Een wedloop naar Nanking BUITENLAND De toestand in Spanje LUCHTVAART LEVERTRAAN F. VAN DORP Overstroomingen op Jamaica 100 Visitekaarten Drukkerij Van Brussel BIOSCOPEN DONDERDAG 2 DECEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 14 CHINEESCHE TEGENSTAND IS ZWAK. De Japansche troepen, die naar Nanking en Woehoe oprukken, naderen steeds meer tot hun doel. Terwijl een afdeeling Tang- jang op 70 kilometer van Nanking bereikt heeft, heeft een andere, naar gemeld wordt vasten voet gekregen te Idjang, 55 kilo meter van Woehoe. De Japansche opmarsch is tot een wedloop tusschen de verschil lende afdeelingen geworden De Chineezen laten bruggen in de lucht vliegen en on dermijnen de wegen om den opmarsch te belemmeren. HET VRAAGSTUK DER CHINEESCHE DOUANE. Britsch-Japansche onderhandelingen. Naar men in Britsche diplomatieke krin gen mededeelt, zijn tusschen de Japansche autoriteiten en de vertegenwoordigers van Engeland onderhandelingen gaande om trent de vraagstukken der Chineesche douane. De basis voor deze onderhandelin gen vormen de verzekeringen, die Japan op dit punt aan de Britsche regeering heb ben gegeven. Zij hebben naar het schijnt ten doel, vast te leggen, hoever de maat regelen reiken, die Japan denkt te nemen voor de bescherming van de belangen der buitenlandsche mogendheden, o.a. Enge land, de Vereenigde Staten en Frankrijk. TOCH DUITSCHE BEMIDDELING? Uit gewoonlijk wel-ingelichte brond wordt vernomen, dat de Duitsche ambassa deur in China, dr. Oscar Trautmann, een audiëntie zou hebben aangevraagd bij Tsjang Kai Sjek en Hankau reeds zou hebben verlaten op weg naar Nanking, teneinde aldaar den generalissimus te ont moeten. In Chineesche welingelichte krin gen gelooft men, dat hij belast is de Chi neesche regeering Duitschlands bemidde ling aan te bieden en misschien wel pressie uit te oefenen, opdat men een spoedig ein de make aan het conflict. Men gelooft ver der, dat Berlijn in volledige overeenstem ming met Rome handelt, en ziet in 'n ar tikel in de „Popoio d'Italia", dat algemeen wordt toegeschreven aan Mussolini, een aanwezing, die zou bewijzen, dat de Duit sche stap in overeenstemming met de ziens wijze der Italiaansche regeering zou zijn. HOE EEN CHINEESCH WEESHUIS GEBOMBARDEERD WERD. Droef verhaal van twee missionarissen. Twee missionarissen, een Franschman en een Italiaan, zijn na een moeizamen voettocht van Kasjing in Sjanghai aange komen en hebben verhaald, hoe het Ka tholieke weeshuis aldaar op 15 November j.l. door Japansche bombardementsvlieg tuigen is vernield. De missionarissen erken nen, dat op het weeshuis geen vlag was geheschen en dat het vlak bij het huis ge legen was van generaal Tsjang Fa Kwei, den commandant der Chineesche troepen in den Zuidelijken sector. Een missiepost der Carmelieten en een seminarie der La zaristen, welke in de nabijheid liggen, en waarboven Fransche vlaggen woeien, zijn niet gebombardeerd. De beide missionarissen deelden mede, dat 86 Chineesche weeskinderen den dood hebben gevonden. Vier Fransche en vijf Chineesche zusters, alsmede 150 uitgewe kenen, zijn gevlucht en worden nog steeds vermist. De overste der Lazaristen heeft de zaak met den Franschen ambassadeur opgenomen, ten einde het lot der vermis ten te achterhalen. Toen de bommenwer pers verschenen brachten de zusters de kinderen over naar uitgegraven schuil plaatsen. Een bom kwam echter midden in zulk een schuilplaats