Het incident met de „Panay' Nog ernstiger dan men meende BUITENLAND DE POSITIE DER BUITENLANDERS IN SOVJET-RUSLAND LUCHTVAART VRIJDAG 17 DECEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 r*9 Voorbereiding voor gevechten in het Zuiden DE ONDERGANG VAN DE „PANAY". De laatste op het Amerikaansche depar tement van buitenlandsche zaken ontvangen berichten over de omstandigheden, waar onder de „Panay" tot ainken is gebracht, hebben te Washington een zeer slechten in druk gemaakt. Het schijnt thans, dat de regeering be sloten is een steeds krachtiger houding tegenover Japan aan te nemen. Volgens persberichten zouden Japanneezen boven dien de Amerikaansche ambassade te Nan king zijn binnengedrongen en daar terecht stellingen hebben verricht. Indien deze berichten officieel bevestigd zouden worden, zouden zij den grond slag voor een nieuw protest te Tokio kun nen vormen. In officieuze kringen verklaart men geen •gelegenheid voorbij te zullen laten gaan om melding te maken van Japansche in menging in particuliere of bpenbare Ame rikaansche aangelegenheden in China, die inmenging ter kennis van een ieder te bren gen en schadevergoeding en waarborgen te eischen. De groote meerderheid der open bare meening steun dit standpunt. De Amerikaansche staatssecretaris Huil heeft bekend gemaakt, dat officieele rap porten bevestigd hebben, dat Japansche vaartuigen de „Panay" onder machinege weervuur hebben genomen, nadat het schip door de Japansche vliegtuigen gebombar deerd was. Staatssecretaris Huil gaf te kennen, dat deze berichten het incident met de „Panay" ernstiger maakten dan eerst leek. Hij wacht nog op het antwoord van de Japansche re geering op het Dinsdag verzonden formeele protest. Japansche tegenspraak. De Japansche militaire autoriteiten ont kennen met nadruk, dat twee Japansche ar.otorbooten machinegeweervuur op de „Panay" hebben gelost en zijn weggegaan vóór de kanonneerboot zonk. Zij verklaren, dat geen Japansche legerafdeelingen of vlooteenheden in de nabijheid waren, toen de boot werd gebombardeerd. De diplomatieke redacteur van Reuter meldt, dat de terugroeping van Mitsoenami en de semi-officieele aankondiging, dat hij van zijn post ontheven is, te Londen wor den beschouwd als een hoopvol teeken en een stap in de goede richting. Het is echter niet te zeggen, in hoeverre men aan de Britsche eischen tegemoet zal komen. De „Oaho" heeft de slachtoffers aan boord. De commandant van de Amerikaansche kanonneerboot „Oaho" heeft geseind, dat bij de laatste overlevenden van het „Pa- nay"-incident heeft ontvangen. Zij waren volkomen uitgeput en verkleumd, met vuile en gescheurde kleeding, velen droegen nog bun zwemvest. Ook werden vier doodkisten aan boord gebracht. Het schip vertrok vervolgens be-, geleid door het Japansche oorlógsschip „Kasagasi" en de Britsche schepen „Lady Bird" en „Kotore". Alle schepen hadden de vlag halfstok geheschen. DE VAL VAN NANKING GEVIERD. Optochten te Tokio. De keizerlijke universiteit te Tokio heeft gistermorgen een optocht georganiseerd ter viering van den val van Nanking. Tien duizend studenten trokken door de straten der hoofdstad. Dit was de eerste maal, dat de studenten een Japansche overwinning vierden. Gisteren hebben ook de bedien den der financieele instellingen in Tokio door de stad een optocht gehouden, even eens een gebeurtenis zonder precedent. De triomftocht in Nanking. De Japansche troepen hebben gistermid dag hun triomfalen intocht in Nanking ge houden in tegenwoordigheid van luitenant- generaal prins Saka, den commandant van de troepen, welke de stad hebben inge nomen. Voor het vroegere Chineesche hoofdkwar tier werd een godsdienstplechtigheid ge houden, ter nagedachtenis van de voor Nan king gesneuvelde Japansche soldaten. NU