BINNENLAND
MAANDAG 15 NOVEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG.
H. M. DE KONINGIN BIJ
„DE ROSENKAVALIER"
In den Stadsschouwburg te Amsterdam
is daar om uw ongeeëvenaarde Vondelken
nis en Vondel vereering aan te toonen.
Uitvoerig wijdt spr. nog verder uit over
de verdiensten van de beide Vondelken
ners.
Hierna voldeden de beide andere promo
toren aan de uitnoodiging van den rector
magnificus.
OUicieële Crisispublicaties
REGELINGEN BETREFFENDE HET
U1TPOTEN VAN FABRIEKS
AARDAPPELEN OOGST 1938.
De Nederlandsche Aardappelmeelcen
trale maakt bekend, dat zij, die in 1938 in
aanmerking wenschen te komen voor een
uitpootvergunning voor fabrieksaardap
pelen, vooraf een vragenlijst moeten be
antwoorden en voor 1 December 1937 in
zenden aan de Nederlandsche Aardappel
meelcentrale te Veendam.
Aan degenen, die in het bezit zijn van
een uitpootvergunning voor fabrieksaard
appelen voor 1937, zal deze vragenlijst
zoo mogelijk uiterlijk 1 December 1937,
namens de provinciale landbouw-crisis-
organisatie, rechtstreeks door de Neder
landsche Aardappelmeelcentrale worden
toegezonden. Degenen, die uiterlijk dien
datum geen vragenlijst zullen hebben
ontvangen en meenen, voor een uitpoot
vergunning van fabrieksaardappelen voor
1938 in aanmerking te komen, moeten
tusschen 1 en 5 December 1937 toezending
van de vragenlijst verzoeken aan de Ne
derlandsche Aardappelmeelcentrale Kerk
straat 22, Veendam.
Zij, die nalaten, vóór 8 December 1937
de beantwoorde vragenlijst aan genoemd
adres in te zenden, zullen geen uitpoot
vergunning van fabrieksaardappelen
oogst 1938 kunnen bekomen.
Voor de bedrijven, welke voor zulk een
uitpootvergunning in aanmerking komen,
wordt vastgesteld het z.g. normaal op
pervlak. In het algemeen wordt daaron
der verstaan het oppervlak, hetwelk ge
middeld geregeld op een bedrijf met fa
brieksaardappelen werd bebouwd.
Bij het vaststellen van deze normale
oppervlakte zal er rekening mede wor
den gehouden, dat nieuw ontgonnen veen
koloniale gronden, welke in 1938 eerste
vrucht zullen dragen en uiterlijk 1 Maart
1938 voor de cultuur gereed zijn, onder
normale omstandigheden geheel met aard
appelen zouden worden bepoot.
Onder dergelijke gronden zullen wor
den verstaan dalgronden, dat zijn ontgin
ningen welke werden verveend en zijn
gelegen op ten hoogste 300 M. afstand
van een wijk of kanaal en liggende in
een omgeving, waar algemeen fabrieks
aardappelen worden verbouwd.
Nieuw ontgonnen gronden welke in
1938 eerste vrucht zullen dragen en welke
uiterlijk 1 Maart 1938 voor cultuur ge
reed zijn, zullen geacht worden normaal
ten hoogste voor 80 van de oppervlakte
met aardappelen te worden bebouwd, in
dien deze gronden, wat den aard der sa
menstelling betreft, met dalgronden onge
veer gelijk zijn te stellen en voor zoover
ze zijn gelegen in een omgeving waar al
gemeen geregeld fabrieksaardappelen wor
den verbouwd.
Overige nieuwe ontgonnen gronden,
welke in 1938 eerste vrucht zullen dra
gen, worden bij het vaststellen der nor
male oppervlakte niet in aanmerking ge
nomen.
Gronden, welke in 1937 eerste vrucht
droegen en waarvoor uitpoot van fa
brieksaardappelen werd toegestaan, zul
len in 1938 in het algemeen voor een
zelfde percentage normaal gerekend wor
den als de overige gronden van het be
drijf, waartoe zij behooren.
