Het incident met de
„Panay'
Nog ernstiger dan men meende
BUITENLAND
DE POSITIE DER BUITENLANDERS
IN SOVJET-RUSLAND
LUCHTVAART
VRIJDAG 17 DECEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
r*9
Voorbereiding voor gevechten in het Zuiden
DE ONDERGANG VAN DE „PANAY".
De laatste op het Amerikaansche depar
tement van buitenlandsche zaken ontvangen
berichten over de omstandigheden, waar
onder de „Panay" tot ainken is gebracht,
hebben te Washington een zeer slechten in
druk gemaakt.
Het schijnt thans, dat de regeering be
sloten is een steeds krachtiger houding
tegenover Japan aan te nemen. Volgens
persberichten zouden Japanneezen boven
dien de Amerikaansche ambassade te Nan
king zijn binnengedrongen en daar terecht
stellingen hebben verricht.
Indien deze berichten officieel bevestigd
zouden worden, zouden zij den grond
slag voor een nieuw protest te Tokio kun
nen vormen.
In officieuze kringen verklaart men geen
•gelegenheid voorbij te zullen laten gaan
om melding te maken van Japansche in
menging in particuliere of bpenbare Ame
rikaansche aangelegenheden in China, die
inmenging ter kennis van een ieder te bren
gen en schadevergoeding en waarborgen
te eischen. De groote meerderheid der open
bare meening steun dit standpunt.
De Amerikaansche staatssecretaris Huil
heeft bekend gemaakt, dat officieele rap
porten bevestigd hebben, dat Japansche
vaartuigen de „Panay" onder machinege
weervuur hebben genomen, nadat het schip
door de Japansche vliegtuigen gebombar
deerd was.
Staatssecretaris Huil gaf te kennen, dat
deze berichten het incident met de „Panay"
ernstiger maakten dan eerst leek. Hij wacht
nog op het antwoord van de Japansche re
geering op het Dinsdag verzonden formeele
protest.
Japansche tegenspraak.
De Japansche militaire autoriteiten ont
kennen met nadruk, dat twee Japansche
ar.otorbooten machinegeweervuur op de
„Panay" hebben gelost en zijn weggegaan
vóór de kanonneerboot zonk. Zij verklaren,
dat geen Japansche legerafdeelingen of
vlooteenheden in de nabijheid waren, toen
de boot werd gebombardeerd.
De diplomatieke redacteur van Reuter
meldt, dat de terugroeping van Mitsoenami
en de semi-officieele aankondiging, dat hij
van zijn post ontheven is, te Londen wor
den beschouwd als een hoopvol teeken en
een stap in de goede richting. Het is echter
niet te zeggen, in hoeverre men aan de
Britsche eischen tegemoet zal komen.
De „Oaho" heeft de slachtoffers aan boord.
De commandant van de Amerikaansche
kanonneerboot „Oaho" heeft geseind, dat
bij de laatste overlevenden van het „Pa-
nay"-incident heeft ontvangen. Zij waren
volkomen uitgeput en verkleumd, met vuile
en gescheurde kleeding, velen droegen nog
bun zwemvest.
Ook werden vier doodkisten aan boord
gebracht. Het schip vertrok vervolgens be-,
geleid door het Japansche oorlógsschip
„Kasagasi" en de Britsche schepen „Lady
Bird" en „Kotore". Alle schepen hadden de
vlag halfstok geheschen.
DE VAL VAN NANKING GEVIERD.
Optochten te Tokio.
De keizerlijke universiteit te Tokio heeft
gistermorgen een optocht georganiseerd ter
viering van den val van Nanking. Tien
duizend studenten trokken door de straten
der hoofdstad. Dit was de eerste maal, dat
de studenten een Japansche overwinning
vierden. Gisteren hebben ook de bedien
den der financieele instellingen in Tokio
door de stad een optocht gehouden, even
eens een gebeurtenis zonder precedent.
