Onderwifs-mtnister in een hoekje gedrukt? OMGEVING Heelt Z.Exc. geen werkplan? DE PAROCHIE-KERK VAN ZOETERMEER ZATERDAG 11 DECEMBER 1937 DE LEIDSCHE C0URAN3 TWEEDE BLAD - PAG. 6 TWEEDE KAMER De Minister ontkent dit. Vergadering van gisteren Aan de orde is de rijksbegrooting 1938 hoofdstuk V (Onderwijs, kunsten en we tenschappen). De heer WOUDENBERG (N.S.) noemt de resultaten van het onderwijs wel slecht, maar niet slechter dan van de parlemen taire democratie was te verwachten. Spr. pleit voor een streven om de jeugd te doordringen van een nationalen geest van geestelijke weerbaarheid en Dietsche saam- hoorigheid. Tevens maakt spr. bezwaar tegen een regeling der spelling zonder medewerking van Vlaamsche zyde. De heer TH1JSSEN (S.D.) merkt op, dat op alle hoofdstukken der begrooting een stijging der uitgaven valt te constateeren, behalve op onderwijs, dat een besparing laat zien van anderhalf millioen. Ons volk heeft zich op het punt der de fensie zoo flink gehouden, doch op het ge bied van het onderwijs zijn wij alleen flink in het weifelen. De heer ZIJLSTRA (A.R.) acht de aan gekondigde gelijkstelling van rijks- en bij zondere kweekscholen verheugend. Van het wachten op België inzake de spelling ziet spr. een uitstel ad calendas graecas. Spr. wil terug tot de oude spel ling. Een vastleggen van de spelling in de wet is niet juist; de regeering moet in de zen de maatschappij volgen. De heer VAN HOUTEN (C.D.) zegt, dat indien het belang van de vermindering der werkloosheid eischt, dat de kinderen op lateren leeftijd in het bedrijfsleven intre den, dan de leerplichtige leeftijd zal moe ten worden verhoogd. „Een krachtig beleid is dit niet!" De heer SURING (R.K.) acht de aange kondigde gelijkstelling van rijks- en bij zondere kweekscholen verheugend. Ook op andere punten heeft de minister gunstige toezeggingen gedaan. Evenwel keurt spr. het af. dat noodza kelijke maatregelen worden uitgesteld. Zij kunnen zonder overmatige lasten voor 's rijks financiën worden genomen. De mi nister zegt, er is geen geld. Dit argument als het eenige kan spr. niet aanvaarden. De minister somt desiderata op, zonder er een keuze uit te maken. Een krachtig beleid is dit niet. De minister had zelf een xangordè moeten opmaken of moeten me- dedeelen, dat geen der maatregelen aanne melijk was. Spr. zelf wil verklaren, dat de meeste in de memorie van antwoord opge- scmde desiderata niet strikt noodzakelijk 2ijn. Blijft de leerlingenschaal en de finan- cieele gelijkstelling van het buitengewone onderwijs. Hierover zal nader worden ge sproken. Mogen deze openhartige woor den aldus spr., bijdragen tot het behouden van de gcede samenwerking tusschen mi nister en Kamer. Zit de Minister in een hoekje gedrukt? Dr. VOS (Lib.) zeide, dat hij het betoog van den heer Zijlstra, dat het noodzake lijke in ons onderwijs is behouden, moet onderschrijven. De Troonrede zeide niets amtrent het onderwijs. Men kreeg den indruk, dat de minister zich door zijn col lega's in den hoek heeft laten drukken, al thans, dat hij zijn collega's niet heeft kun nen overtuigen, dat verbetering van het onderwijs noodig was. Ook spr. acht dit teleurstellend, omdat hij gaarne had ge zien, dat afsnijding der voornaamste exces sen ware aangekondigd. De heer OUD (V.D.) is de allereerste om te erkennen, dat de toestand van het