In geen geval zal echter met inachtne
ming van het bovenstaande het normaal
oppervlak van een bedrijf hooger vastge
steld mogen worden dan 65 van het
oppervlak bouwland van het bedrijf. Op
het normaal oppervlak fabrieksaardappe
len, hetwelk aldus voor elk der bedrijven
wordt vastgesteld, zal het nader te bepa
len beperkingscijfers worden toegepast.
Dit beperkingspercentage wordt dus
ook toegepast op de normale oppervlakte,
voor de bedoelde nieuwe ontgonnen gron
den vast te stellen.
's-Gravenhage, 13 November 1937.
SPERRING VAN HET BAKKERIJ-
BEDRIJF.
R. K. bakkerspatroüsbond vraagt
spoedige doorvoering.
Het hoofdbestuur van den Ned. R. K.
Bakkerspatroonsbond heeft zich telegra
fisch gewend tot den minister van Eco
nomische Zaken met het verzoek de sper
ring van het bakkerij bedrijf op grond van
de vestigingswet kleinbedrijf ten spoe
digste te willen doorvoeren.
Ter motiveering van dat verzoek werd
gewezen op het feit, dat tot zelfs in de
kleinste plaatsen toe, overal nieuwe bak
kerijen worden gevestigd, terwijl het
aantal bakkerijen reeds veel te groot is.
Daarnaast worden vele bakkerijen ver
kocht of verhuurd of Ingebracht in een
vennootschap, hetgeen ten duidelijkste
wordt gedemonstreerd door de gegevens,
door de Kamers van Koophandel hier
over verstrekt.
Verder worden vele filialen en depots
gevestigd. Dit alles geschiedt om te ont
komen aan de gevolgen van de vestigings
wet kleinbedrijf.
Het hoofdbestuur van bovengenoemde
organisatie heeft den minister erop ge
wezen dat, indien de sperring voor het
bakkersbedrijf niet direct wordt inge
voerd, de werking der vestigingswet
kleinbedrijf voor vele jaren voor het bak
kersbedrijf nihil zal zijn en niets zal kun
nen bijdragen tot verbetering van het in
noodtoestand verkeerende bedrijf.
MINIMUM-EXPORTPRIJZEN VOOR
BLOEMBOLLEN.
Samenwerkende organisaties vragen
vaststelling voor oogst 1938.
De besturen der samenwerkende orga
nisaties het Hollandsche bloembollen-
kweekers genootschap, de Dioc. R. K.
land- en tuinbouwbond, de Nederlandsche
De nieuwe Vogelwet.
Op 1 October j.l. is de nieuwe Vogelwet
in werking getreden; velen onzer lezers
zullen met enkele bepalingen daarvan in
de practijk kennis maken, waarom wij
vooral ten behoeve van hen hieronder eeni-
ge practische bijzonderheden daaromtrent
laten volgen.
Deze nieuwe wet vervangt die van 1912,
die haar ontstaan dankte op de eerste
plaats aan het wetenschappelijk inzicht,
dat zich baan had gebroken, dat de scha
delijkheid van de tot dan toe van bescher
ming verstoken, in het wild levende vo
gels slechts een betrekkelijk karakter
droeg.
Geen enkele vogel, ook niet die, wel
ke vroeger in een zeer slechte faam
stond, kan volstrekt schadelijk ge
noemd worden. Elke vogel brengt tot
op zekere hoogte voordeel aan, vele
berokkenen daarnaast schade, welke
echter afhankelijk is van plaats en
tijd. Een vogel kan overwegend scha
delijk zijn op boschrijke zandgronden
en overwegend nuttig in het lage pol
derland, en omgekeerd.
Op dit beginsel was de Vogelwet-1912
gebouwd.
Iemand, die overlast of schade van be
schermde vogels ondervond, moest spoe
dig over een vergunning kunnen beschik
ken, en daarom was de burgemeester aan
gewezen, deze te verleenen.
Hoe eenvoudig was dat niet? De tarwe,
rogge of erwten waren amper boven den
grond, en men ondervond last van woud
duiven, musschen enz. Even naar het raad
huis en, meestal op niet al te eerbiedigen
toon over het vogelgespuis, kreeg de bur
gemeester te hooren, wat het doel der
komst was, en werd diens hulp ingeroe
pen het gewas mede te helpen sparen in
vorm van een vergunning tot het dooden,
vangen en vervoeren van het schadelijk
gevogelte.