De triomftocht in Nanking.
De Japansche troepen hebben gistermid
dag hun triomfalen intocht in Nanking ge
houden in tegenwoordigheid van luitenant-
generaal prins Saka, den commandant van
de troepen, welke de stad hebben inge
nomen.
Voor het vroegere Chineesche hoofdkwar
tier werd een godsdienstplechtigheid ge
houden, ter nagedachtenis van de voor Nan
king gesneuvelde Japansche soldaten.
NU NAAR HET ZUIDEN!
Den dag na den val van Nanking is de
aandacht gevestigd op de Zuidelijke pro
vincies, waar men thans van oogenblik tot
oogenblik een Japanschen aanval op Kan
ton verwacht.
Sinds verscheiden maanden hebben de
Japanneezen reeds voorbereidingen getrof
fen. Zij hebben verscheiden eilandjes be
zet aan de monding van de Parelrivier,
waaraan Kanton is gelegen, en rond Hong
kong, met name te Tsjikai en San Tsjian.
De Japanneezen leggen thans in haast in
den Pa tras-Archipel, op 200 K.M. ten Zuid-
Oosten van Kanton, een belangrijk centrum
voor watervliegtuigen aan.
Te Sjanghai is men van meening, dat het
nieuwe front Japan zal verplichten een
aanzienlijke krachtsinspanning te ontplooi
en, maar is van oordeel, dat deze actie noo-
dig is voor de algemeene actie in China,
aaar de provincies Kwang toeng en Kwang
Si, waarvan Kanton een groot centrum is,
behooren tot de rijkste van China.
Deze beide provincies hebben tot de laat
ste jaren een apart gebied gevormd, dat po
litiek van de rest van China was afgeschre-
den. Zij hadden het gezag der centrale re-
geering slechts aanvaard op de basis van
landsverdediging tegen ondernemingen van
Japan.
De milities dezer provncies worden thans
krachtig geoefend. Zij zullen, naar men
zegt, binnen twee maanden twee divisies
uitgelezen troepen verschaffen aan de cen
trale regeering.
Men veronderstelt evenwel, dat de Ja
panneezen hun actie niet grondig zullen
ontwikkelen en zich er toe zullen bepalen
Kanton en omstreken te bezetten om de
Kwansi-legers gedeeltelijk te verlammen
door hen vast te zetten en om den spoor
weg van Kanton naar Hangkau, den laat-
sten belangrijken verbindingsweg tusschen
China en het buitenland onbruikbaar te
maken.
De bezetting van Kanton zou ook een
ernstigen slag toebrengen aan de buiten-
landsche belangen in het Verre Oosten en
na den handel van Sjanghai dien van Hong
kong ruïneeren.
Krijgsvoorbereiding in Kwantoeng.
Nu de Japansche legers dreigen door te
oringen naar Zuid-China heeft maarschalk
Tsjang Kai Sjek de militaire autoriteiten
van de provincie Kwantoeng gelast den
oorlog voor te bereiden.
Tsjang Kai Sjek is kort geleden te Han-
kau aangekomen om een inspectietournee
te maken door de provincie Kiangsi.
RADIO-BOODSCHAP VAN DEN
MAARSCHALK.
Hij wil Japan uitputten.
In een radioboodschap heeft Tsjang Kai
Sjek o.m. gezegd: „Sedert den aanvang der
vijandelijkheden zijn de verliezen van het
Chineesche leger gestegen boven 300.000
man.
Zoolang ik echter leef, wil ik tot het
uiterste mijn bekwaamheid in het werk
stellen om weerstand te bieden tot het bit
tere einde en de uiteindelijke overwinning
voor de natie verzekeren".
Capituleeren zou een ramp beteekenen.
