AGENDA Academienicuws f =1= i Burgerlijke Stand MARKTBERICHTEN WOENSDAG 24 NOVEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 8 NIEUWKOOP. Zilveren Jubilé. Op Donderdag, 25 dezer, viert de Eerw. Zuster Bartholomeus, in de wereld mej. Cornelia P. Nieuwenhuizen van hier in het St. Gerardus Majella-gesticht te Amster dam van de Congregatie der Zusters van het Liefdegesticht alhier, haar 25-jarig kloosterfeest. HOOGMADE. INBREKERS AAN HET WERK. De bewoners in hun slaapkamer opgesloten. In de nacht van Maandag op Dinsdag >1. hebben ongenoode gasten een be zoek gebracht bij den veehouder v. VI. in het buurtschap Ofwegen. Om de mogelijkheid om gestoord te worden zoo klein mogelijk te maken hebben zij den veehouder en zijn ge zin in hun slaapkamer opgesloten, en hierna hebben zij het geheele huis aan een grondig onderzoek onderworpen en alles overhoop gehaald. Met medeneming van een zoo goed als nieuw damesrijwiel en een klein bedrag aan geld, zijn de daders, zooals gewoonlijk zonder achterlating van hun naamkaartjes, weer vertrokken. Door de politie is dadelijk een onder zoek ingesteld, waarvan het resultaat nog niet bekend is. TER AAR. Een mooie daad. In verband met de a.s. blijde gebeurtenis in het Koninklijk Huis, heeft zich in onze gemeente een comité gevormd, hetwelk voornemens is aan de minder gegoede gezinnen bij uit breiding van het gezin in de maand Janu ari, een baby uitzet te geven. In het comité hebben zitting genomen mevr. Hogenboom- Hessler, mej. Heemskerk, mevr. Kroft- Heemskerk, mevr. Post üiterweer-van Hof wegen, mevr. Slingerland-Stam, mevr. Quarte!-Perin, mevr. Warner-Deth en mevr. v.Zwieten-Spierenburg. Genoemde leden zullen zelf volgende week Woensdag en Donderdag een inzame ling houden bij de gemeentenaren. Wij wenschen haar veel succes toe. ZOETERWOUDE. Hanze-Gezinsavond. Na het goedge slaagde kinderfeest is ook het tweede num mer van het winterprogram van de Hanze, de gezinsavond, een succes geworden. De groote Patronaatszaal was in huise lijke sfeer gehouden, de stoelen noodden tot gezellige kringen en werden allen be zet, er was zeer veel belangstelling, want ook vele introducee's waren aanwezig. De voorzitter, de heer Joh. Vlasveld, opende met gen chr. groet en sprak een kort openingswoord. Hartelijk verwelkomde spr. den weleerw. heer J.Th. van Bemme- len, oud-geestel. adviseur, als spreker voor dezen avond. Voorts verwelkomde de voor zitter de Eerw. Paters Kruisheeren, de Ge meente-secretaris en de leden van de Patro naatscommissie. Kapelaan Paap met zijn Sint Odo Koor knapen en den heer Adolf Brunt met de leden van het Symphonie Orkest „Franz Schweitzer", werd ook het welkom in Zoe- terwoude toegeroepen. Op het podium stonden 30 dartele koor knapen, ongeduldig te wachten om te be ginnen en toen het scherm open ging wa ren zij weer ingetoomd en heerlijk devoot begonnen zij het kruistceken en het Wees gegroet in het Latijn te zingen. Kapelaan Paap doet wonderen met zijn knapen en het succes was dan ook buiten gewoon. De jongens zingen onder zyn lei ding, soms beter dan het in de muziek zou geschreven zijn, want ze zijn begeesterd tot de vertolking van hetgeen ze zingen moe ten en ze hebben leeren begrijpen de be- teekenis van de woorden en het schoone in de muziek. Met hun zoetgestemde zangen was de bede aan hun H. Patroon een kinderlijke vroomheid, het „Domine non sum dignus" een aanbidding en het Quasi Aurora een blije zang, een mengeling