OMGEVING De voorzitter van de R.K. Werkgevers vereniging over de economische en sociale vraagstukken DONDERDAG 16 DECEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Het Federatiebestuur der Algemeene Ka tholieke Werkgevers Vereeniging en de besturen der organisaties, aangesloten bij het R.-K. Verbond van Werkgeversvak- vereenigingen zijn heden in gecombineer de vergadering te 's-Gravenhage bijeenge komen. De voorzitter van beide vereenigingen, ir. F. H E. Guljé, heeft in deze vergadering een openingsrede gehouden, waarin de groote actueele ecnomische en sociale vraagstukken van den dag helder werden belicht. Wij ontleenen aan deze rede hier gaarne enkele passages. In de omstandigheden, die onze samen leving beheerschen, is niet veel veranderd, aldus spr. Wat wèl veranderd is in het af- geloopen jaar, dat is de houding van onze Nederlandsche samenleving tegenover die omstandigheden, voor zoover die tot uiting komt in de gezindheid der regeering. Een regeering op positief Christelijken grondslag. y Als de winst van dit jaar mogen wij ver melden, dat de verkiezingen het mogelijk gemaakt hebben de „breede basis" te ver vangen door een meerderheidsregeering op positief christelijken grondslag. Wij ver wachten thans met reden een definitief breken met de overblijfselen der liberale dogmatiek, die nog in het jongste verle den op de departementen rondspookten. Die liberale mentaliteit aanvaardt in be ginsel de omstandigheden, die ons sociaal- economisch leven zoo onzeker en zoo onbe rekenbaar maken, alsmede de treurige ge volgen, die daaruit voor de economisch- zwakkeren voortvloeien. De christelijke maatschappij-opvatting echter beschouwt diezelfde omstandigheden als een kwaad, dat bestreden moet worden. Zij put uit haar zedenleer beginselen, waaraan zij al les, óók het openbaar leven, óók de pro ductie en de distributie toetst en zij legt aan alle menschen den plicht op het eco nomisch leven in overeenstemming te brengen met die beginselen, welke zijn: liefde en rechtvaardigheid. Het is deze gedachte, die dit jaar over het liberale „laisser faire" gezegevierd heeft en van de mannen, die uit hoofde van die overwinning thans met het beheer van 's lands zaken belast zijn, mogen wij ver wachten, dat zij niets zullen nalaten om die Christelijke maatschappij gedachten in de practijk te verwezenlijken. Zullen zij er in slagen, nu de instel ling van ons volk ten aanzien van de so ciaal-economische omstandigheden een maal veranderd is, óók die omstandighe den zelf te veranderen en de onzekerheid, die veelal plastisch wordt aangeduid als de golfbeweging der conjunctuur, plaats te doen maken voor een meer geleidelijke, -stabiele ontwikkeling? Dit is, aldus spr., m. i. de allesbeheer- schende vraag voor ons volk en speciaal voor degenen, die hun steun aan dit kabi net gegeven hebben. Daarom wil ik van daag aan deze vraag eenige beschouwin gen wijden. Hoe kan een zichzelf gelijk blijvende vraag naar goederen worden geschapen? Mocht het gelukken in ons land een per manente en zich zelf-gelijk blijvende vraag naar goederen te creëeren, dan zou er reeds veel gewonnen zijn. Er zijn er en laat stelijk heeft prof. Goudriaan in zijn be kende praeadvies voor de Vereeniging voor de Staathuishoudkunde zich onder hen ge schaard die in dit verband vol verwach ting opzien naar Vadertpe Staat. Zij rede neeren, dat, wanneer de orders van parti culieren uitblijven, de Staat, die immers onbeperkt crediet geeft, die leemte moet aanvullen door het uitvoeren van groote werken. Twee bezwaren tegen het uit voeren van groote werken. Hiertegen zijn m.i. twee bezwaren in te brengen. In de eerste plaats schrikken wij terug voor de schuldenlast, die de Staat zoodoende in enkele jaren op zich zou la den: een schuld, waarbij aan geen aflossing meer te denken zou zijn, maar waarvan de rentelast voor altijd op het arbeidend en ondernemend deel van ons volk zou blijven rusten. Wat dit voor het