terecht en doodde 26 meisjes tusschen 9 en 15 jaar. Een twee de bom trof de inrichting voor zuigelin gen. Zestig babies kwamen om het leven en twee Chineesche zusters werden ge kwetst. Toen gingen de overige zusters met 150 weezen en volwassen uitgewekenen, waaronder vele gewonden, aan boord van een jonk en vluchtten het binnenland in. Tot dusver heeft men niets meer van hen vernomen. BELGIË DE KATHOLIEKEN EN DE REGEERINGSVERKLARING. Het comité van het Katholieke blok van België heeft in tegenwoordigheid der vijf Katholieke ministers in het nieuwe mi nisterie vergaderd en bij deze gelegenheid vastgesteld, dat de regeeringsverklaring op een groot aantal punten voldoening geeft aan de wenschen der Belgische Katholie ken. Het is in het byzonder verheugd over de groote aandacht, die in de verklaring besteed wordt aan de vraagstukken betref fende de ontwikkeling der cultureele be trekkingen tusschen de beide Belgische ge meenschappen. Op sommige punten evenwel geeft de verklaring, naar men oordeelde, niet de gewenschte geruststelling. De Katholieke ministers gaven daarop een uiteenzetting, waarin zij deden uitko men, dat de regeering in haar beleid re kening zal houden met de wenschen der partyen. In het bijzonder werd de nadruk gelegd op het evenwicht in de begrooting en de noodzakelijkheid erop te letten, dat iedere onvoorzichtige geste in dit opzicht wordt vermeden. De vergadering gaf uiting aan haar ver trouwen in de Katholieke ministers. DU1TSCHLAND DE KWESTIE DER KOLONIëN. DUITSCHLAND ZAL GEEN NIEUW INITIATIEF NEMEN. Berlijn wenscht geen vreemde bezittingen. In gezaghebbende kringen te Berlijn ver klaart men, dat Duitschland naar aanleiding van de te Londen gevoerde Fransch-Brit- sche besprekingen geen nieuw initiatief zal nemen. Men wijst er op, dat Frankrijk en Enge land thans het initiatief in de koloniale kwestie diénen te nemen. Duitschland is be reid „eenigen tijd" te wachten tot deze kwestie meer in bijzonderheden wordt be sproken. De bewering van de „Daily Telegraph", dat Duitschland het denkbeeld zou hebben geopperd van een teruggave van Kameroen en Togo, en van het instellen van „een soort Duitsch mandaat over den Belgischen Congo en Angola" heeft in Duitsche politie ke kringen groote ontstemming gewekt. Men betoogt, dat Duitschland slechts de ko loniën eischt, die het als zijn eigendom be schouwt, en wien het „door het dictaat van Versailles zijn ontnomen". Het doel van dergelijke berichten is vol gens het D. N. B. Duitschland bij de an dere landen verdacht te maken en het te betichten van begeerten naar vreemde be zittingen. Dat met deze berichten bewust iets onwaarstot uitdrukking is gebracht, ligt voor de hand. Want niemand kan van de „Daily Telegraph" verwachten, dat het de verklaringen van Hitier op 30 Januari j.l. niet heeft gekend, waarin uitdrukkelijk gezegd is: Duitschland heeft geen koloniale aan spraken jegens landen, die het geen kolo niën ontnomen hebben. Brussel gerust gesteld. In Belgische regeeringskringen, waar men gisterochtend eenigszins sceptisch stond tegenover de berichten, volgens wel ke Duitschland een belangrijk aandeel in het bestuur van den Belgischen Congo zou hebben opgeëischt, heeft men gisteravond met voldoening kennis genomen van de tegenspraken in de Duitsche pers, waarin wordt verklaard, dat Duitschland niets op- eischt van landen, die het geen koloniën hebben afgenomen. DUITSCHLAND EN DE