van zoete klan ken, om te prijzen God en Zijne H. Moeder in de schoonheid der natuur. Het eerste gedeelte van het rijke zang program werd besloten met het heerlijke „Wees gegroet o Sterre" van W. P. H. Jan sen pr. Na elk nummer was het publiek dank baar en aan het einde van het eerste deel toonde het zich nog meer dankbaar. Het orkest „Franz Schweitzer" van de St. Joseph Gezellen uit Leiden kwam op het podium en de „Alte Kameraden" werd zoo vlot gespeeld, dat ook deze muziek een hartelijke ontvangst bij het publiek had; vooral de Wiener Walze werd zeer gewaar deerd. Na deze muzikale inzet kwam Kapelaan van Bemmelen aan het woord. Het komen op het spreekgestoelte was een hartelijke begroeting na vele lang<= jaren en de eerw. spreker begon in hartelijke woorden een herinnering aan zijn eerste priesterlijke ar beid in Zoeterwoude. Als spr. uit het lang verleden heeft ge sproken, uit den tijd toen hij als Priester en vriend hier drie jaren was, wijst hij op het geweldige van den tijd die wij nu be leven; grootsch is de tijd die wij nu be leven, onheilspellend grootsch. Als wij open oog hebben op de gebeurtenissen, die er in de laatste jaren om ons heen hebben plaats gehad, wordt het angstig om ons hart, worden wij met huivering vervuld. De toekomst is een raadsel, die nu geen maand en geen dag meer vooruit laat zien. Spr. geeft een droevig beeld van het wereldgebeuren, waarin de Paus de men- schen oproept tot doelbewust christendom en de leeken de dure plicht oplegt, bewust te zijn van de verantwoordelijkheid, om apostel te zijn naast den priester. De ontwrichting van de maatschappij maakt onze dagen vreeselijk bang en hangt als een onweersbui dreigend boven de men- schen. De grenzelooze haat tegen God, zooals deze zich in de wereld vertoont, wordt door spr. voorgehouden. Wel weten en kennen wij het troostwoord van Christus, dat het scheepje van Petrus niet zal vergaan, maar het mag ons niet onverschillig blijven: de vraag, hoevelen zullen er nog vallen, die ae stormen niet trotseeren zullen en weg geworpen zullen worden tot, God weet het, waarheen. Nog minder mogen we onverschillig staan tegenover de vraag: welk aandeel zul len wij hebben in den strijd, die gestreden moet worden. In heerlijke woorden roept spr. zijn ge hoor op tegen de vreeselijke schaar van Gods vijanden mee te strijden in het leger van Jezus Christus. Weer overtuigt spr. zijn gehoor van de gevaren van communisme en nationaal socialisme waarvan spr. zegt, dat de eene duivej met de andere niet uitgedreven kan worden. Zouden wij gedacht hebben, zegt spr., doelende op een tiental jaren terug, dat er in het Westelijk Europa bloed zou stroo men om de Kerk te belagen, dat priesters en kloosterlingen vervolgd zouden worden. Wij hebben de toestand te aanvaarden. Wat de toekomst in hare schoot heeft weten we niet, maar onstellend is de geloofsafval in de groote steden en. wat wel het meest betreurenswaardige is, dat zoovele van bui ten, in de groote stad gekomen, hun geloof verliezen. Hoe is het toch mogelijk, vraagt spr., dat zoovelen uit de dorpen naar de stad ge komen, alles verliezen wat zij aan geloof uit hun ouderhuis hebben meegekregen, dat de traditie uit hun eigen omgeving ge heel is weggevallen, dat zij zoo gauw kon den vergeten, wat hunne familie zoo dier baar was. Daarom is het voor de middenstanders zoo noodig te zorgen, dat hunne gezinnen het heilige goed, de echte Roomsche geest levendig