De belangen van de boeren en de middenstanders RECHTZAKEN WOENSDAG 22 DECEMBER 1937 UE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Tweede Kamer Minister Steenberghe niet bereid tot wette- maatregelen ter verlichting van vaste lasten DE BEGROOTING VAN OECONOMISCHE ZAKEN. Aan de orde is de begrooting van het de partement van oeconomische zaken voor 1938 (hoofdstuk X). Het cadeau-stelsel. De heer VAN DER PUTT (R.-K.) bepleit een soepeler verdeeling van de invoerver gunningen; een terugkeer tot de vrije han delsbeweging is voorshands niet moge lijk. Wat de ordening betreft, deze zal uit de samenleving moeten groeien. De regeling zal helpend kunnen optreden, bijv in de schoenen- en tricotage-industrie zou de re geering de opgekomen ordeningspogingen moeten steunen. Spr. bepleit de inschake ling van den Nijverheidsraad en den Mid- denstandsraad in belastingvraagstukken. Goede sociale toestanden bevorderen de sta biliteit in handel en nijverheid. Spr. ver heugt zich er over, dat de minister de or ganische gedachten in het oeconomisch le ven voorstaat. Wettelijke maatregelen tegen het cadeau stelsel zijn noodig. Ook voof de industrie is het cadeaustelsel nadeelig. Spr. wenscht een distributieraad, waarin middenstand en groot-winkelbedrijf elkander kunnen ont moeten. De lage landarbeiders- loonen. De heer VAN DEN HEUVEL (A.-R.) merkt op, dat, nu de overheid op allerlei wijzen het oeconomische leven-beinfluen- ceert, de minister het oog voor het verschil in belooning niet sluiten mag. Loonen van 22 cent per uur, zooals in den landbouw voorkomen, zijn schadelijk voor de volks welvaart. Het vraagstuk hoort niet onder de crisiswetgeving maar onder de gewone wet geving. Het ingrijpen in het vraagstuk der vaste lasten zou onrust wekken en is niet aanbe velenswaardig. Het is evenwel niet juist, dat middenstand en landbouw van den ver laagden rentestand in belangrijke mate pro fiteered De vaste lasten en de devaluatie. De heer VAN DER WEIJDEN (R.K.) be lichtte de wanverhouding tusschen de loo nen van de stedelijke (industrieele) en van de landarbeiders. Industrialisatie juicht spr. van harte toe doch men dient er rekening mede te houden, dat Nederland-in-zijn-ge- !heel er niet. mede gebaat is, indien de ar beiders in de industrie te werk worden ge steld en b.v. een arbeider in den tuinbouw uitgestooten zou worden. Spr. achtte het zeer moeilijk Duitsche ar beid gelijkelijk uit te wisselen tegen Ne- derlandsche arbeid, omdat de verplichte betaling van schulden op de clearing is ge bracht. Voorts heeft spr. ten aanzien van de ver lichting van de vaste lasten een systeem ontwikkeld, gelijk dit in België wordt in gevoerd, n.l. de instelling van een cen trale credietinstelling voor hypothecair cre- diet, vooral voor degenen, die een hypo theek op hun goed hebben van 60 tot 100% van de waarde. Het gevolg van deze hypo- theeklast is, dat zulke personen geen an dere hypotheken kunnen krijgen, of an ders de rente op ieder willekeurig bedrag kan worden vastgesteld. Ook bepleitte spr. dat verboden zal wor den de rentebetaling van het bedrag, dat hooger is dan de verköop-waarde van het goed. Ten slotte merkte spr. op, dat bespreking van het percentage der devaluatie niet „taboe" mag worden verklaard, zoodat er in het parlement niet meer over gesproken zou kunnen worden. De heer VAN LIDTH DE JEUDE deelt niet de vrees, dat deze minister den land bouw zal achterstellen bij de industrie. Dat de minister geen deskundige op het gebied van den landbouw is, is geen bezwaar. Men weet, dat spr. geen bewonderaar van vakministers is (gelach). De vraag, of er een wanverhouding bestaat tusschen de be looning van agrarischen arbeid en ande ren arbeid, wordt door spr. bevestigend be antwoord, doch het vraagstuk is, hoe deze hoopt dat er een weg zal worden gevon den, welke zoo weinig mogelijk staatsin- grijpen in het bedrijfsleven noodig maakt. Spr. heeft reden te betwijfelen, of de bondgenooten van den minister wel zoo vredelievend zijn als deze minister zich uit drukt. De uitdrukking „versterking