R HET SCHAAKSPEL evanchematch Euwe - Aljechin RECHTZAKEN DONDERDAG 9 DECEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 12 Alle correspondentie, deze rubriek be treffende, gelieve men te zenden aan den redacteur dezer rubriek, W. H. van der Nat, Witte Rozenstraat 40a, Leiden. Eindspelen. Ter afwisseling in onze partijenreeks laten wij hier eenige eindspelen volgen. Men kan hierbij onderscheiden die eind spelen welke het slot vormen van een wer kelijk gespeelde partij en die, welke opzet telijk als een zelfstandige schepping zijn gecomponeerd. Als eerste voorbeeld een stelling uit een pariy, gespeeld in den winter wedstrijd van bet Leidsch Schaakgenootschap tusschen F. de Bruyn en W. Demmendal. Na een span- nenden strijd ontstond tenslotte de volgen de stelling: Demmendal. ABCDEFGH de Bruyn. Bij bestudeering dezer stelling blijkt het, ondanks het weinige materiaal, nog geen gemakkelijke opgave, noch voor wit, noch voor zwart. Materieel is wit in de meerder heid maar de zwarte pionnen zijn zoo ver opgerukt, dat zij voldoende compensatie bieden. In dit geval is de dubbel pion zwarts eeni ge kans. Stond er slechts één pion op de a- lijn, dan zou wit gewonnen hebben. Het spel verliep als volgt: 1. La2d5! Een zeer goede zet. Op bijv. Kf4 om de vrij pion g3 doorgang te verleenen zou vol gen. 1. Kf4, Kxf2; 2. g4, Kg2; 3.Ld5, a2; 4 Lx a2, f2; 5. Lc4, a3! (niet flD, Lxfl, Kxfl, g5 enz. remise); 6. g5, a2 en zwart wint. 1Ke2xf2 Men ziet gemakkelijk dat zwart, wil hij eenige kans behouden, voor een tweede vrij pion (def-pion) moet zorgen. 2. Kg4—f4! Zoowel op Kg2 waarna de f-pion zelfs niet kan spelen, als op Ke2, wordt pion f3 met schaak geslagen, en de looper kan tij dig op*d5 terug keeren om de a-pionnen te stoppen. 2Kf2e2! Op Kf2—el volgt Kf4xf3, Kd2; g4, Kc3, go, Kb2, g6; a2, Lxa2; Kxa2, g7, Kb2, g8D; a3, Ke3, a2, Db8t, Kcl en de dame nadert bijv. Dc7f, Kbl; Db6f, Kcl; Dc5f, Kbl; Db4f. Kcl; Dc4f!, Kbl; Kd2!, alD; Dc2 mat. 3. Ld5xf3f Wel verplicht, omdat anders f3f2 volgt bijv. 3. g3g4, f3f2; 4. Ld5c4f, Ke2el; 5. g4g5, a3a2! (ook f2flD is goed, mits na Lc4xfl zwart niet terug slaat met Kelx fl maar direct a3a2 speelt. Op Kelxfl volgt g5g6, a3a2; g6g7, a2alD, g7g8D en wit kan vermoedelijk remise houden door eeuwig schaak. 3Ke2d2 4. Lf3d5 Kd2c3 5. g3g4 Kc3b2 6. g4g5 a3a2 7. Ld5xa2 Kb2xa2 8. g5g6 a4a3 9. g6g7 Ka2bl 10. g7g8D a3a2 Remise. Een op.zettelijk gecomponeerde stelling is de volgende, welke in 1929 een tweede prijs verwierf in een wedstrijd van „Sjach- naaty. T. B. Goerwitsj. A BCÜE FG H Opmerkelijk is het zeer geringe aantal stukken waaruit deze compositie bestaat. In zeer vele gevallen is het voordeel van de kwaliteit bij dit aanwezige materiaal niet voldoende om de winst af te dwingen. De bijzondere stand der stukken maakt hier echter een uitzondering op en deze onver wachte mogelijkheid demonstreert weer eens de zeldzame schoonheid van het schaakspel. De eerste zetten zijn niet moeilijk te vin- °e 1. Lh4—f6f Kh8—h7 2. Tglg7f Kh7h6 Natuurlijk! Ging de koning naar h8 terug, dan volgde Tg7xe7 met aftrekschaak van den looper, Kg8, Te8f en ook Ld8 valt waar mee wit een toren overhoudt hetgeen vol doende voor de winst is. 3. Tg7—f7 Nu dreigt Lf6xe7 een stuk te winnen. 3Kh6g6 En niet Pe7c6 wegens 4. Lxd8, Pxd8; 5. Td7, Pe6; 6. T. Td6 en wint. 4. Tf7—f8 Pe7c6l Nu wint wit een stuk: 5. Lf6xd8 maar daarna is de winst nog niet zoo een voudig, omdat de toren gebonden is aan de dekking van Ld8. 