economisch leven beteekent, ondervinden wij thans reeds in voldoende mate. En nu mag het al waar zijn, dat tegenover die schulden de tot stand gebrachte werken zullen staan en dat het geld dus niet is weggegooid: het is aan gerechten twijfel onderhevig of die werken, die voornamelijk op water staatsgebied zouden liggen de „earning power" van het bedrijfsleven zóó zouden verhoogen, dat het de zwaardere schatting, die de staatsschuld zou vergen, blijmoedig zou kunnen dragen. In de tweede plaats zou men zich ernstig moeten afvragen, wat er gebeuren zou, wanneer het groote-wer- ken-program eens na drie of vier jaren aan zijn eind kwam. Zou een groot deel van het bedrijfsleven niet ineenzinken als een auto-band, waaruit men de lucht laat weg- loopen? Men kan toch aan overheids-or- ders niet die magische kracht toekennen, dat zij welvaart blijven verspreiden tot in lengte van dagen, lang nadat zij zijn uit gevoerd. Het „plan van den arbeid". Ik geloof, dat men in Nederland in 't algemeen wel inziet, dat het conjunctuur- IR. F. H. E. GULJé. en werkloosheidsvraagstuk niet zóó een voudig is op te lossen. Ik meen dit te mo gen besluiten uit den geringen opgang, die het „plan van den arbeid" ondanks de groote réclame, die daarvoor gemaakt is bij ons nuchtere volk heeft gemaakt Een doelmatig middel in de monetaire politiek. Ik geloof, aldus spr., dat de regeering een doelmatig middel, om de vraag voor goederen te stabiliseeren, heeft gekregen in de MONETAIRE POLITIEK. Daardoor is het mogelijk, invloed op de vraag naar goederen te oefenen op de meest natuur lijke wijze, die denkbaar is: door middel van het prijspeil. Nadat wij rechtstreeks de gunstige werking hebben ondervonden van het verlaten van den gouden stan daard, wordt het thans tijd meer algemeene leering daaruit te trekken. Door verlaging van de muntwaarde vindt een verschuiving plaats in de wissel koersen: onze uitvoer wordt voor buiten landers goedkooper en onze invoer wordt voor de eigen bevolking duurder: een dub bel voordeel voor de eigen industrie. Maar is daarmee alles gezegd? Een blik op de statistiek leert ons, dat deze beschermen de werking niet alleen onze uitvoer, maar ook onze invoer krachtig is toegenomen. De groote beteekenis van de muntcor- rectie ligt m.i., aldus spr., dan ook elders: in de automatische vermindering van den druk der vaste lasten, die op het bedrijfs leven drukten. Waar het geheele prijzen stelsel de loonen inbegrepen lang zaam maar zeker omhoog gingen en alleen de oude schuden hun nominale waarde be hielden, werd het deel van ondernemer en arbeider aan de productie grooter, het deel, dat aan het kapitaal toevalt, kleiner. Vooral de vergrooting van de onderne merspremie bevordert de bedrijvigheid en ik geloof, dat daarin de grootste beteekenis ligt van de muntcorrectie. Tegenover deze voordeelen mogen wij ons echter niet ontveinzen het feit, dat de preciatie licht tot onrecht kan leiden, in dien zij zoo ver gaat, dat de crediteuren de verstrekkers van kapitaal voor een aanzien lijk deel onteigend worden. Spr. meent, dat, indien de wisselkoer sen zóó worden gemanipuleerd, dat het binnenlandsch prijspeil op een constant ni veau wordt gehouden, de voornaamste fac tor voor de onstabiliteit geëlimineerd is. Het bedrijfsleven heeft groot belang bij een constant prijsniveau, waarbij de mar ge tusschen kosten en prijzen niet telkens door ineenstortingen bedreigd wordt. Het is van het hoogste belang, aldus vervolgde spr., dat binnen afzienbaren tijd regeering en parlement: ten eerste het eens worden over de richtlijnen volgens welke de monetaire politiek gevoerd moet worden en ten tweede een doelmatig systeem in het leven roe pen, waardoor het toezicht der volks vertegenwoordiging ook op dit gebied geldend gemaakt kan worden. Dit klemt nog te meer, omdat op het gebied der handelspolitiek, dat ik wat be langrijkheid betreft op één lijn plaats met de monetaire politiek, het parlement