AGENDA
Academienicuws
f =1= i
Burgerlijke Stand
MARKTBERICHTEN
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
NIEUWKOOP.
Zilveren Jubilé.
Op Donderdag, 25 dezer, viert de Eerw.
Zuster Bartholomeus, in de wereld mej.
Cornelia P. Nieuwenhuizen van hier in het
St. Gerardus Majella-gesticht te Amster
dam van de Congregatie der Zusters van
het Liefdegesticht alhier, haar 25-jarig
kloosterfeest.
HOOGMADE.
INBREKERS AAN HET WERK.
De bewoners in hun slaapkamer opgesloten.
In de nacht van Maandag op Dinsdag
>1. hebben ongenoode gasten een be
zoek gebracht bij den veehouder v. VI.
in het buurtschap Ofwegen.
Om de mogelijkheid om gestoord te
worden zoo klein mogelijk te maken
hebben zij den veehouder en zijn ge
zin in hun slaapkamer opgesloten, en
hierna hebben zij het geheele huis aan
een grondig onderzoek onderworpen
en alles overhoop gehaald.
Met medeneming van een zoo goed
als nieuw damesrijwiel en een klein
bedrag aan geld, zijn de daders, zooals
gewoonlijk zonder achterlating van
hun naamkaartjes, weer vertrokken.
Door de politie is dadelijk een onder
zoek ingesteld, waarvan het resultaat
nog niet bekend is.
TER AAR.
Een mooie daad. In verband met de
a.s. blijde gebeurtenis in het Koninklijk
Huis, heeft zich in onze gemeente een
comité gevormd, hetwelk voornemens is
aan de minder gegoede gezinnen bij uit
breiding van het gezin in de maand Janu
ari, een baby uitzet te geven. In het comité
hebben zitting genomen mevr. Hogenboom-
Hessler, mej. Heemskerk, mevr. Kroft-
Heemskerk, mevr. Post üiterweer-van Hof
wegen, mevr. Slingerland-Stam, mevr.
Quarte!-Perin, mevr. Warner-Deth en mevr.
v.Zwieten-Spierenburg.
Genoemde leden zullen zelf volgende
week Woensdag en Donderdag een inzame
ling houden bij de gemeentenaren. Wij
wenschen haar veel succes toe.
ZOETERWOUDE.
Hanze-Gezinsavond. Na het goedge
slaagde kinderfeest is ook het tweede num
mer van het winterprogram van de Hanze,
de gezinsavond, een succes geworden.
De groote Patronaatszaal was in huise
lijke sfeer gehouden, de stoelen noodden
tot gezellige kringen en werden allen be
zet, er was zeer veel belangstelling, want
ook vele introducee's waren aanwezig.
De voorzitter, de heer Joh. Vlasveld,
opende met gen chr. groet en sprak een
kort openingswoord. Hartelijk verwelkomde
spr. den weleerw. heer J.Th. van Bemme-
len, oud-geestel. adviseur, als spreker voor
dezen avond. Voorts verwelkomde de voor
zitter de Eerw. Paters Kruisheeren, de Ge
meente-secretaris en de leden van de Patro
naatscommissie.
Kapelaan Paap met zijn Sint Odo Koor
knapen en den heer Adolf Brunt met de
leden van het Symphonie Orkest „Franz
Schweitzer", werd ook het welkom in Zoe-
terwoude toegeroepen.
Op het podium stonden 30 dartele koor
knapen, ongeduldig te wachten om te be
ginnen en toen het scherm open ging wa
ren zij weer ingetoomd en heerlijk devoot
begonnen zij het kruistceken en het Wees
gegroet in het Latijn te zingen.
Kapelaan Paap doet wonderen met zijn
knapen en het succes was dan ook buiten
gewoon. De jongens zingen onder zyn lei
ding, soms beter dan het in de muziek zou
geschreven zijn, want ze zijn begeesterd tot
de vertolking van hetgeen ze zingen moe
ten en ze hebben leeren begrijpen de be-
teekenis van de woorden en het schoone in
de muziek.
