Lekker warme Ulsters hangen bij ons klaar
ST. NICOLAAS
j§- Groote Kinderreceptie 3*
LIEFDEWERK
GESCHENKEN
Antoon Brinks
Breestraat 114c
DE PAROCHIE-KERK VAN ZOETERMEER
v
voor U en Uw jongens. Moderne stoffen, prima afgewerkt.
Kortom: „P. C.-kwaliteit". Aantrekkelijke prijzen.
Groote keuze in Dassen, Shawls, Overhemden, Sokken, Coin
de feu's, Pullovers, enz. enz.
Morgen, Zaterdagmiddag vanaf half drie uur
Haarlemmerstraat 137
hoek Donkersteeg 2-4 6
RIJNSBURG
A. MULDER
Tassen, Lederwaren,
Schaakspelen, Sport- en
Luxe-Artikelen
r VRIJDAG 19 NOVEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 15
Een pastoor slechts twijfelachtig aanhanger
van de II. Stoel. - Paard en rijtuig waren
voor een herder te weelderig. - Het eerste
schuurkerkje met een rieten dak. - Ruzie.
Na zfjn vertrek in 1659 scheidde Stomp-
wtyk met Zoetermeer zich af van Zoeter-
woude, en werd Joannes Ignatius Ruysch
pastoor over de nieuwe Statie.
Hij was kapelaan geweest bij pastoor Jo
annes van Heumen in de St. Laurentius te
Rotterdam, zooala blijkt uit de „Relatio
Status" van Jac. de la Torre van 1656 11)
„Socium secum in labore habens J. I.
Ruysch, ex. haeresi optime conversum sa-
cerdoten, in controversiis versatissumum"
d.i.: Bij zich hebbend ais medewerker J.
I. Ruysch, een uit de ketterij bekeerden
priester, gehard en gevat in den atrijd.
Waarschijnlijk is pastoor Ruysch slechts
een jaar in Stompwijk en Zoetermeer ge
weest, en reeds in 1659 vertrokken naar
Ankeveen.
Van 1674 tot 1679 had hij geen vaste
bediening, gelijk blijkt uit den brief van
den Apostolischen Vicaris Neercassel aan
de Propaganda 12), in Rome, waarin hij
schrijft, dat vele priesters in de Holland-
sche Missie, of zonder bediening zijn, of
vervallen tot groote armoede, omdat reeds
vele dorpen, door de inval der Fransche
troepen, onder water staan of verbrand
zijn. Dan noemt hij onder die priesters o.a.
Ruys. Later werd hij Officiaal van den
Apotftolischen-Vicaris, zoolang als de
Franschen binnen Utrecht waren. Daarna
is hij pastoor geworden te Amsterdam aan
de kerk in de Vinkestraat, vanaf het jaar
1679. Het jaar daarop, 25 Dec. 1680 is hij
daar overleden.
De opvolger van pastoor Ruysch in
Stompwijk en Zoetermeer was Cornelis
(van) Wyckersloot, een Utrechtenaar, die
in 1680 te Stompwijk overleed 13).
Van het pastoraat van Van Wjjcker-
eloot is bekend, dat hij met zijn parochia
nen kwestie kreeg over de verplaatsing
van zijn kerkje.
Neercassel maakte aan deze kwestie een
einde en schreef den 7den Jan. 1675 aan
den pastoor:
„Mij is ter oore gekomen, dat UEerw.
seecker huys, 27 jaeren tot dienst der
kercken gebruyckt, wil vervoeren: 't geen
de huysluyden tegen de borst is: en waer-
pyt grote onrust geschapen en is 'tontstaen,
derhalven versoecke en, indien nodigh, be-
vele, dat UEerw. dat werck laete gerus-
ten tot vreedsamiger tijden." 14)
Den 20sten Mei 1860 scheef Nercas-
sel een woord van troost en opbeuring aan
den doodzieken pastoor, en zond hem Hugo
Gael.
Spoedig daarop is hij gestorven; hij werd
11) Archief Aartsb. Utrecht: dl. X,
bladz. 233.
12) L.c. dl. XX, baldz. 456.
13) In de pastorie van Stompwijk hangt
zijn portret, geschilderd door J. van Ra-
vesteyn.
14) Brief van Neercassel aan C. v.
Wykersloot, berustend in het Archief der
O. B. C.
opgevolgd door Everardus Stael, onder
wiens pastoraat, in 1682, de splitsing kwam
tusschen Stompwijk en Zoetermeer.
E. Stael bleef pastoor van Stompwijk tot
aan zijn dood, in 1704, of volgens het Mis-
sieverslag van Theod. de Cock, den 29sten
Mei 1705. 15)
Door Theod de Cock, in bovengenoemd
geschrift, 16) wordt pastoor Stael genoemd
„een twijfelachtige aanhanger der H.