wellicht van zijn standpunt terecht zoo sterk staat op zijn rechten en prerogatie ven. Ik verheug mij er op, dat Minister Steenberghe het overgroote deel van de Tweede Kamer heeft kunnen winnen voor de wijziging van de Crisisinvoerwet, wel ke een belangrijke uitbreiding inhoudt van het handelspolitieke arsenaal. Ik spreek de stellige verwachting uit, dat het nader overleg tusschen Regeering en Volksver tegenwoordiging tot resultaat zal hebben, dat ook de Tariefsmachtigingswet zal wor den aanvaard. Spr. stapte vervolgens uit het economi sche in het sociale gebied, om een oogen- blik na te gaan, wat van de regeering ver wacht kan worden ter bestrijding van de gevolgen der conjunctuurschommelingen, waarbij hij vooral op het oog had de ge volgen der werkloosheid. Midden Septem ber bedroeg het aantal bij de arbeidsbeur zen ingeschreven werkloozen nog ruim 324.000 tegen 390.00 in September van het vorig jaar. Het geheele probleem, aldus spr., draait echter om de vraag, wat er in de bestaan de omstandigheden en met de beschikbare middelen te bereiken valt. Er zijn er he laas velen, die dit probleem niet eens wil len zien en het gemakkelijker vinden hoo- ge eischen te stellen en luide af te geven over hetgeen thans reeds van regeerings- wege geschiedt. Drie middelen. Zooals spr. het ziet, zal de sociale poll- iek in de toekomst vooral op drie gebie den actief moeten zijn ter bestrijding van de werkloosheid. Ondanks de verbetering is de nood dus nog zeer groot. In de eerste plaats door uitbreiding van de werkverschaffing, zoo mogelijk tot 100.000 man. Vervolgens door georgani seerde en van overheidswege geleide emi gratie. En in de derde plaats moet het overleg tusschen regeering en industrie er toe leiden, dat in het bedrijfsleven méér menschen worden te werk gesteld. Dit kan in de eerste plaats geschieden door het vermijden van overwerk. Maar daarnaast zal getracht moeten wor den, in bedrijven waar zulks mogelijk is, ook den normalen arbeidstijd te verkorten, zoodat de beschikbare arbeid over méér krachten verdeeld kan worden. Doch deze verkorting kan voorloopig alleen in over weging genomen worden in die bedrijven, wier positie door bescherming of om an dere redenen zoo stevig is, dat zij zich ex perimenten kunnen veroorlooven en dat zijn er niet vele. Ook zullen de werkende arbeiders zich een offer moeten getroosten door bij den korteren arbeidstijd ook met minder loon genoegen te nemen. Maar de hoofdmoeilijkheid ligt m.i., al dus spr., toch in het gebrek aan interna tionale samenwerking. Zal door dezen aanval op drie fronten het geheele contingent werkloozen worden geabsorbeerd? vraagt spr. Is het werkloosheidsprobleem voor ons land dan onoplosbaar en gaan wij een toe komst tegemoet, waarin een aanzienlijk deel der bevolking ondanks de economi- Rorenbond St. Willibrordus» De Korenbond St. Willibrordus, geves tigd te Wassenaar, gaf gisterenavond een Zangers^vond te Katwijk aan den Rijn. Deze avond werd ingezet met een plech tig Lof in de de Parochiekerk, gecelebreerd door den Zeereerw. heer Pastoor C. Tho- lenaar te Wassenaar met assistentie van Pastoor Hesp te Katwijk a. d. Rijn, vice- pres. van den Korenbond, en Pastoor Meij- sing van De Goede Herder te Wassenaar. De Lofgezangen werden verdienstelijk uit gevoerd door het koor van Katwijk a. d. Rijn. Na dit Lof had de zangersavond plaats in he parochiehuis. Pastoor Tholenaar sprak als voorzitter een hartelijk openingswoord om hierna het woord te geven aan den Weleerw. heer E. Paap, Kapelaan te Lei den, die een lezing zou houden met als onderwerp „Gregoriaansche Adventgezan- gen, met muzikale toelichting door alle aan wezige zangers. Vooraleer echter hiertoe over te gaan, zouden verschillende koren een uitvoering geven van meerdere Grego riaansche Adventsgezangen. Katwijk zette b.v. in met „Gaudete', Introitus van den 3den Zondag van den Advent, Noord wijk zong „Rorate", Introitus van den 4den Zon