5Kg6g7 6. Tf8e8 Kg7—f7 7. Te8h8 Kf7—g7 Het lijkt er nu veel op, alsof ondanks het stuk meer de party toch remise zal moeten eindigen. Maai een nieuwe omstandigheid, de „pech in de positie voor zwart" zou men 't kun nen noemen, zorgt voor de overwinning. 8. Ld 8f6f Kg7xf6 En nu is de koning op de zelfde horizon taal gelokt waarop het paard zoo dapper stand hield. 9. Th8h6+ Met een toren blijft wit over en behaalt gemakkelijk de overwinning. Wel zeer bekend is de beroemde stelling van Saavedra, die wij hier nog eens laten volgen: Wit: Kb6, pion C6. Zwart: Kal, Td5. Wit wint. 1. c6—c7 Td5d6f 2. Kb6b5 Td6—d5t 3. Kb5- -b4 Td5d4f 4. Kb4b3 (ofc3) Td4—d3t 5. Kb3c2 Td3d4! 6 c7c8T! Op c7c8D volgt Td4c4t waarna de dame moet slaan en de party wegens pat remise is geworden. 6 Td4a4 7 Kc2b3 en wit wint wegens de dubbele dreiging Kb3xa4 en Tc8cl mat. Ten slotte nog een partijstelling, geen eindspel dus, waar de beslissing in het mid denspel valt. Deze partijstelling geldt voor onze op- iossings wedstrijd als Partijstelling V. mi®, mm 3 -V& 4 4 4 4 4 3. H IBÉ /r// ,a ^ai ABCÜEBGH Wit wint. Wit aan zet, geeft mat in zeven zetten. (Oplossingen voor 18 December). Correspondentie Gerard G. te Leiden. Zeer gaarne sta ik u het gevraagde toe. Moge het bijdragen aan de propaganda voor ons geliefde spel. A. G. te Leiden. Binnenkort zal ik uwe party in de rubriek een plaatsje geven. Mijn dank voor de toezending. Oplossers: De namen der inzenders van goede oplossingen van de stellingen III en IV zullen de volgende week worden vermeld. EEN SPEL VAN KAT EN MUIS OP HOUTRUST. Het Haagse he team verplettert een Oxford- ploeg met 110. Dat was een groote teleurstelling voor de zeer talrijke belangstellenden gisteravond op Houtrust. Afgaande op hetgeen daar omtrent was medegedeeld, had men een Oxford-team op de ijsvlakte verwacht, dat nu eens zou laten zien wat ijshockey was en hoe het gespeeld moest worden. Den Haag zou daarbij als tegenpartij dienen en het zou van den moed en de wilskracht van zijn verdediging afhangen met welke score werd verloren, daarbij met deze eene troost: we hebben een goede les gehad en we zul len er in de toekomst profijt van trekken. Doch hoe anders is het gisteravond ge- loopen. De Oxfordspelers vormden niet het Oxford, oh neen, verre van dat. De nog zeer jeugdige spelers vormden een combi natie, welke eigenlijk heelemaal geen com binatie was en ook individueel werd niets gepresteerd. Dat de Haagsche ploeg in de gegeven omstandigheden met overtuigen de cijfers won, behoeft geen verwondering te wekken. Vooral in den eersten speeltijd was hun geestdrift en vaardigheid verras send groot. Zeven doelpunten werden in dit kwartier gemaakt. Wie deze scoorden? In volgorde: van der Stok, Mooney, Felix de Jong, Billy Gordon, Felix de Jong en Gordon (tweemaal). In den tweeden speeltijd was het over wicht van de Hagenaars weliswaar niet zoo groot ze geloofden het blijkbaar wel doch ook nu wisten de Oxford-studenten zich niet uit den ijzeren greep der uitste kend combineerende Hagenaars te ont worstelen. Het eenige succes, dat zij boekten was een score met dubbel blank. In den laatsten speeltijd was de geest drift der Hagenaars weer iets grooter. Re sultaat: vier doeldunten, achtereenvolgens gemaakt door Mooney, Gordon, Felix de Jong en Hans