on derwijs allerminst bevredigend is. Men mag echter jegens den minister geen on billijke conclusie trekken. Op zichzelf is bezuinigen niet aangenaam. Moge de mi nister zorgen, dat het beschikbare geld al thans op de doelmatigste wijze worde ver deeld. Op dit punt is spr. niet gerust, voor al niet op het punt der aangekondigde ge lijkstelling van rijks- en bijzondere kweek scholen en op het punt van de subsidiee- ring van het bijzonder hooger onderwijs. Laat de minister ronduit zijn program aan de Kamer mededeelen. Honderd menschen op één stoel! De heer MOLLER (R.K.) noemt het de fout van den minister, dat h(j zich geen duidelijk beeld heeft gevormd van hetgeen h(j zelf wil. De minister is wel heel vrien delijk, doch hij moet de Kamer niet uit- noodigen op zijn stoel te gaan zitten. Opdat de Kamer vruchtbare besprekingen kan voeren, moet de minister met een werkplan komen. Spr. vraagt namens zijn fractie volko men terugkeer tot de spelling 1934 en wijst de instelling van een nieuwe commissie af. Vooralsnog is het spr. niet mogelijk ver trouwen te hebben in het beleid van den minister van onderwijs, zooals deze het ge toond heeft in de begrootingsstukken, wel ke ook nu weer aan de Kamer zyn voorgelegd. De heer TILANUS (C.-H.) betoogde, dat door het accres de bezuiniging is achter haald. Bezuiniging is niet steeds de hoog ste wijsheid. De gang van -.aken inzake de schrijf wijze onzer taal is iederen Nederlander een ergernis. De instelling van een commissie is geen zaak van de Kamer doch een zaak der regeering. De Kamer heeft hierom trent geen beslissing. Brood-roovende kloosterlingen. De heer KERSTEN (S. G.) bestrijdt de subsidies aan tooneel en leeszalen en juicht toe, dat het vak lichamelijke oefening niet verplicht wordt gesteld. De nood der on derwijzers, die geen betrekking kunnen krijgen, wordt door spr. geschilderd. Het toelaten van kloosterlingen-onderwijzers ontneemt het brood aan vele roomsche on derwijzers. Het recht van alle richtingen om scholen te openen ten koste der publie ke kas is funest voor de landsmiddelen en in strijd met Gods ordonnantiën. Het on derwijs moet volgens het Woord der Ge reformeerde Vaderen worden verchriste- lijkt. Op het gebied der spelling wenscht spr. een definitieve wet, onafhankelijk van Bel gië. De heer WIJNKOOP (Comm.) zegt, dat voeding, daarna opvoeding en daarna ver dediging de voornaamste dingen voor een volk zijn. Geen weerkracht zonder goede opvoeding. Spr. bepleit verlaging van de leerlingenschaal en verlenging van den leerplicht DE MINISTER SPREEKT. De MINISTER VAN ONDERWIJS, KUN STEN EN WETENSCHAPPEN, de heer SLOTEMAKER DE BRUINE zegt, dat hij geen oorzaak is geweest van den spelling- chaos. De verwarring is reeds onder minister Terpstra ontstaan. Het komt spr. voor geen beslissing te mogen nemen alvorens te we ten, hoe België zich ten opzichte van de spelling gedragen zal. Het zal voor de ont wikkeling van de Nederlandsche taal van het grootste belang zijn indien België in dit opzicht dezelfde marschroute volgt. Er zou een gevaar kunnen dreigen, dat de taal in beide Nederlandsche taalgebieden uiteen zou wijken. Tit beteekent geens zins, dat Nederland België zal volgen. Het zal wel blijken, dat het spreker's bedoe ling niet is een beslissing te ontwijken. Spr. heeft zich verbaasd over de w(jze, waarop de Kamer