Naar het rijk van den Rooden Tsaar BERICHTEN ra. Vrachtauto door trein aangereden. RECHTZAKEN FAILLISSEMENTEN ZATERDAG 11 DECEMBER 1937 DE LEIDSfHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 14 EEN BEZOEK AAN HET MAUSOLEUM VAN LENIN Van den K.W.P. Correspondent Olav LeroL Als de klok twee slaat! Een opeenstapeling van blokken rood en blank gepolijst graniet staat voor den Kr em lm uur op het Roode Plein. lederen dag om twee uur staat een lange rij men- schen te wachten voor dit heiligdom van het nieuwe Rusland, het Mausoleum van Lenin". Op dit uur splijt de deur vaneen en twee soldaten met de bajonet op het geweer worden zichtbaar in den ingang. Er komt beweging in de lange rij men- schen. Russen met de pet diep op het hoofd, boeren in lange grijze jassen, Tcherkessen in kleurige nationale kleedij, Tartaren uit het Zuiden met een beerenmuts op hun kaalgeschoren hoofd en Oudmourten uit het departement Kirov in lange witte blou- sen. Langzaam en zwijgend schuifelt de riienigte door den ingang en langs de mar meren trappen naar beneden naar de crypte. Hier ligt het lijk van Lenin in een driehoekige kist. Het licht schijnt op de kleine figuur, gekleed in een hoogsluitende militaire jas. waarop de ordeteekenen van de Lenin-orde en van de Orde van de Roode Vaan schitteren. De menschen schrijden langs de kist, en zien eerbiedig op naar de vlag van de communistische Internationale en naar die van de Parijsche Commune (1871) die de Fransche communisten in 1924 aan de Russische Communistische Par tij ten geschenke hebben gegeven. Het Muasoleum van Lenin dient ook nog voor andere doeleinden. Bij parade's en feesten op het roode plein, beklimt Stalin met andere Sovjet-autoriteiten het mau soleum, om van daaruit het geheele Roode Plein te kunnen overzien. De angstvallige Dictator-groet. Maar het is niet waar wat men mij vroeger ooit vertelde dat Stalin boven op het Mausoleum staat. Hij staat veeleer op een balustrade, zoodat men alleen zijn hoofd ziet. Achter deze marmeren omheining is hij zooveel mogelijk beveiligd tegen eventueele aanslagen. Bij de parade's en feesten, zooals dit jaar op 7 November ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van Sovjet-Rusland, is er een groot uiterlijk verschil merkbaar tusschen de Sovjet-dic tator en andere Europeesche dictators. Sta lin blijft geen uren met opgeheven en uit gestrekte arm staan, hij houdt zelfs niet fanatiek de vuist gebald zooals Lenin, wiens linkervuist zelfs in den dood gebald langs het lichaam ligt. Hij stelt zich tevre den met te glimlachen en van tijd met.jten slappe hand de menigte toe te wuiven. Lenin en Stalin. In de laatste maanden is Stalin in de Russische pers en op aanplakbiljetten méér geprezen en verheerlijkt, dan ooit met Le nin het geval was. Stalin wordt genoemd: „Onze beminde leider en leeraar", „De grootste weldoener der menschheid", „De geniale organisator der socialistische over winning" enz. Maar dat alles geschiedt van hooger hand, de eerbied van Stalin is al leen uiterlijkheid, propaganda voor het buitenland. Stalin speculeert op de vleie rij van ambtenaren, die heel goed weten, dat hun vleierij publiek moet zijn, om in de gunst van de dictator te blijven. Lenin had het karakter van een Euro peaan, Stalin heeft het karakter van een Aziaat, onbetrouwbaar en zelf niemand vertrouwend, wreed met verfijnde gesle penheid en achterdochtig, maar met de ga ve dat alles te verbergen achter een glim lach. In het geheim gaan er verhalen rond. die getuigen van eerbied voor Lenin, maar van afkeer voor Stalin. Een van die verhalen hoorde ik op mijn terugreis door Polen van een Duitscher, die zijn familie in de Ukraine bezocht had. Het verhaal berust op een legende, die door de Sovjets zelf in alle streken van de Sov jet-Unie verspreid werd, en waarvan zij nu een