DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Kerk en Staat
De Wedstrijd
Euwe-Aljechin
BINNENLAND
PRINS BERNHARD
29ste Jaargang
ZATERDAG 4 DECEMBER 1937
No. 8896
3)e Ceid&efieGaii/fca/rit
DE ABONNEMENTSPRIJS
bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent oer week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week t 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, btj
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT
Gewone Adverlentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES «an ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
FRIEDRICH MUCKERMANN S.J.
Het woord der Kerk is nog niet
verouderd, het trekt steeds weer de
verlangens op de kruispunten der
eeuwen tot zich.
Het gesprek van den dag in cul-
tureele en politieke kringen is de
verhouding tusschen Kerk en Staat.
Toch is dit een onderwerp, waar
over sinds eeuwen gediscussieerd is.
Eeuwen kerkgeschiedenis zijn er
mee gevuld. Het gaat dus om een
eewig thema der wereldgeschiede
nis, dat vooral in crisis-tijden scherp
op den voorgrond treedt.
Onder de velen, die roepen om een her
vorming zijn er, slechts weinigen, die het
woord, dat zij zoo dikwijls uitspreken, in
zijn ware beteekenis begrijpen. Indien dit
namelijk het geval was, dan zouden zij de
ze hervorming niet vandaag of morgen ver
wachten. Zij zouden begrijpen, dat her
vormingen van zulk een geweldige betee
kenis zich niet in een handomdraai kun
nen afspelen. Zij zouden trouwens hun ver
wachtingen zeker niet bouwen op dingen,
die alleen door menschen kunnen bewerk
stellig worden. Zij zouden zoo haastig
niet zijn als er bij de vele organisaties, die
er reeds bestaan, nog nieuwe aan toegeg-
voegd zouden worden. Zij zouden dan be
seffen, dat menschelijke hervormingen
steeds een aangelegenheid zijn van inner-
lyken groei en dat ieder groeiproces tijd
vraagt. De natuur, zoo zeiden onze voor
ouders, maakt geen sprongen en dat komt,
omdat alle leven onderworpen is aan de
wetten van den groei. Er bestaan jaarge
tijden in de natuur en er bestaan ook
„jaargetijden" in de ziel en beide zijn aan
elkaar verwant.
'n Ander bezwaar is, dat men veel te
groote verwachtingen koestert van front-
hervormingen. Natuurlijk het kan wel eens
noodig zijn in overgangstijden om de ver
dwaalde menschen te verzamelen in een
gesloten front. Zoo bestaan er nu roode
fronten, bruine fronten, zwarte fronten en
vaderlandsche fronten, die allemaal een
soort strijddynamiet bezitten, die onder een
sterk bevel staan en die aan de oprukken-
den tezelfder tijd een collectieve veiligheid
bieden. Ongetwijfeld heeft zooiets als een
vaderlandsch front, een belangrijken en
waarschijnlijk een onmisbaren plicht te ver
vullen. Maar over de fronten heen mag
men de vele menschen toch niet vergeten,
die verlangen naar de vruchtbare landou
wen buiten de frontlinies en naar het stil
le domein van een vredig groeiende cul
tuur. In de fronten zelf moet men zich toe
leggen op de vormingen van menschen, bij
wie de heilige plicht van het geweten weer
in de plaats komt van het uiterlijk com
mando. Op dergelijke wijze dient men dien
groei en die innerlijkheid, die een onont
beerlijke voorwaarde zijn voor eiken gods
dienst en voor elke cultuur.
Velen hebben stellig een vermoeden van
het diepe verval der hoogere cultuur, maar
hoe zelden hebben zij een juist begrip van
het kwaad. Is het zelfs niet komiek het
geen men dikwijls kan vaststellen: Het le
ven is verzwakt en de twijgjes, die bloesem
en vruchten zouden moeten dragen, nei
gen zich vermoeid naar de aarde.
Dan geeft men de zwake takjes een ster
ken stut. Geen wonder, dat dan de stutten
meer indruk maken dan de zwakke twijg
jes. Men bewondert die stutten, men mon
stert hun rijen, men ziet echter uitslui
ten naar hun kracht: hoofdzaak is, dat zij
zijn opgewassen tegen alle stormen. Maar
als nu voorjaar en zomer komen, zal er
dan iemand van deze stutten een enkele
rijpe vrucht plukken? Appelen en peren
zullen alleen aan het zwakke baompje en
niet aan de sterke stutten groeien. Alles
in het leven heeft zijn beteekenis, maar
dan alleen in de ware orde.