dag, Wassenaar St. Willibrordus, Wassenaar G. Herder en Oegstgeest zongen „Rorate", evenzoo Wassenaar St. Joseph. Voorschoten was afwezig. De beoordeeling van het ge zang zal door Kap. Paap schriftelijk plaats hebben. Nadat de koffie geserveerd was, volgde dan de genoemde lezing met demonstra tie, te geven door Kap. Paap, met "de aan wezige zangers. Van iedere Advents-Zon- dag werd een Greg, gezang, Introitus, Of fertorium, Graduale, of Communio geno men. Na de lezing was er gelegenheid om •vragen te stellen, waarvan door verschil lende aanwezigen werd gebruik gemaakt. Na een kort woord door den voorzitter, kreeg, zooals gebruikelijk is op deze avon den, de vice-president gelegenheid om het slotwoord te spreken. Pastoor Hesp deed dat op de hem eigen geestige wijze. Hier na sluiting van dezen leerzamen avond. VEURLEID SCHEND AM. Kruisvaart-film. Gisterenavond werd in het Patronaatsgebouw door de Kruis vaart en propaganda- en oudersavond ge organiseerd, welke in alle opzichten ge slaagd mag heeten en daarom was het zoo jammer, dat niet meer ouders en genoodig- den van hun belangstelling en medeleven blijk gaven, daar dit toch zoo mooie werk aller steun verdient. Onder de aanwezigen merkten wij o.m. op den Zeereerw. heer Pastoor, burgemees ter Keijzer, de wethouders van Veur en talrijke ouders, welke door den directeur der K.J.C., Kapelaan Wentholt, hartelijk werden welkom geheeten. In zijn openings woord schildert Zijneerw. het werk van de Kruisvaart, wat zeer zeker toch aller aandacht verdient. Het doel van dezen avond is allen te doen zien het werk van de Kruisvaart en daardoor meer belang stelling en medeleven te wekken voor dit zoo mooie werk en Zijneerw. hoopt dan ook, dat deze avond het zijne er toe zal bij dragen de Kruisvaart tot nog grooter bloei te brengen en hierdoor vooral ook de me dewerking der ouders te verkrijgen, opdat door aller samenwerking de Kruisvaart moge komen tot het groote ideaal. Na enkele mooie en komische films, werd sche en sociale bemoeiingen der regeering blyvend zonder werk is? Zoo somber be hoeft men de zaak niet in te zien. Wel meen ik, dat de regeering alleen de op lossing niet kan brengen. Uiteindelijk zal de oplossing moeten komen van...0 de in genieurs! De ingenieurs zullen de oplos sing moeten brengen! Wannéér in Europa na 1800 de bevol king zich normaal zou hebben vermenig vuldigd, doch de wetenschap en de tech niek zich niet ontwikkeld hadden, zou het leven in ons werelddeel thans een onmo gelijkheid zijn. Zien we alleen maar eens naar het verkeer: trekschuiten en diligen ces zouden zoo volkomen tekort schieten, dat het vervoer daarin fabelachtig duur zou zijn. De zeilschepen zouden geen kans zien om het benoodigde graan naar Euro pa te voeren, om van andere voedingsmid delen maar niet te spreken. Het leven zou zoo duur zijn, dat de meeste menschen in het geheel geen geld voor luxe zouden over houden. Alleen de grondbezitters zouden goede tijden doormaken. De goederen de zer aarde zouden vermoedelijk nog on rechtvaardiger verdeeld zijn dan thans. Nu wil ik niet zeggen, dat het leven in het Europa van onze dagen een idylle ge lijk is, maar wel geloof ik, dat het zelfs voor den laatsten werklooze nog meer comfort biedt dan voor menigen arbeider in de vorige eeuw en dat de arbeiders het voor het meerendeel thans beter hebben dan de burgers van vroeger. Toch hadden degenen, die zich in het jaar 1800 van de te verwachten bevolkingstoename reken schap gaven alle reden om de toekomst duister in te zien. Alleen de wetenschap en de techniek hebben het leven in Europa nog mogelijk gemaakt. Ik geloof, aldus spr., dat door deze bel den de Goddelijke Voorzienigheid óók in de toekomst ons voor onmogelijke ver houdingen zal behoeden. Met een korte beschouwing over de noodzakelijkheid van „ordening" en de be langrijke taak van het vereen igingsleven in dezen tijd besloot spr. zijn rede. VEREENIGING VAN STOMPWIJK EN VEUR. Het