Met hun zoetgestemde zangen was de
bede aan hun H. Patroon een kinderlijke
vroomheid, het „Domine non sum dignus"
een aanbidding en het Quasi Aurora een
blije zang, een mengeling van zoete klan
ken, om te prijzen God en Zijne H. Moeder
in de schoonheid der natuur.
Het eerste gedeelte van het rijke zang
program werd besloten met het heerlijke
„Wees gegroet o Sterre" van W. P. H. Jan
sen pr.
Na elk nummer was het publiek dank
baar en aan het einde van het eerste deel
toonde het zich nog meer dankbaar.
Het orkest „Franz Schweitzer" van de
St. Joseph Gezellen uit Leiden kwam op
het podium en de „Alte Kameraden" werd
zoo vlot gespeeld, dat ook deze muziek een
hartelijke ontvangst bij het publiek had;
vooral de Wiener Walze werd zeer gewaar
deerd.
Na deze muzikale inzet kwam Kapelaan
van Bemmelen aan het woord. Het komen
op het spreekgestoelte was een hartelijke
begroeting na vele lang<= jaren en de eerw.
spreker begon in hartelijke woorden een
herinnering aan zijn eerste priesterlijke ar
beid in Zoeterwoude.
Als spr. uit het lang verleden heeft ge
sproken, uit den tijd toen hij als Priester
en vriend hier drie jaren was, wijst hij op
het geweldige van den tijd die wij nu be
leven; grootsch is de tijd die wij nu be
leven, onheilspellend grootsch. Als wij open
oog hebben op de gebeurtenissen, die er
in de laatste jaren om ons heen hebben
plaats gehad, wordt het angstig om ons hart,
worden wij met huivering vervuld.
De toekomst is een raadsel, die nu geen
maand en geen dag meer vooruit laat zien.
Spr. geeft een droevig beeld van het
wereldgebeuren, waarin de Paus de men-
schen oproept tot doelbewust christendom
en de leeken de dure plicht oplegt, bewust
te zijn van de verantwoordelijkheid, om
apostel te zijn naast den priester.
De ontwrichting van de maatschappij
maakt onze dagen vreeselijk bang en hangt
als een onweersbui dreigend boven de men-
schen.
De grenzelooze haat tegen God, zooals
deze zich in de wereld vertoont, wordt door
spr. voorgehouden. Wel weten en kennen
wij het troostwoord van Christus, dat het
scheepje van Petrus niet zal vergaan, maar
het mag ons niet onverschillig blijven: de
vraag, hoevelen zullen er nog vallen, die
ae stormen niet trotseeren zullen en weg
geworpen zullen worden tot, God weet het,
waarheen.
Nog minder mogen we onverschillig
staan tegenover de vraag: welk aandeel zul
len wij hebben in den strijd, die gestreden
moet worden.
In heerlijke woorden roept spr. zijn ge
hoor op tegen de vreeselijke schaar van
Gods vijanden mee te strijden in het leger
van Jezus Christus.
Weer overtuigt spr. zijn gehoor van de
gevaren van communisme en nationaal
socialisme waarvan spr. zegt, dat de eene
duivej met de andere niet uitgedreven kan
worden.
Zouden wij gedacht hebben, zegt spr.,
doelende op een tiental jaren terug, dat er
in het Westelijk Europa bloed zou stroo
men om de Kerk te belagen, dat priesters
en kloosterlingen vervolgd zouden worden.
Wij hebben de toestand te aanvaarden.
Wat de toekomst in hare schoot heeft weten
we niet, maar onstellend is de geloofsafval
in de groote steden en. wat wel het meest
betreurenswaardige is, dat zoovele van bui
ten, in de groote stad gekomen, hun geloof
verliezen.
Hoe is het toch mogelijk, vraagt spr., dat
zoovelen uit de dorpen naar de stad ge
komen, alles verliezen wat zij aan geloof
uit hun ouderhuis hebben meegekregen,
dat de traditie uit hun eigen omgeving ge
heel is weggevallen, dat zij zoo gauw kon
den vergeten, wat hunne familie zoo dier
baar was.
Daarom is het voor de middenstanders
zoo noodig te zorgen, dat hunne gezinnen
het heilige goed, de echte Roomsche geest
levendig blijven houden in hun midden.