NAAR HET ZUIDEN! Den dag na den val van Nanking is de aandacht gevestigd op de Zuidelijke pro vincies, waar men thans van oogenblik tot oogenblik een Japanschen aanval op Kan ton verwacht. Sinds verscheiden maanden hebben de Japanneezen reeds voorbereidingen getrof fen. Zij hebben verscheiden eilandjes be zet aan de monding van de Parelrivier, waaraan Kanton is gelegen, en rond Hong kong, met name te Tsjikai en San Tsjian. De Japanneezen leggen thans in haast in den Pa tras-Archipel, op 200 K.M. ten Zuid- Oosten van Kanton, een belangrijk centrum voor watervliegtuigen aan. Te Sjanghai is men van meening, dat het nieuwe front Japan zal verplichten een aanzienlijke krachtsinspanning te ontplooi en, maar is van oordeel, dat deze actie noo- dig is voor de algemeene actie in China, aaar de provincies Kwang toeng en Kwang Si, waarvan Kanton een groot centrum is, behooren tot de rijkste van China. Deze beide provincies hebben tot de laat ste jaren een apart gebied gevormd, dat po litiek van de rest van China was afgeschre- den. Zij hadden het gezag der centrale re- geering slechts aanvaard op de basis van landsverdediging tegen ondernemingen van Japan. De milities dezer provncies worden thans krachtig geoefend. Zij zullen, naar men zegt, binnen twee maanden twee divisies uitgelezen troepen verschaffen aan de cen trale regeering. Men veronderstelt evenwel, dat de Ja panneezen hun actie niet grondig zullen ontwikkelen en zich er toe zullen bepalen Kanton en omstreken te bezetten om de Kwansi-legers gedeeltelijk te verlammen door hen vast te zetten en om den spoor weg van Kanton naar Hangkau, den laat- sten belangrijken verbindingsweg tusschen China en het buitenland onbruikbaar te maken. De bezetting van Kanton zou ook een ernstigen slag toebrengen aan de buiten- landsche belangen in het Verre Oosten en na den handel van Sjanghai dien van Hong kong ruïneeren. Krijgsvoorbereiding in Kwantoeng. Nu de Japansche legers dreigen door te oringen naar Zuid-China heeft maarschalk Tsjang Kai Sjek de militaire autoriteiten van de provincie Kwantoeng gelast den oorlog voor te bereiden. Tsjang Kai Sjek is kort geleden te Han- kau aangekomen om een inspectietournee te maken door de provincie Kiangsi. RADIO-BOODSCHAP VAN DEN MAARSCHALK. Hij wil Japan uitputten. In een radioboodschap heeft Tsjang Kai Sjek o.m. gezegd: „Sedert den aanvang der vijandelijkheden zijn de verliezen van het Chineesche leger gestegen boven 300.000 man. Zoolang ik echter leef, wil ik tot het uiterste mijn bekwaamheid in het werk stellen om weerstand te bieden tot het bit tere einde en de uiteindelijke overwinning voor de natie verzekeren". Capituleeren zou een ramp beteekenen. Onverschillig hoe de tegenwoordige inter nationale toestand zich ontwikkelt, wij moeten ons uiterste best doen en niet te vlug teleurstelling ondervinden. Wij moe ten geen enkele neiging toonen afhankelijk te zijn van anderen. Met het mandaat van de Kwomintang en van de regeering heb ik mijzelf verbonden onwrikbaar dezen koers te volgen. Sprekende over de mogelijke resultaten van de vijandelijkheden, verklaarde Tsjang Kai Sjek vervolgens: Wij zijn er van over tuigd, dat de tegenwoordige situatie gunstig is voor China. Op den grondslag van China's toekomstig succes kan een langdurige tegenstand niet geboden worden in Nan king of de groote steden, maar wel in de dorpen in geheel China en in de krachtige vastberadenheid des volks. De tijd moet komen, waarop de mili- tiare kracht van Japan volkomen zal zijn uitgeput, zoodat wij daardoor de overwinning behalen. Ofschoon internationale sancties niet vol ledig in werking treden is de kwestie van recht en onrecht ten aanzien van de inter nationale gerechtigheid ondubbelzinnig vastgelegd in de openbare meening