Er is echter nog iets, dat de aandacht
verdient.
Spreekt de Heer zelf niet van het on
kruid tusschen de tarwe? De Meester, die
zoo goed de natuur kende, bedoelde on
getwijfeld de wilde weit. Dit onkruid heeft
een halm, die sterk lijkt op dien van de
tarwe. Deze halmen schieten op een zeer
radicale wijze omhoog. Men zou de wilde
weit evengoed de radicalist van het tarwe
veld kunnen noemen. Zij zijn ook gewa
pend met punten en schijnen de toekomst
in hunne aren te dragen. Nu groeit ook
de tarwe, maar zooveel te meer de plant
groeit, des te sterker buigt zij de met gra
nen gevulde kroon.
In rijpen toestand maakt de halm zelfs
een levensmoeden indruk, terwijl de radi
cale wilde weit des te lustiger staat te
wiegen in den, wind. Het verschil bestaat
daarin, dat de tarwe granen draagt en de
wilde weit niet. In den tijd van den oogst
komt zulks aan het licht. Het loont inder
daad de moeite den akker van de heden-
daagsche cultuur te bekijken. Op deze wij
ze zal men leeren onderscheiden, wat eens
zal koren dragen en wat niet.
Een zaak staat vast: Waar wij ook het
kerkelijk leven zien, daar zien we groei.
Het stelt zich wel niet zoo radicaal aan,
maar het groeit. Dikwijls heeft men den
indruk, dat de ranken van den wingerd
door de oude muren en ruïnen dringen
van het puin van een ondergaand tijd
perk. Wie wil dat nog loochenen? Noch de
liberalen, noch de socialisten, noch de to
talitaire machten hebben een scheppende
kracht in zich.
Trouwens het gros der menschheid heeft
het vertrouwen in deze groepen reeds lang
verloren. Het woord der Kerk echter, is
nog niet verouderd, maar het trekt steeds
weer de verlangens op de kruispunten der
eeuwen tot zich.
Hij, die den groei verstaat, zal het wel
ontdekken.
De mensch, echter, die stutten voor hoo
rnen houdt, wilde weit voor tarwe en com
mando's voor leven, zal maar moeilijk tot
dit alles doordringen.
Alle achting voor de werkelijke noodza
kelijke organisaties, maar het leven zelf
is ook nog een organisme.
Legerversterking en
eerste-oefentijd
De Tweede Kamer is bezig met de be
handeling van de wijziging van de militie-
wet.
Over den eersten oefenduur bestaat groot
meeningsverschil. Minister Van Dijk zelf
acht, mede met het oog op de noodzakelijk
heid der aanwezigheid van steeds parate
troepen, e 1 f maanden noodzakelijk. De
heer de Marchant et d'Ansembourg, die
vermoedelijk het oude Duitsche leger voor
den geest heeft, waarvan hij zelf indertijd
deel heeft uitgemaakt, vindt zelfs elf
maanden nog veel te weinig.
De vrijz.-dem. hebben een amendement
ingediend, om den eersten oefentijd te
brengen op a c h t maanden. De heer IJssel-
muiden had met nog eenige leden der
Tweede Kamerfractie van de R.-K. Staats
partij een amendement ingediend, om den
eersten oefentijd te brengen op zes maan
den slechts eenige weken langer, dan
deze nu is. De heer IJsselmuiden heeft in-
tusschen zijn amendement radicaal ge
wijzigd; de kwestie van den eersten oefen
tijd is er heelemaal uitgelaten!
Vanwaar deze erg opvallende ver
andering?.Misschien omdat men weet,
dat de minister het eerste amendement
onaannemelijk zou verklaren? Misschien
omdat er in de fractie van den heer
IJsselmuiden oneenigheid, meeningsver
schil over deze heele zaak is. Wij veronder
stellen, dat beide overwegingen van in
vloed zijn geweest.
In verbond met deze laatste opmerking
citeeren wij hier met instemming uit
het Kameroverzicht van de „Maasbode".
Het koddige is, dat een meenings
verschil over de vraag, hoe lang een
soldaat geoefend moet worden, een
nieuw bewijs is voor de naitonaal-so-
cialisten, dat de godsdienst geen
grondslag kan zijn voor de politiek,
vermits de Katholieken het ook over
„de gewichtigste punten" niet eens zijn.