Als maatstaf gold in den regel een vol
doend grondbezit, en de betrouwbaarheid
van verzoeker, en of deze geen jachtdelic-
ten achter den rug had, en gewapend met
een vogelakte, zooals men ze noemde, was
de oorlog verklaard aan alle musschen,
kraaien, eksters, woudduiven, en hoe ver
der de schadelijke vogels heetten.
Een regeling, welke niet al
te goed beviel.
Deze methode is den wetgever waar
schijnlijk niet al te goed bevallen, want
bij de voorafgegane behandeling van de
nieuwe wet kunnen wij o.a. lezen, dat ze
niet altijd even doeltreffend is gebleken,
omdat de vergunningen werden afegegeven
zonder dat van eenige overlast of schade
van beteekenis sprake was; zelfs kwam
het voor, dat vergunningen werden afge
geven aan hen, die de vogels enkel voor
de consumptie vingen. Erger nog, zelfs
moet het zijn voorgekomen, dat een ver
gunning werd afgegeven tot het dooden en
vangen van beschermde vogels zonder
meer.
Het waren waarschijnlijk niet al te bra
ve burgemeesters, die op deze wijze de
wet uitvoerden, welke wijze in geen geval
tuindersbond, de Chr. boeren- en tuin-
dersbond, afd. Holland-Brabant en de
'bond van bloembollen veilingen hebben
aan den minister van Economische Za
ken een verzoekschrift gezonden, waarin
instemming betuigd wordt met de uit
spraak van den bond van bloembollen
handelaren, waarin men zich met groote
meerderheid heeft verklaard voor het
vaststellen van minimum-exportprijzen
voor oogst 1938. Het standpunt van adres
santen is, dat minimum-exportprijzen het
onontbeerlijke sluitstuk vormen van de
bestaande, hoogstnoodzakelijke bedrijfs-
maatregelen.
Genoemde minimum-prijzen hebben
herhaaldelijk aldus wordt gezegd
hun onmisbaarheid bewezen, b.v. ter
voorkoming van het overvoeren der markt,
bij de contingenteeringen voor Duitsch-
land en Denemarken, bij het inzakken der
Fransche valuta en bovenal toen Neder
land in 1936 zijn valuta eenigszins aan
paste aan het buitenland, bij welke laat
ste gelegenheid alle organisaties het groo
te nut hebben ingezien van het door den
minister ingestelde prijzenstelsel.
Dit prijzenstelsel past zich volkomen
logisch aan bij de bestaande financieele
regeling voor opkoop van eventueel sur
plus en maakt de uitvoering daarvan zoo
eenvoudig mogelijk. Het bestaande systeem
van korting op het afgeleverde leverbaar
heeft bewezen voor een goede uitvoering
afdoende te zijn en verschaft tegelijkertijd
de grootst mogelijke billijkheid in ver
band met de oogstresultaten van een ge
heel district als van eiken kweeker indi
vidueel.
Dit is in het geheel niet het geval bij
een heffing per roe, welk systeem de or-
i ganisaties altijd onaanvaardbaard hebben
geacht en waarvan gebleken is, dat het
groote onbillijkheden en moeilijkheden
veroorzaakt en tevens financieel belang
rijk minder goed gefundeerd is.
Adressanten verzoeken den minister
voor 1 December a.s. minimumprijzen
voor oogst 1938 te willen publiceeren,
zoowel voor binnenland als voor het bui
tenland en de handhaving van de be
staande financieele regeling voor opkoop
van eventueel surplus tc willen bekend
maken.
in het belang van den vogelstand kon
worden geacht, en haar doel mistte: be
scherming daarvan.
Daarom zal het aantal vergunningen bij
de nieuwe wet belangrijk afnemen, en is
de burgemeester niet meer bevoegd tot
het verleenen van vergunningen, doch is
deze bevoegdheid toegekend aan den Com
missaris der Koningin, en, bij weigering van
dezen, aan den Minister. Vroeger verleen
de de Commissaris ze enkel in beroep, bij
weigering dus door den burgemeester.