Spr. doet vooral een beroep op de jon
geren. De ouderen hebben den strijd reeds
gestreden en kunnen met St. Paulus zeg
gen: in ons dierbaar Zoeterwoude hebben
wij het geloof met Gods genade bewaard.
Maar de jongeren: weest op uwe hoede,
hecht u sterk aan Koning Christus, leert
dat gij Christus moet liefhebben, dat Zijn
H. Wil uwe Wet moet zijn, tot doelbewust
christenmensch, oprechte kinderen van
pwen Goddelijken Meester.
De middenstand heeft zulk een mooie
taak, is altijd de steun van de H-Kerk ge
weest; houdt deze eeretitel hoog.
Hier gaat spr. een vurige aansporing
geven tot de middenstanders en hun ge
zinnen tot een goed godsdienstig gezins
leven. De middenstanders moeten alles over
nebben voor de geestelijke belangen. Dan
zal het doel bereikt worden: de kinderen
op te voeden, hun stand waardig, om te
vormen de gouden schakel die de aarde en
de hemel verbindt. Dan zal Zoeterwoude
blijven wat het altijd geweest is: het echte
Roomsche Zoeterwoude.
Na deze rede, die onder diepe stilte aan
gehoord werd, dankte de voorzitter harte
lijk en sprak den wensch uit, dat als beste
loon alle middenstanders de wijze lessen
ter harte zullen nemen.
Na de pauze begon het orkest, waarna de
St. Odo Koorknapen het tweede vroo-
lijke gedeelte gingen zingen.
Kapelaan Paap had ook hier weer een
goede keuze gedaan, wam het leutige Oud-
Nederlandsche liedje van het looze vis-
schertje was voor de knapen een heerlijke
gelegenheid om in rijke fantasie het vertel
seltje te beleven en weer te geven in hun
gezang.
Heeilijk hebben zij het lied van den bei
aardier gezongen; wat lag hierin een rijke
uitdrukking. Wij weten niet wat wij het
meest moeten noemen. Ze begrijpen het:
de feeststemming op de kermis, de blijheid
om een vorstenkind, de innigheid van den
Kerstnacht, de fierheid en forsche kracht
van den Vlaming en strijd om het recht.
In „De Grasparkiet" waren zij weer in
hun jongensfantasie en in „De jongens van
nu" waren zij misschien nog meer aan
gevuurd door het opgetogen publiek bijna
iet te houden.
Het refreintje:
De jongens van nu gaan nooit verloren,
Je zult er in de toekomst nog van hooren,
kan met een variant worden omgezet in: De
Sint Odo Koorknapen, je zult er nog van
hooren, want veel, zeer veel beloven ze
voor de toekomst. Het applaus was een on
bedaarlijke ovatie.
De heer A. C. Paardekooper dankte na
mens de Patronaatscommissie voor de uit-
noodiging en sprak zich zeer waardeerend
uit over deze avond en voor hetgeen de
middenstand ook voor hei jeugdwerk deed.
De voorzitter hield aan het einde een
hartelijke slotrede, dankte ook dr. Wibo
Kortmann, die aanvankelijk ambtelijk ver
hinderd was, voor zijne belangstelling.
Na allen, die hadden meegewerkt, dank
te hebben gebracht, wordt de vergadering
met den Chr groet gesloten.
„Franz Schweitzer gaf nog een vroolijke
marsch en zoo was de mooie avond tot een
einde gekomen.
Wetten der Wildernis
door
ELDERT VAN ELK
Ergens in de donkergroene diepten van
het wijde bosch klonk, driemaal achtereen,
het geluid van den paradijsvogel.... Het
was gehéél kunstig en zuiver nagebootst,
want een schitterend gekleurde vogel met
langen staart, daar diep versholen tusschen
het dichte gebladerte van het tropische
oerwoud, gaf antwoord, gevolgd door het
schrille geluid van andere vogels.
Toen hij dit, voor hem wel bekende sein
hoorde, opende de meest gevreesde man
dezer wildernis de deur van zijn blokhut,
die tusschen de eeuwenoude woudreuzen
en de buitengewoon groote bladeren der
hooge platanen in, wel een prachtige
schuilplaats bood, en trad naar buiten.