„De gewichtigste punten" zyn voor ons
andere punten dan voor den heer Mus-
sert en zijn vrienden, die overigens nog
niet weten, wat de grondslag van de
politiek der Katholieke Staatsparty is.
De vijf en twintigste partij wordt
hedenavond in Den Haag gespeeld.
Wij herinneren onze abonné's er
aan, dat bij eventueel afbreken der
partij wij 5.— (vijf gulden) beschik
baar stellen voor hem of haar, die ons
de in couvert afgegeven zet opgeeft.
Bij meerdere goede opgaven beslist
het lot.
Deze opgave moet ons bereikt heb
ben voor de hervatting der partij.
Men mag niet meer dan één zet op
geven.
Op de enveloppe te vermelden:
EUWE-ALJECHIN.
KONINGIN en PRINSES MAKEN EEN
AUTORIT
Gistermiddag zijn de Koningin en Prin
ses Juliana, te Amsterdam uitgereden voor
het maken van een autorit.
DE WIJZIGING VAN DE
DIENSTPLICHTWET.
Nieuwe amendementen
IJsselmuiden c.s.
Ter vervanging van hun dezer dagen in
gediende amendementen hebben de heeren
IJsselmuiden, Steinmetz, Ruyter, Stumpel
en Groen, dezen keer daarbij ondersteund
door de heeren Van Poll, Ruys de Beeren-
brouck, Bajetto en Deckers eenige nieuwe
amendementen voorgesteld op het wets
ontwerp tot wijziging van de Dienstplicht
wet.
In deze amendementen komt niet
meer, zooals gemeld, een verkorting
van den eersten oefentijd van elf
maanden voor.
Van het jaarlijksche contingent zegt een
amendement, dat het 27.500 man zal be
dragen, evenwel met idien verstande, dat
het in de jaren 1939 t.ni. 1943 32.000 zal be
dragen.
De onderteekenaars Éjn van oordeel, dat
het aanwijzen van de' personen, aan wie
de vrijstelling ten goede zal komen, welke
verleend zal worden in verband met het
jaarlijks te verwachten overschot, in de
wet behoort te worden gergeld.
Dit kan volgens dë onderteekenaars ge
schieden door handhaving van de vrijstel
ling wegens broederdienst, behoudens eeni
ge wijzigingen. Deze reden van vrijstelling
zal dan, in plaats van de eerste, de laatste
der in art. 12, eerste lid, der Dienstplicht
wet genoemde redenen van vrijstelling
moeten worden, omdat de mate, waarin de
ze vrijsteling zal worden verleend, afhan
kelijk zal moeten zijn van de grootte van
het overschot.
De onderteekenaars hebben zich de toe
passing zóó gedacht, dat de vrijstelling in
de eerste plaats ten goede komt aan de ge
zinnen, uit welke het grootste aantal zo
nen reeds dienstplichtig is geworden en
van deze gezinnen aan die, welke het
grootste aantal kinderen tellen. Deze ge
dachte is belichaamd in een in art. 13 op
te nemen nieuw tweede lid.
Op deze wijze, zal volgens onderteeke
naars het getal zoons, dat de gezinnen, met
uitzondering van de kleinste, voor den
dienst moeten afstaan, weinig of niet uit-
eenloopen. Dit zal ten goede komen aan
de groote gezinnen, daar dan, naar verhou
ding tot het getal kinderen, uit deze gezin
nen minder zoons zullen behoeven te die
nen dan uit de kleinste gezinnen.
De heer ir. Albarda en eenige andere le
den der soc.-dem. Tweede Kamerfractie
hebben een amendement ingediend, waar
bij wordt voorgesteld den eersten oefentijd
te brengen van elf op zes maanden.
Ook een sociaal-democrtisch
amendement.
De heer ir. Albarda en eenige andere le
den van de sociaal-democratische Tweede
Kamerfractie hebben een amendement in
gediend op het wetsontwerp tot wijziging
van de Dienstplichtwet.
Voorgesteld wordt den eersten oefentyd
te brengen van elf op zes maanden.
Burgemeester-wachtgelder
Op vragen van den heer Wendelaar be
treffende de benoeming tot burgemeester
van een ambtenaar, die kort tevoren we
gens verandering in de inrichting van het
dienstvak, waarbij hij werkzaam was, eer
vol werd ontslagen, heeft de minister van
Binnenlandsche Zaken geantwoord, dat
inderdaad aan den nieuw benoemden bur
gemeester boven zijn wedde van burge
meester een aanvulling tot het bedrag van
het wachtgeld, dat hem is toegekend, zal
worden uitbetaald.