wetsontwerp tot vereeniging van de gemeenten Stompwijk en Veur zal morgenmiddag te 1 uur door de Tweede Kamer worden behandeld. de Kruisvaartfilm vertoond, die aller be langstelling had en een goeden kijk gaf op het mooie werk van de Kruisvaart. Door enkele leden werden eenige liede ren gezongen en voordrachten ten beste ge geven, welke ons deden zien, dat ook de Kruisvaart van Leidschendam niet stil zit en wel iets presteert. Op het einde dankt Kapelaan Wentholt allen voor de belangstelling en de mede werking en vroeg nogmaals aller aandacht voor de Kruisvaart, daarbij de hoop uit sprekend steeds op aller steun te mogen re kenen tot grooter groei en bloei van de af- deeling. K.J.M.V. (Ata L.T.). Vrijdag 17 De cember a.s. zal de afdeeling L. T. wederom een ontwikkelingsavond houden, waarop de Weleerw. Pater G. van Bohemen zal spre ken over „Standsplichten". Alle jonge boe ren en tuinders en L.T.B.'ers worden de zen avond verwacht. STOMPWIJK. K. J. M. V. Maandag vergaderde de K. J. M. V. „St. Laurentius" in de zaal van den heer v. Geijlswijk. De voorzitter ver welkomde de aanwezigen, w.o. prof. dr. v. Rooyen en Moderator Klaver. Na een kor te inleidinge gaf hij het woord aan prof. v. Rooyen voor de lezing „Gezinstichters". Het verheugde spr. dit onderwerp te mogen behandelen hier. Gij moet weten, aldus spr., wat gij met het aangaan van het huwelijk gaat begin nen. Het is een stap niet alleen voor het tijdelijk maar ook voor het geestelijk le ven. In dezen tijd met zijn moderne mid delen is er geen plaats voor het bovenna tuurlijke. Het huwelijk, gaat spr. voort, is een vrijwillige daad van man en vrouw, waarbij zij een blijvende verbinte nis aangaan. Het huwelijk moet be schouwd worden als iets heiligs. De jonge man die gaat trouwen moet eerbied heb ben voor het meisje. Hij moet een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Van al zijn doen en laten is hij God verant woording schuldig. Ook is hij verantwoor delijk voor zijn kinderen. Wanneer iemand va nzijn kinderen iets maken wil, moet hij eerst zorgen zelf iets te zyn. In het huwelijk moet men veel zelfverloochening bezitten. Men moet deugdzaam zijn en ar beidzaam. De deugd niet als iets kwezel achtigs maar als iets zuivers beschouwen. Wanneer een gezinstichter geen arbeid zaamheid bezit zal hij zijn gezin plaatsen voor een catastrophe. De kinderen moeten aan hun vader een voorbeeld kunnen ne men. Spreker vindt het jammer, dat de wereld die zooveel vreugde tracht te bren gen de ware vreugde niet brengt. Want de echte vreugde moet ernst als grondslag hebben. Spr eindigde zijn leerrijke en boeiende rede waaruit wij slechts enkele gedach ten aanstippen met den wensch, dat zyn woorden, zaad mogen zijn waaruit een rijke oogst voortspruit. Na een daverend applaus sloot de voor zitter met den K. J. M. V.-groet. NOORDWIJK. DE HANZE. Een protest tegen de openstelling van zaken op Eersten Kerstdag. Woensdagavond hield de Hanze een goed bezochte ledenvergadering in Hotel „Royal" onder voorzitterschap van den heer V. Ph, Braun. Na een kort openingswoord, waarbij ae voorzitter in hét bijzonder welkom heette den spreker op dezen avond, den heer W. A. Deutekom, leeraar aan de B.N.S. te Voorhout, moest hij tot zijn spijt mede- deelen, dat het besluit van de vorige ver gadering, om voor leden en huisgenooten zes ontwikkelingsavonden te houden onder leiding van den heer v. Doorn, geen door gang kon vinden, daar de heer v. Doorn voor het geheele winterseizoen bezet is. Er is echter wel gelegenheid deze zes avonden tij te wonen in Leiden tegen vergoeding van 1.voor de zes avonden. De eerste avond zal plaats hebben 28 Dec. a.s. en vervolgens iederen Dinsdag. Tevens werd medegedeeld, dat dit jaar weer een z.g.n. Hanzedag zal worden georganiseerd, waar voor reeds enkele sprekers zijn uitgenoo- digd o.a. Vlootaalmoezenier Ronke, terwijl des avonds een feestelijke bijeenkomst zal plaats hebben. De Federatie zal spoedig