
willige verlaging van hypotheeklasten is
over het algemeen n.l. niet te verkrijgen.
Wat de handelspolitiek betreft, is spr. niet
geheel gerust over de hanteering daarvan.
Spr. noemt het euvel van het cadeaustel
sel een schade voor het publiek. De koop
kracht had dikwijls beter kunnen worden
aangewend voor nuttiger waar. Het argu-
n ent van de werkgelegenheid is het al
tijd binnenlandsche werkgelegenheid?
weegt niet op tegen de nadeelen.
Een ander middenstandsvraagstuk is het
filialen-bedrijf. Ook hieromtrent hoopt spr.
cat aan de Kamer mededeeling van het re
sultaat van het in te stellen onderzoek zal
worden gedaan.
Spr. vraagt spoedige indienning van een
wetsontwerp betreffende het accountants-
beroep. -
De meening van den heer Kersten.
De heer KERSTEN (Staatk. Ger.) verzet
zich tegen de door dezen minister voorge
stane Roomsche ordening
De heer WIJNKOOP (Comm.) verdedigde
met klem de belangen van de boeren.
De openstelling van winkels
op Kerstdag.
De heer STUMPEL (R.K.) vraagt 's mi
nisters aandacht voor de belangen van den
middenstand, welke te weinig worden in
het oog gehouden. Deze minister neeft voor
zoovele belangen te waken, dat de midden
stand door al te groote bescheidenheid in
het gedrang komt. Ook andere departemen
ten moeten met die belangen meer reke
ning houden. In middenstandsbedrijven vin
den 2 miilioen menschen een levensbestaan.
Maar de middenstand is nog altijd stief
moederlijk behandeld, hoewel hij onmis
baar is in onze samenleving.
Er waait de laatste tijden een gunstiger
wind. Dat dit niet eerder geschiedde, ligt
ten deele ook aan den middenstand zelf.
Zeker heeft ook de middenstand een groot
aantal beroepsklagers, doch de statistische
cijfers, gebaseerd op onderzoekingen, maken
elk verder commentaar overbodig. Deze toe
gewijde minster neme nu eens practische
maatregelen voor den middenstand. Zijn or
ganisaties zullen alle medewerking verlee-
nen.
Ook spr. dringt aan op verlaging van de
vaste lasten voor den middenstand en op
betere samenwerking van de Nederlandsche
Bank met de Middenstandsbank. De invloed
van het groot-kapitaal in de kamers van
koophandel is door den heer Wijnkoop over
dreven voorgesteld. Spr. wil wel een betere
samenstelling der kamers van koophandel,
maar de samenwerking tusschen groot- en
kleinbedrijf "is over het algemeen goed. Spr.
verklaart zich tegen het cadeauxstelsel, het
meerendeel der cadeaux is van buitenland-
sche herkomst.
Spr. bepleit het nut van meer rijkssteun
aan de organisatie voor het vreemdelingen
verkeer, overheidshulp is hier onmisbaar.
Hij keurt de regeling af voor het openhou
den van de winkels op Kerst- en andere
christelijke feestdagen, sluiting van de win
kels is in overeenstemming met de meening
van de meerderheid des volks.
De heer IJZERMAN (S.D.) bepleit even
eens de belangen van den middenstand.
Reeds bij de behandeling van de vestigings
wet is betreurd, dat die niet een regeling
voor venters en markthandelaren omvatte.
Nu is er een wetsontwerp in voorbereiding,
spr. hoopt, dat de minister ruimschoots
overleg met belanghebbenden zal voeren en
voortvarendheid zal betrachten.
De heer DROP (S.D.) vraagt 's ministers
aandacht voor de meergenoemde regeling
van den markt- en straathandel.
Bij uitvoer-onderhandelingen
moet tuinbouw op den voor
grond worden gesteld.
De heer GROEN (R.K.bespreekt de han
delspolitiek van dezen minister. Er is nog
geen uitzicht dat weldra verbetering van
de handelsbelemmeringen zal worden ver
kregen. De minister zegt geen vechttarie-
ven te willen, maar wel internationaal over
leg. Daar is actieve handelspolitiek bij noo
dig. In verband daarmede is het ge wenscht,
dat het geheele oeconomische leven door
één minister wordt beschermd.
Over het nut der samenwerking van land
bouw en oeconomische zaken zal spr. nu
niet weer spreken. Spr is overtuigd, dat
agrarisch Nederland zich zal mogen ver
heugen in den steun van dezen minister.