Gerritsen. Endstand der halve 110. DE 26ste PARTIJ REMISE Gisteravond is in den Dierentuin te 's-Gravenhage de 26ste partij gespeeld van de malch tusschen dr. Euwe en dr. Aljechin. Na dertig zetten is zij in remise geëindigd. Nu de beslissing om den wereldtitel ge- va.len is, begint de publieke belangstelling voor de match, welke de laatste weken toch reeds zichtbaar verminderd was, bedenke lijk dicht het nulpunt te naderen. De groote zaal van den Dierentuin gister avond was met slechts luttele tientallen toeschouwers bezet. We laten hieronder het verloop der partij volgen, voorzien van aanteekeningen door den heer L. Prins. Slavische verdediging (met verwisseling van zetten). Wit: dr. A. Aljechin. Zwart: dr. M. Euwe. 1. Pgl—f3 2. c2c4 3. d2d4 4. Pblc3 5. a2a4 6. e2e3 7. Lflxc4 8. 0—0 d7—d5 c7c6 Pg8—f6 d5xc4 Lc8—f5 e7e6 Lc8b4 0—0 9. Ddle2 Pf6—e4 Hoe nu? Van dr. Euwe, die zelf met wit spelend, deze variant meermalen heeft weerlegd, zou men dit experiment niet hebben verwacht. Begrijpelijk is het, dat Aljechin niet wil riskeeren in een thuis voorbereide val te loopen en dat hij liever eigen wegen be wandelt, ook al moest het oaarmede gepaard gaande risico grooter zijn dan ooit. 10. g2—g4 Inderdaad is deze zet niet bijster geschikt om vertrouwen in te boezemen. Wel faalt 10Pc3:, 11. bc3:, Lc3: op 12. Ta3, enz., maar na het verwachte 10Lf5g6 b.ijft wit met een vrijwillig en dus onnoo- dig verzwakten koningsvleugel over. 11. Pf3e5 Beide meesters hebben beloofd, de laatste vijf partijen met volle energie en concen tratie te zullen speien en men moet beken nen, dat zy zich moeite genoeg geven, hun belofte na te komen. Er staan in deze match nu eenmaal meer belangen dan alleen de titel op het spel: twee overtuigingen, twee elementen, twee systemen, willen in iedere partij opnieuw zichzelf het sterkste toonen, ook ,al moesten hun respectievelijke schep pers zich daartoe in onoverzienbare geva ren storten. Reeds is de match beslist en c.og steeds blaken de beide helden van strijdlust. Voor het overige is het met den tekstzet ingeleide pionoffer wel de conse quentie van wit's zoo juist gekozen opzet, daar de f-pion zoo spoedig mogglijk naar voren moet en 11. Pe4:, zwart de verdedi ging zou vergemakkelijken. 11. Pe4xc3 11Lc3:, 12. bc3:, Pc3:. dan 13. Db2. 12. b2xc3 Lb4xc3 13. Pe5xg6! h7xg6 Niet 13Lal:, 14. Pf8:, Lc3 (an ders vangst van den looper door Dc2 x Lc2), 15. La3, enz. 15. Tal—bl Dd8e7 15. f2—f4 c6c5 Nu de eerste periode van schermutselin gen is afgesloten en de stelling zich tot een nuchtere beschouwing leent, blijkt merk waardigerwijze dat wit zich in deze variant door alle mogelijke pionoffers goede kansen kan verschaffen (vergelijk vorige match-, partijen met deze opening). Zwart's laatste zet, welke den veroverden buit feitelijk te ruggeeft, (dc5:, Dc5:, Tb7:) komt n.l. voort uit de noodzakelijkheid, den zwarten dame vleugel te ontwikkelen, hetgeen noch door Pa6 (La6:), noch door Pd7 (Tb7:) goed mogelijk was. Stond zwart's dame thans op c7, dan was 15Pd7 wel mogelijk geweest doch men geve zich er rekenschap van, dat wit in dat geval eerst door La3 den toren op f8 zou hebben verjaagd, om daarna met destemeer effect f2f4f5 te dreigen. Door dergelijke mogelijkheden uit te scha kelen heeft zwart zich het recht voorbe houden, te eenigei tijd de voorbarigheid der opstelling f4 g4 te demonstreeren. 