DE LEIDSCHE COURANT SINT NICOLAAS KOMT door Oom Wim* Het schip ligt zeilrêe in de haven En Piet loopt heen en weer en op en neer En draagt en sleept en gaat en staa* En komt weerom, gezakt, gepakt Met tal van doozen, rond en bont, Totdat geborgen zijn die gaven. De goede Sint treedt lachend nader En monstert wat daar ligt, in zicht En opgetast daar is met spoed en goed Verzorgd is door Piet, de knecht, die recht Daar staat en grijnst en wacht Op Sint, den goeden, Heiligen Vader. Sint komt, gaai geven zijn bevelen: „Hijsch op mijn vriend, de vlag in top! Laat wapp'ren fier de vaan; wt gaan Langs Ebro's stranden en naderhand Wenkt d'Oceaan en gaan te land Ten slot, waarom dit te verhelen? inNederland! ♦Eenige versjes en verhaaltjes, die voor dit nummer te veel waren, krijgen de vol gende week een beurt. Oom W i m. SINTERKLAAS IS ER door Oom Wim. Eind'lijk is de boot aan wal En Hollands Jeugd vooral Staat klaar om Sini hier_. toe te zingen, En welkom hem te heetën en heil Te wenschen op zijn tocht, terwijl Ook Piet zich haast niet kan bedwingen. Sint spreekt de kinderen toe En zal hen allen, pa en moe En vrienden en vriendinnen niet vergeten Uit talloos brieven hoorde hij Van kinderen van land en hei En overal vandaan, dit moet ge weten. Hij hoorde dit ook vast van Piet, Die zwarte Piet, die, is het niet? Te luist'ren stond aan raam en schoorsteengaten. En wat hij hoorde hier en daar Van braven, stouten, is niet waar? Werd dra vertelt aan Sint. Wie zou 't laten? En nu begint de tocht door 't land Waar allen, rijk en arm, van eiken stand Hem wachten en met vreugd verbeiden. En Piet deelt uit aan groot en klein Surprises, pakjes, marsepein En wat hij daarbij nog laat rijden! ST. NICOLAASFEEST door Paul Fleur. Bij al de treurig, nare dingen, Die ons uit Spanje zijn gemeld - Is er toch wellicht iets troostend! Dat, dient hier direct verteld. Als December in 't land is, Denken we allen hoopvol blij: „Zou Sint Nicolas wel komen, Uit dat land, voorheen zoo vrij? Zou dit nu wel móog'lijk wezen, Nu daar d'oorlog deerlijk woedt? En toch heb ik al gelezen Dat Hij komt, heel kort en goed. Hij komt, de goeie Heilige Vader, Met zijn liefdevolle leus: „Geven, geef met volle handen, Geef met liefde, veel en heus." Laten we allen, die wat krijgen, Denken daad'lijk als 'n plicht, Aan de arme, misdeelde kind'ren, Bezorgt ook deze een blij gezicht! Dan is Sint Nicolaas voor allen, Gedachtig aan dien kindervrind 'n Feestdag met een reuzeninslag, Die in geven dan iets V eerlijk vindt. SINT NICOLAAS door Piet Homan. Sint Nicolaas, de groote vriend Van alle kind'ren groot en klein, Wil met Pieterman, zijn zwarte knecht, Weer eenige dagen bij ons zijn. Zjjn gehoorzaam wij geweest Dan brengt hij moois en lekkers mee Maar was er iemand stout: dan komt Hij met iets andersO wee!!! Beste Sint, 'k was ook eens 'n keertje stout. Maar ook gehoorzaam, vele dagen. Heusch, als U 't niet gelooven kunt Mag U 't aan mijn Moesje vragen! En als ik morgen 't bed uitspring Ja, ik ben niet bang; ik geloof 't vast Dat U mij met boek en suikergoed En ander lekkers hebt verrast. SINT NICOLAAS