der we reld. DUITSCHLAND BEPERKING VAN GEBRUIK VAN IJZER EN STAAL. Krachtens een verordening van het Duitsche ministerie voor economische za ken, die gisteren in de staatscourant ge publiceerd werd, is het gebruik van ijzer en staal in den vervolge in Duitschland verboden voor den bouw van garages, te lefooncellen, toiletten, kiosken, jalouzieën etc. Dit verbod wordt ook uitgestrekt tot landbouwvoorwerpen, zooals troggen, etensbakken, graansilo's etc. en tot een zeker aantal uiteenloopende voorwerpen, zooals plaquettes, grafkruisen, kandela bers, lantarens, uithangborden, bagage netten in wagons etc. De verordening wordt op 1 Januari van kracht en schrijft nog voor, dat al de genoemde voorwer pen vervaardigd moeten worden van in dustrieproducten van Duitschen oorsprong. ITALIË De „Panay" wel beschoten. SJANGHAI, 17 December. (A.N.P.) Over levende officieren van de „Panay" hebben aan boord van de „Augusta" heden aan de pers verklaard, dat het schip terwijl het zin kende was, door Japansche schepen met mitrailleurs werd beschoten. Bovendien is de bemanning van twee Ja pansche motorbooten aan boord gekomen. De „Panay" voerde de Amerikaansche vlag en op het dek waren twee Amerikaansche vlaggen geschilderd. Chineesche bevelhebber van Sjanghai terechtgesteld. SJANGHAI, 17 December. (A.N.P.) Ge neraal Janghoe, de commandant van het Chineesche garnizoen van Sjanghai en Woesoeng, is te Hankau op last van maar schalk Tsjang Kai Sjek gefusileerd wegens corruptie en het niet uitvoeren van zijn op dracht. Janghoe was een van de oude le den van de Kwo Min Tang. Oproep tot de bevolking van Noord-China. TIENTSIN, 17 December. (A.N.P.) De opperbevelhebber der Japansche troepen in Noord-China, generaal Terautsji, heeft in een oproep de bevolking van Noord-China opgewekt tot samenwerking met de voor- loopige regeering. Tegelijkertijd heeft hij gedreigd, anti- Japansche propaganda volgens het krijgs- recht te zullen straffen. ITALIë VERLAAT HET INTERNATIONAAL ARBEIDSBUREAU. De Italiaansche regeering heeft het se cretariaat van het Internationaal Arbeids bureau ervan verwittigd, dat Italië deze örganisatie met ingang van 15 December verlaat. VAN ZEELAND TE ROME. Van Zeeland, de vroegere Belgische mi nister-president, is te Rome aangekomen. Het doel van zijn reis is in Italië het eco nomisch gnderzoek voort te zetten, waar mede hij zich op verzoek van Groot-Brit- tannië, Frankrijk en de Vereenigde Sta ten heeft belast. Hoewel deze reis geen officieel karak ter draagt, zal van Zeeland door Musso lini worden ontvangen. TSJECHO SLOWAKIJE HET BEZOEK VAN DELBOS AAN PRAAG. De nauwe banden tusschen Frankrijk en Tsjecho-Slowakije. I Aan den maltijd, die Krofta gisteravond ter eere van den Franschen minister van buitenlandsche zaken, Delbos, heeft aan- I geboden, heeft hij een redevoering ge- houden, waarin hij Delbos in buitenge- i woon hartelijke bewoordingen begroette. Hij wees op de nauwe banden, welke j Tsjecho-Slowakije en Frankrijk verbinden en voegde daaran toe: „Het ligt niet in den aard van onze beide volken op licht- vaardige wijze te vergeten, hun gevoelens J van vriendschap, hun sympathieën te ver- j loochenen. Het ligt niet in den aard van I mijn volk met ondankbaarheid te betalen, J datgene, wat men er voor heeft gedaan. J Doch er is nog een andere reden, welke, bij gebrek aan andere, niet zou veroorloo- ven, af te zien van onze wederkeerige vriendschap, van onze samenwerking: het is het diepgaande bewustzijn van onze nauwe belangengemeenschap. Voor Tsje cho-Slowakije, dat gelegen is op een knooppunt van internationale gebeurte nissen, op een bijzonder belangrijk punt in Midden-Europa, heeft de internationale samenwerking steeds een zeer speciale waarde gehad, welke samenwerking wij gedurende