ERKENNING VAN MANDSJOEKWO. Bevoegde Duitsche kringen verklaren niets te weten van een aanstaande erken ning van Mandsjoekwo door Duitschland Sedert verscheidene weken zijn geruchten dienaangaande in omloop, doch de Duitsche regeering heeft geen enkel besluit geno men. Men wijst erop, dat Duitschland, dat groote economische belangen in het Verre Oosten heeft, en dat zeer nauwe betrek kingen met de Chineesche markten onder houdt, geen enkele reden heeft op het oogenblik de gebeurtenissen te overhaas ten. FRANKRIJK DE GEWRAAKTE REDE VAN CAMPINCHI. Bemanning van schip spreekt beschuldiging tegen. In verband met de campagne, die in de Italiaansche pers tegen Campinchi is ge voerd, publiceert de bemanning van de „Général Bonaparte" een rechtzetting, waarvan de belangrijkste passages als volgt luiden: „Allereerst willen wy in enkele woorden het bezoek vertellen van den minister aan boord van de „Général Bonaparte", toen het schip te Toulon lag, waar juist Campin chi aanwezig was, die een inspectiereis maakte. Ieder moet weten, dat de schepen van den heer Fraissinet bemanningen hebben, die voor een groot gedeelte bestaan uit Corsicanen, hoofdzakelijk uit het arrondis sement Bast ia voor zoover het de „Général Bonaparte" betreft. Nu was het voor ons volkomen natuur lijk, dat niet de minister, maar de afge vaardigde van onzen kieskring een bezoek bracht aan zijn kiezers. Wij kunnen zelfs zeggen zijn vrienden. Het is waar, dat Cam pinchi eenige flesschen champagne heeft aangeboden, maar dat hoort zoo. Het is ook waar, dat Campinchi zijn land- genooten mededeelde, een inspectiereis te hebben ondernomen door de versterkingen rondom Toulon. Daarentegen is he^ onwaar te zeggen, dat de afgevaardigde Campinchi toespelin gen heeft gemaakt op het Italiaansche volk. Evenmin trouwens als op Rusland. Tijdens het bezoek van Campinchi aan boord was de bemanning geheel aanwezig. Het zou dus voor ieder gemakkelijk zijn den in houd van de woorden van den minister te leeren kennen. Tegenover alle insinuaties van de Italiaansche pers jegens minister Campinchi stellen wij, zeelieden van de „Général Bonaparte", het meest formeele démenti". DE REIS VAN DELBOS. Naar Centraal-Europa. De Fransche pers is algemeen van oor deel, dat het bezoek van Chautemps en Delbos aan Londen gunstig is geweest voor de reis van Delbos naar Oost- en Midden- Europa. Madame Tabouis schryft in de „Oeuvre", dat er geen sprake is van een uitnoodiging van von Neurath naar Londen te komen en dat er evenmin sprake van is, dat verdere stappen zulen worden gedaan na het bezoek van Halifax. Men wil thans eerst het be zoek van Delbos aan Centraal Europa af wachten. Wel is men heden in Engeland begonnen met de Dominions te spreken over het koloniale vraagstuk. De as Pa rijsLonden is verstrekt door de reis van lord Halifax naar Berlijn. De kracht van de democratiën rust op het handhaven van den bestaanden toestand in Midden- Europa. De „Populair", de „Petit Parisien", de „Petit Journal" en de „Jour" zyn allen van oordeel, dat Delbos zyn reis begint, gesterkt door de besprekingen te Londen. Hij kan allen geruststellen, die een oogenblik be vreesd zyn geweest by de besprekingen te Berlijn en Berchtesgaden. Frankryk en En geland zijn overtuigd, dat binnenlandsche onrust in Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije een gevaar voor den vrede in Europa zou kunnen zijn. RUSLAND DE TWEE LAATSTE PREDIKANTEN