In De avontuurlijke opdracht Maandagmiddag vond de promotie plaats van de door den Senaat der Amsterdamsehe Universiteit ter gelegenheid van de Vondelherdenking benoemde eere-doctoren in de letteren en wijsbegeerte V.lnr: prof. dr. A A. Verdenius, prof. dr. i. H Scholte, dr. Georges Duhamel (Parijs), rector magnificus prof. dr. A. H. M J. van Rooy. president- curator dr. W. de Vlugt, prof. ér. Th. Frings (Leipzig), prof dr. Aug. Vermeylen (Gent), sir Herbert Grierson (Edinburg), prof. dr. B. H. Molkenboer (Nijmegen), prot. dr. N. A. Donkersloot, prof. dr. A. W. de Groot en dr. C. R. de Klerk (Amsterdam) De geweldige bandjir, welke Tampanoeli op West Sumatra teisterde, is de hevigste sinds menschen- heugenis. De rivier Mompang werd veranderd in een menigte neergesleurde woudreuzen De delegatie, welke Maandag ten paleize Soestdijk het huwelijksgeschenk der Kon. Landmacht aan het Prinselijk Echtpaar aanbood, -verlaat na de aanbieding het "paleis, waar Z K. H Prins Bernhard zijn gasten op het bordes uitgeleide deed Meer dan 200 personen werden gedood bij het jongste luchtbombardement van Barcelona. Een der groote huizen, welke door de ontploffingen geheel vernield werden De Koning en de Koningin van Enge land verlaten het kerkgebouw te Wal den Bury, waar het vorstelijk echtpaar het weekend doorbracht Het huwelijksgeschenk der Koninklijke Landmacht aan het Prinselijk Echtpaar, bestaande uit een kamerscherm, werd Maandag door de desbetreffende commissie onder leiding van luit generaal jhr. W. Röell (x) ten paleize Soestdijk aan Hunne Koninklijke Hoogheden aangeboden FEUILLETON Kaai het Engelsch bewerkt door J. VAK DER SLUYS. (Nadruk verboden). 32) Restow pakte hem bij de schouders en schudde hem onzacht heen en weer, Ze is teruggegaan naar het circus over drie dagen treedt ze in Parijs op. Gloria Paravicini Première Dompteuse van de bewoonde aarde de Python Ko ningin de Slangerbezweerster Tijger- temster - Joost mag weten hoe ze zich noemt! En nu wil ik haar verrassen in Pa rijs, snap je? Hij duwde Lindsay weg. We zullen zien, waar het op uitdraait we zullen zien! Ga jij je koffer nu maar pakken, brave kerel! HOOFDSTUK XXII. Lindsay ging naar Parijs met een ge- waarwo-ling of hij vacantie had. Door Drayton achter te laten en er met Restow op uit te trekken, voelde hij zich, alsof hij uit de gevangenis kwam. Ze hadden een kalmen overtocht en een ontmoeting, die, tenminste voor Lindsay, zeer onverwacht was. Hij stond langszij «aar het olie-achtige, loodkleurige water te kijken, toen zijn arm aangeraakt werd. Hij draaide zijn hoofd om en bevond zich vlak bij een dame, wier mooie, donkere oogen in de zijne blikten. Wat een gelukkige ontmoeting! zei een stem met een sterk Fransch accent. Lindsay had de tegenwoordigheid van geest om aangenaam te glimlachen, maar deed tegelijkertijd een stap achteruit. Daar hij de dame nooit eerder ontmoet had, ver onderstelde hij, dat ze een kennis van Froth moest zijn. Terwijl hij glimlachte, nam hij zijn hoed af, zóó dat de ander zijn roode haren kon zien. Gelukkig voor mij, zei hij galant en hij vergat niet zijn stem hoog te laten klinken, als die van Fothering. De dame was een jaar of veertig, een tenger, levendig typn Ze had fijngevorm- de enkels en droeg dure schoenen. Ze was, in haar zwart, eenvoudig reiscostuum het type van de elegante Frangaise. Ze. infor meerde, of hij naar Parijs ging, waar hij legeerde en voor hoe lang. Hij vertelde dat met Restow in het Paris Luxe zijn in trek zou nemen, maar dat hij nog niet wist hoe lang zij bleven. Hij vroeg zich af, of hij met madame Ferrans aan het conver seeren was. na een paar minuten nam ze afscheid. Het incident was voorbij. Zijn gedachten hielden zich bezig met de vraag, of Froth veel menschen in Pa rijs kende. En toen opeens, terwijl hij naar den grijzen horizon staarde, liep madame Ferrans langs hem heen. Ze bleef niet staan. Even vóór hem aarzelde ze, sprak op zachten toon een paar woorden en ging weer door. Hij had geen tyd, iets te ant woorden, het was in een seconde gebeurd. Wees voorzichtig, mon ami hy ver denkt u, had ze gezegd. Lindsay ging met een opgelucht gevoel grootte van een bescheiden achterlicht van een fiets, gloeiden aan madame Gloria's de boot af. Op de landingsbrug stond Re stow terzijde om madame Ferrans te laten passeeren. Ze mompelde: Merci, mon sieur, zonder blijk van herkenning. Lind say nam er goed nota van. Het