De belangen van den tuinbouw mogen bij
de handelsbesprekingen dan ook op den
voorgrond worden gesteld. De belangen
ook voor den zuivel moeten zorgvuldig
worden afgewogen, trouwens voor alle be
drijven die het het zwaarst te verantwoor
den hebben. Als spr. het ever den tuinbouw
beeft, is daar de sierteelt inbegrepen. Zij
inderdaad de tuinbouw-export een onder
werp der voortdurende zorg van de regee-
nng. Daartoe moet de regeering bij onder
handelingen over méér wapenen beschik
ken dna tot nu toe het geval is.
Andere landen weten dikwijls méér te be
reiken.
Spr. beseft, hoe zwaar de taak is van den
minister die met zoovele belangen heeft
rekening te houden. Spr heeft er het volle
vertrouwen in. Ook in zijn bevorderen van
de industrialisatie, nu in den tuinbouw
nooit de vroegere werkgelegenheid zal
terugkeeren.
De heer VAN HOUTEN (Chr. Dem.) zegt,
dat de minister met ordening ook wat an
ders bedoelt dan wat vroeger de minister
president ermede bedoekte. Een ordening
ais hier bedoeld gaat tegen de gezamenlijke
consumenten. Het gaat hier niet om orde
ning, maar om georganiseerd egoïsme.
De heer Dr. VOS (Lib.) wijst op de moei
lijke positie van den kleinen middenstan
der, zoo noodig in het distributiestelsel,
tegenover het grootbedrijf. Spr. wil het
vormen van inkoopvereenigingen doen steu
nen.
ANTWOORD VAN
MINISTER STEENBERGHE.
Geen toezeggingen maar daden.
De Minister van Economische Zaken, de
heer STEENBERGHE, dankt voor hét ver
trouwen, door verschillende sprekers in
hem gesteld. Spr. zal niet alle 22 sprekers
tot in details kunnen beantwoorden.
T.a.v. de omzetbelasting zjjn de
adviezen van middenstandsraad en nijver
heidsraden gevraagd. Spi. voelt voor een
meer organische samenstelling der
kamers van koophandel en zal
deze bestudeeren.
In de memorie van antwoord heeft spr.
weinig positieve toezeggingen kunnen doen,
maar spr. geeft meer de voorkeur aan da
den.
Wat het uitponden bij huisslactotingen
betreft, geeft spr. eenige toelichtingen,
waaruit volgt dat het niet spr.'s bedoeling
is, tradities van het platteland om hals te
brengen (vroolijkheid). Spr. zal nog eens
een onderzoek instellen.
Geen hatelijkheden op onze
afnemers.
De belangen van den tuinbouw zijn
overwegend afhankelijk van den export.
Dit zal grooten invloed op de handelspoli
tieke onderhandelingen hebben. Onredelijke
uitvallen in geschrifte tegen onze afne
mers kunnen echter wel eens minder ge-
wenschte gevolgen hebben, zooals reeds ge
bleken is.
De mate van geschooldheid der siga
renmakers zou door neutrale instan
ties moeten worden onderzocht. Spr. kan
nog niet zeggen of hij de wet in zake be
perking der mechanisatie zal willen ver
lengen.
Het vaste lasten-probleem is een
probleem evenzeer voor de grootere als de
kleinere middenstanders.
Wat het openhoud en van win
kels op Kerstmis betreft, spr. ziet
hier geen lacune in de winkelsluitingswet.
Doch ook spr. is voorstander van zoo groot
mogelijke Zondagsheiliging ook op dit ter
rein. Men moet ook bedenken dat de oude
tuestanden geheel weg zijn.
Spr. heeft onderzoekingen doen instellen,
ei. ziet weinig verschil meer tusschen
kostenprijzen in Nederland en het
buitenland. Een actieve monetaire
politiek wordt hier niet gevoerd.
Wel kunnen gelijksoortige maatregelen
als van het buitenland in de lijn liggen.
Spr. dankt hun die vertrouwen stellen in
de combinatie der departementen. Men kan,
mag en moet van spr. verwachten dat hij
alle belangen zal behartigen, ook van den
tuinbouw, hem toevertrouwd.
Wat de vaste lasten betreft, is spr.
niet bereid, met wettelijke maatregelen
te komen. Reeds de aankondiging van
maatregelen zou de rechtszekerheid
aantasten. Spr. wijst op verdere moei
lijkheden te dezer zake. In het algemeen
mogen ook niet met rijksgeld stroppen
van crediteuren worden overgenomen.