Onwillekeurig vraagt men zich af, was
daarvoor een nieuwe wet noodig en kon
n;et volstaan worden met een eenvoudige
wijziging Hierop moet ontkennend geant
woord worden, omdat de Regeering met de
n.euwe wet de middelen wil verkrijgen,
om in de practijk der vogelbescherming
het belang bij instandhouding der ver
schillende vogelsoorten, zorgvuldiger dan
thans mogelijk is, af te wegen tegen het be
lang bij voorkoming van de schade, die de
vogels kunnen aanbrengend. Daarom ook
handhaving van het stelsel der vergunnin
gen.
Alleen rijst de vraag, of de nieuwe wijze
niet remmend zal werken? Want de Com
missaris verleent niet zonder meer, op en
kel verzoek dus, de vergunning Er is ter
uitvoering der wet een „Vogelbesluit" ver
schenen, en daarin wordt bepaald, dat de
Commissaris ze verleent en niet dan na in
gewonnen advies van een commissie van
bijstand, zooals de wet het zegt, welke
commissie weer bij een „Vogelcommisiebe-
sluit" is ingesteld onder den naam van vo-
gelwet-commissie, en welke tot taak heeft
den Minister desgevraagd of eigener be
weging van advies te dienen omtrent maat
regelen, met betrekking tot de uitvoering
van de wet genomen of nog te nemen, en
hem desgevraagd bij die uitvoering bij te
staan.
Alvorens de leden daarvan te benoemen
pleegt de Minister overleg met het Ko-
ninkl. Nederl. Landbouwcomité, de Kath.
L. T. B. en de Christel. Boeren- en Tuin
dersbond tn verder verschillende met na
me genoemde organisaties, die uit haar
aard bij de bescherming en bestudeering
van den vogelstand en de uitvoering van
de Vogelwet bijzonder betrokken zijn.
Op verzoek van den Commissaris zul
len deze organisaties in elke gemeente een
landbouw-deskundig adviseur aanwijzen,
om hem omtrent de verzoeken in te lich
ten, terwijl omtrent de personen en de
doeltreffendheid en toelaatbaarheid van
middelen tot het dooden of vangen der
vogels de hoofden van politie geraadpleegd
zullen worden.
Er heeft tot heden nog geen enkele be
noeming plaats gehad, zoodat er nog gee-
nerlei practijk omtrent de uitvoering der
nieuwe wet is.
Wij voorzien echter, dat het, alles bij
elkaar genomen, steeds lang zal duren, eer
men in het bezit van een vergunning is.
Raadzaam is o.i. daarom, steeds tijdig een
verzoek in V dienen.
Iets nieuws is, dat de vergunningen niet
gratis zullen worden afgegeven; in het be
sluit is bepaald, wat de diverse soorten
er zjjn er maar zeventien! in het vervolg
kosten.
Bij dit alles vraagt men zich onwillekeu
rig af, wie beter beschermd zal zijn: de
vcgel of de man, die de last er van onder
vindt. Zoolang er echter geen practijk is,
mogen wij geen conclusies trekken. Laten
de landbouwers vertrouwen stellen in hun
organisaties, die, naar wij dezer dagen hoor
den, uitgenoodigd zijn een adviseur aan te
wijzen.
OUD-MINISTER BOSBOOM
OVERLEDEN
In 82-jarigen ouderdom is Zondag te den
Haag overleden de gep. luitenant-generaal
N. Bosboom, oud-minister van oorlog.
De heer Bosboom maakte van 29 Augus
tus 1913 to 15 Mei 1917 deel uit van het
ministerie-Cort van der Linden.
Op 15 Mei 1917 trad hij als minister af,
naar aanleiding van het aannemen door de
Kamer van de motie-Marchant betreffende
het oproepen van de landstormklasse 1908.
KOLONEL J. J. v. SANTEN, f
Chef van den Staf van het veldleger
door hartverlamming getroffen.
Geheel onverwacht, is te half vier Za
terdagmiddag in 54-jarigen ouderdom te
's-Gravenhage door een hartverlamming
overleden de kolonel bij den generalen
staf J. J. van Santen, chef van den staf
van het veldleger.