Onverschillig hoe de tegenwoordige inter
nationale toestand zich ontwikkelt, wij
moeten ons uiterste best doen en niet te
vlug teleurstelling ondervinden. Wij moe
ten geen enkele neiging toonen afhankelijk
te zijn van anderen. Met het mandaat van
de Kwomintang en van de regeering heb
ik mijzelf verbonden onwrikbaar dezen
koers te volgen.
Sprekende over de mogelijke resultaten
van de vijandelijkheden, verklaarde Tsjang
Kai Sjek vervolgens: Wij zijn er van over
tuigd, dat de tegenwoordige situatie gunstig
is voor China. Op den grondslag van China's
toekomstig succes kan een langdurige
tegenstand niet geboden worden in Nan
king of de groote steden, maar wel in de
dorpen in geheel China en in de krachtige
vastberadenheid des volks.
De tijd moet komen, waarop de mili-
tiare kracht van Japan volkomen zal
zijn uitgeput, zoodat wij daardoor de
overwinning behalen.
Ofschoon internationale sancties niet vol
ledig in werking treden is de kwestie van
recht en onrecht ten aanzien van de inter
nationale gerechtigheid ondubbelzinnig
vastgelegd in de openbare meening der we
reld.
DUITSCHLAND
BEPERKING VAN GEBRUIK VAN
IJZER EN STAAL.
Krachtens een verordening van het
Duitsche ministerie voor economische za
ken, die gisteren in de staatscourant ge
publiceerd werd, is het gebruik van ijzer
en staal in den vervolge in Duitschland
verboden voor den bouw van garages, te
lefooncellen, toiletten, kiosken, jalouzieën
etc. Dit verbod wordt ook uitgestrekt tot
landbouwvoorwerpen, zooals troggen,
etensbakken, graansilo's etc. en tot een
zeker aantal uiteenloopende voorwerpen,
zooals plaquettes, grafkruisen, kandela
bers, lantarens, uithangborden, bagage
netten in wagons etc. De verordening
wordt op 1 Januari van kracht en schrijft
nog voor, dat al de genoemde voorwer
pen vervaardigd moeten worden van in
dustrieproducten van Duitschen oorsprong.
ITALIË
De „Panay" wel beschoten.
SJANGHAI, 17 December. (A.N.P.) Over
levende officieren van de „Panay" hebben
aan boord van de „Augusta" heden aan de
pers verklaard, dat het schip terwijl het zin
kende was, door Japansche schepen met
mitrailleurs werd beschoten.
Bovendien is de bemanning van twee Ja
pansche motorbooten aan boord gekomen.
De „Panay" voerde de Amerikaansche vlag
en op het dek waren twee Amerikaansche
vlaggen geschilderd.
Chineesche bevelhebber van Sjanghai
terechtgesteld.
SJANGHAI, 17 December. (A.N.P.) Ge
neraal Janghoe, de commandant van het
Chineesche garnizoen van Sjanghai en
Woesoeng, is te Hankau op last van maar
schalk Tsjang Kai Sjek gefusileerd wegens
corruptie en het niet uitvoeren van zijn op
dracht. Janghoe was een van de oude le
den van de Kwo Min Tang.
Oproep tot de bevolking van Noord-China.
TIENTSIN, 17 December. (A.N.P.) De
opperbevelhebber der Japansche troepen in
Noord-China, generaal Terautsji, heeft in
een oproep de bevolking van Noord-China
opgewekt tot samenwerking met de voor-
loopige regeering.
Tegelijkertijd heeft hij gedreigd, anti-
Japansche propaganda volgens het krijgs-
recht te zullen straffen.
ITALIë VERLAAT HET
INTERNATIONAAL ARBEIDSBUREAU.
De Italiaansche regeering heeft het se
cretariaat van het Internationaal Arbeids
bureau ervan verwittigd, dat Italië deze
örganisatie met ingang van 15 December
verlaat.
VAN ZEELAND TE ROME.
Van Zeeland, de vroegere Belgische mi
nister-president, is te Rome aangekomen.