Op de vraag of de minister een dergelijk
samenstel van maatregelen niet in het al
gemeen onnoodig en ongewenscht acht,
antwoord minister van Boeyen, dat van
een „samenstel van maatregelen" in het
onderhavige geval geen sprake is. De ver
andering van de departementale inrichting
toch stond als wenschelijkheid reeds land
vast, dcch was niet urgent. De gelegenheid
tot deze burgemeestersbenoeming heeft
slechts de uitvoering van de voorgenomen
reorganisatie vervroegd.
Zijn toestand hedenmorgen
De particuliere secretaris van Z. K. H.
Prins Bernhard, jhr. mr. C. Dedel, ver
strekte ons hedenochtend te 10.15 uur het
volgende communiqué:
„De algemeene toestand blijft goed.
Prins Bernhard heeft in den afgeloo-
pen nacht goed geslapen. De hoofdpijn
verschijnt met tusschenpoozen.
R.K. STAATSPARTIJ.
De agenda van de negentiende vergade
ring van den Partijraad der R.K. Staats
partij te houden Zaterdag 18 December
1937 te 11 uur, in de groote diner-zaal van
het Jaarbeursrestaurant, Jaarbeursgebouw
te Utrecht, luidt als volgt:
1. Opening door den waarnemend voor
zitter.
2. Hoofdelijke oproeping van de stemge
rechtigde leden van den Partijraad.
3. Notulen der Partijraadsvergadering
van 27 Februari 1937. Toelichting: Deze no
tulen zullen, als gebruikelijk, in een tien
tal exemplaren vóór de vergadering ter in
zage worden gelegd. Na vaststelling ter ver
gadering zullen de Secretariaten der Kring-
besturen een exemplaar voor hun archief
ontvangen.
4. Ingekomen stukken.
5. Behandeling ingevolge het bepaalde
in art. 27 lid 2 van Bijzonder Reglement
V-A (Kiesreglement) van het beroep van
den heer H. E. van den Brule tegen het be
sluit van het Partijbestuur d.d. 15 Juli
1937, waarbij de heer van den Brule is uit-
genoodigd voor het lidmaatschap van de
Tweede Kamer der Staten Generaal te be
danken.
Afschrift van bovenbedoeld besluit van
het P.B., zoomede van de nota, waarmede
de heer van den Brule onder dagteekening
van 14 Augustus 1937 bij den Partijraad in
beroep is gekomen, zijn als bijlagen aan
deze agenda toegevoegd.
6. Verkiezing van een voorzitter der R.K.
Staatspartij in de plaats van den afgetre
den voorzitter mr. C. M. J. F. Goseling (art.
15 Algemeen Reglement).
Het Partijbestuur zal ter vergadering een
aanbeveling doen van twee personen.
7. Verkiezing van vier leden van het Da-
gel ij ksch Bestuur der R.K. Staatspartij (art.
14 Algemeen Reglement).
A. Volgens het bepaalde in art. 14 lid 3
Algemeen Reglement moeten twee van de
vier leden van het D.B. worden gekozen
uit de leden van het Partijbestuur, di ezijn
benoemd door en uit de Kringbesturen. Als
zoodanig zijn aftredend de heeren mr. J.
Houben (Kringvoorzitter Tilburg) en mr.
E. H. J. Baron van Voorst tot Voorst, die
als voorzitter van den Kring Arnhem—
Nijmegen is afgetreden en dus als zoodanig
niet meer voor herbenoeming tot lid van
het D.B. in aanmerking komt.
Het Partijbestuur zal ter vergadering
voor beide te vervullen plaatsen een aanbe
veling van twee personen doen.
B. Nadat de verkiezing onder A heeft
plaats gehad, rest de verkiezing van twee
leden van het Dagelijksch Bestuur, aan wie
de reglementaiare voorschriften formeel
geen andere eischen stellen, dan dat zij lid
zijn van de R.K. Staatspartij. Als zoodanig
zijn aftredend de heeren A. C. de Bruyn
te Utrecht en J. W. Mols te Maastricht.
Laatstgenoemde stelt zich voor het lid
maatschap van het D.B. niet meer herkies
baar.
Het Partijbestuur zal ter vergadering
voor beide te vervullen plaatsen een aanbe
veling van twee eprsonen doen.