blijven houden in hun midden. Spr. doet vooral een beroep op de jon geren. De ouderen hebben den strijd reeds gestreden en kunnen met St. Paulus zeg gen: in ons dierbaar Zoeterwoude hebben wij het geloof met Gods genade bewaard. Maar de jongeren: weest op uwe hoede, hecht u sterk aan Koning Christus, leert dat gij Christus moet liefhebben, dat Zijn H. Wil uwe Wet moet zijn, tot doelbewust christenmensch, oprechte kinderen van pwen Goddelijken Meester. De middenstand heeft zulk een mooie taak, is altijd de steun van de H-Kerk ge weest; houdt deze eeretitel hoog. Hier gaat spr. een vurige aansporing geven tot de middenstanders en hun ge zinnen tot een goed godsdienstig gezins leven. De middenstanders moeten alles over nebben voor de geestelijke belangen. Dan zal het doel bereikt worden: de kinderen op te voeden, hun stand waardig, om te vormen de gouden schakel die de aarde en de hemel verbindt. Dan zal Zoeterwoude blijven wat het altijd geweest is: het echte Roomsche Zoeterwoude. Na deze rede, die onder diepe stilte aan gehoord werd, dankte de voorzitter harte lijk en sprak den wensch uit, dat als beste loon alle middenstanders de wijze lessen ter harte zullen nemen. Na de pauze begon het orkest, waarna de St. Odo Koorknapen het tweede vroo- lijke gedeelte gingen zingen. Kapelaan Paap had ook hier weer een goede keuze gedaan, wam het leutige Oud- Nederlandsche liedje van het looze vis- schertje was voor de knapen een heerlijke gelegenheid om in rijke fantasie het vertel seltje te beleven en weer te geven in hun gezang. Heeilijk hebben zij het lied van den bei aardier gezongen; wat lag hierin een rijke uitdrukking. Wij weten niet wat wij het meest moeten noemen. Ze begrijpen het: de feeststemming op de kermis, de blijheid om een vorstenkind, de innigheid van den Kerstnacht, de fierheid en forsche kracht van den Vlaming en strijd om het recht. In „De Grasparkiet" waren zij weer in hun jongensfantasie en in „De jongens van nu" waren zij misschien nog meer aan gevuurd door het opgetogen publiek bijna iet te houden. Het refreintje: De jongens van nu gaan nooit verloren, Je zult er in de toekomst nog van hooren, kan met een variant worden omgezet in: De Sint Odo Koorknapen, je zult er nog van hooren, want veel, zeer veel beloven ze voor de toekomst. Het applaus was een on bedaarlijke ovatie. De heer A. C. Paardekooper dankte na mens de Patronaatscommissie voor de uit- noodiging en sprak zich zeer waardeerend uit over deze avond en voor hetgeen de middenstand ook voor hei jeugdwerk deed. De voorzitter hield aan het einde een hartelijke slotrede, dankte ook dr. Wibo Kortmann, die aanvankelijk ambtelijk ver hinderd was, voor zijne belangstelling. Na allen, die hadden meegewerkt, dank te hebben gebracht, wordt de vergadering met den Chr groet gesloten. „Franz Schweitzer gaf nog een vroolijke marsch en zoo was de mooie avond tot een einde gekomen. Wetten der Wildernis door ELDERT VAN ELK Ergens in de donkergroene diepten van het wijde bosch klonk, driemaal achtereen, het geluid van den paradijsvogel.... Het was gehéél kunstig en zuiver nagebootst, want een schitterend gekleurde vogel met langen staart, daar diep versholen tusschen het dichte gebladerte van het tropische oerwoud, gaf antwoord, gevolgd door het schrille geluid van andere vogels. Toen hij dit, voor hem wel bekende sein hoorde, opende de meest gevreesde man dezer wildernis de deur van zijn blokhut, die tusschen de