Het doel van zijn reis is in Italië het eco
nomisch gnderzoek voort te zetten, waar
mede hij zich op verzoek van Groot-Brit-
tannië, Frankrijk en de Vereenigde Sta
ten heeft belast.
Hoewel deze reis geen officieel karak
ter draagt, zal van Zeeland door Musso
lini worden ontvangen.
TSJECHO SLOWAKIJE
HET BEZOEK VAN DELBOS
AAN PRAAG.
De nauwe banden tusschen Frankrijk en
Tsjecho-Slowakije.
I Aan den maltijd, die Krofta gisteravond
ter eere van den Franschen minister van
buitenlandsche zaken, Delbos, heeft aan-
I geboden, heeft hij een redevoering ge-
houden, waarin hij Delbos in buitenge-
i woon hartelijke bewoordingen begroette.
Hij wees op de nauwe banden, welke
j Tsjecho-Slowakije en Frankrijk verbinden
en voegde daaran toe: „Het ligt niet in
den aard van onze beide volken op licht-
vaardige wijze te vergeten, hun gevoelens
J van vriendschap, hun sympathieën te ver-
j loochenen. Het ligt niet in den aard van
I mijn volk met ondankbaarheid te betalen,
J datgene, wat men er voor heeft gedaan.
J Doch er is nog een andere reden, welke,
bij gebrek aan andere, niet zou veroorloo-
ven, af te zien van onze wederkeerige
vriendschap, van onze samenwerking: het
is het diepgaande bewustzijn van onze
nauwe belangengemeenschap. Voor Tsje
cho-Slowakije, dat gelegen is op een
knooppunt van internationale gebeurte
nissen, op een bijzonder belangrijk punt
in Midden-Europa, heeft de internationale
samenwerking steeds een zeer speciale
waarde gehad, welke samenwerking wij
gedurende lange jaren met Frankrijk heb
ben toegepast op de wijze als door het
Volkenbondspact en door.de principes der
collectieve veiligheid, die er uit voort
vloeien, worden bepaald. In overeenstem
ming met Frankrijk blijven wij nog heden
getrouw aan deze beginselen, die wij, al
dus Krofta, van het grootste belang ach
ten voor den algemeenen vrede en voor
de veiligheid van Frankrijk zoowel als
van Tsjecho-Slowakije. Onze beide landen
hebben geen dierbaarder wensch dan
vrede.
Krofta sprak tenslotte den wensch uit,
dat de samenwerking met Frankrijk nog
hechter zal worden, met name op cultu
reel gebied.
In zijn antwoord op de toespraak van
Krofta sprak Delbos over de onschokbare
basis, waarop de vriendschap van Frank
rijk jegens Tsjecho-Slowakije berust.
Deze vriendschap is ook gegrondvest op
de intellectueele uitwisseling. Beide vol
ken hebben hetzelfde ideaal van vrede en
internationale samenwerking, de zelfde
gehechtheid aan den Volkenbond en zijn
hooge moreele opvatting van broederschap
en rechtvaardigheid, dezelfde zekerheid,
dat de eerbiediging van de onafhankelijk
heid en souvereiniteit der naties verzekerd
moet worden door een juist begrip der
rechten en verplichtingen van alle naties,
dezelfden trouw aan het democratische
regiem en dezelfde overtuiging, dat ver
schil in regiem en methode den staten niet
moet verhinderen in goede harmonie met
elkander te leven. Deze volkomen over
eenstemming van opvattingen komt tot
uitdrukking in de zoojuist gesloten over
eenkomsten.
VLIEGTUIG ZOEK.
Tal van vliegtuigen zijn op zoek gegaan
naar een driemotorig vliegtuig aan boord
waarvan zich vijf passagiers bevonden en
dat vannacht tijdens een storm tusschen
La Paz en Apolo is verdwenen.