8. Uiteenzetting van den voorzitter der
Fractie van de Tweede Kamer der Staten
Generaal, betreffende den actueelen poli-
tieken toestand en het parlementaire werk.
Gelegenheid tot het stellen van vragen
over de uiteenzetting van den Fractievoor
zitter en beantwoording der gestelde vra
gen.
9. Rondvraag.
Als gebruikelijk wordt den leden onder
dit agendapunt de gelegenheid geboden om
vragen te stellen uitsluitend betreffende het
organisatorische werk der Partij. Met deze
regeling van de rondvraag is onder agen
dapunt 8 dan ook uitdrukkelijk rekening
gehouden.
10. Sluiting.
N.B. De behandeling van de agendapunten
5, 6 en 7 geschiedt in besloten vergadering,
welke voor de verslaggevers der Pers niet
toegankelijk is. B'j de behandeling van
agendapunt 8 is de vergadering weer open
baar.
DU nummer bestaat uit vijl
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Z. H. de Paus zal waarschijnlijk een
Kerstrede uitspreken. (2de blad).
De Kerkvervolging In het Derde Rjjk Is
momenteel wat geluwd. (2de blad).
Naar betere verstandhouding tusschen
Frankrijk en Duitschland? (2ae blad).
De Japanse he overwiuningsparade te
Sjanghai. (2de blad).
f
Binnenland
Ernstige brand in bontweverij te Winters
wijk maakt 350 personen werkloos. (3de
blad).
Scheveningsche logger bij Terheide ge
strand. (3de blad).
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
Zooals men weet, Is de Fransche minister
van buitenlandsche zaken Delbos op reis.
Hij is thans te Warschau aangekomen. Op
zyn doorreis door Duitschland is de Fran
sche minister aan het station te Berlijn be
groet door den Duitschen minister van bui
tenlandsche zaken von Neurath. Het is niet
de gewoonte, dat doorreizende ministers
aldus begroet worden, gewoonlijk volstaat
men met den chef van het protocol. Dat
minister von Neurath zelf is gekomen,
wordt door de Franschen met ingenomen
heid aanvaard. Men ziet in dit hoffelyk
gebaar een voorteeken van toenadering en
betere betrekkingen tusschen de beide lan
den. De „Petit Parisien" schrijft echter, dat
dit gebaar slechts psychologische waarde
heeft en dat er verdere uitleg noodig is,
willen de betrekkingen beter worden.
De „Epoque" speelt Duitschland uit te
genover zijn as-genoot Italië. Het blad
schrijft, dat indien het gebaar van von Neu
rath, een aanduiding is, dat Duitschland
toenadering wenscht, dan zal dit in Fran
sche verantwoordelijke kringen het noodi-
ge begrip vinden. Hetzelfde kan evenwel
niet gezegd worden van de houding van
Italië. De pers van dit land blijft Frankrijk
aanvallen en beschuldigt het den oorlog
te willen. Men zou niet gelooven, dat de
as Rome—Berlyn van zulk hard staal is,
als wordt beweerd, wanneer men het ver
schil in houding van beide landen op het
oogenblik ziet.
ZIJ, DIE VIELEN....
Gewonden en dooden op de verkeerswegen.
De K. N. A. C. schrijft:
De door het Centraal Bureau voor de
.Statistiek gepubliceerde voorloopige cy-
fers op korten termijn omtrent de ernstige
verkeersongevallen geven het volgende
beeld:
1937 gedood ernstig gewond
Mei 61 446
Juni 41 453
Juli 47 390
Augustus 64 471
September 61 417
October 47 404
Vooral het aantal dooden tengevolge van
verkeersongevallen is over October be
langrijk lager dan over Augustus en Sep
tember wellicht in verband met geringere
verkeersfrequentie in die maand vergele
ken met dit in de vacantiemaanden.
Het aantal verkeersongevallen is echter
nog veel te groot om niet bij alle wegge
bruiker op stipte naleving der verkeersre
gels aan te dringen.
Voor ditmaal zij er op gewezen, dat alle
weggebruikers verplicht zyn om in geval
zij voornemens zijn stil te houden, plotse
ling snelheid te verminderen of van rich
ting te veranderen zij van dit voornemen
tydig, vooral tijdig, moeten doen bla
ken.
Het doen blijken van het voornemen om
van richting te veranderen geeft geen aan
spraak op voorrang.