eeuwenoude woudreuzen en de buitengewoon groote bladeren der hooge platanen in, wel een prachtige schuilplaats bood, en trad naar buiten. Krachtig gespierd, met een wreeden trek op z'n door de zon donker gebruind, overigens knap gezicht, stond h" daar .rek te zich eens uit, luisterde dan gespannen.. Héél zacht hoorde hij het kraken van takken en bijna onhoorbaar en eigenlijk nog vóór hij dit had verwacht, werden de dichte bladeren van het tropische planten- boschje, vlak voor de hut, uit elkaar ge trokken en met eenige lenige bewegingen, kwamen twee tot de tanden gewapende, aan hun donkere huidskleur onmisken baar te herkennen boschbewoners te voorschijn. Zij. voerden een, naar het uiter lijk te oordeelen, Europeaan met zich mee, wiens handen stevig op den rug waren vastgebonden en die bij nadere beschou wing een prop in den mond scheen te hebben. „Keurig gedaan", zei de gespierde man, in vloeiend Engelsch, tot de twee donker- gekleurden. Gezamenlijk brachten zij vervolgens de gevangene in de hut, bonden hem hier ook nog de voeten en zetten zich om de ruwe tafel, welke, met drie houten kruk jes en een groote lompe kast, het eenige meubelstuk in deze hut was. Nadat zij zich te goed hadden gedaan aan maiskoe- ken en daarbij rooden wijn dronken uit tinnen kroezen, stond de meest gevrees de man van de wildernis op, liep naar den gevangene toe en gaf hem een schop. „Dat had je niet gedacht, Robert Allen, dat je na weken en weken zoeken naar hem zélf nog de gevangene van Axel Cruel zou worden?" Hij speelde nonchalant met zijn brow ning, gaf Allen een schop en vervolgde grimmig: „Je had echter moeten bedenken, dat men mij in deze wildernis niet voor niets „De Wreede" noemt." Robert Allen haalde zijn schouders op, draaide zich onverschillig om.... Het schoot hem te binnen dat die twee boschnegers hem zijn browning niet had den afgenomen. Een schrale troost echter, nu z'n voeten óók nog waren gebonden, en hóe gebonden. Hij had met uitsteken de vakmenschen te doen! Axel Cruel was weer naar zijn plaats aan de tafel gegaan en al spoedig waren de drie schurken in een heftig gesprek ge wikkeld, hetwelk schijnbaar betrekking had op de bestemming van hun gevangene, want Robert Allen hoorde een enkele maal zijn naam noemen, in het overigens voor hem onverstaanbare boschtaaltje, waarvan zij zich thans bedienden. Na een kwartier schenen zij het einde lijk eens te zijn. Axel Cruel liep naar bui ten, stak twee vingers in den mond en floot met een bijzonder scherp geluid twee maal achtereen.... Hoog in de boomen slingerde een troepje breedneuzige apen verschrikt-kirrend weg... vogels vlogen ophet was even een ver warring in deze ongerepte natuur.... En dan kwam vroolijk-hinnikend, een prachtige, uit Noord-Amerika afkomstige zwarte mustang aanrennen. Axel Cruel gaf het gezadelde paard een vriendschappe- lijken tik op den rug. „Er is weer werk voor je, ouwe jon gen Robert Allen hoorde deze woorden, die weer in zuiver Engelsch gesproken wer den; hij hechtte er aanvankelijk niet veel waarde aan. De touwen om z'n voeten werden losge sneden en de prop werd daarna uit z'n mond gehaald. Waarvoor die had moeten dienen, begreep hij tot heden nog niet. Wat zou het in deze verlaten jungle uitmaken of je daar al zou roepen om hulp of zoo.... Hij werd gedwongen het paard te bestij gen. Cruel leidde het dier zelf aan den teugel, terwijl beide boschnegers op eeni- gen afstand volgden. Hij had nog even