van het handelspolitieke arsenaal" riekt naar kruitdamp Een uiting van de R.K. Werk gever bevestigt spr. in die meening. Spr. is bevreesd voor de hanteering van het handelspolitieke wapen. Het „Plan van den Arbeid'* weer voor den dag gekomen. De heer VAN GELDEREN (S. D.) zegt, meer benieuwd te zjjn geweest naar den nieuwen koers, welke bij het optreden van deze minister werd verwacht. De sympto men van een nieuwe depressie zijn, nu de opwaartsche stoot der depreciatie is uitge werkt, duidelijk waar te nemen. Het Plan van den Arbeid heeft nog steeds beteekenis. Spr. herinnert aan het program van ac tie 1937 der R.-K. Staatspartij. Verschil lende antwoorden van den minister zijn even liberaal als die welke het vorige ka binet zou kunnen geven. Ook wat de orde ning betreft ontbreekt een vaste lijn en heerscht gebrek aan doortastendheid. Moet men wachten op de samenwerking der on dernemers? Boeren-belangen. De heer WEITKAMP (C.-H.) is er niet gerust op, dat men boeren de gelegenheid zal geven de loonen en prijzen op de ba sis der solidariteit te verhoogen. Tegenover de ordening staat spr. dan ook sceptisch. Spr. betreurt het, dat een groot deel van wat het Nederlandsche volk met groote moeite voor de instandhouding van het land- en tuinbouwbedrijf opbrengt weg vloeit naar het bodemkapitaal. De pach ten en hypotheekrenten zijn nog steeds te ihoog. Een algeheele kwijtschelding van pacht zou het platteland niet kunnen red den. De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BOURG (N. S. B.) zegt, dat de ministers Colijn en Steenberghe vermoedelijk bei den water in hun wijn hebben gedaan en nu eendrachtig samenwerken. In hun mandement, dat Zondag j.l. in de kerken is voorgelezen, hebben de Bisschop pen gewezen op den plicht van liefde en rechtvaardigheid. De minister zal wel goe den wil hebben, doch hij is een ingenieur zonder hulpmiddelen. De leiding van één man is noodig om ons land uit de moei lijkheden te helpen. In dezen oeconmischeu oorlog moeten wfj van onze tegenstanders leeren en ons eveneens in autarkische rich ting oriënteeren. Er is noodig een opbou wende ordening onder een straffe leiding. De tijd is rijp voor staats bedrijven zegt de heer Van den Tempel. De heer VAN DEN TEMPEL (S. D.) on derschat niet de waarde van het verkennen de werk voor de industrialisatie dat thans gescheidt Een krachtig initiatief echter van den staat zelf is noodig. Men moet niet wachten op den particulieren ondernemer. De maatschappij tot industriefinanciering kan de stichting van bedrijven niet zelf ter hand nemen. Bij de ordening, zoolang die vrijwillig is, zal de wil en het belang der ondernemers en niet het algemeen belang beslissend zijn. De staat moet leiding geven. De mechanisatie in de sigaren-industrie. De heer ANDRIESSEN (R.-K.) bespreekt de mechanisatie in de sigarenindustrie, waar nog steeds machines worden bijge plaatst. Er zijn nog vele werkloozen in de zen bedrijfstak, die door herscholing weer bruikbare krachten zouden kunnen wor den. Slechts voor den schijn pogen eenige werkgevers arbeidskrachten te werven, om na schijnbare mislukking van die po gingen, machines aan te schaffen. De vraag, of er geschikte arbeiders aanwezig zijn, zou aan een commissie van deskundigen moe ten worden opgedragen. Spr. vraagt den minister te overwegen, de controle op den arbeid in de sigarenin dustrie te verbeteren. Naar spr. meent, is er aanleiding, de wet op de- mechanisatie van de sigarenindustrie ook na 31 Decem ber 1938 te verlengen. De mensch, instru ment der productie, is eveneens doel der productie. Indien de mechanisatie velen werkloos zou maken, zou de gemeenschap tegenover hen een alimentatieplicht heb ben. De heer BAKKER (C.