reageert op een poging van den minister om met de Kamer voe ling te houden. De Minister bijt van *ich af. Spr. betwist, dat hij geen werkplan zou hebben. Hij geeft in overweging de memorie van antwoord nog eens na te le zen. Er is wel degelijk een werkplan en op grond van dit werkplan kan spr. het oor deel van den heer Moller onredelijk noe men. Indien spr. het physieke en politieke leven in deze vier jaar wordt gegund, hoopt hij het werkplan ten uitvoer te leg gen. Algemeene budgetair© beschouwingen. Spr. constateert, dat zijn begrooting hoo ger is dan die voor 1937. Dr. Vos had zijn vraag omtrent het in den hoek drukken niet mogen stellen. Im mers de minister van financiën heeft in de Kamer verklaard, een verlaging der leerlingenschaal uit een oogpunt van on derwijs toe te juichen, doch haar om fi- nancieele redenen onaanvaardbaar te ach ten. REPLIEKEN. Een motie-Moller inzake de spelling. De heer MOLLER (R.-K.) repliceert. De minister heeft nog niet aangegeven wat hij het eerst noodig acht en daarom heeft spr. bezwaar zijn vertrouwen aan dezen minis ter te geven. Het schrijven van een aantal Katholie ken bevat niets nieuws. Het verbaast spr. van den heer van Ginneken, dat hij de spreektaal van het Zuiden met de schrijf taal De Vries en Te Winkel vereenzel vigt. Spr stelt een motie voor waarvan de tekst als volgt luidt en gespeld ls: „De Kamer, overwegende dat de in stelling van een nieuwe kommissie die aan de regering wederom advies zal uitbrengen over de schrijfwijze van de Nederlandse taal, overbodig geacht moet worden, van oordeel dat thans de enige aanvaardbare oplossing van het spellingvraagstuk gelegen is in de al gemene doorvoering, ook in de rege ringsstukken van de spelling 1934, gaat over tot de orde van de dag". De heer KERSTEN (S. G.) zegt, dat men zich moet houden aan den Statenbijbel en aan de spelling De Vries en te Winkel. De heer ZIJLSTRA (A.-R.) betreurt de indiening van de motie-Moller. Indien de Minister behoefte heeft aan een commissie, dan kan hij die benoemen. De heer TILANUS (C.-H.) ondersteunt dit standpunt. Spr. meent, dat de minister de motie naast zich kan neerleggen. De MINISTER vraagt, of de heer Moller bedoelt aan de regeering kennis te geven van zijn inzicht. De heer MOLLER: Ja. De MINISTER vraagt de motie dan te splitsen en niet te spreken van „de„ spel ling 1934, doch de twee onderwerpen, die aan de orde zijn, het woordbeeld en de voornaamwoordelijke aanduiding, te schei- VIII Een lang verloog van verontwaardigde parochianen, dat men op zijn gemak moet lezsa! Het oude schuurkerkje voor- looplg behouden. door A. N. DUINISVELD pr. De Katholieken van den Voorweg gaven zich niet gewonnen; zij wilden hun schuur kerkje behouden en schrokken er niet voor terug, de hulp van den rechterlijke macht in te roepen, om te beletten, dat het kerk je zou afgebroken en de sieraden naar de nieuwe kerkzouden worden overgebracht. Het drijven der Katholieken aan den Voorweg wekte niet weinig de ergernis en het misnoegen op van de overige Katholie ken, hetgeen de kerkmeester, met de com missie tot den bouw van de nieuwe kerk uitdrukkelijk hebben uitgesproken in een toespraak, den lsten December 1817 ge houden tot den aartspriester. „De ondergeteekende kerkmeesteren der Roomsch-Catholijke Gemente van Soeter- meer en Zegwaart, en Gecommitteerden