Krachtig gespierd, met een wreeden
trek op z'n door de zon donker gebruind,
overigens knap gezicht, stond h" daar .rek
te zich eens uit, luisterde dan gespannen..
Héél zacht hoorde hij het kraken van
takken en bijna onhoorbaar en eigenlijk
nog vóór hij dit had verwacht, werden de
dichte bladeren van het tropische planten-
boschje, vlak voor de hut, uit elkaar ge
trokken en met eenige lenige bewegingen,
kwamen twee tot de tanden gewapende,
aan hun donkere huidskleur onmisken
baar te herkennen boschbewoners te
voorschijn. Zij. voerden een, naar het uiter
lijk te oordeelen, Europeaan met zich mee,
wiens handen stevig op den rug waren
vastgebonden en die bij nadere beschou
wing een prop in den mond scheen te
hebben.
„Keurig gedaan", zei de gespierde man,
in vloeiend Engelsch, tot de twee donker-
gekleurden.
Gezamenlijk brachten zij vervolgens de
gevangene in de hut, bonden hem hier
ook nog de voeten en zetten zich om de
ruwe tafel, welke, met drie houten kruk
jes en een groote lompe kast, het eenige
meubelstuk in deze hut was. Nadat zij
zich te goed hadden gedaan aan maiskoe-
ken en daarbij rooden wijn dronken uit
tinnen kroezen, stond de meest gevrees
de man van de wildernis op, liep naar den
gevangene toe en gaf hem een schop.
„Dat had je niet gedacht, Robert Allen,
dat je na weken en weken zoeken naar hem
zélf nog de gevangene van Axel Cruel zou
worden?"
Hij speelde nonchalant met zijn brow
ning, gaf Allen een schop en vervolgde
grimmig:
„Je had echter moeten bedenken, dat
men mij in deze wildernis niet voor niets
„De Wreede" noemt."
Robert Allen haalde zijn schouders op,
draaide zich onverschillig om....
Het schoot hem te binnen dat die twee
boschnegers hem zijn browning niet had
den afgenomen. Een schrale troost echter,
nu z'n voeten óók nog waren gebonden,
en hóe gebonden. Hij had met uitsteken
de vakmenschen te doen!
Axel Cruel was weer naar zijn plaats
aan de tafel gegaan en al spoedig waren
de drie schurken in een heftig gesprek ge
wikkeld, hetwelk schijnbaar betrekking
had op de bestemming van hun gevangene,
want Robert Allen hoorde een enkele maal
zijn naam noemen, in het overigens voor
hem onverstaanbare boschtaaltje, waarvan
zij zich thans bedienden.
Na een kwartier schenen zij het einde
lijk eens te zijn. Axel Cruel liep naar bui
ten, stak twee vingers in den mond en
floot met een bijzonder scherp geluid twee
maal achtereen....
Hoog in de boomen slingerde een troepje
breedneuzige apen verschrikt-kirrend weg...
vogels vlogen ophet was even een ver
warring in deze ongerepte natuur....
En dan kwam vroolijk-hinnikend, een
prachtige, uit Noord-Amerika afkomstige
zwarte mustang aanrennen. Axel Cruel gaf
het gezadelde paard een vriendschappe-
lijken tik op den rug.
„Er is weer werk voor je, ouwe jon
gen
Robert Allen hoorde deze woorden, die
weer in zuiver Engelsch gesproken wer
den; hij hechtte er aanvankelijk niet veel
waarde aan.
De touwen om z'n voeten werden losge
sneden en de prop werd daarna uit z'n
mond gehaald. Waarvoor die had moeten
dienen, begreep hij tot heden nog niet. Wat
zou het in deze verlaten jungle uitmaken of
je daar al zou roepen om hulp of zoo....
Hij werd gedwongen het paard te bestij
gen. Cruel leidde het dier zelf aan den
teugel, terwijl beide boschnegers op eeni-
gen afstand volgden. Hij had nog even
gezien dat ze druk in de weer waren met
een flink stuk koord
Na ongeveer tien minuten langs allerlei
slingerpaden, dezer donkere tropische wil
dernis te zijn gegaan, hield de sombere
stoet ten slotte stil by een open, doch door
de hoog aan den hemel staande zon, hel
verlichte plek, waar geen bladerdek van
woudreuzen de zonnetsralen tengehielden.