GEARRESTEERD. De beide laatste Evangelische predikan ten in de Sovjet Unie, de Duitschers Rei- chart, vader en zoon, zyn door de Gepoe gearresteerd. De ongeveer 1.750.000 protes tanten in de Sovjet Unie hebben thans geen enkelen geestelijke meer. AMERIKA NA DEN STAATSGREEP IN BRAZILIë. De ontwikkeling van den binnenland- schen politieken toestand in Brazilië heeft binnen het kader van de rechtspraakhervor ming geleid tot aftreden van talrijke fede rale rechters. Tevens zyn verscheidene ge neraals ontslagen. De afgetreden rechters en ontslagen generaals waren niet tevreden over den nieuwen toestand. ZUID-SLAVIë HEEFT FRANCO NIET ERKEND. Wel besprekingen over handels betrekkingen. Te Belgrado wordt ontkend, dat de Zuid- Slavische regeering het bewind van Fran co erkend zou hebben. Er worden onder handelingen gevoerd over het zenden van een handelsagent naar het Rechtsche Spanje, doch deze onderhandelingen zijn nog niet geëindigd. ZWEEDSCH POSTVLIEGTUIG VERONGELUKT. Een postvliegtuig van de lijn Stockholm Helsinki heeft een noodlanding gemaakt op een bevroren #neer bij Stockholm. De beide inzittenden, bestuurder en radiote legrafist, zijn verdronken. Prima Lofodinsche medicinale lever traan; geijkt op vitaminegehalte; verzegeld door het Rijks-Instituut voorde Volksgezondheid te Utrecht. Prijs f 0.50 per fleBch. Haarlemmerstraat 5 - Telet. 439 Dultenlandsclte Berichten Het eiland gedeeltelijk verwoest. Volgens een gisteravond door het Brit sche ministerie van koloniën ontvangen te legram zijn 53 personen gedood of verdwe nen tijdens overstroomingen, die het groot ste gedeelte van het eiland Jamaica hebben verwoest, en voor meer dan vijftigdizend pond sterling schade hebben aangericht. Meer dan driehonderd personen zouden op het oogenblik dakloos zijn. VERDACHTE BRIEF AAN LéON BLUM. Buisje met poeder in de enveloppe. Volgens de „Paris Soir" werd gistermor gen by het sorteeren van de post op het postkantoor aan den Quai Valmy de aan dacht getrokken door een eveloppe, gericht aan „den heer en mevrouw Léon Blum, Quai Bourdon, Paris", die een hard voor werp scheen te bevatten. De onmiddelyk gewaarschuwde politie opende de zonderlinge enveloppe, waarbij bleek dat de inhoud bestond uit een ge broken glazen buisje, dat een zwart poeder bevatte. De inhoud werd ter onderzoek naar het gemeentelijke laboratorium gebracht. Het buisje was in een stukje blauw papier gewikkeld met de met de hand geschreven woorden: „La Papulaire, Poudre extra sen sible". MET ENVELOPPEN in de bekende goede kwaliteit vanat f. I.3993 267 HAARLEMMERSTRAAT 267 1 HEATER HOOFFILMS INHOUD AANVANGSUUR KEURING Lido: Nancy Steele wordt vermist (Peter Lor re, Victor Mc Laglen) Puberteit (Gaby Morlay, Charles Vanel). Emotioneele film. Karakter- film. Dag. 811 uur. Zon dags bovendien 2—7 uur, Matinée, Zaterd. en Woensd. 2 urn- Goedgekeurd v volwassenen. Luxor: Groote dwaashedtn (Paula Wessely) Golddiggers 1937. (Dick Powell, Joan Blondel). Speelfilm Showfilm Dag 811 uur. Zon dags bovendien 27 uur. Matinée Zaterd. W oensdag en Donderdag. Toelaatbaar v. volwassenen. Casino: Trianon: Sweet Music (Ann Dvorak). De wet van de prai rie (Dick Foran). Showfilm Wild-West- film. Dag. 811, Zondags bovendien 47 en 811 uur. Matinée Zatercag en Woens dag 2.30 uur. Goedgekeurd v volwassenen Afgekeurd Een gebeurtenis in de Leidsche Rechtspraktijk door Anton Jeeha Mijn chef en leermeester, de oude