van verre de meeste leden dezer Gemeente, tot den bouw en vervaardiging van een nieu we kerk en pastorie in derzelver midden; voldoen eenen hun hoogstaangenamen pligt met UHoogEerw. in persoon te begroeten, ter dezer plaatse, en in een tijdstip, waar op UHoogEerw. onze wenschen en verlan gens, de plegtige inwijding van ons nieuw gebouwd medehuis geliefd te beantwoorden en te vervullen. „Eindelijk na jaren lang met allerlei te genkantingen geworsteld te hebben, is het ons dan geluk, zoo ver ee mogen komen, dat de wenschen en hooge behoeften dezer Gemeente zullen worden bevredigd; aan genamer oogenbsik zoude er zeker voor ons niet hebben kunnen zijn aangelig, dan ook aan UHoogEerw. te hebben kunnen zeggen, ieder lid dezer gemeente heeft een steen aan dit gebouw toegebracht. Maar, helaas! eenige weinige onder ons, door eigenzinnigheid en hoogmoed gedreven, trotsch op tijdelijke voorspoed en middelen, aangeblazen en bestuurd door vreemde in vloed, hebben onze welgemeende pogingen allen tegenstand geboden, hebben twist en tweedracht gezaaid, zich eenen aanhang ge- vormt, ons in ales gedwarsboomd, en ein delijk, schandelijk alle redelijkheid en bil lijkheid ter zijde zetende, het oordeel van den Regter tusschen ons en hun ingeroe pen, en tegen den Eerw Heer Pastoor en de beide mede ondergeteekenden kerk meesteren, eigendunkelijk van regten gebe zigd, waarvan wij wel eenen zoodanigen uitslag met reden verwagten, waardoor hunne partijen beschaamd en onze zaak welke die der regtvaardigheid en der bil lijkheid is zal zegevieren; maar die daar om nog de breuke niet helen zal, die door kwaadwilligheid in ons midden veroor zaakt is. „UHoogEerk. zelve is van hunne onbil lijke, lastige en dwingende aanzoeken niet bevryd gebleven; men heeft UHoogEerw. willen persuaderen eene Gemeente van een te scheiden, die zoo noodig heeft niet ge scheurd te worden: men heeft UHoogEerw. willen noodzaken om eeenen nieuwen Her der, ter bediening van het oude kerkge bouw en ter bewoning der oude pastorie aan den Voorweg te zenden; men heeft zich bij UHoogEerw. voorgedaan als of eenige weingen (want de drijvers zijn zeer weini gen) alleen te beschikken hadden over de eigendommen eener geheele Gemeente; en UHoogEerw. heeft, ten einde te tragten zoo veel mogelijk eendragt te herstellen, eenen voorloopigen maatregel gelieven te nemen, met door den Eerw. Heer Pastoor aan de Gemeente te doen afkondigen, dat nade inwijding der nieuwe kerk zooveel moge lijk de nodige diensten in beide kerken zou den worden verrigt. „Ingevalle het onze opposerende medele den ernst ware geweest, op billijke voor waaiden, met de meerderheid der Gemeen te zich te vereenigen, is hun daartoe me nigvuldige malen de weg van vriendelijke schikkingen, en door den Eerw. Heer Pas toor, en van onzentwegen, met aanbod van wezentlijke opofferingen van onze zijde, geopend geworden; dan telkens zijn dezel- ven met hoon en bespotting bejegens en op eenen verachtelijke wijze van de hand gewezen. Eindelijk zijn wij moede van ons langer aan hoogmoed en onwil bloot te ge- .ven; maar wij hebben'vastelijk en met wel beraden zin besloten, het welgevestigd en wettig bewezen regt van eigendom der Ge mente van Zoetermeer en Zegwart, waar op die van Wilsveen voor genen penning anspraak hebben, op alle mogelijke wijzen te handhaven en aan