Robert Allen keek om zich heen. Naar
wat hij hier zag, begon hij een beetje de
waarheid te vermoeden. Zouden deze mis
dadigers, die naar hij wist, voor niets te
rugdeinsden hem dus toch willen ve r-
moorden.
Midden op de open plek bevond zich- ge
heel van z'n bladeren ontdaan, met afge
knapte kruin, een hooge boom, waarvan
slechts één dikke tak opzij uitstak, het
geen onwillekeurig aan het geheel het lu
guber aspect van een galg moest geven...
En toen hij daar, op den grond verspreid,
eenig dor gebeente zag liggen, bleken zijn
vermoedens toch wel eens werkelijkheid te
kunnen zijn en voor het eerst van zijn le
ven begon Robert Allen te begrijpen wat
angst was.
Hij klemde de tanden op elkaar. Als hij
zijn handen maar los kon krijgen, dan zou
hij dit gespuis maar even laten zien, dat
één tegen drie in dit geval nog zoo gek
niet zou zijn.
Zwijgend maakten de twee boschnegers
him toebereidselen. Het lange stuk koord,
waarvan het eene uiteinde een stevige
lus vormde, werd aan den tak bevestigd.
Axel Cruel bestudeerde het gezicht van
zijn gevangene en stond grinnikend toe te
kijken
Dan werd het paard met z'n stille berij
der onder het houtwerk geplaatst en de
dreigende lus om den hals van Allen ge
legd.
Robert Allen werd héél bleek. Hij zou
dus niet kunnen afstappen.... of ook
wanneer het paard zou wegloopen dan
„Robert Allen, ik zal mijn naam tot het
laatst toe, eer blijven aandoen. Je zult on
dervinden wat het is om in de handen
van Axel Cruel te vallenWij gaan nu
naar onzen hut terug en precies na vijf
tien minuten fluit ik mijn paardDaar
na zullen groote en tropisch dagroofvo
gels met gebogen snavels komen.... En
fin je begrijpt me
Hij schopte ruw eenige geheel verbleek
te beenderen uit elkaar. En toen waren
de drie schurken weggegaan.... hadden
niet eens meer omgekeken....
Robert Allen werkte koortsachtig met
z'n handen. Die negers hadden hem uit
stekend gebonden. Iedere andere knoop zou
hy zeker niet hebben losgekregen, maar
dit bindwerk bleek meesterwerk en was
hem te machtig.
Groote zweetdruppels liepen langs zijn
gezicht.
Heel ver weg liet een vogel z'n schril
gefluit hooren; het paard spitste de ooren
en deed een stapje naar voren, snuffelde
daarna weer rustig voort op den kalen
bodem
Alle tijd was Robert Allen thans ont
gaan, waren er sinds het vertek der schur
ken vijf minuten, tien minuten reeds ver
streken of was het kwartier al bijna om
en kon hy ieder oogenblik het scherp ge
fluit hoorenopnieuw werkte hij ner
veus met z'n handen. Er zat eenige bewe
ging in het bindwerk, maar het koord bleek
te stevig gesnoerd te zijn....
Ethel Allen wilde juist de deur openen
van het houten gebouwtje, dat daar met
anderen aan den rand van het oerwoud
was opgezet en waarin zij en haar man de
laatste weken hun intrek hadden geno
men. toen zij het geluid van naderende
hoeven hoorde. Zij keek verrast om en een
angstig voorgevoel maakte zich van haar
meester, toen zij Junn, het paard van haar
man, zonder z'n berijder het erf zag op
rennen. Dicht bij haar gekomen stond de
schimmel, dampend, stil en keek haar met
z'n trouwe en goedige paardenoogen aan
alsof hij haar iets vertelen wilde....