deur- waardersbediende Petrus van Puffelen, kwam vanmorgen in een jolige stemming op kantoor. Hij neuriede met gebarsten stem een antiek wijsje en zijn lichtblauwe, waterige oogjes glommen nog vochtiger dan anders. De saaie sfeer van het ouder- wetsche kantoor kreeg opeens een opgewek ter tintje. „U schijnt in uw sas te zijn, meneer van Puffelen". „Dat ben ik, zeun, dat ben ik", zei hij vergenoegd. „Het leven is nog niet zoo kwaad; het geeft zelfs aan een oud uur werk als ik ben nog wel eens 'n pretje". „Dat is leuk". „Ik ben op de fuif geweest bij Jacob". „Fuif bij Jacob? Wie is „Jacob"? Mijn oude leermeester, die bij de gloeien de potkachel zijn handen stond te war men, keek op. „Weet jij, blaag, niet eens, wie Jacob is? Jacob is Jacob. Er is in onze geliefde sleu telstad maar één Jacob, die de leden van de zoo langzamerhand verdwijnende oude garde „Jacob" kunnen noemen, zonder dat Jacob om dat „Jacob" kregelig wordt". „O zoo", zei ik. „Ze hebben Jacob vandaag toegesproken als „meneer Mulder" en dat klonk toch zoo vreemd. Precies alsof je „lieveling" tegen je vrouw zegt, als je al twintig jaar ge trouwd ben". „Meneer Mulder? U bedoelt...." De ouwe Van Puffelen knikte. „Precies, zeunlief. Dien bedoel ik. Jaco bus Mulder, die gisteren in het zonnetje is gezet, omdat-ie 25 jaar beëedigd klerk is op de Griffie van het Kantongerecht. Tjon ge, wat een feest! 't Was mooi, zeun. Jacob verdiende het; zijn feest was een spontaan feest van de belanglooze dienstvaardigheid. Zie je, Jacob is geen groot man; er zijn honderden beëedigden klerken, die trouw hun plicht doen, jubileeren en toespraken slikken. Maar met onzen Jacob is 't anders. Jacob is de man, die de gave heeft om de menschen te helpen, zonder zich op te drin gen, de man die zich voor iedereen uit slooft. Als je met iets zit, dan is de eerste, die bereid is om je te helpen Jacob Mul der, ook al moet hij daarvoor langer op de Griffie blijven dan zijn tijd is. Jacob is voor alle menschen even dienstvaardig; hij heeft aan niets en niemand een grooter he kel dan aan den verwaanden, blaffenden ambtenaar. De stedeling en plattelander, die onwennig en schutterig onze Leidsche tempel van het Recht betreedt, vindt in Jacob den gemoedelijken, hulpvaardigen gids, die hij noodig heeft. En als iemand dat 25 jaar heeft volgehouden, zeun, dan moet hy in de bloemetjes of hij wil of niet". „Zijn er veel toespraken gehouden?" „Eerst sprak natuurlijk de Kantonrech ter en iemand namens de advocaten en iemand namens de notarissen en iemand namens de deurwaarders en iemand namens de Kantongerechts-gemachtigden en iemand namens..., ik weet het niet meer. Een stroom van woorden is op den armen Ja cob afgekomen. Reeds des morgens kreeg hij de meest hartelijke speeches aan te hoo- ren, van den Griffier, van zijn collega's, van de Rijkspolitie enz. Jacob is er be duusd van geworden, niet zoozeer nog om de woorden, als wel om de vriendschap, de spontane hartelijkheid, die iedereen, van hoog tot laag voor hem over had". „Dat heeft hij dan ook wel vediend". „Nou, zeun", vervolgde mijn chef met een twinkeling in zijn oogjes, des avonds was hij nog onder de indruk, en toen heb ik hem, in familie-kring, maar zoo'n beetje opgemonterd. Maar het was een finale mis lukking! Jacob, zei ik, Jacob, ir. 1912 kwam je hier, pas in de lange broek gestoken, vanuit Zeeland naar hier. Dat was in den goeien ouden tijd, Jacob, weet je 