Kolonel van Santen had deelgenomen
aan den jachtrit der Kon. Ned. Jachtver-
eeniging en stortte even voor de finish
op het vliegveld Ypenburg van zijn
paard. Onmiddellijk snelden eenige per
sonen toe, o.w. een reserve-officier van
gezondheid, om den kolonel hulp te bie
den. De levensgeesten bleken echter reeds
te zijn geweken.
Eindelijk heb ik je te pakken. Een
kwartier loop ik ie al achterna. Ik zal
je leeren van den openbaren weg een
race-baan te maken.
Zaterdagavond heeft H.M. de Koningin
in den Stadsschouwburg te Amsterdam de
uitvoering van „Der Rosenkavalier" door
de Wagner-vereeniging bijgewoond.
H.M. arriveerde te zeven uur aan den
Schouwburg in gezelschap van Haar hof
dame honoraire jonkvrouwe B. I. van
Swinderen. Zij werd verwelkomd door den
burgemeester, dr. W. de Vlugt, en door
mr. dr. J. P. van Tienhoven, mr. H. L. de
Beaufort en dr. Paul Cronheim, bestuurs
leden van de Wagnervereeniging.
In het gevolg van H.M. waren voorts me
vrouw baronesse Van Harinxma thoe Slo
ten en jhr. W. F. Roëll, kamerheer i.b.d. en
luitenant ter Zee le klasse jhr. E. J. van
Holthe, adjudant van H.M.
In de eerste pauze heeft H.M. in een der
vertrekken van den Schouwburg verver-
schingen gebruikt.
De voorstelling was te ruim elf uur be
ëindigd.
Voorafgegaan en gevolgd door motorpo
litie vertrokken de auto's van de Koningin
en van de dames en heeren van Haar ge
volg naar het Centraal Station.
Kort voor half twaalf arriveerde de Ko
ningin aan het station, en na even in de
koninklijke wachtkamer te hebben ver
toeft begaf zij zich terstond naar het ko
ninklijke rijtuig, voor welks ramen de
gordijnen waren neergelaten.
Te 23.40 uur precies vertrok de trein,,
waarmee de Koningin tot Baarn reisde, om
vandaar per auto naar het paleis Soestdijk
te gaan, waar zij de gast is van Prinses
Juliana en Prins Bernhard.
EEREDOCTORATEN BIJ DE VONDEL
HERDENKING.
Van de Amsterdamsche Universiteit.
De Senaat der Amsterdamsche universi-
teti heeft, zooals bekend, besloten ter gele
genheid van de Vondelherdenking het eere
doctoraat in de letteren en de wijsbegeerte
te verleenen aan Georges Duhamel, lid van
de academie Francaise te Parijs, prof Th.
Frings, hoogleeraar te Leipzig, sir Herbert
Grierson, oud-hoogleeraar te Edinburgh,
C. R. de Klerk te Amsterdam, prof. B. H.
Mol'kenboer, hoogleeraar te Nijmegen, prof.
dr. J. D. Dutoit, hoogleeraar te Potchef-
stroom en aan prof dr. Aug. Vermeylen,
hoogleeraar te Gent.
Hedenmiddag nu, te vier uur hebben de
promoties in een buitengewone openbare
zitting van den senaat in de aula der
universiteit plaats gehad. Alle promo
vendi waren aanwezig, behalve prof. dr.
J. D. Dutoit, die weer naar zijn woonplaats
is teruggekeerd. Voorts werd de plechtig
heid bijgewoond door den president-cura
tor van de Amsterdamsche universiteit, dr.
W. de Vlugt, door de wethouders der ge
meente Amsterdam en de meeste raads
leden, de curatoren, hoogleer aren, lectoren
en privaat-docenten der universiteit, en
een groot aantal studenten.
De rector-magnificus, prof. dr. A. H. M.
J. van Rooij, opende de plechtige senaats
zitting met eene rede.