Ethel bedacht zich geen oogenblik. Zij ren
de naar binnen, zette de speciaal voor haar
gemaakte sombrero op 't blonde hoofd, keek
haar browning na en geen tien minuten la
ter sprong zij in het zadel van den schim
mel, dien zij eerst had laten drinken en
daarna nog wat had verzorgd. Zij jaagde
het bosch in, waarheen wist zij niet, dat
liet ze geheel aan het paard over, maar dit
was zeker: ze zou niet rusten alvorens ze
haar man had teruggevonden. Hoe lang zij
nu al onderweg was, wist zij niet, maar het
was bijna middag geworden en hoewel de
zon nog niet haar hoogtepunt had bereikt,
was het in ieder geval op de boschpaden
bijzonder koel. Een enkele maal raakte zij
van een boschweg af en kwam het paard
in tropische plantenstengels verward. Dan
ging het echter weer verder....
Zooals zij wel had vermoed, scheen het
paard den weg niet precies te kunnen te
rugvinden en het zou een bijzonder toe
val zijn, als zij ook maar eenig spoor van
haar man zou vinden.
Op een open plek daar in deze wilder
nis, fel door de troepenzon beschenen, zag
zijhet geluk was haar gunstig geweest
of zou het toch het instinct van haar trou
we Juno geweest zijn....?
Zij drukte de sporen diep in de achter-
pooten van het paard, dat in galop naar
het verschrikkelijke schouwspel rende.
De mustang werd onrustig, begon te stei
geren en juist toen zij de lus om het hoofd
van haar man had weggenomen, klonk
tweemaal achtereen een scherp geluid door
de JungleAls een pijl uit den boog
schoot de mustang weg. Robert Allen ver
loor zijn. evenwicht en met een harden
smak viel hy op den grond.... bleef toen
roerloos liggen....
Vroolijk draafde de schimmel, met zijn
thans dubbelen last, door de jungle.
Ethel was direct naast haar man neer
geknield.... had toen bemerkt dat zijn
linker-, nog gebonden arm, gebroken was.
Vlug had zij de touwen met haar dolkmes
doorgesneden, had daarna zoo goed en
kwaad het kon een noodverband aangelegd
van boomschors, waarbij de koorden nog
goede diensten bewezen.
Robert had haar stil laten begaan, ook
toen zij hem geholpen had op het paard te
komen. Daarna was zij zelf in het zadel
gesprongen en het waren op de schim
mel twee blijde menschen; hetgeen merk
baar was aan hun gezichten, waarvan dat
van Robert eenigszins was verstrakt, door
de buitengewone pijn, die hij van zijn
arm had te verduren.
En dan was er ineens een schel gefluit
door de wildernis.... tweemaal achter
een.... Een man floot zyn paard.... Ro
bert's gezicht verstrakte nog meer, een
angstige uitdrukking kwam er thans op
Hij nam z'n browning, voorbereid op al
les.... En twee minuten later stond, geen
honderd meter van hem af, de meest ge
vreesde man der wildernis, als vastge
groeid op zijn paard.... ook hij hield een
browning voor zich uit....
„Aha", schalde het hoog op, „een vrouw
in het spelEn toch zul je me niet ont
komen, Robert Allen.... daar ben ik een
te goed schutter voor...."
Tegelijk klonk het droog geluid van een
schotDe schimmel was op het hooren
van het stemgeluid uit de jungle, onver
wachts vooruit gesprongenalsof het
paard het naderend gevaar begreep....
De kogel suisde rakelings langs Robert's
LEIDEN.
Woensdag, Feestavond R.K.H.B.S. Ver. „St.
Bonaventura", R.K.H.B.S., 8.15 uur.
Woensdag: Bridge-cursus en Bridge-club
voor meer geoefenden in den
Burcht, onder ausp. van de Ned.
Reisver. v. Kath. Voor iedereen
toegankelijk, 8.15 uur.
Donderdag, R. K. Bond van Handels-, Kan
toor- en Winkelbedienden „St.
Franciscus van Assisië", de Har
monie, Breestraat. 8.30 uur.
Donderdag: Ledenvergadering R. K. Trans-
portarb., R. K. Volksbond, 8 uur.
Donderdag: R. K. Vereen, van Gezinshoof
den. 2e voordracht van Prof. Cleo-
phas over de encycliek „Casti Con-
nubii", St. Antoniuspatronaat Ma
re, 8.15 uur, alléén voor personen
boven 18 jaar.