gezien dat ze druk in de weer waren met een flink stuk koord Na ongeveer tien minuten langs allerlei slingerpaden, dezer donkere tropische wil dernis te zijn gegaan, hield de sombere stoet ten slotte stil by een open, doch door de hoog aan den hemel staande zon, hel verlichte plek, waar geen bladerdek van woudreuzen de zonnetsralen tengehielden. Robert Allen keek om zich heen. Naar wat hij hier zag, begon hij een beetje de waarheid te vermoeden. Zouden deze mis dadigers, die naar hij wist, voor niets te rugdeinsden hem dus toch willen ve r- moorden. Midden op de open plek bevond zich- ge heel van z'n bladeren ontdaan, met afge knapte kruin, een hooge boom, waarvan slechts één dikke tak opzij uitstak, het geen onwillekeurig aan het geheel het lu guber aspect van een galg moest geven... En toen hij daar, op den grond verspreid, eenig dor gebeente zag liggen, bleken zijn vermoedens toch wel eens werkelijkheid te kunnen zijn en voor het eerst van zijn le ven begon Robert Allen te begrijpen wat angst was. Hij klemde de tanden op elkaar. Als hij zijn handen maar los kon krijgen, dan zou hij dit gespuis maar even laten zien, dat één tegen drie in dit geval nog zoo gek niet zou zijn. Zwijgend maakten de twee boschnegers him toebereidselen. Het lange stuk koord, waarvan het eene uiteinde een stevige lus vormde, werd aan den tak bevestigd. Axel Cruel bestudeerde het gezicht van zijn gevangene en stond grinnikend toe te kijken Dan werd het paard met z'n stille berij der onder het houtwerk geplaatst en de dreigende lus om den hals van Allen ge legd. Robert Allen werd héél bleek. Hij zou dus niet kunnen afstappen.... of ook wanneer het paard zou wegloopen dan „Robert Allen, ik zal mijn naam tot het laatst toe, eer blijven aandoen. Je zult on dervinden wat het is om in de handen van Axel Cruel te vallenWij gaan nu naar onzen hut terug en precies na vijf tien minuten fluit ik mijn paardDaar na zullen groote en tropisch dagroofvo gels met gebogen snavels komen.... En fin je begrijpt me Hij schopte ruw eenige geheel verbleek te beenderen uit elkaar. En toen waren de drie schurken weggegaan.... hadden niet eens meer omgekeken.... Robert Allen werkte koortsachtig met z'n handen. Die negers hadden hem uit stekend gebonden. Iedere andere knoop zou hy zeker niet hebben losgekregen, maar dit bindwerk bleek meesterwerk en was hem te machtig. Groote zweetdruppels liepen langs zijn gezicht. Heel ver weg liet een vogel z'n schril gefluit hooren; het paard spitste de ooren en deed een stapje naar voren, snuffelde daarna weer rustig voort op den kalen bodem Alle tijd was Robert Allen thans ont gaan, waren er sinds het vertek der schur ken vijf minuten, tien minuten reeds ver streken of was het kwartier al bijna om en kon hy ieder oogenblik het scherp ge fluit hoorenopnieuw werkte hij ner veus met z'n handen. Er zat eenige bewe ging in het bindwerk, maar het koord bleek te stevig gesnoerd te zijn.... Ethel Allen wilde juist de deur openen van het houten gebouwtje, dat daar met anderen aan den rand van het oerwoud was opgezet en waarin zij en haar man de laatste weken hun intrek hadden geno men. toen zij het geluid van naderende hoeven hoorde. Zij keek verrast om en een angstig voorgevoel maakte zich van haar meester, toen zij Junn, het paard van haar man, zonder z'n berijder het erf zag op rennen. Dicht bij haar gekomen stond de schimmel, dampend, stil en keek haar met z'n trouwe en goedige