16. d4xc5 Pb8c6 17. Lel—a3 Dreigt 18. Dc2, La5, Tfl—dl—d6 en Tbdl. 1 7a7—a5 18. Tbl—cl! Inziende, dat langs de b-lijn het kruit verschoten is resp. tegen zwart's onaan tastbaar steunpunt op b4 zou worden, treft dr. Aljechin op een geschikt moment vei ligheidsmaatregelen ten behoeve van den voorpost op c5. 1 8Lc3—b4 19. La3xb4 a5xb4 „Euwe speelt op winst" hoorden wij in onze omgeving opmerken en het staat in derdaad vast, dat zwart's vrije b-pion een niet te onderschatten tegenkans kan gaan vertegenwoordigen. Doch was de tekstzet wel zoo impulsief als het schijnt te zijn? Een paard op b4 heeft weinig vooruitzichten en met de „zwakte" van wit's damevleugel- pionnen loopt het in elk geval wel los. Hoe dit zij, zwart mag met den gang van zaken tevreden zijn. De witte stelling ver toont meer dan één lacune en directe drei gingen zijn er niet aan de orde (of het moest wezen Ta8xa4). 20. Lc4b5 Tf8d8 Dreigt Td5, eventueel gevolgd door Tad8. 21. Tfldl Td8xdlt 22. De2xdl e6e5 Een zet, weike ruimschoots van de be loofde concentratie getuigenis aflegt. Im mers, het is zwart's taak, de stelling te openen en op het „Schabionenhafte" Td8 zou 23. Del! nog heel wat hoofdbrekens kos ten. 23. Ddl—d6! De7—h4! Niet 23Td8, 24. De7:, Pe7:,' 25. Tbl, enz. 25. Lb5xc6 b7xc6 Dg4:?, dan Lg2. 25. Dd6xc6 Ta8—d8 Er is niets aan te doen* de stellingen zijn te zeer vereenvoudigd en remise zou ook na 25Dg4:f. 26. Dg2, Dg2:t, 27. Kg2:, ef4:, 28. ef4:, Ta4:, 29. c6 niet te vermijden zyn. Feitelijk is de tekstzet dus nog een laat ste poging, want er dreigt Td2. 26. Dc6—g2 e5xf4 27. e3xf4 Dh4—e7 Dreigt De3f en eventueel ook b4b"3—b2. 28. Dg2—f3! De7—a7! Alles uitmuntend berekend. De a-pion is verloren, want op 29 Db3 volgt Td2, 30. Db4, Dd7 in het voordeel van zwart. 29. Df3e3 Da7xa4 30. c5c6 Da4a3 En niet 30Tdlt 31. Kg2!, Da2t. 32. Kg3, Td2, 33. c7, Tg2f, 34. Kf3, waarna wit wint. Thans zou 31. Dc5 worden beantwoord met 31Df3! Daarom remise, met het oog op de voort zetting 31. Da3:, ba3:, 32. c7, Tc8, gevolgd door a3a2al en Tc7:. Nabeschouwing. Een troostelooze aanblik, deze geweldige zaal, „gevuld" met zegge en schrijve 51 toe schouwers. En een Aljechin zonder kater (de geborduurde wel te verstaan) en een Euwe, die zich vijftien minuten liet wachten, omdat de bosmeltrein van 5.25 niet sneller had willen opschieten. Schenen de omstandigheden dus op een uitzonderlijke atmosfeer te wijzen, de partij week niet af van de voorschriften, welke voor Euwe en Aljechin schijnen te gelden, of het moest zijn door het betrekkelijk ge ringe aantal zetten. Wel was de opening niet fonkelnieuw (men zegt, dat er een analyse van Keres bestaat, die het offer 10Pc3:, 11. bc3:, Lg4:, 12. cb:, Df6 weerlegt), maar de verwikkelingen waren onderhoudend, zij hst misschien iets minder spannend dan ge woonlijk. Summa summarum: een bevredigende partij. De stand is thans: Dr. M. Euwe: 10 punten, waarvan 4 ge wonnen partijen. Dr. A. Aljechin: 10 punten, waarvan 10 gewonnen partijen. 