den loop van het regt over te laten, wat in deze zal worden ge oordeeld en gevonnist. „Maar intusschen en in afwachting van die rechterlijke beslissing, kunnen en mo gen wij, als vertegenwoordigende ruim twee derde gedelten der Gemeente, vol strekt niet gedogen, dat over de wettige eigendommen der Gemeente ten behoeve alleen van een klein derde gedeelte onder Soetermeer voonagtig, minder nog ten be hoeve van eenuige inwoners van Wils veen die gene mede eigenaren onzer ge meente goederen zijn, wat zeggen wij, ten behoeve van drie of vier hardnekkige drij vers, beschikking zoude worden gemaakt. „Wij hebben een kerk gebouwd, groot genoeg voor de gehele Gemeente volko men in deszelfs midden, op evenwijdigen afstand das deszelfs beide einden, en waar van het gebruik aan alle deszelfs leden be hoord gemeen te zijn; maar wij hebben geen zulke zware kosten gedaan, geen kerk gebouwd om er twee te behouden; noch minder, om, ten gevalle van eenige wei nigen, belemmerd te worden in het volle genot van die diensten, waarvan de Ge meente, met elkander in eene en dezelfde kerk tot hiertoe vereenigde geweest, schoon voor de grootste, meerderheid zeer moeilijk en gebrekkig onafgebroken heeft gejouisseerd. „Wij verzoeken dus UHoogEerw. met eerbied, om den Eerw. Heer Pastoor dezer Gemeente, in zijnen dienst bij dezelve door uwe bekende herderlijke voorzorg te be vestigen en te willen aanbevelen, om voor taan den dienst alleen in de nieuwe kerk zoodanig, en in die volkomene volheid te continueeren en te verrigten, als zijn Eerw. met zoo veel ijver en godsvrugt tot hiertoe in de bestaan hebbende kerk aan den Voorweg heeft verrigt, en wel in het bijzonder, de nodige order te stellen, dat het feest van den Patroon der kerke van Soetermeer, als vanouds op den zesden de zer maand invallende, alleen in de nieuwe kerk plegtstatig worde gevierd. „Wij hebben Zijn Eerw. eene, zoo wij vertrouwen, geschikte woning doen ver.- vaardigen; die wij hartelijk wenschen, dat nog lange door Zijn Eerw. met genoegen voor zich zeiven mag worden bewoond. „En daar wij in onze kwaliteit represen terende meer dan twee derde gedeelten der Gemeente, het volkcmenste regt menen te hebben, om hangende de procedures voor de Regtbank, over het gebruik van de goe deren en eigendommen der Gemeente, ten haren algemenen behoeve, te beschikken, zoo nemen wij de vrijheid UHoogEerw. te kennen te geven: 1. „dat wij de benoodigdheden tot den Eeredienst uit de oude kerk en pastorie hebben doen overbrengen, ten uitsluitenden gebruike voor de gehele Gemeente in de nieuwe kerk; en dat wij niet zullen toe staan, dat dezelven tot dat einde en bij zonder niet tot het vieren van het feest van St. Nicolaas naar elders zullen worden Ver voerd of gebezigt. 2. „Dat wij het kerkgebouw aan den Voorweg hebben doen sluiten, waarvan de sleutels onder ons berusten; en dat wij even zoo zullen handelen met de sleutels der oude pastorie, zoodra de Eerw. Heer Pas toor dezelve geheel zal hebben ontruimd; en dat wij alzoo niet kunnen toelaten, dat van de gemelde gebouwen, buiten onze speciale toestemming, eenig gebruik worde gemaakt, zóólange wij door een regterlijk vonnis in hoogste ressort, niet ter contraire zullen zijn verwezen. „Door UHoogEerw. deze verklaring, die wij UHoogEerw. met vertrouwen verzeke ren, dat de uitgedrukte wil van de