Stoel".
Partij kiezen tegen Codde heeft hij blijk
baar niet gewild en het „Gehoorzaamheids-
formulier" niet onderteekend, ofschoon hij
toch bleef behooren tot die priesters, die
de H.H. Oliën enz. vroegen van den pro
vicaris, en daarom tot de gehoorzame
priesters werden gerekend. 17)
Volgens de strenge opvattingen van Neer
cassel leefde pastoor Stael niet sober ge
noeg.
Merkwaardig is, hoe het houden van
paard en rijtuig in die dagen als een luxe
werd beschouwd, die niet gewenscht was
voor een pastoor. Op bevel van Neercassel
moest hij zijn paard en rijtuig opruimen.
Bij de splitsing in 1682 werd Amandus
van Nispen, stammend uit een adellijk
Zecuwsch geacht, benoemd tot eerste pas
toor van de nieuwe Statie Zoetermeer, wel
ke ook omvatte de dorpen Zegwaart, Bent
huizen en de buurtschap Wilsveen.
De kapelaan, die sinds 1861 bij pastoor
Stael werkzaam was, Mathias Torek, werd
bij de splitsing verplaatst naar Utrecht.
Amandus van Nispen hij heette eigen
lijk Abraham van Nispen was de oud
ste zern van Adriaan van Nispen en Jo
hanna van Hoogmade. Zoowel de Van Nis-
pen's als de Hoogmade's behoorden tot de
Dcopsge/jncen. 1)
Adriaan van Nispen woonde op de Hoo-
gewoerd te Lt iden, waar hij als lakenkoop
man een handelszaak dreef. In 1652 ver
huisde hü nanr Middelburg, zijn geboorte
streek (hij zelf was te Vlissingen geboren).
Te Middelburg was hij de voorganger der
Mernisten. Hy overleed in 1654 en werd
daar in de ouoe kerk begraven.
Uit het huwelijk- van Adriaan van Nis
pen en Johanna v Hoogmade werden drie
zcons geboren: Abraham in 1646 en Adriaan
1650 te Leiden, en Christiaan te Middel
burg. Na clen ctood van Adriaan, keerde de
moeder Johanna, reeds voor de tweede maal
weduwe, met haar' drit zoons naar Lei
den terug in 1601. De oudste zoon Abra
ham liet zich daar ir i667 inschrijven als
student in de lettcif-n, en ging inwonen bij
een kleermaker Kaljaert den Dopper, die
katholiek was. De studie van Abraham
15) Missio Foederati Belgii, uitgegeven
door A. van Lommei S.J. pag 7.
16) O. c. pag. 60.
17) O. c. pag. 97.
1) BU ie veld W. J. J. C.:, Het ge
slacht van Nispen te Leiden in de 17de
eeuw (in de „Nederl. Leeuw" 1917).
heeft niet lang geduurd: op zekeren dag
was hij verdwenen, met achterlating van
heel zijn inventaris. I ater bleek, dat hij
naar Leuven was getrokken: hij wordt
daar in Sept 1071 aangetroffen als Aman
dus va" Nispen, die katholiek geworden is
en student is Ir. de tneologie. Hij werd
priester gewijd in 1675, volgens een getui
gen van zijn broei Adriaen, door P. J.
van Nispen te Vlissingen in 1766 meege
deeld. Volgens datzelfde bericht zou hij
daarna pastoor te Brugge zijn geweest.
Ook zijn broer Christiaen heeft zich be
keerd te Leuven, waarschijnlijk in 1675,
Hij trouwde later met Aleida den Dopper,
en kreeg twee zoons, waarvan de oudste
jong is gestorven. De jongste, Johannes
Adrianus is reeds zeer jong bij zijn heer
oom, die toen pastoor was te Zoetermeer,
gekomen, en deze had als voogd over zijn
neefje aangesteld zijn huisknecht Pieter Cor
nelisz. Lelyvelt, en als diens plaatsvervan
ger Jacob Leendertsz. Droogh te Zegwaart.
Na den dood van pastoor van Nispen in
1604, bleef zijn neef te Zoetermeer wo
nen bij genoemden Droogh, totdat hij in
1706 vertrok naar Bergh. Hij trouwde met
Aurelia ten Hagen en werd de stamva
der van het tegenwoordige geslacht van
Nispen.
Amandus v. Nispen was eerst pastoor ge
weest te Middelburg en Vlissingen. In die
Statie kreeg hij kwestie met de Jesuieten,
die hem in zijn parochieele werk bemoei
lijkten. En nog als pastoor te Zoetermeer
kon hij over de moeilijkheden klagen,
welke hij te Middelburg van den kant der
Jesuieten ondervonden had.
Behalve moeilijkheden met de Jesuieten,
drukten pastoor v. Nispen in Middelburg
zware financieele zorgen.