12 partijen zijn in remise geëindigd. De 27ste partij begint hedenavond in Krasnapolsky te Amsterdam, om half zeven. Jonge zwanen mishandeld. Als het waar is, dat hij sinds zijn twaalf de jaar op dezelfde wijze jonge zwanen ledewiekte, zooals hij er een zestal behan delde voor zijn vader, dan heeft de 26-ja- rige kooiker J. H. v. L., uit Bodegraven, heel wat leed onder het pluimvee verwekt. Op grond van dierenmishandeling stond v. L. voor den Rotterdamschen Politierech ter terecht en hij was aan zyn manier van ledewieken nl. het met een zakmes afsnij den van de vleugels bij jonge zwanen, zon der dat hij de daardoor ontstane wonden verzorgde, zóó gewend, dat het niet tot hem scheen door te dringen, dat dit alles een onoordeelkundige wreede behandeling is, strafbaar bij de wet. Behalve het wreedaardige der operatie, had hy deze gepleegd op dieren, die reeds pl m. 11 weken oud waren, terwijl men de beesten slechts behoort te kortwieken als ze hoogstens veertien dagen oud zyn. De veldwachter J. F. van Dalen was ge waarschuwd, dat in een wetering in den polder Middelburg te Reeuwijk vier doode zwanen lagen. De dieren waren gelede- wiekt, zonder dat de wonden genaaid wa ren. v. L. wilde bewezen zien, dat dit juist de dieren waren door hem behandeld. De veldwachter verklaarde, dat de die ren zwommen op hoogstens 200 M. van de plaats de Zwarteweg waar verd. de dieren had gekortwiekt, terwijl de oude zwanen in de directe nabijheid zwommen. De heer dr. A. Scheygrond, leeraar in de natuurlijke historie aan het gymnasium te Gouda, had de gevonden dieren onder zocht. Zij waren ouder dan drie maanden. De vleugels waren afgesneden, in plaats van doorgeknipt, terwijl de wonden niet zooals behoort genaaid waren. Het was een onoordeelkundige wreede behande ling, zei getuige. Het O. M. meende, dat de zwanen door verd. aldus behandeld, niet waren te feli- citeeren. Voor 't vervolg moest verd. aan het verstand gebracht worden, dat hij daarmede dierenmishandeling pleegde. Veertien dagen gevangenisstraf vroeg de officier. Met de noodige waarschuwingen veroor deelde de politierechter tenslotte v. L. tot 20 boete subsidiair 10 dagen hechtenis. KANTONGERECHT TE DELFT. Hij ontkende alles. Voor het Kantongerecht te Delft werd in een strooperszaak als getuige gehoord C. J. v. H., landbouwer te Zoetermeer, die vertelt, dat hij verdachte C. aldaar heeft zien loopen in den Zoetermeerschepolder. Er was een hond in zijn nabijheid. Het was een lange, dunne hond. Het dier maakte den indruk van een hazewindhond. Ver dachte was gekleed in een gele regenjas. En wat deed de hond? vraagt de kan tonrechter. Die zat achter een haas aan. En kon de hond de haas inhalen? Ja. En wat gebeurde er verder? Verdachte floot den hond en toen gingen ze weg. Had u den hond wel eens meer ge zien? Getuige verklaart, dat zulks niet het ge val is. Hy weet ook niet, of verdachte in honden handelt. Wel weet hy, dat ver dachte den naam heeft een strooper te zijn. Verdachte wordt weer voor het hekje ge roepen. Hij houdt vol, dat hij niet op het land is geweest. De zaak wordt aangehouden, om een des kundige te hooren. Dan kunnen we den hond bezichtigen, zegt de kantonrechter. Zulks geschiedt om 12 uur. Als de des kundige zijn verklaringen heeft afgelegd, neemt de ambtenaar requisitoir. Hy acht het ten laste gelegde bewezen, en eischt 50 subs. 20 d. De kantonrechter maakt er ƒ40 subs. 20 dagen van. De hond was niet van hem, maar H. B., wonende te Zoetermeer, wordt dan voor de „heeren" geroepen. Hem wordt ten laste gelegd, dat hij in den Binnen- wegschepolder heeft geloopen met een lan ge hond, die wild achterna zat. Dat is niet waar. Ik heb daar alleen geloopen. Er liep wel een hond, maar die kon ik niet zien. Hoe weet je dan dat het een hond was? Nou.... ja.... dat zie je zoo. Wat deed