door Anton Rosls. Op de maanverlichte daken, In den kouden winternacht, Wordt visite na visite Aan de huizen hier gebracht. Piet, de knecht, zoekt naar de pakjes In zijn groote juten zak; Eén gooit, hij er naar beneden, Dan klimt hij op 't volgend dak. En de kinders al te zamen Zijn den dag daarop zoo blij: Kees kreeg mooie voetbalschoenen, Jan een schooltasch en een lei. En zij zingen saam een liedje, Hun bedankje aan den Sint, Die elk jaar opnieuw de huizen Van de brave kind'ren vindt. STROOIAVOND door Clazina v. d. Vlugt. 't Was de avond van 5 December, dus Sinterklaasavond. Ze zaten allemaal gezel lig bij den haard. „Zou St. Nicolaas nog komen met zijn zwarte knecht?" vroeg Corry, de oudste. „Ik denk het niet, het is zulk raar weer" zei Vader. Opeens.,., er werd tegen het raam getikt en even latei aan de bel getrokken. „Dat is Sinterklaas", fluisterde Jan. En, ja hoor. Vader ging naar de voordeur en kwam met Sint Nicolaas en zijn knecht terug. Moeder gaf Hem eerst een hand en reikte toen een stoel aan. Nu moesten de kinderen een hand gaan ge ven. Moeder vertelde dat ze allemaal braaf geweest waren. „Piet", zei Sinterklaas, „maak je zak eens open". Piet deed het en er kwam eerst een pakje uit voor Pietje, de kleinste van het gezin. En weet je wat daar wel uit kwam? Een mooie blokken doos. Dolgelukkig bedankte hij de goede Sint, die toch zulk moois gegeven had. Nu kwam kleine Lize aan de beurt. Een prach tige pop met een leuk jurkje aan. Jan kreeg toen een pakje. Een mooie spoortrein met rails. Corry zat al met spanning te wach ten en eindelij kreeg ze een netje met drie kaatsballen er in. Nu nog Rika; die kreeg een mooi boek met plaatjes, die ze kon bekijken, want lezen kon ze niet zoo erg best. Tot slot pakte Piet een heel groot pak, waarop geschreven stond: „Voor Va der en Moeder". Gauw open maken en er kwam uit: Twee banketletters de V en de M. Toen een paar warme pantoffels voor Moeder en voor Vader een dikke wollen das. Daarna nog wat lekkers voor de kin deren, suikergoed en marsepein. Maar Piet was nog niet klaar. Hij begon te gooien met moppen. In een oogenblik lag de heele vloer bedekt met moppen. De kinderen zochten en raapten om maar meer te hebben dan den ander. Sint Nicolaas moest zijn ooren dicht houden, want ze maakten zoo'n ver schrikkelijk lawaai. Endelijk hield zwarte Piet op zeggende: „Nu is de zak leeg, wie heeft er 't meest?" Ze keken allemaal en kleine Piet had er het meest, want Vader had hem geholpen bij 't rapen. „Nu moet ik afscheid nemen van jullie, want ik moet nog naar veel meer kinderen", zei Sint Ni colaas. De kinderen vonden het erg jam mer en Vader en Moeder ook. Ze zongen nog het liedje van: „St. Nicolaas vertrekt nu, 't is jammer, niet waar". Allemaal moesten ze hem nog een hand geven en Sinterklaas vertrok, gevolgd door zijn zwarte knecht, Piet. De kinderen zaten nog lang te praten over dien heerlijken strooi- avond. (Voor de kleinen). SINTERKLAASTIJD door Nico. Het is voor brave kinderen, Altijd een echt pleizier Te denken aan Sint Nicolaas Al is hij ook niet hier. Maar over een paar dagen Dan komt hij bij ons