-H.) maakt in ver- band met de industrialisatie de opmerking, dat deze zooveel mogelijk moet plaats heb- j ben op het platteland, in verband met de rationalisatie in den landbouw. De ordening moet nog groeien en men kan haar eerst later beoordeelen. De overheid moet hetgeen uit het be drijfsleven opgekomen is leiden en stimu- leeren. De heer EBELS (V. D.) meent, dat bij de onderhandelingen met het buitenland aan den tuinbouw de plaats moet worden ge geven, die hij behoeft. Bij de oeconomische politiek moet er reij kening mee worden gehouden, dat in de op brengst van het boerenbedrijf de belooning van den arbeid moet zijn begrepen. De re- geeringsbemoeiing met den landbouw brengt ook de verantwoordelijkheid mee voor deze belooning. Door hoogere beloo ning van agrarischen arbeid wordt gelijk matiger verdeeling van koopk acht bereikt. Zelfs indien men aanneemt, dat de crisis wetgeving tot dit doel niet kan worden gebruikt, zou de regeering hetzij door wij ziging van de crisiswetgeving, hetzij door nieuwe wetgeving naar betere belooning van den agraricshen arbeid moeten stre ven. AVONDVERGADERING. Voortgezet wordt de behandeling van hoofdstuk X (oeconomische zaken) der Rijksbegrooting voor 1938. Middenstandsbelangen. De heer SCHILTHUIS (V.D.) vermaant den minister voorzichtig te zijn bij alle be moeiingen met het bedrijfsleven, vooral als het tracht, de kosten van het levensonder houd op redelijk peil te houden. Hierin zijn ae woninghuren begrepen, waarbij spr. er tevens op wijst, hoezeer de eigenaren te lijden hebben van de vaste lasten. Vrij willige verlaging van hypotheeklasten is over het algemeen n.l. niet te verkrijgen. Wat de handelspolitiek betreft, is spr. niet geheel gerust over de hanteering daarvan. Spr. noemt het euvel van het cadeaustel sel een schade voor het publiek. De koop kracht had dikwijls beter kunnen worden aangewend voor nuttiger waar. Het argu- n ent van de werkgelegenheid is het al tijd binnenlandsche werkgelegenheid? weegt niet op tegen de nadeelen. Een ander middenstandsvraagstuk is het filialen-bedrijf. Ook hieromtrent hoopt spr. cat aan de Kamer mededeeling van het re sultaat van het in te stellen onderzoek zal worden gedaan. Spr. vraagt spoedige indienning van een wetsontwerp betreffende het accountants- beroep. - De meening van den heer Kersten. De heer KERSTEN (Staatk. Ger.) verzet zich tegen de door dezen minister voorge stane Roomsche ordening De heer WIJNKOOP (Comm.) verdedigde met klem de belangen van de boeren. De openstelling van winkels op Kerstdag. De heer STUMPEL (R.K.) vraagt 's mi nisters aandacht voor de belangen van den middenstand, welke te weinig worden in het oog gehouden. Deze minister neeft voor zoovele belangen te waken, dat de midden stand door al te groote bescheidenheid in het gedrang komt. Ook andere departemen ten moeten met die belangen meer reke ning houden. In middenstandsbedrijven vin den 2 miilioen menschen een levensbestaan. Maar de middenstand is nog altijd stief moederlijk behandeld, hoewel hij onmis baar is in onze samenleving. Er waait de laatste tijden een gunstiger wind. Dat dit niet eerder geschiedde, ligt ten deele ook aan den middenstand zelf. Zeker heeft ook de middenstand een groot aantal beroepsklagers, doch de statistische cijfers, gebaseerd op onderzoekingen, maken elk verder commentaar overbodig. Deze toe gewijde minster neme nu eens practische maatregelen voor den middenstand. Zijn or ganisaties zullen alle medewerking verlee- nen. Ook spr. dringt aan op verlaging van de vaste lasten voor den middenstand en op betere samenwerking van de Nederlandsche Bank met de Middenstandsbank. De invloed van het groot-kapitaal in de kamers van koophandel is door den heer Wijnkoop over dreven voorgesteld. Spr. wil wel een betere samenstelling der kamers van koophandel, maar de samenwerking tusschen groot- en kleinbedrijf "is over het algemeen goed. Spr. verklaart zich tegen het cadeauxstelsel, het meerendeel der cadeaux is van buitenland- sche herkomst. Spr. bepleit het nut van meer rijkssteun aan de organisatie voor het vreemdelingen verkeer, overheidshulp is hier onmisbaar. Hij keurt de regeling af voor het openhou den van de winkels op Kerst- en andere christelijke feestdagen, sluiting van de win kels is in overeenstemming met de meening van de meerderheid des volks. De heer IJZERMAN (S.D.) bepleit even eens de belangen van den middenstand. Reeds