je daar eigenlijk in alle vroegte op dat land? Ik moest aardappels halen. En waarom ging je dan achter de struiken zitten, toen de veldwachter aan kwam? Hij ging onder een heining zitten, edelachtbare, verbetert de veldwachter. Getuige verklaart, dat verdachte aan het stroopen was. De hond behoorde bij hem. Hij was niet bezig met aardappelen. Getuige vertelt, dat verdachte altijd stroopt. Werken doet hij nooit. De betrok ken hond had hij al eenige maanden. Verdachte beklaagt zich over het arres tantenlokaal, waarin hij opgesloten werd. Het was een schooiershok. De schim mel zat op de muren. Het is je eigen schuld, dat je in het cachot terecht gekomen bent, aldus de kan tonrechter. De ambtenaar stelt dan eenige vragen aan verdachte, maar deze draait er om heen en valt bovendien den ambtenaar herhaaldelijk in de rede. Tenslotte maakt de ambtenaar een einde aan het vraag- en antwoordspel, brengt lof aan veldwachter v. R. voor zijn succesvol werken in deze stroopersaffaire, en eischt f 25 subs. 30 d. Uitspraak 2 x 10 subs. 2 x 10 dagen. KANTONGERECHT ALPHEN AAN DEN RIJN. Verkeersveror. Alphen a. d. R.: G. v. d. W. te Zoeterwoude f 2.50 subs. 1 wk. ts. Visscherijwet: M. C. v. d. W. te Delft f3 subs. 3 dg. v.v. hengel; J. l'A. 2 x fl.50 subs. 1 dg.; C. J. V. te Boskoop f6 subs. 6 dg. v.v. fuik; J. S. te Leiden fl.50 subs. 1 dg. v.v. hengel; D. v. Z. te Bodegraven 2 x f 2.50 subs. 2 dg. v.v. dobbers; H. B., te Delft f 2.50 subs. 2 dg. v.v. hengel: J. C. K. te Delft, 2 x f 2.50 subs. 2 dg. v.v. hen gel; P. K. te Rijnzaterwoude f 8 subs. 8 dg. v.v. zetlijnen. Veewet: D. van 't R. te Wilnis f 25 subs. 10 dg. M. en R.-wet: G. W. P. te Apeldoorn f 50 subs. 25 dg.; J. V. te Bode graven f 50 subs. 25 dg.; C. Th. V. te Voor burg f 10 subs. 10 dg. met vord. ad f 49.55 toegew. aan W. v. V. alhier; P. K. f 5 subs. 5 dg. en f 1.50 subs. 1 dg.; J. P. v. d. S. te Zoeterwoude f5 subs. 5 dg.; D. J. B. te Zeist f5 subs. 5 dg.; Th. H. G. f3 subs. 3 dg.; J. v. M. te Mijdrecht f3 subs. 3 dg.; D. H. v. d. V. te Wilnis f3 subs. 3 dg.; J. v. A. f 3 subs. 3 dg.; H. J. te Waarder f2.50 subs. 2 dg.; C. v. d. S. 2 x f 2.50 subs. 2 dg.; A. L. R. te Bodegraven f 2.50 subs. 2 dg. G. v. M. f2.50 subs. 2 dg.; Th. W. te Woubrugge 2 x f 2.50 subs. 2 dg.; W. F. de G. te Barwoutswaarder f 2 subs. 2 dg.; A. L. f 2 subs. 2 dg. H. R. te Bodegraven 2 x f 2 subs. 2 dg. L. J. H. te Leiden f 3 subs. 3 dg. M. en R.-Regl.: J. D. te Boskoop f 2 subs. 2 dg.; J. v. A. f2 suhs. 2 dg.; C. A. v. V. f2 subs. 2 dg.; G. v. M. f2 subs. 2 dg.; A. J. v. d. S. f 3.50 subs. 3 dg. Arbeids wet: H. B. te Abcoude f 4 subs. 4 dg. Crisis- melkbesluit 1936: J. J. de R. te Aarlander- veen f 2 subs. 2 dg; C. F. M. te Boskoop f3 subs. 3 dg. Bouwverord. Nieuwkoop: II. T. te Nieuwkoop f 2 subs. 2 dg. 460 Str.: C- Th. W. te Den Haag f 2 subs. 2 dg. Binnen- aanv. Reglement: L. H. f2.50 subs. 2 dg.; A. B f 3 subs. 3 dg. Vaarwegen Regl. voor Z.-H.: D. v. S. te Rijnzaterwoude f 6 subs. 6 dg.; M. de J. te Gouderak f5 subs. 5dg.; H. V. f 2.50 subs. 2 dg. A.P.V. Boskoop: Th. R. te Boskoop f 2.50 subs. 2 dg. A.R.D. op de Spoorwegen: P. V. te Bodegraven f 5 subs. 5 dg. 461 Str.: L. H. P. v. D., zonder bek. woonpl. f 2 subs. 2 dg. Winkelsluitingswet: A. S. D. f 1 subs. 1 dg. Prov. Wegen-Regl.: D. A. V., zonder bek. woonplaats f3 subs. 3 dg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 12