't nog? Mijn bol was toen nog niet heelemaal een biljartbal en jouw knikker was toen ook meer beboscht dan thans. Waar blijft die tijd, Jacob. Toen hadden we nog geen ra dio's, geen haast, geen schrijfmachines, geen gesminkte typistes, toen reed er nog maar een enkele auto en kreeg Bles van de paardetram iedere morgen bij de Paar- densteeg zijn klontje. Vijf en twintig jaren, Jacob, jongen. Alles is bijna in ons stad je veranderd, maar jij, Jacob, jij bent de zelfde gebleven. Jij bent de hulp en toever laat van iedereen, die iets met het Recht heeft op te knappen. Jij bent nog meer, jij bent de vriend van iedereen, die hulp noo dig heeft. Weet je dat gevalletje nog van myn win terjas, Jacob, van die mooie zware duf- felsche jas, zaliger gedachtenis? Wat zeg je, ouwe jongen niet vertellen? Vóór me houden. Om alle dooie koekies niet, Jacob! Je gaat er aan jongen, je gaat er aan, als een bolsjewiek in Moskou. Ja, zeuntje, je moet weten, dat op een kouden winterdag mijn overjas uit kantoor verdwenen was. Spurloa versenkt. Weg foetsie. Ik heb toen van een kennis een andere jas ge leend. Die kennis was nogal kort, evenals de zanger van vele levensliedjes en nog al dik, bijna een tonnetje. En ik ben, zooals je ziet, het levende tegendeel. Ik ben nogal aan den langen kant en wat de dikte be treft, nou ik zou. met de konynen door de tralies kunnen kruipen, als dat gedierte mij maar in het hok wilde toelaten. Met dat korte, dikke jasje aan myn lange dun ne lichaam, kwam ik Jacob tegen. „Wat heb jy nou aan?" vraagt Jacob. „Een leen-jas, zeg ik, want mijn eigen jas is gekajangd", zeg ik. „Da's beroerd, van Puffelen", zegt Jacob. „Wat nog beroerder is, Jacob, zeg-ik; nou moet ik van den winter in dit jasje blijven loopen, want de eitjes zyn op", zeg-ik. „Dat gaat niet", zegt Jacob, 't Zal wel motten", zeg-ik. En wat gebeurt er? 's Avonds komt Jacob bij me en biedt mij vijftig gulden aan voor een nieuwe jas. Hij had door een klein buitenkansje dat geld gekregen en hoewel moeder de vrouw (die we tusschen haakjes bij dit jubileum niet mogen vergeten) dat in haar huishouden wel gebruiken kon, hadden zij liever enkele aankoopen achterwege gelaten, dan mij in een kaal jasje te laten ronddalven voor de balie. Ziet u, dat is de ware vriend schap, Jacob, ik heb je, zei-ik, er eigenlijk nooit voor bedankt, maar nou doe ik dat hier. Zie je, beste vriend.... wat zeg je? Ophouden? Ik ben pas begonnen. Waar om trek je nou zoo'n rare snuit? Nee maar. „Nou en toen?", vroeg ik. „Mulder had 't een beetje te kwaad ge kregen met z'n zenuwen. Geen wonder, met al die toespraken. Ik wilde hem wat opmonteren, maar kreeg natuurlijk, als ouwe pechvogel, geen greintje kans". „Meheer van Puffelen, u hadt niet over die jas moeten beginnen. Jacob wou dat natuurlijk stil houden". „Noem jij dat „Natuurlijk", aap van een big? In vind het een van de mooiste dingen, die hij ooit gedaan heeft. En dat moest ik nou eens zeggen. Enfin soedah. Ik heb hem gefeliciteerd met de beste wenschen voor de toekomst. Zoo'n dag vergeet Jacob nooit! Dat mag ook niet. Het is maar een kleine aflossing op de groote schuld aan vriende lijkheid, die wij tegenover hem hebben. Ik hoop, dat het hem en zyn dappere vrouw en zijn kinderen nog vele, vele jaren het opperbest moge gaan. Menschen als Jacob moet je in eer houden, omdat ze zoo zeld zaam zyn...."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 14