Donderdag: Leidsche Kunstkring „Voor
Allen", Maurice Maréchal, Stads
gehoorzaal, 8.15 uur.
Donderdag, R. K. Vrouwenbond. Ledenver
gadering. Demonstratie Veneti-
aansch kunstglasblazen. Foyer Den
Burcht, 8 uur.
Vrijdag: Mij voor Toonkunst, le gewoon
concert, Leidsche Schouwburg,
8.15 uur
Vrijdag: „St. Christoffel", Ledenvergade
ring in „De Harmonie", 8.30 uur.
Zondag: le Avond R. K. Winterprogram.
Christus Koning-herdenking, Stads
gehoorzaal,'8.15 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Zaterdag 20 tot
en met V r ij d a g 26 Nov. a.s. waargeno
men door de apotheken: C. B. Duijster, N.
Rijn 18, tel. 523 en J. Doedens, Wilhelmi-
napark 8, Oegstgeest tel. 274.
LEIDEN. Geslaagd:
Doctoraal examen Wis- en Natuurkunde,
hoofdvak Natuurkunde: de heer A. N. Ger
ritsen, Den Haag;
idem hoofdvak Wiskunde: de heer G. F.
M. Bedaux, Tilburg.
Docioraal examen Geneeskunde: de hee-
ren J. Kweekei, Heenvliet; P. K. de Haas,
Den Haag.
LEIDEN.
Geboren: Johannes Andreas, z. van A.
Dlmeer en J. Keereweer.
Overleden: D. G. v. d. Horst m. 71
j. W. H. Taverne, ongeh. vr. 55 j. C.
W. Vos-Verstraaten vr. 71 j.
gezicht. En toen ging, direct daarna het
schot van zijn browning afHij zag
den man vallen, terwyl de mustang hoog
opsprong
Samen stapten zij afliepen snel naar
den gevallene toeAxel Cruel, de meest
gevreesde man van de wildernis, was niet
meer.
Toen Robert Allen den volgenden dag
van het gouvernement diverse felicitaties
in ontvangst had te nemen en 'hij daarbij
geprezen werd om z'n moed en volhar
ding en zoo, verwees hij alle menschen naar
zijn dapper vrouwtjeEthel
Maar toen hij later, na volledig herstel
van z'n armbreuk, den avond voor z'n ver
trek naar meer bewoonbare oorden, daar
aan den rand van de jungle, de heerlijke
boschlucht inademde, en aan het drama
daar, eenigen tijd geleden afgespeeld, te
rugdacht.... moest de geharde man even
hevig sliken om de tranen uit de oogen
te houden.die echter toch kwamen.
AMSTERDAM, 24 Nov. Vee. Ter vee
markt waren heden aangevoerd: 206 vette
kalveren 6575, 5564 en 4854 cent per
kg. levend gewicht; 34 nuchtere kalveren
813 per stuk, 97 varkens: vleeschvar-
kens, wegende van 90110 kg. 7475 cent,
zware 7374 cent, vette 72—73 cent per kg.
slachtgewicht. Overzicht: Vette kalveren,
matige aanvoer, zeer gedrukte handel, be
duidend lagere prijzen. Nuchtere kalveren
geringe aanvoer, vlugge handel en prijzen
constant. Varkens zeer weinig aanvoer en
handel, prijzen als Maandag.
WOERDEN, 24 Nov. Kaas. Aanvoer 241
partijen kaas. Prijzen: met rijksmerk le
kwal. 2829, 2e kwal. 2627, zware
30, Handel matig.
W1SSELNOTEER1NGEN (AMST* wo/\M>
Londen 8 991/2
Berlyn 72.65
Parys 6 1l3/4
Brussel 30.60
Zwitserland 41 68
Kopenhagen 40 171/0
Stockholm 46 37l/2
Oslo 45.20
New Vork 1.79i3/16
Praag 6.34
Te koop gevraagd
een flinke Boerderij, 20 a 25
Hectaren Wei- of Bouwland.
Vereischte zijn goed gebouw
en eenigBzins gunstig gelegen.
Brieven met uitvoerige inlich
tingen aangaande lasten enz.
bur. v. d. blad onder no. 7808