groot ste meerderheid onzer Gemeente is, te doen, willen wij geenszins en niemond on zer committenten wil het, ons indringen, of eenigen hoegenaamden inbreuk maken, op het gezag en de waardigheid van UHoog Eerw., als onze geëerbiedigde geestelijke Overheid, voor wiens herderlijke verma ningen en verordeningen, Wij en onze Committenten, steeds alle eerbied en ge hoorzaamheid zullen betonen en wiens be schikkingen wij ons dus zorgvuldig wach ten zullen in het minste- tegen te streven, maar even zoo eerbiedig als wij ons daar omtrent zullen betonen, evenzoo standvas tig zullen zullen wij voor de regten van bezit en eigendom der Gemeente pal staan, en niet gedogen, dat daarop eenigen in breuk worde gemaakt, maar in tegendeel, daar men eenmaal moedwillig genoeg ge weest is, onzen Heer en Leeraar opentlijk en met verguizing van alle decentie voor den Regter te dagen, zullen wij weten, Zyn Eerw., ons zeiven en de wettige regten van de grote meerderheid der Gemeente te handhaven, tegen alle indragt van een ge ring getal onrustigen, die zich een naam willen maken en de vermeende belangen van een deel eenvoudige menschen aan hunne dwarsbomende inzigten zoeken dienstbaar te houden." Soetermeer, den len December 1817. De Kerkmeesteren van De Gecommitteer den tot den de R. C. Gemeente van opbouw eener R. C. Kerk en Pastorie in den Dorpe Soetermeer. Soetermeer en Zegwaart. w.g. F. Molkenboer. Klaas de Groot. Joris Koppert. F. Lindeman. B. Wijsman. Het conflict tusschen beide partijen werd ten slotte aldus opgelost, dat de aarts priester toestemming gaf, het oude schuur kerkje voorloopig te behouden. Wekelijks zou er een H. Mis worden gelezen door een naar de Statie te zenden kapelaan. 1) Deze kwam in den persoon van Gerar- dus Eskes. 1) L.c.: dl. LIV, bladz. 413. den. Met het oog op de besprekingen met België zal dat practische zijn. Zou het geen leeg gebaar zijn geweest, als spr. gezegd had: „als er geld is gebeurt er dat", terwijl spr. tegelijk verklaren moest, dat er geen geld was. Over de motie wordt Dinsdag gestemd na stemming over het ontwerp wijziging Dienstplichtwet. De vergadering wordt tot dien dag ver daagd. KORENBOND „ST. WILLIBRORDUS". De Korenbond „St. Willjibrordus", ge vestigd te Wassenaar, met aangesloten koren te Wassenaar St. Willibrordus, Goede Herder en St. Joseph, Voorschoten, Noord- wijk, Oegstgeest en Kaïwijk aan den Rijn, zal Woensdag 15 Dec. a.s een Zangersavond houden in het Parochiehuis te Katwijk aan den Rijn, voorafgegaan door een plechtig Lof in de Parochiekerk te Katwijk aan den Rijn. Op dezen avond zal de Wleeerw. Heer Kapelaan Paap te Leiden eenige gezangen uitvoeren met het St. Odo-koortje. Kape laan Paap zal een lezing houden over Li turgische zang. De verschillende hierboven- genoemde koren zullen, ieder naar eigen keuze, een Gregoriaansch nummer zingen uit den Adventstijd, Introïtus, Graduale, Offertorium, of Communio. De Lofgezangen zingt het koor van Katwijk aan den Rijn. KATWIJK. Geboren: Gerrit, z. v. P. Hoek en L. Dijkhuizen Cornelia, d. v. G. Dijkhuizen en G. van Beelen Dirkje, d. v. G. F. de Vreugd en A. Ros Teunis Cornelis, z. v. C. Vlieland en S. Spaanderman Huig, z. v. H. v. d. Plas en C. v. Duyn Adriana, d. v. H. Voorbergen en G. van Delft Jacoba, d. v. J. Guyt en A. de Vreugd Jacoba Elisabeth, d. v. M Ouwehand en J. Varkevisser