Hij gevoelde zich tegen die moeilijkhe
den niet langer opgewassen en vroeg om
zijn ontslag.
De Apostolische Vicaris, Neercassel wil
de hem verplaatsen naar Goes, maar pas
toor Van Nispen was zoo moedeloos, dat
hij zich langen tijd hiertegen verzette.
Maar de Apost. Vicaris hield vol, en ten
slotte moest van Nispen zich by bij het
besluit van Neercassel neerleggen, en werd
hij pastoor van het platteland van Zuid-
Beveland, met Goes als residentie.
In het begin van 1680 is hij daar ge
komen.
Tot 1682 bleef hij in Goes, en vertrok
vandaar naar de nieuwe Statie Zoetermeer.
Met toestemming van de Staten bouwde
hij een kerkje aan den Voorweg tusschen
het dorp Zoetermeer en Wilsveen. Het ge
bouwtje mocht in niets het uiterlijk aan
zien van een kerk hebben; het moest laag
zijn, met riet gedekt en voorzien van klei
ne schuurraampjes aan een zijde.
In 1685, in de maand Juli, werd in dit
schuurkerkje het eerste Doopsel toege
diend.
Pastoor Van Nispen stierf den 2den No
vember 1604, en kreeg als opvolger Theo-
dorus de Greef, een priester, die door den
pro vicaris Th. de Cock genoemd wordt on
der de „Sectatores". 2).
Met pastoor De Greef begint voor de
Statie Zoetermeer de Jansenistische perio
de, welke geduurd heeft tot de komst van
Wilhelmus van Weetering in 1757.
Theodorus de Greef was geboren te
2) Onder de Sectatores verstaat hij de
trouwe aanhangers van Jansenius.
Nuenen in de Meijerij van 's-Hertogenbosch
omtrent het jaar 1666 3).
Hij studeerde te Leuven.
Als pastoor te Zoetermeer heeft hij
voortdurend twist gehad met de Katholie
ken wegens zijn jansenistische gezindheid.
In de lijst van personen, die onderteeke
naars waren van het beroep op den Paus,
ten gunste van Codde, wordt van hem het
navolgende gezegd: „Bijna altijd had hij
twist met zijn gemeente, die geheel ver
liep, daarom werd hij onderhouden door
het gewaande Kapittel; hij houdit meer
van jagen en visschen dan van studeeren."
Velen der Katholieken kwamen niet
meer bij hem ter kerk, maar gingen naar
Berkel, Nootdorp of Pijnacker. Pastoor
De Greef beklaagde zich daarover in 1721
aan het Hof van Holland 4) en wederom
kort daarop werd geklaagd over pastoor
Corrège van Pijnacker: „dat sedert die tijdt
hier alleen nogh veele onbehoorlijkheden
tegen den voors. Roomsch priester De
Greef zijn gepleecht, maer dat ook de
Roomschen priester van Pijnacker, gen.
Corrège, sigh selven niet heeft ontsien in
het district of de parochie van Soeter-
meer in diverse respecten en op diverse tij
den als priester dienst te doen...."
Pastoor De Greef erkent ook in genoemd
schrijven, dat hij „soowel als andere dier
gelijken priesters het ongeluck heeft dat
verscheyde leeden van sijn gemeente en
wel het grootste getal en de voornaamste
van dien, ter oorsake van de bekende dis-
sentien een ongenoegen tegen hem sup
pliant hebben opgevat, en allessints ge
tracht hebben sigh van hem te ontdoen."
Voortdurend hebben de Katholieken van
Zoetermeer getracht een anderen pastoor
te krijgen, en alle middelen om dat doel
te bereiken gebruikt; zij hebben geen suc
ces gehad. De pastoor bleef in zijn ambt
en „in het vrije en onverhindert gebruyek
van het kerekhuys en van het pastorye
huis en thuyn, dienende tot sijne wo-
ninge".
Intusschen begon pastoor De Greef, om
dat zoovele katholieken hem verlieten, ge
brek te lijden; hij had geen geld, zoowel
voor zijn eigen onderhoud als voor dat
van kerk en pastorie.
Vandaar dat hij in 1720 toestemming van
het Utrechtsch kapittel verkreeg om een
ostensorium of ciborie te verkoopen, om
uit de opbrengst daarvan de lasten te be
talen. 4)
Ten laatste hebben de Katholieken, om
den pastoor te doen vertrekken, nog een
ander middel gebruikt.
Een zekere Jacob Lievense Crooneveen,
gestorven in 1698, „in syn leven mede ge-
woont hebbende ende geweest zijnde een
van de principaalste Roomsche ingesete-
nen onder Soetermeer", en die beheerder
was geweest van een som van ruim 3000
gld., welke door verschillende menschen
was bijeengebracht tot onderhoud van den
pastoor, had zelf „mede genegentheyd ge
had om sooveel in hem was daartoe te con-
tribueeren, dat ten allen tijde een priester
ten dienst van de Roomschgesinden onder
Soetermeer soude werden onderhouden en
aldaar soude cunnen bestaan".