bij de behandeling van de vestigings wet is betreurd, dat die niet een regeling voor venters en markthandelaren omvatte. Nu is er een wetsontwerp in voorbereiding, spr. hoopt, dat de minister ruimschoots overleg met belanghebbenden zal voeren en voortvarendheid zal betrachten. De heer DROP (S.D.) vraagt 's ministers aandacht voor de meergenoemde regeling van den markt- en straathandel. Bij uitvoer-onderhandelingen moet tuinbouw op den voor grond worden gesteld. De heer GROEN (R.K.bespreekt de han delspolitiek van dezen minister. Er is nog geen uitzicht dat weldra verbetering van de handelsbelemmeringen zal worden ver kregen. De minister zegt geen vechttarie- ven te willen, maar wel internationaal over leg. Daar is actieve handelspolitiek bij noo dig. In verband daarmede is het ge wenscht, dat het geheele oeconomische leven door één minister wordt beschermd. Over het nut der samenwerking van land bouw en oeconomische zaken zal spr. nu niet weer spreken. Spr is overtuigd, dat agrarisch Nederland zich zal mogen ver heugen in den steun van dezen minister. De belangen van den tuinbouw mogen bij de handelsbesprekingen dan ook op den voorgrond worden gesteld. De belangen ook voor den zuivel moeten zorgvuldig worden afgewogen, trouwens voor alle be drijven die het het zwaarst te verantwoor den hebben. Als spr. het ever den tuinbouw beeft, is daar de sierteelt inbegrepen. Zij inderdaad de tuinbouw-export een onder werp der voortdurende zorg van de regee- nng. Daartoe moet de regeering bij onder handelingen over méér wapenen beschik ken dna tot nu toe het geval is. Andere landen weten dikwijls méér te be reiken. Spr. beseft, hoe zwaar de taak is van den minister die met zoovele belangen heeft rekening te houden. Spr heeft er het volle vertrouwen in. Ook in zijn bevorderen van de industrialisatie, nu in den tuinbouw nooit de vroegere werkgelegenheid zal terugkeeren. De heer VAN HOUTEN (Chr. Dem.) zegt, dat de minister met ordening ook wat an ders bedoelt dan wat vroeger de minister president ermede bedoekte. Een ordening ais hier bedoeld gaat tegen de gezamenlijke consumenten. Het gaat hier niet om orde ning, maar om georganiseerd egoïsme. De heer Dr. VOS (Lib.) wijst op de moei lijke positie van den kleinen middenstan der, zoo noodig in het distributiestelsel, tegenover het grootbedrijf. Spr. wil het vormen van inkoopvereenigingen doen steu nen. ANTWOORD VAN MINISTER STEENBERGHE. Geen toezeggingen maar daden. De Minister van Economische Zaken, de heer STEENBERGHE, dankt voor hét ver trouwen, door verschillende sprekers in hem gesteld. Spr. zal niet alle 22 sprekers tot in details kunnen beantwoorden. T.a.v. de omzetbelasting zjjn de adviezen van middenstandsraad en nijver heidsraden gevraagd. Spi. voelt voor een meer organische samenstelling der kamers van koophandel en zal deze bestudeeren. In de memorie van antwoord heeft spr. weinig positieve toezeggingen kunnen doen, maar spr. geeft meer de voorkeur aan da den. Wat het uitponden bij huisslactotingen betreft, geeft spr. eenige toelichtingen, waaruit volgt dat het niet spr.'s bedoeling is, tradities van het platteland om hals te brengen (vroolijkheid). Spr. zal nog eens een onderzoek instellen. Geen hatelijkheden op onze afnemers. De belangen van den tuinbouw zijn overwegend afhankelijk van den export. Dit zal grooten invloed op de handelspoli tieke onderhandelingen hebben. Onredelijke uitvallen in geschrifte tegen onze afne mers kunnen echter wel eens minder ge- wenschte gevolgen hebben, zooals reeds ge bleken is. De mate van geschooldheid der siga renmakers zou door neutrale instan ties moeten worden onderzocht. Spr. kan nog niet zeggen of hij de wet in zake be perking der mechanisatie zal willen ver lengen. Het vaste lasten-probleem is een probleem evenzeer voor de grootere als de kleinere middenstanders. Wat het openhoud en van win kels op Kerstmis betreft, spr. ziet hier geen lacune in de winkelsluitingswet. Doch ook spr. is voorstander van zoo groot mogelijke Zondagsheiliging ook op dit ter rein. Men moet ook