thuis; Ik zal dus vlijtig leeren Zijn knecht is soms niet pluis. Misschien vraagt hij aan Moeder: „Is Nico altijd zoet", En als dan Pa maar ja roept, Dan strooit hij ferm en goed. GEEN WOORDEN, MAAR DADEN door Diederik. Zes December, Sinterklaas komt E.. de kind'ren zijn verolijdt? Dagen hebben zij gesproken Van Hem, Plet en mcoie tijd. Want Hij, Sint, de goede Bisschop, Wordt veroeid in eiK gezin, Ook zijn knecht, de Zwarte Pieter, Neemt veel harten voor zich in. En zooals het gaat met kind'ren, Hebben zij verlanglijst klaar, Van hetgeen zij zoo graag wenschen. Het is veel, ja reken maar. Want die kleine kinderoogen Spiedende, waar ze ook zijn, Hebben oogen uitgekeken, Daarvoor zijn zij immers klein. Ziet de maan schijnt dooi de boomen, Ieder kent toch wel dit lied; Doch bij velen, het is jammer, Komt ie Sint en Pieter niet. Leege klompen, leege schoenen, Ondanks moeite, blijven staan; Veel verdriet in kinderharten, Zóó is 's levens droef bestaan! Doch veel leed kunt gij verzachten!? Volgt het voorbeeld van de Sint; Door van overvloed te geven, Maakte Hij zich zeer bemind. Laat uw naastenliefde spreken, Doe het nu, 't is niet te laat; Geef uit liefde aan diè kleinen, Nu geen woordenstelt een daad! SINT NICOLAAS KOMT door Sisca Homan. O, luister even, wat raar gestommel Ik in de dakgoot hoor! Wat 'n geraas, wat schrikkelijk leven Is dat daar toch al maar door! O, Paatje, Moeke, ik geloof gewis Dat daar Sint Nicolaas al is! Ja, nu kun je 't duidelijk hooren, 't Paardje loopt er in galop! 't Loopt er vlug de daken over, 't Gaat lustig daar van hop, hop, hop. Sint Nicolaas luistert daar gewis Wie wel braaf en gehoorzaam is! Zou Sint Nicolaas al iets brengen? 'k Zet de deur al op een kier! Komt de heilige Man of Piet dan strooien. Dan dansen we allen van pleizier! O ja, lieve Sint, komt u maar; gewis, Ik geloof dat Moeke wel tevreden is. WIE ZIJN JARIG Van 3 Dec. tot en met 9 December. 3 Dec. Bertus Mulder, Timorstr. 4. 3 Dec Emmy Hoogeveen, Noorden. 4 Dec. Jan de Heijden, P. de la Courtstr. 21. 4 Dec. Antoon Schoorl, Nieuwveen. 4 Dec. Coba Ruitenbeek, Nieuwe Duinweg 51, Katwijk aan Zee. 4 Dec. Jacques Schrama, Rijndijk 6E, Voor schoten. 5 Dec. Truus Schrader, Dr. van Noort- straai 48, Stompwijk. 6 Dec. Elisa Frissen. Schelpenkade 60. 6 Dec. Gerarda van Schaik, Staal wij kstr. 7. 6 Dec. Jans v. d. Akker Krepelsteeg C 89, Z'Woude. 7 Dec. Corrie v. d. Geest, Leiderdorp a/d Zijl. 7 Dec. Cootje Castelein, Oude Rijn 30. 7 Dec Karei v. Bergen-Henegouwen, Hoo- ge woerd 169. Dec. Mien Siebert, Ceiebesstr. 20. 7 Dec Annie Hoogenboom, Hoogmade B328. 7 Dec. Rietje Koot, Oud-Bodegraven, C 119 Bodegraven. 8 Dec. Lena Hoogervorst A 81, Langeraar. 8 Dec. Ferry Hakkaars, Langebrug 46. 8 Dec. Bernard Post, St Jorissteeg 21. 8 Dec. Ali Luyken, Nooroeinde 13. 8 Dec. Jasques Krom, Weeshuis St. Jacobs- gracht. 9 Dec. Hub. v. d. Meer, Noordbuurt B 731 R'veen. 9 Dec. Keesje van Haasteren, Utr. Jaagpad 123. 9 Dec. Janna Langver, Hoogeweg 14 Oegst- geest. Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam in deze lijst wil opgenomen zien of afgevoerd bij het ver laten der school, schrijve me minstens 14 dagen vóór den verjaardag. Zoo ook bij verandering van woonplaats, straat, of huis nummer. O om Wim. GRIETJES WENSCH door Gretha van Dam. St. Nicolaas is jarig. De laatste maand van 't jaar, „Maakt jij nu, Zus" sprak Moeder Eens gauw je lijstje klaar! „Schrijf wat je het liefst wilt hebben Eens netjes op een rij En dan schrijf moe er ook nog Een heel klein briefje bij"! Het liefste wil ik hebben Had ik fluks neergezet Een paar mooie ballen Gekleurd en in een net. Ofwel een poppenwagen Graag met een pop erin Zoo eentje, die kan slapen Dat is wel naar mijn zin Ook wel een leuk serviesje Waar ik thee uit schenken kan Of graag een mooie bouwdoos Daar houd ik ook wel van Een mooi gekleurd klein kastje Met deurtjes en een la. Ofwel een fijn mooi kerkboek Als ik met moe naar kerk toe ga Een taschje met een spiegel. Een mooie kam, een ring Maar ook een prentenboek Vind ik een aardig ding. Maar lieve brave Nicolaas Ik ben altijd alleen Heb niemand om te spelen Geen broertje en geen zusje Geen enkel zelfs niet één Daarom lieve St. Nicolaas Gij krijgt van mij een kus Als gij mij brengt Niets anders dan Een lieve, kleine Zus. ST. NICOLAAS OP DE DAKEN Door Anny v. Diest. Sinterklaas, te paard gezeten, Op 't groote, platte dak; Trouw terzij gestaan door Pieter, Zwaar belaên met volle zak. Voor een ieder, die zijn best deed, Brengt hij zijn cadeautjes mee, Groot en klein en oud en jong, Hij stelt ze allen zeer tevreê. Van d' een en schoorsteen naar den ander Huppelt 't paardje, in blijden tred, En Piet daalt altijd naar beneden Vult 't schoentje, hoopvol neergezet. Hier wat speelgoed, daar wat boeken, Dan een pop van speculaas, Voor een ieder naar zijn gading: Onuitputtelijk is die Pieterbaas. En als we 's morgens, bij 't ontwaken, Met glunderend, blij gezicht, Den goeden Sint bedanken, Voor alles wat in de schoenen ligt, Is de heilige Man alweer verdwenen, Hij ging met Piet naar Spanje terug En wij zijn dankbaar, en roepen al vereênen: Kom spoedig weer, gezond en vlug. WAT JAN AAN SINT NICOLAAS VRAAGT door Annie van Diest. Sint Niklaas, toe luistei even, Als U straks over alle daken gaat, En met Piet, uw trouwen helper Ans in de kamer gadeslaat; Als u met uw scherpen blik Dra ziet, wie gehoorzaam is en zoet: Wie zijn werk maakt, zonder vlekje En thuis, en op school zijn best wel doet. Als u weer mei milde hand, geschenken Uitdeelt aan de braven, Ach geeft U mij dan, als 't kan, 'n Paardentoom; wat zal ik draven! Ik 't paard; mijn vriendje Wim de leider, Nou, maar dat zal heerlijk zijn! Dan goede Sint, had ik graag ook 'n Letter van chocola en een worst van marsepein. Ook zou ik een voetbal willen hebben, Met voetbalschoenen, die heb ik ook nog niet; Neen, 'loch maar liever een auto; of, ja, dat is leuk Ik wou een echte vliegmachien.. Maar neen, dat kan niet zijn, Dat is toch wel te veel misschien. Weet U, een pop van taai, 'n letter van chocola Een mecano- en bouwdoos! goede Sint, Als u dat mij gaf en brengen mij, Dan was ik een tevreden en gelukkig kind! ROND 'T ST. NICOLAASFEEST van Cor van Diest. 