HET SPIEDEND OOG DER GEPOE
MAAKT HET VERBLUF ONDRAGELIJK
(Van een bijzonderen correspondent).
MOSKOU, December 1937.
De Russische winter heeft zjjn intrede
gedaan we hebben reeds onze voorzorgs
maatregelen genomen. Maar onwillekeurig
rijst de vraag: zullen we de lente in dit
land nog haar intrede zien doen?
Want of men nu Amerikaan, Engelsch-
man, Duitscher of Franschman is, iedereen
leeft in de voortdurende onzekerheid: „Wat
zal de dag van morgen brengen?" Gisteren
avond heb ik nog een Amerikaansch Inge
nieur naar het station gebracht; in op
dracht van een groote Amerikaansche fir
ma bereisde hij Sovjet-Rusland en het lag
in zijn voornemen om een vol jaar hier te
blijven. Maar de Gepoe had anders be
schikt: Binnen 2 maal 24 uur moet u het
grondgebied der Vereenigde Socialistische
Sovjet-Republieken verlaten hebben."
Hij heeft nog alle mogelijke moeite ge
daan; de Amerikaansche gezant opgebeld
en om bemiddeling verzocht, het Volkscom
missariaat voor Economische Zaken in den
arm genomen en ik weet niet wie nog meer
opgebeld alles tevergeefsch: de Gepoe is
oppermachtig.
Het is voor een buitenlander niet zoo
eenvoudig om in Sovjet-Rusland te leven.
Men wordt altijd beschouwd als een „Ver
tegenwoordiger van de Bourgeoisie of van
het Fascisme" of als een „handlanger van
het kapitalisme". Tot voor korten tijd kon
men niet klagen dat men onbeleefd of niet
hoffelijk genoeg was; de burgerlijke be
leefdheid werd nog wel in acht genomen,
maar men voelde zich door een ijzingwek
kende koelte omgeven. Nu is dat nog er
ger worden. Sedert het begin van dit
jaar is er een sóórt trommelvuur van ver
dachtmaking over de buitenlanders neerge
komen: iedere maand wordt het voor ons
moeilijker gemaakt en dit zal zoo ondrage
lijk blijven, totdat de laatste buitenlander
het „Sovjet Paradijs" verlaten heeft. De be
schimpingen tegen de buitenlanders duren
een heele dag voort. Dat begint als 's mor
gens vroeg, wanneer men bij het ontbijt
zijn krant openslaat.
In alle toonaarden vindt men daar het
woord „spion", „spij", „L'espion".
Maar dat is nog de meest zachte uitdruk
king. Dan volgt er een uitvoerig artikel
over de .ontdekking van sabotage door bui
tenlanders".
En al deze aantijgingen vinden haar hoog
tepunt van een „samenzwering", „de ont
dekking van een beraamde moordaanslag"
die natuurlijk op rekening van de buiten
landers komt. Wanneer men iederen dag
opnieuw voortdurend onder dit trommel
vuur ligt dan is het zeer begrijpelijk, dat
de menschen met schuwen blik omkijken,
wanneer ze een woord Engelscfi of Duitsch
hooren spreken. Wanneer men thans in
Moskou in een vreemde taal een vraag stelt
krijgt men nauwelijks antwoord meer;
slechts een beangstig afwerend gebaar.
Eerst dan pas begrijpt men duidelijk Jn
welk een weinig benijdenswaardige positie
de buitenlanders in het Sovjet-Paradijs
leven, wanneer men van een buitenland
sche kennis bezoek krijgt. Dezer dagen
was een Engelsch zakenman uit Manches
ter bij me: we drinken een kop thee. Toen
de Engelschman enkele spottende opmer
kingen maakte en ik hem waarschuwde om
toch voorzichtig te zijn, gaf hij lachend ten
antwoord: „Ja, ik weet wel dat men in
Rusland altijd en overal bewaakt wordt.