lange jaren met Frankrijk heb ben toegepast op de wijze als door het Volkenbondspact en door.de principes der collectieve veiligheid, die er uit voort vloeien, worden bepaald. In overeenstem ming met Frankrijk blijven wij nog heden getrouw aan deze beginselen, die wij, al dus Krofta, van het grootste belang ach ten voor den algemeenen vrede en voor de veiligheid van Frankrijk zoowel als van Tsjecho-Slowakije. Onze beide landen hebben geen dierbaarder wensch dan vrede. Krofta sprak tenslotte den wensch uit, dat de samenwerking met Frankrijk nog hechter zal worden, met name op cultu reel gebied. In zijn antwoord op de toespraak van Krofta sprak Delbos over de onschokbare basis, waarop de vriendschap van Frank rijk jegens Tsjecho-Slowakije berust. Deze vriendschap is ook gegrondvest op de intellectueele uitwisseling. Beide vol ken hebben hetzelfde ideaal van vrede en internationale samenwerking, de zelfde gehechtheid aan den Volkenbond en zijn hooge moreele opvatting van broederschap en rechtvaardigheid, dezelfde zekerheid, dat de eerbiediging van de onafhankelijk heid en souvereiniteit der naties verzekerd moet worden door een juist begrip der rechten en verplichtingen van alle naties, dezelfden trouw aan het democratische regiem en dezelfde overtuiging, dat ver schil in regiem en methode den staten niet moet verhinderen in goede harmonie met elkander te leven. Deze volkomen over eenstemming van opvattingen komt tot uitdrukking in de zoojuist gesloten over eenkomsten. VLIEGTUIG ZOEK. Tal van vliegtuigen zijn op zoek gegaan naar een driemotorig vliegtuig aan boord waarvan zich vijf passagiers bevonden en dat vannacht tijdens een storm tusschen La Paz en Apolo is verdwenen. HET SPIEDEND OOG DER GEPOE MAAKT HET VERBLUF ONDRAGELIJK (Van een bijzonderen correspondent). MOSKOU, December 1937. De Russische winter heeft zjjn intrede gedaan we hebben reeds onze voorzorgs maatregelen genomen. Maar onwillekeurig rijst de vraag: zullen we de lente in dit land nog haar intrede zien doen? Want of men nu Amerikaan, Engelsch- man, Duitscher of Franschman is, iedereen leeft in de voortdurende onzekerheid: „Wat zal de dag van morgen brengen?" Gisteren avond heb ik nog een Amerikaansch Inge nieur naar het station gebracht; in op dracht van een groote Amerikaansche fir ma bereisde hij Sovjet-Rusland en het lag in zijn voornemen om een vol jaar hier te blijven. Maar de Gepoe had anders be schikt: Binnen 2 maal 24 uur moet u het grondgebied der Vereenigde Socialistische Sovjet-Republieken verlaten hebben." Hij heeft nog alle mogelijke moeite ge daan; de Amerikaansche gezant opgebeld en om bemiddeling verzocht, het Volkscom missariaat voor Economische Zaken in den arm genomen en ik weet niet wie nog meer opgebeld alles tevergeefsch: de Gepoe is oppermachtig. Het is voor een buitenlander niet zoo eenvoudig om in Sovjet-Rusland te leven. Men wordt altijd beschouwd als een „Ver tegenwoordiger van de Bourgeoisie of van het Fascisme" of als een „handlanger van het kapitalisme". Tot voor korten tijd kon men niet klagen dat men onbeleefd of niet hoffelijk genoeg was; de burgerlijke be leefdheid werd nog wel in acht genomen, maar men voelde zich door een ijzingwek kende koelte omgeven. Nu is dat nog er ger worden. Sedert het begin van dit jaar is er een sóórt trommelvuur van ver dachtmaking over de buitenlanders neerge komen: iedere maand wordt het voor ons moeilijker gemaakt en dit zal zoo ondrage lijk blijven, totdat de laatste buitenlander het „Sovjet Paradijs" verlaten heeft. De be schimpingen tegen de buitenlanders duren een heele dag voort. Dat begint als 's mor gens vroeg, wanneer men bij het ontbijt zijn krant openslaat. In alle toonaarden vindt men daar het woord „spion", „spij", „L'espion". Maar