met meer uitgewerkte plannen komen, ook waar deze Hanzedag zal worden gehouden. De voorzitter spreekt nu reeds den wensch uit, dat vele leden dezen Hanzedag zullen bij wonen. Hierna verkreeg de heer Deutekom het woord over het onderwerp „Belasting en Boekhoud probleem". Spr. leidde zijn onder werp in met de mededeeling, dat hij op dezen avond geen lezing, doch slechts een gemoedelijk praatje kwam houden over boekhouding in Middenstandszaken als een onontbeerlijke factor om een zaak in stand te houden. Spr. bedoelde hiermede niet het bijhouden van het z.g.n. „klantenboekje", maar een goed geordende boekhouding, waaruit men zal kunnen vaststellen den kostprijs van de artikelen, welke men om zet, om hierdoor ook vast te kunnen stellen de winst-marge. Heel begrijpelijk illustreer de spr. het kostprij zenprobleem. Hierna ontspon zich nog een aangename discussie over het door den heer Deutekom behan delde. Door den voorzitter werd dank gebracht aan spr., waarna hij met klem wees op de verbodsbepaling, dat Hanzeleden geen lid van neutrale organisaties mogen zijn, ter wijl ook in 1938 het wederzijdsch verplicht lidmaatschap zal worden doorgevoerd. In de rondvraag kwam nog de vraag ter sprake of het bestuur kon bevestigen, dat het plaatselijk comité voor aanvulling van Baby-uitzetjes haar inkoopen doet bij fa brikanten en zoodoende de plaatselijke Mid denstand uitschakelt. Dit is het bestuur niet bekend, doch het zal deze kwestie nog na der bezien. Vervolgens kwam ter sprake de regeling voor het winkelbedrijf in de periode van 18 t/m 31 Dec., waarbij o.m. bepaald wordt, dat op Eersten Kerstdag alle winkels open mogen zijn tot 10 uur n.m. Eenparig was men van gevoelens dat deze bepaling tegen aller gevoel indruischte en dat men intensief moet werken opdat in Noordwijk op eersten Kerstdag geen zaak zal opengesteld zijn. Tevens werd besloten de volgende motie naar Den Haag te zen den: De Katholieke Middenstanders te Noordwijk in vergadering bijeen, wenschen met kracht te protesteeren tegen de openstelling van alle winkels op Eersten Kerstdag. Verzoeken dit tevens in de Pers te publiceeren en gaan over tot de orde van den dag. 1), De voorzitter hoopte, dat de pers in bree den kring hieraan bekendheid zal geven en dat het uitgesproken protest in den lande bijval zal ondervinden. Nog werd gevraagd of het bestuur tijdig stappen wil doen om bij B. en W. van Noordwijk erop aan te dringen, dat alle winkels ter plaatse in het badseizoen te 9 uur 's avonds zullen moeten sluiten. Daar meerderen met deze gedachte sympathiseer den, zal het bestuur deze kwestie op de agenda der eerstvolgende vergadering plaatsen. Nadat de voorzitter nog enkele huishoudelijke mededeelingen had gedaan, sloot hij onder dank de vergadering mét den Chr. groet. 1) De bedoelde bepaling is niet nieuw. Nooit behalve als 1ste Kerstdag op Zon dag valt is het op lsten Kerstdag verbo den, de winkels open te houden. Art. 2 der Winkelsluitingswet (1930) zegt, dat het verboden is, een winkel voor het publiek open te houden: a. gedurende den Zondag, b. tusschen 8 uur des namiddags en 5 uur des voormiddags. Aan de 1ste Kerstdag is hoogswaarschijn- lijk niet gedacht. Maar pratisch zijn, mee- nen we, lsten Kerstdag de winkels gesloten als op Zondag. Red. L.Crt. Bouwen. B. en W. hebben aan den heer G. H. Krau, aannemer, alhier, ver gunning vergleend voor het bouwen van vier woningen aan de Quarles van Uf- fordstraat te Noordwijk aan Zee; idem aan de N.V. Hotelmaatschappij „Rembrandtho- tel" voor den bouw van dat hotel aan den Beethovenweg te Noordwijk aan Zee; id. aan den heer J. H. van der Werf, alhier voor den verbouw van het woonhuis Voor straat 66 te Noordwijk-Binnen tot winkel huis. RIJNSBURG. Bloembollencultuur. De afd. Rijnsburg van „Bloembollencultuur" heeft met alg. st. besloten, dat de afdeeling zich zal ver zetten tegen alle reorganisatie-voorstellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6