Voor ik naar Rusland kwam vertelde een
Engelsche dame mij dat ze ln Moskou al
leen was gaan wandelen. Op een bepaald
pnut van de stad nam ze haar „Leica" uit
haar zak om een foto te maken. Onmiddel
lijk was een Gepoe-ambtenaar bij haar, die
haar toestel in beslag wilde nemen. Een
net gekleed heer bemoeide zich met het
geval en begon met de Gepoe-beambte te
onderhandelen. Dat was een employé van
het reisbureau „Intourist"Ja ik weet
er alles van, in Rusland moet men voor
zichtig zijn."
„Een vriend van mij is hetzelfde over
komen, maar met een minder prettige uit
slag. Zoodra hij zijn foto genomen had,
werd hij gearresteerd. Hij heeft zes we
ken in de Gepoe-gevangenis doorgebracht,
totdat hij eindelijk meer dood dan levend
door tusschenkomst van een gezant over
de grens werd gebracht."
„Maar die man zal toch wel wat misdaan
hebben?"
„Ja, antwoordde ik, htf was.buitenlan
der!"
Acht geboden van Moskou.
De buitenlanders die in 1937 nog in Sov
jet-Rusland wonen moeten steeds acht ge
boden voor oogen houden.
1. Iedere stap die ge zet wordt bewaakt.
2. Iedere brief die ge schrijft of ont
vangt is gec roleerd.
3. Iedere Aoto die ge bezit en in den
laatsten tijd ook iedere gramofoonplaat
wordt in beslag genomen.
4. Ieder telefoongesprek wordt beluis
terd.
5. Iedere Rus waarmee ge spreekt wordt
aan een kruisverhoor onderworpen. Wan
neer hij niet „goed gezien" is, dan is 'n
dergelijk feit dat hij met een buitenlander
gesproken heeft reeds voldoende om hem
voor een maand achter slot en grendel te
zetten.
6. Iedere transactie, koop of verkoop is
nietig, wanneer het Volkscommissariaat
voor Economie dit verkiest.
7. Iedere overeenkomst, die ge aangaat,
kan morgen ongeldig verklaard worden, als
zijnde in strijd met het „Volksrecht".
8. Ieder bedrag in geld dat ge verkre
gen hebt is niet uw eigendom; zoodra men
uitgewezen wordt kal geheel uw bezit, geld
meubels, schilderijen en andere goederen
in beslag genomen worden.
Zoo zitten we hier in Mosko nog met
enkele honderden buitenlanders te wach
ten op het einde. Wie weg kan uit dit
„paradijs" is reeds lang vertrokken. Wfj
kunnen nog niet weg, maar voortdurend
dreigend hangt ons 'n gevaar boven het
hoofd. Geen enkele Rus waagt het nog om
met ons te spreken; iemand durft ons bij
zich uit te noodigen, dat zou gelijk staan,
met een paar maanden naar de Gepoe-ge
vangenis te gaan. Ook de andere buiten
landers zijn schuw geworden. Wij voelen
ons omgeven door spionnen, verraders en
geheime agenten.
Toch zullen wy rustig onze taak blij
ven vervullen.
Sovjet-Rusland heeft een zondenbok noo-
dig. Wanneer de fabrieken door ondeskun-
digen wordt gestuurd, moet het scheef
gaan. Iemand moet toch de verantwoor
ding dragen voor de ongelukken, de chaos,
die honderden menschenlevens opeischt.
Wanneer de eerzame Sovjetburger tegen de
daden van terreur, die door de „kamera
den" gepleegd worden, in verzet komt moet
er iemand zijn op wien men de schuld van
ales kan afwentelen: de buitenlanders. Dat
is nog de eenige reden waarom wij in
Sovjet-Rusland nog geduld worden. Hoe
lang nog.