Arend, z. v. J. Hasenoot en J. Imp thorn. Overleden: Pietje v. Klaveren 88 j. Dirkje Schadde van Doorn, 81 jaar. Ondertrouw d:C v. Duyn en P. v. Vlugt W. Houwaard en A. Plokker M. de Jong en E. Jurgensman M. Meij- vogel en G. Ouwehand. Getrouwd: A. van Duivenbode en J. van Rijn. LEIDSCHENDAM. St. Josephgezellen. Zondag 12 Decem ber te half twaalf en na het Lof bijeen komst; te 12 uur Paladijnenvergadering. Maandag 13 Deecmber te 7.30 uur tooneel- club „Adolf Koiping". Dinsdag 14 Decem ber te 7.30 uur Maria-Congregatie en daar na bijeenkomst. Donderdag 15 December te 8 uur ver plichte vergadering. Vondelherdenking. Za terdag 18 December na het Lof bijeen komst. K. J. M. V. Maandag 13 December: te 8.30 uur „Staatsjeugd", inleider Hans Her mans, redacteur Vereenigde Kath. Pers te Amsterdam. Dinsdag 14 December: te 7.30 uur Maria- Congregatie. Handelscursus. Vrijdag 17 Dcc.: Ontwikkelingsavond der Jonge L. T. B. Inleider de weleerw. heer pater G. van Bohemen over „Standsplich ten". VEUR. Biljartwedstrijd. Voor de nederlaag wedstrijden speelde gisteravond in het café van den heer J. Al het tweede vijftal van K. D. O tegen het tweede vijftal van Zui derpark uit Den Haag. De wedstrijd werd gewonnen door K. D. O. met 64. Woensdag a.s. speelt K. D. O. I en Don derdag K. D. O. II tegen Tavenu I en II uit Den Haag, eyeneens in het café van den heer J. Al. STOMPWIJK. K.J.M.V. Maandag 13 December 's avonds 8 uur zal de K.J.M.V. „St. Lau- rentius" haar winterprogram voortzetten, in de zaal van den heer v. Geylswijk. Prof. dr. van Rooyen O.S.C., zal komen spreken over „Gezinstichters". Waar de toekomst gebouwd wordt op en door het gezin, is deze lezing voor de K.J.M.V. zeer belang rijk. Daarom dan ook allen aanwezig. Niet- leden hebben toegang tegen betaling van 10 cent. OEGSTGEEST. De belastLrtgrverhooging. Gelijk gisteren reeds gemeld is het voor stel van B. en W. tot heffing eener straat belasting over te gaan niet goedgekeurd. Het voorstel van B. en W. werd verwor pen met 58 stemmen. Voor stemden de beide wethouders en de heeren Kruizin- ga, Sprey en Den Ouden. Het voorstel der commissie werd aan genomen met de stemmen van de wet houders en den heer Kruizinga tegen. Op de hoofdsom van de vermogensbe lasting zullen dus 88 en op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting 15 opcenten geheven worden. Brengen deze beide hef fingen niet voldoende op om het geheele tekort te dekken, dan zullen ook de op centen op de personeele belasting worden verhoogd. VOORSCHOTEN Een taart. Door bakker J. A. v, d. Bent, Papelaan alhier, is besloten in na volging van zakenmenschen in andere ge meenten, cm aan alle moeders in deze ge meente, die in de maand Januari een baby krijgen, een taart uit te reiken. Bijz. Vrijw. Landstorm. Dinsdag, 14 Dec. a.s., zal alhier in het gebouw van Chrsitel. Belangen een landstorm-avond worden gehouden te 8 uur nam., met me dewerking van een 12-tal leden van het muziekgezelschap „Benvenuto" en mevr. M. Secrève, leerares declamatie Haagsch conservatorium. Als sprekers zullen optre den ds. P. Bootsma, legerpredikant, met het onderwerp: „In het oude spocr", en de heer R. van den Ende, met het onderwerp „Vaandeluitreiking in het jaar 1786". Het programma voor dezen avond is goed ver zorgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6