was kort na zes uur, toen hij aan de deur van madame Paravicini's zitkamer aanklopte. Restow had Lindsay als zijn ge volmachtigde op dit onderhoud afgestuurd en hem een heele serie instructies gegeven. Een stem riep: Binnen! aan welke uit- noodiging Lindsay gehoor gaf. Hij was uiterst benieuwd om madame Gloria te ontmoeten Hij vreesde dat ze niet zoo exotisch zou zijn als Restow haar afge schilderd had en meer van een gewone sterveling zou hebben dan de opgewonden verhalen van haar echtgenoot konden doen vermoeden. Maar bij zijn binnenkomen zag hij met één oogopslag, dat van het genre Gloria Paravicini zeker geen dertien in het dozijn gingen, maar dat zij, om in haar eigen trant te spreken, minstens „twee hon derd procent" van de gebruikelijke verhou dingen was en dan no~ een schepje er op. Midden in een rommelige kamer, bezaaid met kleeren, bloemen, doozen, cocktail shakers en honderd andere artikelen, trok ze oogenblikkelyk de aandacht en hield die gevangen. Ze was dikker en forscher geworden se dert het schildery met den panter gemaakt was, maar ze was nog een buitengewone schoonheid, een vrouw van grooten styl. Ze droeg een shawl van fyne goudstof, met smaragd-groene banden gezoomd, hetzelf de groen als op het geschilderde portret. Haar haren hingen omlaag in twee lange vlechten, die als doorsprenkeld waren met smaragden. Een robijn en een smaragd, ter roomig-blanken hals. Lindsay vond alles aan haar overweldigend en verrassend en het meest verrassende was haar diepe alt stem met het onvervalscht Amerikaansche accent. Ze mocht dan den weiklinkenden Italiaanschen naam Gloria Paravicini dra gen dat ze in „God's own country" opge groeid was, was zonder meer duidelijk. Kom binnen! verzocht ze, terwijl hij in de deuropening bleef staan. Lindsay sloot de deur en begroette haar. Ze had zijn hand in een greep, die den eer bied van 'n weerspannigen leeuw afge dwongen zou hebben. T^arop wees ze hem een stoel. Hij voelde zich eenigzins in de war gebracht. Hij verlangde zijn vingers voorzichtig te kunnen strekken om te kun nen vaststellen of er ook een paar gebro ken waren. Het gelakte hem minzaam te glimlachen en hij zei: Het is heel vriendelijk van u mij te ontvangen, madame Paravicini! Schei uit met die maligheid! riep Resstow's wederhelft met gefronst voor hoofd. Toen: U bent Algy's secretaris, nietwaar? Ja, ik ben mr Restow's secretaris, be vestigde Lindsay. Dat zeg ik toch. Die beleefdheids frasen kunt u gerust voor u houden, hoor! Ik ontvang u niet, maar Algy's secretaris. En ik ontvang Algys secretaris omdat ik hem oneindig liever zie dan Algy zelf. Vertel hem dat maar. Lindsay was zich bewust dat hij zich in een moeilijk parket bevond. Met tact scheen hier niet veel te bereiken. Mis schien was een volkomen openhartigheid wel de beste methode. Groria Paravini zwaaide een van haar zware vlechten naar achteren en keek hem met haar dwingende oogen aan. Het eerste, dat je Algy kunt zeggen, zei ze, is, dat ik altijd onder alle om standigheden voor mijn reputatie gewaakt heb en dat ik niet van plan ben me te laten compromiteeren doordat Algy naar Parijs komt en in de verhouding, waarin wij tot elkaar staan in dit hotel zijn ten ten opslaat. Het is een heel groot hotel, pleitte Lindsay vriendelijk. Het is mijn hotel, verklaarde de dame met grooten nadruk. Het is mijn hotel, en je kunt hem uit mijn naam vertellen dat hij hier ook zijn intrek neemt. En ver te! hem ook, dat het is in heel Parijs aangeplakt ik met vier ongetemde leeu wen en een tijger optreed en als hij een loge wil hebben om de opvoering bij te wonen, kan hij er een krijgen met mijn groeten met de groeten van Gloria Paravicini. Ze liet haar hoofd rusten tegen het roode kussen van de sofa, waarop zy zat en keek Lindsay aan door de langste en zwartste wimpers, die hij ooit gezien had. Daarachter waren haar oogen helder loom en tegelijk opmerkzaam. Ze deed hem denken aan een van de wilde dieren waar van ze net gesproken had de loome hou ding, de inposante grdie, de waakzame blik. Ik zal het hem zeggen, antwoordde h(J. Een eigenaardig glimlachje bewoog haar kloek-gesneden lippen. Hij zal dol worden, hernam ze met voldoening. Toen ging ze eensklaps recht op zitten, met een bruusk gebaar vallen. Hy zal razend worden. En als hfj goed ra?end is, vertel hem dan dat ik, zoodra myn engagement afgeloopen is ga her trouwen, Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5