Buitenlandsche Berichten
BISSCHOP VAN LUIK HEEFT EEN
AUTO-ONGELUK
De auto, waarin zich de bisschop van
Luik, mgr. Kerkhofs, naar Montzen begaf,
is op den besneeuwden weg geslipt en te
gen een vrachtauto gereden. De bisschop
is licht aan het hoofd gewond. Na wat
rust genomen te hebben kon hij de reis
vervolgen.
HET NOODWEER IN ITALIë.
De geweldige regenval der laatste we
ken heeft in Midden- en Zuid-Italië over
al overstroomingsgevaar doen ontstaan.
Vooral ernstig is de toestand in de pro
vincie Umbrië, waar de Nera groote ge
bieden onder water heeft gezet. In de na
bijheid van Reiti is bij een aardverschui
ving ten gevolge van hoog water een auto
meegesleurd. De beide inzittenden vonden
den dood. Het peil van den Tiber stijgt
dagelijks met ongeveer een meter.
Het water komt boven de bogen van de
brug van Milvius uit. De brug, die ern
stig bedreigd wordt, is voor het verkeer
gesloten. Het eiland in de rivier staat
grootendeels blank. Een ziekenhuis moest
gedeeltelijk ontruimd worden. De brand
weer heeft het zeer druk: er is een hulp
dienst ingesteld voor de wijken, die door
den was zijn afgesloten van de rest der
stad. Hier en daar zijn aardverschuivin
gen voorgekomen, op de Via Salaria is
door een dergelijke verschuiving een auto
verongelukt, waarbij twee menschen het
leven hebben gelaten.
BRITSCH DORP DOOR DE SNEEUW
GEÏSOLEERD.
Nog juist bijtijds is het dorpje Thixen-
dale in Yorkshire, dat als gevolg van den
zwaren sneeuwval reeds sedert een week
van alle verbinding met de buitenwereld
was afgesneden, heden uit zijn isolement
geraakt. In een wedloop tegen het weer
slaagden vijftig arbeiders er in, een weg
door de bevroren sneeuw te banen, zoo
dat vrachtauto's, met levensmiddelen en
steenkool geladen, het dorp konden berei
ken.
Het was inderdaad op het nippertje,
want kort daarna begon het weer te
sneeuwen en Thixendale is opnieuw inge
vroren. De honderd bewoners waren aan
hun laatste levensmiddelen toe en er was
nog maar genoeg voedsel voor een dag.
Zelfs nu zal de voorraad hoogstens tot het
begin van de volgende week kunnen rei
ken.
Overigens zijn in het Noorden nog vele
wegen onbegaanbaar en als het barre
weer aanhoudt, zal er heel wat oprui-
mingswerk moeten worden verricht om
de verbindingen met ver-afgelegen plaat
sen in stand te houden. (Tel.)
IN 22 JAAR NIET GESLAPEN.
Sinds hij als soldaat in Juni 1915 in Ga-
licië een hoofdwonde opliep heeft de 53-
jarige Paul Kern geen oog toegedaan.
Overdag werkt hij in de sociale verze
keringsmaatschappij, gaat na zijn werk
naar zijn gezin en zit den geheelen nacht
aan de radio. Hij neemt heel weinig rust,
maar sluit af en toe zijn oogen om te voor
komen, dat deze oververmoeid raken.
„Ik voel mij nooit slaperig", verklaarde
hij, „maar ik eet zeer veel. Viermaal over
dag nuttig ik een warme maaltijd, en des
nachts gebruik ik vier koude maaltijden".
Bij zonsopgang gaat Kern naar het sta
tionsrestaurant, dat reeds vroeg open is.
Daar drinkt hij een kop koffie en slaat
het verkeer gade. Hij is ook een zwaar
rooker, die ruim tweemaal zooveel rookt
als anderen.
Ieder jaar opnieuw ontvangt hij bezoek
van buitenlandsche phisici, en kort gele
den heeft hij een aanbod gekregen van
een Amerikaansch medisch instituut van
25.000 dollar voor zijn schedel na zijn
dood.