onverwacht gevolg ondervinden. Lenin's schim zwervend door de Russische steppen. De eigenlijke legende, waarvan ik de hoofdinhoud meermalen las, komt op het volgende neer: Het volk meent, dat Lenin niet gestorven is, maar zichzelf een sterk slaapmiddel heeft toegediend. Nu slaapt hij in het Mausoleum op het Roode Plein, en soms verlaat hü in den nacht zijn rust plaats, om naar een staatsbureau of een fabriek te gaah, waar hij de stand der za ken in oogenschouw neemt, en dan gerust en bevredigd weer gaat sluimeren, tot de wereldrevolutie hem wekken zal. Zoo is de officieele tekst, maar ziehier hoe hij nu in het geheim verteld wordt: Het is reeds jaren geleden, dat va dertje Lenin voor het laatst ontwaakt is, en naar de kanselarij is gegaan om de plan nen van de toekomst te bestudeeren. Toen hij echter terugkwam uit het Kremlin, za gen de soldaten bij de Veslosserspoort van het Kremlin een schim voorbijgaan. Zij schoten, maar hij werd niet gewond. Vader tje Lenin was bedroefd, omdat men op hem geschoten had, en daarom besloot hij voor- loopig te blijven slapen. En voegen de boeren eraan toe het is maar goed ,dat hy dit besluit genomen heeft, want als hij nu ontwaken zou, en zou zien wat er in het land geschiedt, dan zou zijn hart breken van verdriet. DE STAND VAN HET MOND- EN KLAUWZEER- ONDERZOEK IN NEDERLAND. Mededeelingen van prof. Berger en dr. Frenkel. De bestrijding van de ziekte moet in biologische richting worden gezocht. Op uitnoodiging van den directeur-ge neraal van den landbouw hebben de dage- lijksche besturen der pentrale landbouw organisaties en van den F. N. Z. een be zoek gebracht aan het Staatsveeartsenij- kundig onderzoekingsinstituut, onderge bracht bij de Rijksseruminrichting te Rot terdam. Daarbij heetf prof. Berger den be zoekers het een en ander verteld over den tegenwoordigen stand van het mond en, klauwzeervraagstuk. Spr. herinnerde aan het optreden der ziekte, waarin een zekere periodiciteit blijkt en waarbij in 1912, 1924 en 1926 resp. rond 70.000, 88.930 en 62.756 boerdrijen besmet werden, ter wijl het dit jaar op 1 Oct. al met 48.484 het geval was. Men staat hierbij voor raadse len: ook bij de ernstigste aantasting blijft een belangrijk deel der boerderijen ge spaard, maar niet voor eeuwig, want dit Jaar brak de ziekte in Friesland uit op boerderijen, waar zij in geen 40 jaar was voorgekomen. In alle landen vindt men hetzelfde beeld van snelle verspreiding In 1936 was Frank rijk alleen in September vrij van de ziek te, in 1937 van Januari tot Juni. Toen brachten «waarschijnlijk schapen de ziekte mee uit Marokko, brak ze ten Zuiden van Parijs uit en verspreidde zich snel. Hoe vreemd echter verplaatste ze zich: met sprongen, want in België kwam ze niet het eerst voor in de grensprovincies, doch in Oost-Vlaanderen en in Nederland in de Al- blasserwaard. Men veronderstelt wel, dat de smetstof altijd aanwezig is, doch onder bepaalde invloeden werkzaam wordt. Ook werd wel de gedachte uitgesproken, dat het ziekmakend agens zich zou ophouden in de eiwitkern van de cel. Voorts heeft men zich afgevraagd, waarom Polen, De nemarken en Letland nog vrij blijven, ter wijl zooveel andere landen al besmet zijn. In Nederland zijn allerlei maatrege len in den loop der jaren beproefd, het heeft alles niet geholpen. Daarbij komt, dat de veehouders ook veelal niet meewerken, als ze naar hun gevoel of inzicht te veel last of hinder van de maatregelen ondervinden. Ook is een algemeene behandeling met serum in ons land niet, als in Duitschland, uitvoerbaar. Op onze voornaamste vee markten worden jaarlijks pl.m. 520.004 runderen aangevoerd, dat is onge veer 10.000 per week. Om deze te im- muniseeren zouden pl.m. 1650 liter se rum noodig zijn, die ƒ40.000 zouden kosten, gesteld dat de rijksserumin richting dergelijke hoeveelheden kon