dat is nog de meest zachte uitdruk king. Dan volgt er een uitvoerig artikel over de .ontdekking van sabotage door bui tenlanders". En al deze aantijgingen vinden haar hoog tepunt van een „samenzwering", „de ont dekking van een beraamde moordaanslag" die natuurlijk op rekening van de buiten landers komt. Wanneer men iederen dag opnieuw voortdurend onder dit trommel vuur ligt dan is het zeer begrijpelijk, dat de menschen met schuwen blik omkijken, wanneer ze een woord Engelscfi of Duitsch hooren spreken. Wanneer men thans in Moskou in een vreemde taal een vraag stelt krijgt men nauwelijks antwoord meer; slechts een beangstig afwerend gebaar. Eerst dan pas begrijpt men duidelijk Jn welk een weinig benijdenswaardige positie de buitenlanders in het Sovjet-Paradijs leven, wanneer men van een buitenland sche kennis bezoek krijgt. Dezer dagen was een Engelsch zakenman uit Manches ter bij me: we drinken een kop thee. Toen de Engelschman enkele spottende opmer kingen maakte en ik hem waarschuwde om toch voorzichtig te zijn, gaf hij lachend ten antwoord: „Ja, ik weet wel dat men in Rusland altijd en overal bewaakt wordt. Voor ik naar Rusland kwam vertelde een Engelsche dame mij dat ze ln Moskou al leen was gaan wandelen. Op een bepaald pnut van de stad nam ze haar „Leica" uit haar zak om een foto te maken. Onmiddel lijk was een Gepoe-ambtenaar bij haar, die haar toestel in beslag wilde nemen. Een net gekleed heer bemoeide zich met het geval en begon met de Gepoe-beambte te onderhandelen. Dat was een employé van het reisbureau „Intourist"Ja ik weet er alles van, in Rusland moet men voor zichtig zijn." „Een vriend van mij is hetzelfde over komen, maar met een minder prettige uit slag. Zoodra hij zijn foto genomen had, werd hij gearresteerd. Hij heeft zes we ken in de Gepoe-gevangenis doorgebracht, totdat hij eindelijk meer dood dan levend door tusschenkomst van een gezant over de grens werd gebracht." „Maar die man zal toch wel wat misdaan hebben?" „Ja, antwoordde ik, htf was.buitenlan der!" Acht geboden van Moskou. De buitenlanders die in 1937 nog in Sov jet-Rusland wonen moeten steeds acht ge boden voor oogen houden. 1. Iedere stap die ge zet wordt bewaakt. 2. Iedere brief die ge schrijft of ont vangt is gec roleerd. 3. Iedere Aoto die ge bezit en in den laatsten tijd ook iedere gramofoonplaat wordt in beslag genomen. 4. Ieder telefoongesprek wordt beluis terd. 5. Iedere Rus waarmee ge spreekt wordt aan een kruisverhoor onderworpen. Wan neer hij niet „goed gezien" is, dan is 'n dergelijk feit dat hij met een buitenlander gesproken heeft reeds voldoende om hem voor een maand achter slot en grendel te zetten. 6. Iedere transactie, koop of verkoop is nietig, wanneer het Volkscommissariaat voor Economie dit verkiest. 7. Iedere overeenkomst, die ge aangaat, kan morgen ongeldig verklaard worden, als zijnde in strijd met het „Volksrecht". 8. Ieder bedrag in geld dat ge verkre gen hebt is niet uw eigendom; zoodra men uitgewezen wordt kal geheel uw bezit, geld meubels, schilderijen en andere goederen in beslag genomen worden. Zoo zitten we hier in Mosko nog met enkele honderden buitenlanders te wach ten op het einde. Wie weg kan uit dit „paradijs" is reeds lang vertrokken. Wfj kunnen nog niet weg, maar voortdurend dreigend hangt ons 'n gevaar boven het hoofd. Geen enkele Rus waagt het nog om met ons te spreken; iemand durft ons bij zich uit te noodigen, dat zou gelijk staan, met een paar maanden naar de Gepoe-ge vangenis te gaan. Ook de andere buiten landers zijn schuw geworden. Wij voelen ons omgeven door spionnen, verraders en geheime agenten. Toch zullen wy rustig onze taak blij ven vervullen. Sovjet-Rusland heeft een zondenbok noo- dig. Wanneer de fabrieken door ondeskun- digen wordt