Daartoe had hij, als eigenaar van kerk
3) Bijdr. Bisd. Haarl.: dl. XXII.bladz.
299 e.v. L.c. dl. XXII. bladz. 304.
4) Archief Aartsb. Utrecht. dL VII
bladz. 458.
Winterhanden
Wintervoeten
Winterooren
„CALL0N" WINTERP0EDER
DOOS 4 40 CENT
GENEEST RADICAAL
ALLEEN verkrijgbaar Drogiaterjj
J. VRIJERHOEK, Haarlemmerstraat 119
(Ziet onze speciale St Nicolaas-etalage, met
schitterende Winkelweek prijzen. 7668
met pastorie en tuin, deze vaste goederen
bij testament vermaakt aan Melchior Leen-
derse van der Meer, zijn eenigen en uni-
verseelen erfgenaam. Daarbij nog een par
tij land, groot 4 morgen, gelegen onder het
Hof van Delft, „benevens nogh een schuld
rentenbrief, gévestigt op eenige huisjes al
hier in Den Haag, groot in capitaal 400
gld, met het verloop van renten van dien,
welke twee effecten, mede herkomstig zijn
uyt den boedel van de voorn. Jacob Lie
vense Crooneveen en tot het voors. onder
houdt van den Roomsen priester onder Soe
termeer door den selven testateur gedesti-
neert en verordent zijn".
Was dus genoemde Van der Meer bij tes
tament universeel erfgenaam, dan was dat
niet voor hem zelf, maar „dat sulx met geen
ander insigt was geschiet, als omdat de
voorn, testateur soo veel vertrouwen op den
selven Van der Meer was hebbende, dat hij
meynde daarop wel gerust te connen sijn,
dat deselve Van der Meer, weetende de in
tentie van hem testateur, de voors. sijne
nagelatene goederen ten allen tijde soude
laten blyven en dienen tot dat gebruyek,
waartoe hy deselve als voren gedestineert
hadde."
Die Van der Meer nu had herhaaldelijk
en openlijk, aldus beweerde pastoor De
Greef, de bestemming van de nagelaten
goederen erkend, en de pastoor had tot dus
ver, zonder eenige huur te moeten betalen,
kerk en huis en tuin kunnen gebruiken.
Nu echter (1721) gingen eenige Katholie
ken met genoemden Van der Meer bewe
ren, dat Margaretha Crooneveen, de eenig-
ste overgeblevene der vier zusters van
Jacob L. Crooneveen, aanspraak maakte
op de achterstallige renten van een jaar-
lijksch legaat, ad 140 gld, aan de vier zus
ters vermaakt, die echter reeds in 1704
daarvan afstand hadden gedaan, „en dat nu
door dat legaat een groote som soude sijn
verloopen en verschuldigt."
Men had nu met genoemde Marg. Croo
neveen een acte van koop opgemaakt, met
de bedoeling den pastoor te dwingen kerk
en pastorie te verlaten.
Pastoor De Greef riep de tusschenkomst
in van het Hof, waarop eenige Katholieken
opgeroepen werden te verschijnen, om on
der eede gehoord te worden.
De Katholieken hebben hun zin niet gewre-
gen; pastoor De Greef bleef te Zoeter
meer.
In 1728 heeft Mgr. Dom. Variet in het
kerkje aan den Voorweg drie priesters ge
wijd o.a. Carolus Ign. Pennaert, geboortig
uit Brugge, die gevlucht was uit Leu
ven. 5).
B) Archief Aartsb. Utrecht: dL III
bladz. 93.
Peek&Cloppenburg
BREESTRAAT 78-80 LEIDEN
heeft bij ONS zooals elk jaar in onafgebroken
reeks, zijn intrek genomen en deelt eiken middag
zijn geschenken en verrassingen aan de kinderen uit.
WORDT LID VAN HET
voor do
ARME PAROCHIES
in hot Bisdom Haarlem.
Contributie slechts EEN
Gulden per drie maanden
en U ontvangt GRATIS het
Tijdschrift SINT BAV0
ADRES:
Administratie „St. Bavo"
LEIOSCHEWEG103. VOORSCHOTEN
Abonnementen en
Adrertentiën worden
aangenomen door
BRILLANT
GOUD
ZILVER
HORLOGES
GERO-ZILVER
ZILMETA
Telefoon 3147 7604
In alle artikelen enorme keuze en lage prijzen
v/h J. en J. SCHRAVENDIJK
Breestraat 107 - Tel. 3736