De rector-magnificus deelde mede, dat de
senaat prof. Verdenius heeft aangewezen
als promotor van de heeren de Klerk en
Molkenboer, prof. Donkersloot als promo
tor van de heeren Vermeylen en Dutoit,
en den voorzitter der „moderne sectie" van
de faculteit der letteren en wijsbegeerte,
prof. Scholte, als promotor van de heeren
Georges Duhamel, Theodor Frings en sir
Herbert Grierson.
Hij noodigde de promotoren nu uit op
de gebruikelijke wijze over te gaan tot de
bekleeding met de waardigheid van het
eere-doctoraat.
Prof. Verdenius constateerde, dat de bel
de promovenda de Klerk en Molkenboer
Vondelaars, Vondelvereerders waren al van
hun jeugd af.
Reeds op het seminarium Hageveld te
Voorhout hebben zij samen de liefde voor
Vondel ingezogen. Spr. denkt aan de
vroom-verzorgde vertooningen daar van
Lucifer, Noach, Peter en Pauwels, Jozef in
Dothan en Samson. Reeds vroeg heeft Von
dels gloedvolle woordkunst, aldus spr., in
u beiden dat brandend enthousiasme ge
wekt, dat u dwong tot prijzen, getuigen,
u dwong hem uit te dragen over geheel Ne
derland. Geen nummer bijna van uw Von
delkroniek, hooggeachte promovendus Mol
kenboer, of er staat professor Molkenboer
heeft over Vondel gesproken, te Alkmaar,
Zwolle, Venlo, Leeuwarden, gij spreekt
voor geheel Nederland door de radio, gij
houdt redevoeringen te Keulen en te Pa
rijs over uw Vondel. Zijn ambt als bui
tengewoon hoogleeraar in de Vondel
wetenschap aan de R. K, Universiteit te
Nijmegen, aanvaardde prof. Molkenboer
imet eene rede: het rhythme van de Vondel-
waardeering.
Gij beide, zegt spr. hebt u als levenstaak
gesteld de Vond el waardeering op te stu
wen; gij, hooggeachte de Klerk, o.a. in uw
tijdschrift „Van onzen tijd". Ik herinner
slechts aan uw schoon van diep Vondel-
begrip getuigend opstel over Vondels
geboorteklock. In de jaren 1911'14 geeft
gij met dr. L. £?imons de 24 oorspronkelijke
spelen van Vondel uit.
Gij, professor Molk-'.'-. ;t in 1913
uw Vondelschetsen bu - ••"'deel
reeds vroewi men, een uwer - te
.s is de bronnen oei
taargeneimenissen in „de Katholiek" va
1907. Het door u opgerichte tijdschrift, de
..Vondelkroniek", die nu reeds zijn achtste
jaar heeft voltooid, al zag men het kind
met zorg aan, toen het ter wereld kwam,
BEGROOTING VAN ZUIDHOLLAND 1938
Geen belastingverhooging.
Snellere uitvoering Provinciaal wegenplan.
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben
thans de begrooting van deze provincie
voor het jaar 1938 bij de staten ingediend.
Hierin wordt in de eerste plaats gewezen
op een bedrag van 112.000, dat meer
moest worden uitgetrokken voor het on
derhoud van wegen en andere openbare
werken. Deze hoogere raming is goeddeels
een gevolg van de stijging der materiaal-
prijzen, welke in sommige gevallen meer
dan 50 pet. beloopt
Ook door andere factoren wordt de be
grooting voor 1938 ongunstig beinvloed
Deze factoren, welke tezamen de begroo-
tingspositie voor het komende jaar onge
veer 250 000 minder gunstig maken dan
voor 1937 het geval was, zouden-er toe heb
ben geleid, dat de begrooting voor 1938 niet
zonder belastingverhooging sluitend had
kunnen worden gemaakt, ware het niet, dat
tegenover de ongunstige factoren eenige
gunstige kunnen worden gesteld, welke ten
deele te danken zijn aan dezelfde invloe
den, die een verhooging van onderscheiden
posten van uitgaaf noodig maken, t.w. de
wijziging in de economische omstandighe
den.
De voornaamste onder deze gunstige fac
toren is de te verwachten hoogere op
brengst der opcenten op de inkomsten- en
oe vermogenbelasting tot een totaal be
drag van 118 000.