gestuurd, moet het scheef gaan. Iemand moet toch de verantwoor ding dragen voor de ongelukken, de chaos, die honderden menschenlevens opeischt. Wanneer de eerzame Sovjetburger tegen de daden van terreur, die door de „kamera den" gepleegd worden, in verzet komt moet er iemand zijn op wien men de schuld van ales kan afwentelen: de buitenlanders. Dat is nog de eenige reden waarom wij in Sovjet-Rusland nog geduld worden. Hoe lang nog. Buitenlandsche Berichten BISSCHOP VAN LUIK HEEFT EEN AUTO-ONGELUK De auto, waarin zich de bisschop van Luik, mgr. Kerkhofs, naar Montzen begaf, is op den besneeuwden weg geslipt en te gen een vrachtauto gereden. De bisschop is licht aan het hoofd gewond. Na wat rust genomen te hebben kon hij de reis vervolgen. HET NOODWEER IN ITALIë. De geweldige regenval der laatste we ken heeft in Midden- en Zuid-Italië over al overstroomingsgevaar doen ontstaan. Vooral ernstig is de toestand in de pro vincie Umbrië, waar de Nera groote ge bieden onder water heeft gezet. In de na bijheid van Reiti is bij een aardverschui ving ten gevolge van hoog water een auto meegesleurd. De beide inzittenden vonden den dood. Het peil van den Tiber stijgt dagelijks met ongeveer een meter. Het water komt boven de bogen van de brug van Milvius uit. De brug, die ern stig bedreigd wordt, is voor het verkeer gesloten. Het eiland in de rivier staat grootendeels blank. Een ziekenhuis moest gedeeltelijk ontruimd worden. De brand weer heeft het zeer druk: er is een hulp dienst ingesteld voor de wijken, die door den was zijn afgesloten van de rest der stad. Hier en daar zijn aardverschuivin gen voorgekomen, op de Via Salaria is door een dergelijke verschuiving een auto verongelukt, waarbij twee menschen het leven hebben gelaten. BRITSCH DORP DOOR DE SNEEUW GEÏSOLEERD. Nog juist bijtijds is het dorpje Thixen- dale in Yorkshire, dat als gevolg van den zwaren sneeuwval reeds sedert een week van alle verbinding met de buitenwereld was afgesneden, heden uit zijn isolement geraakt. In een wedloop tegen het weer slaagden vijftig arbeiders er in, een weg door de bevroren sneeuw te banen, zoo dat vrachtauto's, met levensmiddelen en steenkool geladen, het dorp konden berei ken. Het was inderdaad op het nippertje, want kort daarna begon het weer te sneeuwen en Thixendale is opnieuw inge vroren. De honderd bewoners waren aan hun laatste levensmiddelen toe en er was nog maar genoeg voedsel voor een dag. Zelfs nu zal de voorraad hoogstens tot het begin van de volgende week kunnen rei ken. Overigens zijn in het Noorden nog vele wegen onbegaanbaar en als het barre weer aanhoudt, zal er heel wat oprui- mingswerk moeten worden verricht om de verbindingen met ver-afgelegen plaat sen in stand te houden. (Tel.) IN 22 JAAR NIET GESLAPEN. Sinds hij als soldaat in Juni 1915 in Ga- licië een hoofdwonde opliep heeft de 53- jarige Paul Kern geen oog toegedaan. Overdag werkt hij in de sociale verze keringsmaatschappij, gaat na zijn werk naar zijn gezin en zit den geheelen nacht aan de radio. Hij neemt heel weinig rust, maar sluit af en toe zijn oogen om te voor komen, dat deze oververmoeid raken. „Ik voel mij nooit slaperig", verklaarde hij, „maar ik eet zeer veel. Viermaal over dag nuttig ik een warme maaltijd, en des nachts gebruik ik vier koude maaltijden". Bij zonsopgang gaat Kern naar het sta tionsrestaurant, dat reeds vroeg open is. Daar drinkt hij een kop koffie en slaat het verkeer gade. Hij is ook een zwaar rooker, die ruim tweemaal zooveel rookt als anderen. Ieder jaar opnieuw ontvangt hij bezoek van buitenlandsche phisici, en kort gele den heeft hij een aanbod gekregen van een Amerikaansch medisch instituut van 25.000 dollar voor zijn schedel na zijn dood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5