paardenoogen aan alsof hij haar iets vertelen wilde.... Ethel bedacht zich geen oogenblik. Zij ren de naar binnen, zette de speciaal voor haar gemaakte sombrero op 't blonde hoofd, keek haar browning na en geen tien minuten la ter sprong zij in het zadel van den schim mel, dien zij eerst had laten drinken en daarna nog wat had verzorgd. Zij jaagde het bosch in, waarheen wist zij niet, dat liet ze geheel aan het paard over, maar dit was zeker: ze zou niet rusten alvorens ze haar man had teruggevonden. Hoe lang zij nu al onderweg was, wist zij niet, maar het was bijna middag geworden en hoewel de zon nog niet haar hoogtepunt had bereikt, was het in ieder geval op de boschpaden bijzonder koel. Een enkele maal raakte zij van een boschweg af en kwam het paard in tropische plantenstengels verward. Dan ging het echter weer verder.... Zooals zij wel had vermoed, scheen het paard den weg niet precies te kunnen te rugvinden en het zou een bijzonder toe val zijn, als zij ook maar eenig spoor van haar man zou vinden. Op een open plek daar in deze wilder nis, fel door de troepenzon beschenen, zag zijhet geluk was haar gunstig geweest of zou het toch het instinct van haar trou we Juno geweest zijn....? Zij drukte de sporen diep in de achter- pooten van het paard, dat in galop naar het verschrikkelijke schouwspel rende. De mustang werd onrustig, begon te stei geren en juist toen zij de lus om het hoofd van haar man had weggenomen, klonk tweemaal achtereen een scherp geluid door de JungleAls een pijl uit den boog schoot de mustang weg. Robert Allen ver loor zijn. evenwicht en met een harden smak viel hy op den grond.... bleef toen roerloos liggen.... Vroolijk draafde de schimmel, met zijn thans dubbelen last, door de jungle. Ethel was direct naast haar man neer geknield.... had toen bemerkt dat zijn linker-, nog gebonden arm, gebroken was. Vlug had zij de touwen met haar dolkmes doorgesneden, had daarna zoo goed en kwaad het kon een noodverband aangelegd van boomschors, waarbij de koorden nog goede diensten bewezen. Robert had haar stil laten begaan, ook toen zij hem geholpen had op het paard te komen. Daarna was zij zelf in het zadel gesprongen en het waren op de schim mel twee blijde menschen; hetgeen merk baar was aan hun gezichten, waarvan dat van Robert eenigszins was verstrakt, door de buitengewone pijn, die hij van zijn arm had te verduren. En dan was er ineens een schel gefluit door de wildernis.... tweemaal achter een.... Een man floot zyn paard.... Ro bert's gezicht verstrakte nog meer, een angstige uitdrukking kwam er thans op Hij nam z'n browning, voorbereid op al les.... En twee minuten later stond, geen honderd meter van hem af, de meest ge vreesde man der wildernis, als vastge groeid op zijn paard.... ook hij hield een browning voor zich uit.... „Aha", schalde het hoog op, „een vrouw in het spelEn toch zul je me niet ont komen, Robert Allen.... daar ben ik een te goed schutter voor...." Tegelijk klonk het droog geluid van een schotDe schimmel was op het hooren van het stemgeluid uit de jungle, onver wachts vooruit gesprongenalsof het paard het naderend gevaar begreep.... De kogel suisde rakelings langs Robert's LEIDEN. Woensdag, Feestavond R.K.H.B.S. Ver. „St. Bonaventura", R.K.H.B.S., 8.15 uur. Woensdag: Bridge-cursus en Bridge-club voor meer geoefenden in den Burcht, onder ausp. van de Ned. Reisver. v. Kath. Voor iedereen toegankelijk, 8.15 uur. Donderdag, R. K. Bond van Handels-, Kan toor- en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisië", de Har monie, Breestraat. 