leveren, wat niet het geval is; de tota le kosten zouden in ied2r geval twee milloen gulden per jaar bedragen! In Duitschland heeft men afzonderlijke markten voor gebruiks- en slachtvee; het laatste wordt op de abattoirs be handeld, behoeft dus niet met serum behandeld te worden; in ons land is een afzonderlijk verhandelen der beide rubrieken niet door te voeren. Er worden in ons land in speciale ge vallen wel maatregelen genomen. Zoo heeft er nog eenigen tijd geleden een belangrijke zending vee ons land verlaten, dank zij het feit, dat de dieren in een ziektevrije streek gedurende twee maanden in quarantaine waren geweest. In vétérinaire kringen van de geheele wereld is men het er sedert 1928 over eens, dat de bestrijding in biologische rich ting moet worden gezocht. Er is geen me thode, die profilactisch of therapeutisch voldoet aan de eischen, welke de prac- tijk inzake bestrijding stelt. Het Staatsvee- artsenijkundig onderzoekingsinstituut, dat de bestudeering van het vraagstuk met kracht aanvatte, bestaat sedert 1929; dr. Frenkel werd in 1930 benoemd tot direc teur. Men heeft van de gastvrijheid der Rijksseruminrichting gebruik moeten ma ken, doch het behoeft geen betoog, dat de aanwezigheid van mond- en klauwzeer- smetstof in deze inrichting hoogst onge- wenscht is: één ziek dier zou noodzaken tot het afmaken van alle daar aanwezige die ren. Het onderzoek van dr. Frenkel. Dr. Frenkel heeft daarna een overzicht gegeven van wat elders en onder zijn lei ding tot op heden bereikt is. De chemische richting werd om boven aangegeven re denen verwaarloosd, terwijl het vinden van een biologisch bestrijdingsmiddel, dat vermoedelijk ook in de toekomst politionee- le maatregelen niet overbodig zou maken, op groote moeilijkheden stuitte. De stu die van het mond- en klauwzeer is een zeer ondankbare taak, omdat de bron van be- Één man gedood; een andere zwaar gewond. Gisteravond is op den onbewaakten over weg nabij Akkrum een groote ledige zeswie- lige vrachtauto, welke afkomstig was uit Dokkum, door den sneltrein van Zwolle naar Leeuwarden aangereden en vrijwel geheel vernield. In de cabine zaten twee mannen, die op het laatste moment uit den wagen sprongen. De auto kantelde en een van beiden kwam er onder terecht, met het gevolg, dat hij onmiddellijk werd gedood. Zijn met gezel liep ernstige kneuzingen op en is in bewusteloozen toestand naar een in de na bijheid gelegen woning vervoerd. Indien mogelijk, zou de gewonde naar het ziekenhuis te Leeuwarden worden over gebracht. De identiteit van de slachtoffers is nog niet bekend. De dokters Van Albada en Dijkstra ver leenden de eerste hulp. De trein had een half uur vertraging. DE ROODVONK TE MONSTER. Drie scholen gesloten. Nadat Donderdag op last van den in specteur van de volksgezondheid twee scho len in de gemeente Monster wegens htt heerschen van roodvonk waren gesloten, heeft de burgemeester van deze gemeen te Vrijdag ook de derde lagere school d->en sluiten. Er hebben zich enkele nieuwe ge vallen van roodvonk voorgedaan. DE „ALDABI" VAST OP DE ROTSEN. Het schip verloren? Het s.s. „Aldabi", dat, zooals gemeld, bp de rotsen is vastgeloopen, zal waarschijn lijk als verloren moeten worden beschouwd, daar de scheepsbodem ernstig beschadigd schijnt te zijn. GRENSSMOKKELARIJ BIJNA VERDWENEN. Dank zij de scherpe controle aan de Duitsche grens. Er is een tijd geweest, die nog maar en kele jaren voorbij is, dat de smokkelarij aan de Duitsch-Limburgsche grens groote afmetingen had aangenomen, aldus lezen we in het „Hbld.". Sterke smokkel-colon- nes trokken bij nacht en ontij over de grens en keerden zwaar belast en beladen naar Duitschland terug. De grenswinke- liers maakten uitstekende zaken, het was voor hen een gouden tijd. Door het nemen van krachtige maatregelen van Duitsche zijde en door het