Een ander gevolg van de wijziging in de
economische omstandigheden is de daling
van den rentevoet, welke het mogelijk heeft
gemaakt om op ruime schaal over te gaan
tot conversie van provinciale leeningen.
Met het oog op het groote belang van
uitbreiding der werkgelegenheid in ver
band met de nog steeds heerschende werk
loosheid hebben Ged. Staten vrijheid ge
vonden om den post wegens subsidies in de
kosten van restauratie van gebouwen met
oudheidkundige of kunstwaarde met
ÏO.OCO te verhoogen.
In de begrooting zijn voorts nog ver
schillende andere maatregelen verwerkt,
welke kunnen bijdragen tot vergrooting van
de werkgelegenheid.
Ged. Staten herinneren aan hun machti
ging de medewerking van het werkfonds
.n te roepen voor een snellere uitvoering
van het provinciaal wegensplan tot een
bedrag van 10.000.000. Toen echter dit
plan afstuitte op bezwaren van de zijde
der regeering hebben de staten er zich me
de vereenigd, dat gebruik zou worden ge
maakt van de door den vorigen minister
van Sociale Zaken geboden gelegenheid om
te komen tot versnelde uitvoering van een
tweetal wegen, deel uitmakende van het
oorspronkelijke plan van 10.000.000, in
werkverschaffing.
De regeering is thans bereid voor dat ge
deelte van het oorspronkelijke plan van 10
millioen, dat niet valt onder de uitvoering
in werkverschaffing, waartoe het vorige
jaar werd besloten, alsnog versnelde uit
voering met de hulp van het werkfonds
mogelijk te maken.
Voor versnelde uitvoering op laatstbe
doelde wijze komen nog een viertal wegen
in de Alblasserwaard, de Vyfheerenlanden
en dc Krimpenerwaard in aanmerking, t.w.
de weg GoudaBergstoep, de weg Berg
ambachtSchoonhoven, de weg Gelkenes
Schelluinen en de weg Bergstoepsche-
veerSliedrecht.
DIENSTPLICHTIGE ONDER
OFFICIEREN
De dienstplichtige onderofficieren, die
verzocht hebben om voor 6 maanden vrij
willig onder de wapenen te mogen komen
en door hun korpscommandant hiervoor
aan den minister van Defensie zijn voorge
dragen, kunnen thans door die comman
danten in werkelijken dienst worden op
geroepen.
Deze oproeping moet zoo spoedig moge
lijk geschieden, nadat de verzoekers eerst
geneeskundig zijn onderzocht en geschikt
zijn bevonden als beroeps-miltair.
Indien allen worden goedgekeurd, zal het
leger met 419 onderofficieren worden ver-
strkt, waaronder 316 voor de Infanterie en
38 voor de Militaire Administratie.
Dienstplichtige onderofficieren die als
nog een verzoek by hun korpscommandant
indienen, kunnen ook nog door dien com
mandant voor 6 maanden in werkèlijken
dienst worden genomen.
DE DIESELTREINEN.
Zooals bekend is, zyn deze treinen in de
reisgidsen kenbaar gemaakt door bijvoe
ging van de letters EM, bij het treinnum-
mer. Echter gebeurde net meermalen, dat
men, de voorkeur gevende aan den Die
sel trein, die nog altijd even gewild is, tot
zijn teleurstelling een stoomtrein vond. Dit
kwam, doordat men op verschillende baan
vakken, voor alle treinen, niet met een
dubbel Dieseltrein-stel kon volstaan en dus
meerdere stellen moest combineeren of
voor-treinen moest laten ryden. Hieraan
zal nu, 30 November a.s., een eind komen.
Ingaande dien datum is een zoodanige re
geling getroffen, dat alle in de reisgidsen
met EM aangeduide treinen wt ';c?lijk Die-
seltreinen zullen rijn. (Er is ó_n uitzonde
ring, n.l. tt "- Amsterdam V.
6 52). L -i.._ van Maandag tot
m"t Vrijdags, daar Zaterdags en Zon-
.£2 afwijkingen noodig zyn. Het
sp .t vanzelf, dat in bijzondere omstan
digheden, de dienstuitvoering kan eischen,
dat van deze regeling wordt afgeweken.