8.30 uur. Donderdag: Ledenvergadering R. K. Trans- portarb., R. K. Volksbond, 8 uur. Donderdag: R. K. Vereen, van Gezinshoof den. 2e voordracht van Prof. Cleo- phas over de encycliek „Casti Con- nubii", St. Antoniuspatronaat Ma re, 8.15 uur, alléén voor personen boven 18 jaar. Donderdag: Leidsche Kunstkring „Voor Allen", Maurice Maréchal, Stads gehoorzaal, 8.15 uur. Donderdag, R. K. Vrouwenbond. Ledenver gadering. Demonstratie Veneti- aansch kunstglasblazen. Foyer Den Burcht, 8 uur. Vrijdag: Mij voor Toonkunst, le gewoon concert, Leidsche Schouwburg, 8.15 uur Vrijdag: „St. Christoffel", Ledenvergade ring in „De Harmonie", 8.30 uur. Zondag: le Avond R. K. Winterprogram. Christus Koning-herdenking, Stads gehoorzaal,'8.15 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Zaterdag 20 tot en met V r ij d a g 26 Nov. a.s. waargeno men door de apotheken: C. B. Duijster, N. Rijn 18, tel. 523 en J. Doedens, Wilhelmi- napark 8, Oegstgeest tel. 274. LEIDEN. Geslaagd: Doctoraal examen Wis- en Natuurkunde, hoofdvak Natuurkunde: de heer A. N. Ger ritsen, Den Haag; idem hoofdvak Wiskunde: de heer G. F. M. Bedaux, Tilburg. Docioraal examen Geneeskunde: de hee- ren J. Kweekei, Heenvliet; P. K. de Haas, Den Haag. LEIDEN. Geboren: Johannes Andreas, z. van A. Dlmeer en J. Keereweer. Overleden: D. G. v. d. Horst m. 71 j. W. H. Taverne, ongeh. vr. 55 j. C. W. Vos-Verstraaten vr. 71 j. gezicht. En toen ging, direct daarna het schot van zijn browning afHij zag den man vallen, terwyl de mustang hoog opsprong Samen stapten zij afliepen snel naar den gevallene toeAxel Cruel, de meest gevreesde man van de wildernis, was niet meer. Toen Robert Allen den volgenden dag van het gouvernement diverse felicitaties in ontvangst had te nemen en 'hij daarbij geprezen werd om z'n moed en volhar ding en zoo, verwees hij alle menschen naar zijn dapper vrouwtjeEthel Maar toen hij later, na volledig herstel van z'n armbreuk, den avond voor z'n ver trek naar meer bewoonbare oorden, daar aan den rand van de jungle, de heerlijke boschlucht inademde, en aan het drama daar, eenigen tijd geleden afgespeeld, te rugdacht.... moest de geharde man even hevig sliken om de tranen uit de oogen te houden.die echter toch kwamen. AMSTERDAM, 24 Nov. Vee. Ter vee markt waren heden aangevoerd: 206 vette kalveren 6575, 5564 en 4854 cent per kg. levend gewicht; 34 nuchtere kalveren 813 per stuk, 97 varkens: vleeschvar- kens, wegende van 90110 kg. 7475 cent, zware 7374 cent, vette 72—73 cent per kg. slachtgewicht. Overzicht: Vette kalveren, matige aanvoer, zeer gedrukte handel, be duidend lagere prijzen. Nuchtere kalveren geringe aanvoer, vlugge handel en prijzen constant. Varkens zeer weinig aanvoer en handel, prijzen als Maandag. WOERDEN, 24 Nov. Kaas. Aanvoer 241 partijen kaas. Prijzen: met rijksmerk le kwal. 2829, 2e kwal. 2627, zware 30, Handel matig. W1SSELNOTEER1NGEN (AMST* wo/\M> Londen 8 991/2 Berlyn 72.65 Parys 6 1l3/4 Brussel 30.60 Zwitserland 41 68 Kopenhagen 40 171/0 Stockholm 46 37l/2 Oslo 45.20 New Vork 1.79i3/16 Praag 6.34 Te koop gevraagd een flinke Boerderij, 20 a 25 Hectaren Wei- of Bouwland. Vereischte zijn goed gebouw en eenigBzins gunstig gelegen. Brieven met uitvoerige inlich tingen aangaande lasten enz. bur. v. d. blad onder no. 7808

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8