dicht bezetten van de grens met een keten van grensbeambten, veelal oud-soldaten, is de grenssmokkelarij echter zoodanig bestreden, dat er van grenssmokkel bijna geen sprake meer is. Ten spijt van de neringdoenden op Neder- landsch gebied en van de smokkelaars; tot voldoening van de Duitsche grenszaken. Het levendige bedrijf aan de grens is. ver dwenen. De grens bij Kerkrade bijvoor beeld is uitgestorven. En ook het verkeer- per tram of taxi met Aken behoort haast 6metting buiten onze zintuiglijke waarne ming valt. De smetstof is ook onder de mi croscoop onzichtbaar; men ziet enkel de er door opgewekte reacties. De cultuur is volkomen helder; men weet i niet of men een levende dan wel met een levenlooze stof te doen heeft. Ook stoort ze zich weinig aan antiseptica, waarvoor bac teriën zoo gevoelig zijn. Verschijnselen wij- zen er op, dat men te doen heeft met een rementachtige, in de aangetaste cellen ge produceerde stof. Men meent, dat de cel onder invloed van de smetstof, het virus, zelf virus kan vormen in eiwitten, de phosphorhoudende proteïden. In de eerste 40 jaar van het wetenschap pelijke onderzoek is het nooit gelukt het virus te kweeken, toen h .t aan Harris en later Carrel gelukte om levend weefsel en plasma van kip in een broedstoof te zien uitgroeien. In 1926 gelukte het laatstge noemden het vaccine-virus van pokken op kippenweefsel te kweeken; in 1931 wist Hacker op het instituut te Riems virus van mond- en klauwzeer op embryo's van mar motten te isoleeren. Daar dr. Frenkel wist, dat marmotten-virus niet werkt bij runde ren, nam hij embryo's van runderen en varkens, ^lie in de slachthuizen goedkoop te krijgen zijn. Daarop gelukte het virus van mond- en klauwzeer te kweeken. Dit virus moet echter verzwakt worden, an ders wekt het de ziekte in kwaadaardigen vorm op. Thans is een instituut noodig om de verkregen smetstof, die de dieren zou immuniseeren, in de practyk te toetsen. Na deze inleiding vertoonde dr. Frenkel een film van de door hem toegepaste me thode en bezichtigden de bezoekers de ruim ten, welke de rijkssuruminrichting voor het loopende onderzoek ter beschikking stelde. „N. R. Crt." voor HET MENU AARDAPPELEN direct besteld bij VLASVELD OUDE /Itica 120 7*9 DOE2Q/TQOQT 22 ttueu* LEIDEN tot de geschiedenis. De laatste jaren zijn de toestanden aan de Duitsche grens in al le opzichten radicaal gewijzigd. De smok kelarij is niet meer rendabel, noch in het klein, noch in het groot. Het Duitsche grenstoezicht is zoo verscherpt en uitge bouwd, dat de smokkelaars honderd pro cent kans hebben te worden gearresteerd en hun smokkelwaar in beslag te worden genomen. In 1934 b.v. werden nog 8600 smokkelzaken aanhangig gemaakt bij de rechtbank in Aken. In 1935 werden nog 6400 verbalen opgemaakt, dit getal liep in 1936 terug tot 2335, terwijl over den loop van dit jaar nog veel gunstiger cijfers zijn •te verwachten. De smokkelhandel is door de Duitschers met succes bestreden, en alle demoralisee- rende gevolgen, inhaerent aan de smokke larij, zijn tevens weggenomen. De grens streek is van de smokelarij zoo goed als ge zuiverd. De smokkelarij was anders eens de groo te plaag van en aan de grens. De werk!' zen aan beide zijden van de grens smok kelden veelal uit nood, anderen uit winst bejag. De geldschieters werkten achter de schermen, en de kleine man kon het gelag betalen. Het record-cijfer van overtredingen werd in 1932 bereikt met 14800, het zesvoudige van het vorige jaar. De lage markenkoers is momenteel wel weer verleidelijk voor velen, om nog eens een smokkelzaakje te nskeeren, maarde moed ontbreekt blijkbaar. Geen wonder. Want een uitge breid leger van douaniers houdt dé wacht aan de grens, een corps, dat wel voor zijn taak berekend is, al komt het nu en dan eens voor, dat minder gewenschte elemen ten moeten gestraft