bedenken dat de oude tuestanden geheel weg zijn. Spr. heeft onderzoekingen doen instellen, ei. ziet weinig verschil meer tusschen kostenprijzen in Nederland en het buitenland. Een actieve monetaire politiek wordt hier niet gevoerd. Wel kunnen gelijksoortige maatregelen als van het buitenland in de lijn liggen. Spr. dankt hun die vertrouwen stellen in de combinatie der departementen. Men kan, mag en moet van spr. verwachten dat hij alle belangen zal behartigen, ook van den tuinbouw, hem toevertrouwd. Wat de vaste lasten betreft, is spr. niet bereid, met wettelijke maatregelen te komen. Reeds de aankondiging van maatregelen zou de rechtszekerheid aantasten. Spr. wijst op verdere moei lijkheden te dezer zake. In het algemeen mogen ook niet met rijksgeld stroppen van crediteuren worden overgenomen. Spr. wenscht deze verklaring uitdruk kelijk te doen. Wat betreft de verhouding der loonen in den Landbouw en in Handel en Industrie, èn in vergelijking met andere takken van het bedrijfsleven èn onderling zijn er groo te loonsverschillen. Spr. kan niet met algemeen wettelijke maatregelen te dezer zake komen. De regeering wil economisch een stlmu- leerende politiek volgen, naar spr. den heer van Gelderen opmerkt. Een rich ting-aangever is de Staat niet. De heer ir. Vos heeft zich beroepen op het Plan van den Arbeid. Spr. kan verklaren, dat het bestrijden der werkloosheid een van spr?s eerste doeleinden is. Ordening in den zin van stimulee ring van hetgeen uit het bedrijfsleven op komt, zou spr, willen laten bestaan, ook na crisisomstandigheden, in het belang van het land. De regeering wil dan niet met gekruiste armen blijven zitten. Maar daar volgt niet uit, dat de staat niet kan moe ten ingrijpen, als het bedrijfsleven niets doet én het algemeen Nederlandsch belang het vordert. Het komt voor, dat om een kleine winst een belangrijk afzetgebied wordt prijsgegeven, maar dan kan de Staat moeten ingrijpen. De ordening in het textielbedrijf is slechts met moeite tot stand gebracht, doch heeft resultaat opgeleverd door een juiste bindendverklaring. De regeering voert geen agressieve han delspolitiek, wenscht echter de werkgele genheid te beschermen. Er moet een opportunistische politiek ge voerd worden, ter verruiming van het han delsverkeer. Bij de handelspolitiek worden de tuinbouwbelangen zeker niet achtergesteld. Inderdaad bestaan de oude vrijhande en het oude protectionisme niet meer; er is teveel veranderd in de economische omstandigheden. Het cadeaustelsel. In 1934 heeft spr. de quaestie van het ca deaustelsel grondig bestudeerd. Spr. heeft opgedragen, te onderzoeken hoe het nu met deze quaestie staat. Het is niet billijk, te zeggen, dat de minister toen aan het 'on derzoeken was en dat hij dit nu nog doet. Spr. heeft zich in 1934 niet tot platonische liefde voor den middenstand bepaald. Wat de vestigingswet betreft, bezwa ren van dr. Vos aangaande den spertijd kan spr. niet deelen. De opgerichte cursus sen in het slagersbedrljf worden vooral bezocht door reeds gevestigde sla gers, die in kunde en kennis van nieuwig- heden'niet willen achterblijven bij de nieu welingen. Een wettelijke regeling in zake «tra at- en marktverkoop moet er komen; aan spr.'s departement is een ont werp in bewerking; meer kan spr. er niet van zeggen. In'het algemeen moet de mid denstand overigens ook zelf de handen uit de mouwen steken. Spr. tracht de welvaart in economisch opzicht van ons land zooveel mogelijk te bevorderen. Daarvoor is de steun van God onmisbaar; anders is alles nutteloos, of spr. hier nu aan de regeeringstafel staat, of een ander. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. HET LANDBOUWCRISISFONDS. Bij afd. III (Landbouw) is ook de be grooting van het landbouw-cirsisfonds voor 1938 aan de orde. De heer DROESEN (R.K.) betoogt, dat de minister er toe mede moet werken, de normale betooningen in de verschillende bedrijfstakken zooveel mogelijk te herstel len. Met zich tpr ij zen is dat alleen nooit te bereiken. De heer BIEREMA (Lib.) zegt, dat de regeering terecht vol houdt bij het instand houden van een landbouw-crisisfonds. Toch kan men op den duur geen groot ambte naren-apparaat handhaven voor kleine prijsverschillen. De minister zoeke het meer bij indirecte prijsregelingen. De heer VAN DER SLUIS (S.D.) zegt, dat duurzame verbetering van den toestand in Nederland is alleen te verkrijgen als het lek, waardoor de welvaart wegvloeit naar het grondkapitaal, wordt gestopt. De pachtwet is nog niet in werking, maar spr. hoopt het te beleven. Ten slotte kan het lek alleen worden gestopt, als de grond komt aan de gemeenschap. De heer SCHILTHUIS (V.D.) zegt, dat bij de crisismaatregelen zooveel mogelijk moet worden gewaakt tegen benadeeling der belangen van andere groepen. T.a.v. het voorontwerp-ordeningswet is de ongerust heid der handelaren weggenomen. De vergadering wordt te kwart voor vier verdaagt tot vanmiddag één uur. INCIDENT TIJDENS DEN JAMBOREE- MARSCH Vrijsprekend vonnis van den krijgsraad door het H. M. G. bevestigd Het Hoog Militair Gerechtshof heeft ln hooger beroep sententie gewezen in de zaak tegen den 37-jarigen M. van den H., eerste luitenant bij de Koloniale Reserve te Nij megen, die, naar men zich zal herinneren, tijdens den Jamboree-wandel tocht te Bloe- mendaal, geweigerd heeft aan de bevelen van de politie te voldoen om zijn colonne met tweeën in plaats, zooals bij de kolo- niaie reserve gebruikelijk is, met vieren te laten roopen. Bovendien heeft hij geweigerd de colon ne zooveel mogelijk op het voetpad te la ten loopea, daar hij van meening was, dat een militaire colonne op den rijweg be- horrt te marcheeren. De auditeur-militair bij den Krijgsraad te 's Hertogenbosch heeft wegens het niet vuldoen aan de bevelen van de politie en het zonder vergunning van den burgemees ter te Bloemendaal deelnemen aan een optocht, twee geldboeten van resp. 25 en f 5 gevorderd. De Krijgsraad heeft de ten laste gelegde feiten bewezen verklaard, doch achtte be klaagde niet strafbaar, daar deze heeft ge handeld ter uitvoering van een hem door den commandant der Koloniale Reserve, den kapitein van den Berge, gegeven be vel en heeft beklaagde vrijgesproken. In hooger beroep heeft de advocaat-fis caal vernietiging van dit vonnis gevraagd, daar men z.i. niet kan spreken van een po sitief gegeven „bevel" en veroordeeling tot twee geldboeten van 5 gevorderd. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft het vrijsprekend vonnis van den Krijgsraad bevestigd. KANTONGERECHT HAARLEM. Overtreding der Motor- en Rijwielwet. Gisteren stond terecht de 26-jarige chauffeur A. C. van A. uit Alphen aan den R ij n, wien bij dagvaarding ten las te was gelegd, dat hij op 20 October j.l. in de Haarlemmermeer over den Benne- broekscheweg heeft gereden met zijn vier wielig motorrijtuig, dat niet voorzien was was twee tenminste onafhankelijke van el kander werkende remmen, welke bedie- nmgstoestellen zich onmiddellijk onder be- ipik van den bestuurder bevonden en wel ke remmen voldeden aan de door den mi nister van Waterstaat gestelde eischen, enz. enz. De ambtenaar eischte tegen verdachte een geldboete van 10 subs. 8 dagen hech tenis. De kantonrechter veroordeelde ver dachte tot en geldboete van 8 subsidiair 4 dagen hechtenis. 476ste STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 3de KLASSE, 3de LIJST Trekking van Woensdag 22 December 1937 HOOUE FBIJZEN 100.- 8035 11210 Prijzen van 45.— 38 308 603 660 663 708 1005 1072 1250 1293 1344 2149 2090 3001 3011 3283 3340 3431 3484 3822 4062 4247 4328 4580 4632 4777 4854 5024 5226 5733 6330 7125 7590 8231 8326 8430 8484 8825 8924 9354 9471 9651 9773 9828 10068 1U174 10316 10390 10532 10568 10613 10637 10752 10834 11335 11379 11574 11912 12231 12772 12829 12889 12897 12920 13023 13326 13387 13419 13G89 13982 14189 14668 14744 15076 15286 15298 15532 15875 16342 16787 17028 17114 17172 17456 1750; 17757 17775 17915 18511 18741 18839 18852 19124 19308 19516 19""0 20004 20879 Verbeteringen 3e klasse 2e lijst: 1337 moet zyn 1387; 5374 moet zijn 5324,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7