Spr. wenscht deze verklaring uitdruk
kelijk te doen.
Wat betreft de verhouding der loonen
in den Landbouw en in Handel en Industrie,
èn in vergelijking met andere takken van
het bedrijfsleven èn onderling zijn er groo
te loonsverschillen. Spr. kan niet met
algemeen wettelijke maatregelen te dezer
zake komen.
De regeering wil economisch een stlmu-
leerende politiek volgen, naar spr.
den heer van Gelderen opmerkt. Een rich
ting-aangever is de Staat niet. De heer ir.
Vos heeft zich beroepen op het Plan van
den Arbeid. Spr. kan verklaren, dat het
bestrijden der werkloosheid een van spr?s
eerste doeleinden is.
Ordening in den zin van stimulee
ring van hetgeen uit het bedrijfsleven op
komt, zou spr, willen laten bestaan, ook
na crisisomstandigheden, in het belang van
het land. De regeering wil dan niet met
gekruiste armen blijven zitten. Maar daar
volgt niet uit, dat de staat niet kan moe
ten ingrijpen, als het bedrijfsleven niets
doet én het algemeen Nederlandsch belang
het vordert. Het komt voor, dat om een
kleine winst een belangrijk afzetgebied
wordt prijsgegeven, maar dan kan de Staat
moeten ingrijpen.
De ordening in het textielbedrijf is
slechts met moeite tot stand gebracht, doch
heeft resultaat opgeleverd door een juiste
bindendverklaring.
De regeering voert geen agressieve han
delspolitiek, wenscht echter de werkgele
genheid te beschermen.
Er moet een opportunistische politiek ge
voerd worden, ter verruiming van het han
delsverkeer. Bij de handelspolitiek worden
de tuinbouwbelangen zeker niet
achtergesteld. Inderdaad bestaan de
oude vrijhande en het oude protectionisme
niet meer; er is teveel veranderd in de
economische omstandigheden.
Het cadeaustelsel.
In 1934 heeft spr. de quaestie van het ca
deaustelsel grondig bestudeerd. Spr. heeft
opgedragen, te onderzoeken hoe het nu met
deze quaestie staat. Het is niet billijk, te
zeggen, dat de minister toen aan het 'on
derzoeken was en dat hij dit nu nog doet.
Spr. heeft zich in 1934 niet tot platonische
liefde voor den middenstand bepaald. Wat
de vestigingswet betreft, bezwa
ren van dr. Vos aangaande den spertijd
kan spr. niet deelen. De opgerichte cursus
sen in het slagersbedrljf worden
vooral bezocht door reeds gevestigde sla
gers, die in kunde en kennis van nieuwig-
heden'niet willen achterblijven bij de nieu
welingen. Een wettelijke regeling in zake
«tra at- en marktverkoop moet er
komen; aan spr.'s departement is een ont
werp in bewerking; meer kan spr. er niet
van zeggen. In'het algemeen moet de mid
denstand overigens ook zelf de handen uit
de mouwen steken.
Spr. tracht de welvaart in economisch
opzicht van ons land zooveel mogelijk te
bevorderen. Daarvoor is de steun van God
onmisbaar; anders is alles nutteloos, of spr.
hier nu aan de regeeringstafel staat, of een
ander.
De algemeene beraadslagingen worden
gesloten.
HET LANDBOUWCRISISFONDS.
Bij afd. III (Landbouw) is ook de be
grooting van het landbouw-cirsisfonds voor
1938 aan de orde.
De heer DROESEN (R.K.) betoogt, dat
de minister er toe mede moet werken, de
normale betooningen in de verschillende
bedrijfstakken zooveel mogelijk te herstel
len. Met zich tpr ij zen is dat alleen nooit te
bereiken.
De heer BIEREMA (Lib.) zegt, dat de
regeering terecht vol houdt bij het instand
houden van een landbouw-crisisfonds. Toch
kan men op den duur geen groot ambte
naren-apparaat handhaven voor kleine
prijsverschillen. De minister zoeke het meer
bij indirecte prijsregelingen.
De heer VAN DER SLUIS (S.D.) zegt,
dat duurzame verbetering van den toestand
in Nederland is alleen te verkrijgen als
het lek, waardoor de welvaart wegvloeit
naar het grondkapitaal, wordt gestopt. De
pachtwet is nog niet in werking, maar spr.
hoopt het te beleven. Ten slotte kan het
lek alleen worden gestopt, als de grond
komt aan de gemeenschap.