of verwijderd worden. Smokkelarij.... es war einmal. HAARLEMSCHE POLITIERECHTER. Geslagen en gestompt Terecht stond de 27-jarige bloemist knecht G. v. d. P. uit L i s s e, wien bij dagvaarding ten laste was gelegd, dat hij op 2 Sept. op de Stationsweg nabij de Geref. kerk, de 42-jarige koopman J. v. S. had mishandeld.Terwijl van S. daar liep heeft verd. hem geslagen, gestompt en een slag met een stok tegen het hoofd gegeven. De oorzaak van deze mishande ling was, dat verdachtes meisje, die bij van S. als huishoudster in dienst is, met haar patroon zonder medeweten van ver dachte uitgaat. Op een vraag van de Po litierechter, of dit nu uit is, kon get. geen bevestigend antwoord geven. De Officier en de Politierechter gaven verdachte de raad om zijn meisje over die uitgaanderij eens flink onder handen te nemen, of de verkeering maar af te bre ken. De Officier van Justitie achtte de mishandeling bewezen en eischte tegen verdachte een geldboete van 8.subs. 4 dagen hechtenis. Overeenkomstig de eiscli werd verd. door den Politierechter veroordeeld. Leiden, 20 December 1937. Nogmaals vraag ik voor onderstaand stukje een bescheiden plaatsje in uw veel gelezen blad. Bij voorbaat mijn dank. Voordat ik uw onderschrift onder het ingezonden stuk van den heer de Graaf, voorkomende in „De Leidsche Courant" van 29 November, had gelezen, was het waarlijk niet in mijn hoofd cpgekomen om ook eens gegevens zien machtig te worden betreffende de kleeding en schoeiselvoor ziening in andere gemeenten. Het is echter mij gegaan als de bekende slapende hond jes, die men wakker maakt, en ik ging dus ook eens naar het een en ander informee- ren. De reeds door u genoemde plaatsen kon ik evenwel buiten beschouwing laten, zcodat mij dus restte de gemeente Den Haag. Zoo wendde ik mij tot een oud-col lega in onze Residentie voor boven be doelde inlichtingen en thans mocht ik het genoegen smaken, ofschoon wel wat laat, een antwoord van hem te ontvangen. Zoo vernam ik o.a. dat ook in Den Haag vroe ger klompen werden verstrekt, doch nu niet meer'). Naar mijn vriend meent, is die klompenverstrekking in de jaren tusschen 1928'30 door de schoenen-ver strekking vervangen. De redenen die tot cit besluit hebben geleid kon hij mij niet meer met zekerheid mededeelen, doch dit zal echter van minder belang zijn, daar wij toch veilig kunnen aannemen, dat een gemeente als Den Haag zeer zeker niet zonder ernstige redenen van de klcmpen-verstrekking zal zijn afgestapt om daarvoor te schoenenvoorziening in de plaats te stellen. Nogmaals dankend, Petrus Fluminls. O Volkomen juist. Den Haag verstrekt schoenen. Amsterdam en Rotterdam ver strekken klompen. Red. L. Crt. Surséance van betaling: d.d. 8 Dec. definitief verleend aan Jean Guillaume Raadts, koopman en grossier in papierwaren, wonende te Amsterdam aan den Amstel no. 296 en aldaar handel drijvende onder de fa. J. W. Raadts (proc. mr. L. M. Baruch Jr.) voor den tijd van anderhalf jaar, ingegaan op 1 Nov. 1937 met benoeming van mr. J. A. Bletz, adv. en proc. te Amsterdam, tot bewindvoer der. Uitgesproken: De Naamlooze Vennootschap N.V. Utr. Fruit Maatschappij, gevestigd en kan- toorhoudende te Utrecht, Jansveld no. 35 35b. Cur.: mr. H. G. Kuperus, Maartens dijk. G. Elings, zaakwaarnemer, handelende onder den naam Arnhemsche Incassover- eeniging te Arnhem, Spijkerstr. 273. Cur.: mr. C. J. Pické. A. H. Nolden, brandstoffenhandelaar, den Haag, Larixlaan 70. Cur.: mr. L. M. N. Schweitzer te Voorburg. T. Jenezon, zonder beroep, den Haag, van Boetselaerlaan 200. Cur.: mr. D. J. Veegens. Sch. Rapaport, koopman te Schevenin- gen, Kortrijkschestraat 13. Cur.: mr. H. S. VPeijl. Opgeheven: U. S. Zellermaijer, den Haag. H. Hageraats, den Haag. M. C. L. Hoogenboom, Voorburg. L. Dadema, den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 14