't Feest, dat we ieder jaar met vroolijkheid gedenken, Wil ik nu eens extra aandacht schenken. En doe 't nu in den vorm van 't oud Nu opgepast, ik begin; wie doet ermee? A is 't Avondje, waarop de maan schijnt door de boomen, Lang reeds verwacht en eindelijk toch gekomen. B is de Boot, die de H. Man naar ons kikkerland bracht: (Piet stond te turen, of hij ook werd verwacht!) C zijn Cadeautjes, die de goede Sint, Uit Spanjeland brengt voor 't vlijtige kind. D is Decembermaand, de laatste maand van 't jaar, Daarom de maand der feesten, geloof 't maar. De Droom ook van 't blije kind, Wat of 't 's morgens in 't schoentje vindt. E is de Ernst, waarmee de goede Sint, zoo juist van pas, De jeugd toespreekt, wie braaf en wie een beetje lui soms was! Fis de Fluisterstem van 't kind, nu schuchter en bedeesd, Daar 't wel eens stout of ongehoorzaam is geweest. G is de Gulheid, waarmee Sint Nicolaas Zijn geschenken laat uitreiken door Pieterbaas. H zijn de Helpers, die gaarne voor den goeden H. Man Cadeautjes brengen daar, waar Sint niet makkelijk komen kan. I beduidt de Inspanning der kleinen; ook zij probeeren 'n Klomp te teekenen of versjes te leeren. J welnu ik zou zeggen, die noemt men de Jeugd, Die zich op Sint Nicolaas' komst 't meeste verheugt! K de Kruidnoodjes, geurig, en pittig vna smaak, Nou, die strooit de Pieterbaas kwistig en vaak! K ook de Kachel, waarbij 's avonds vol pret 't Schoentje der kinderen wordt neer gezet. L nu komen we aan de Letter van chocola, oh, wat fijn; Of de letter van banket, die pas lekker zal zijn! M weer zoo'n letter, die doet me nu denken Aan de Marsepein, die Sint me zal schenken. Nja, wat zal dat anders kunnen zijn dan St. Nicolaas, Die me zeker een bezoek zal brengen met Pieterbaas. Of.'t zou ook kunnen zijn voor de kleinen De Nacht, die hun wel eind'loos moet schijnen! O nu ja, dat is de O, rond van vorm als de maan Die lachend, heur stralen door 't venster laat gaan. P wie denkt nu niet aan Pepernoten, die met kwistige hand Pieterbaas te voorschijn haalt uit zak of uit mand. Dan ook aan de Pret, van groot en van klein, Als Sint Nicolaas hun goed gezind zal zijn. Verder de Presentjes, Pakjes en wat al meer, Ja, er is zooveel te noemen; ik ga verder maar weer. Rnu komt, wat niemand graag zal krijgen: „De Roe"; laat ik daar maar over zwijgen!!! S is Surprise, somtijds in de vreemdste verpakking, voorwaar: Strooiavond ook; of de Spanning der kleinen, maar: T noemt u de Taai-taai, wie houdt daar nu niet van? De Tocht, die Pieterman over de daken maken kan. U is de Uitbundigheid, waarmee ieder die goed bedacht is, juicht; Van Sinterklaas' gulheid volop overtuigd. V nu naderen we aan de Versjes, waarmee de atmosfeer is geladen; Groot en klein zingt ze met Vuur en wie zal 't ontraden? W zijn de Wenschen, onze verlangens vervuld te zien, Om flink te worden bedacht, wellicht, bovendien! IJ is de IJver, die de laatste dagen wordt betracht. Stél je voor, dat Sint Nicolaas ons eens niets bracht! Zis het Zuiden, waarheen Sint, als zijn taak is volbracht, Terug zal keeren, waar zoete rust hem weer wacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 17