De heer SCHILTHUIS (V.D.) zegt, dat
bij de crisismaatregelen zooveel mogelijk
moet worden gewaakt tegen benadeeling
der belangen van andere groepen. T.a.v. het
voorontwerp-ordeningswet is de ongerust
heid der handelaren weggenomen.
De vergadering wordt te kwart voor vier
verdaagt tot vanmiddag één uur.
INCIDENT TIJDENS DEN JAMBOREE-
MARSCH
Vrijsprekend vonnis van den krijgsraad
door het H. M. G. bevestigd
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft ln
hooger beroep sententie gewezen in de zaak
tegen den 37-jarigen M. van den H., eerste
luitenant bij de Koloniale Reserve te Nij
megen, die, naar men zich zal herinneren,
tijdens den Jamboree-wandel tocht te Bloe-
mendaal, geweigerd heeft aan de bevelen
van de politie te voldoen om zijn colonne
met tweeën in plaats, zooals bij de kolo-
niaie reserve gebruikelijk is, met vieren te
laten roopen.
Bovendien heeft hij geweigerd de colon
ne zooveel mogelijk op het voetpad te la
ten loopea, daar hij van meening was, dat
een militaire colonne op den rijweg be-
horrt te marcheeren.
De auditeur-militair bij den Krijgsraad
te 's Hertogenbosch heeft wegens het niet
vuldoen aan de bevelen van de politie en
het zonder vergunning van den burgemees
ter te Bloemendaal deelnemen aan een
optocht, twee geldboeten van resp. 25 en
f 5 gevorderd.
De Krijgsraad heeft de ten laste gelegde
feiten bewezen verklaard, doch achtte be
klaagde niet strafbaar, daar deze heeft ge
handeld ter uitvoering van een hem door
den commandant der Koloniale Reserve,
den kapitein van den Berge, gegeven be
vel en heeft beklaagde vrijgesproken.
In hooger beroep heeft de advocaat-fis
caal vernietiging van dit vonnis gevraagd,
daar men z.i. niet kan spreken van een po
sitief gegeven „bevel" en veroordeeling tot
twee geldboeten van 5 gevorderd.
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft het
vrijsprekend vonnis van den Krijgsraad
bevestigd.
KANTONGERECHT HAARLEM.
Overtreding der Motor- en
Rijwielwet.
Gisteren stond terecht de 26-jarige
chauffeur A. C. van A. uit Alphen aan
den R ij n, wien bij dagvaarding ten las
te was gelegd, dat hij op 20 October j.l.
in de Haarlemmermeer over den Benne-
broekscheweg heeft gereden met zijn vier
wielig motorrijtuig, dat niet voorzien was
was twee tenminste onafhankelijke van el
kander werkende remmen, welke bedie-
nmgstoestellen zich onmiddellijk onder be-
ipik van den bestuurder bevonden en wel
ke remmen voldeden aan de door den mi
nister van Waterstaat gestelde eischen,
enz. enz.
De ambtenaar eischte tegen verdachte
een geldboete van 10 subs. 8 dagen hech
tenis. De kantonrechter veroordeelde ver
dachte tot en geldboete van 8 subsidiair
4 dagen hechtenis.
476ste STAATSLOTERIJ
(Niet officieel)
3de KLASSE, 3de LIJST
Trekking van Woensdag 22 December 1937
HOOUE FBIJZEN
100.- 8035 11210
Prijzen van 45.—
38 308 603 660 663 708 1005 1072
1250 1293 1344 2149 2090 3001 3011 3283
3340 3431 3484 3822 4062 4247 4328 4580
4632 4777 4854 5024 5226 5733 6330 7125
7590 8231 8326 8430 8484 8825 8924 9354
9471 9651 9773 9828 10068 1U174 10316 10390
10532 10568 10613 10637 10752 10834 11335 11379
11574 11912 12231 12772 12829 12889 12897 12920
13023 13326 13387 13419 13G89 13982 14189 14668
14744 15076 15286 15298 15532 15875 16342 16787
17028 17114 17172 17456 1750; 17757 17775 17915
18511 18741 18839 18852 19124 19308 19516 19""0
20004 20879
Verbeteringen 3e klasse 2e lijst:
1337 moet zyn 1387; 5374 moet zijn 5324,