BINNENLAND MAANDAG 15 NOVEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. H. M. DE KONINGIN BIJ „DE ROSENKAVALIER" In den Stadsschouwburg te Amsterdam is daar om uw ongeeëvenaarde Vondelken nis en Vondel vereering aan te toonen. Uitvoerig wijdt spr. nog verder uit over de verdiensten van de beide Vondelken ners. Hierna voldeden de beide andere promo toren aan de uitnoodiging van den rector magnificus. OUicieële Crisispublicaties REGELINGEN BETREFFENDE HET U1TPOTEN VAN FABRIEKS AARDAPPELEN OOGST 1938. De Nederlandsche Aardappelmeelcen trale maakt bekend, dat zij, die in 1938 in aanmerking wenschen te komen voor een uitpootvergunning voor fabrieksaardap pelen, vooraf een vragenlijst moeten be antwoorden en voor 1 December 1937 in zenden aan de Nederlandsche Aardappel meelcentrale te Veendam. Aan degenen, die in het bezit zijn van een uitpootvergunning voor fabrieksaard appelen voor 1937, zal deze vragenlijst zoo mogelijk uiterlijk 1 December 1937, namens de provinciale landbouw-crisis- organisatie, rechtstreeks door de Neder landsche Aardappelmeelcentrale worden toegezonden. Degenen, die uiterlijk dien datum geen vragenlijst zullen hebben ontvangen en meenen, voor een uitpoot vergunning van fabrieksaardappelen voor 1938 in aanmerking te komen, moeten tusschen 1 en 5 December 1937 toezending van de vragenlijst verzoeken aan de Ne derlandsche Aardappelmeelcentrale Kerk straat 22, Veendam. Zij, die nalaten, vóór 8 December 1937 de beantwoorde vragenlijst aan genoemd adres in te zenden, zullen geen uitpoot vergunning van fabrieksaardappelen oogst 1938 kunnen bekomen. Voor de bedrijven, welke voor zulk een uitpootvergunning in aanmerking komen, wordt vastgesteld het z.g. normaal op pervlak. In het algemeen wordt daaron der verstaan het oppervlak, hetwelk ge middeld geregeld op een bedrijf met fa brieksaardappelen werd bebouwd. Bij het vaststellen van deze normale oppervlakte zal er rekening mede wor den gehouden, dat nieuw ontgonnen veen koloniale gronden, welke in 1938 eerste vrucht zullen dragen en uiterlijk 1 Maart 1938 voor de cultuur gereed zijn, onder normale omstandigheden geheel met aard appelen zouden worden bepoot. Onder dergelijke gronden zullen wor den verstaan dalgronden, dat zijn ontgin ningen welke werden verveend en zijn gelegen op ten hoogste 300 M. afstand van een wijk of kanaal en liggende in een omgeving, waar algemeen fabrieks aardappelen worden verbouwd. Nieuw ontgonnen gronden welke in 1938 eerste vrucht zullen dragen en welke uiterlijk 1 Maart 1938 voor cultuur ge reed zijn, zullen geacht worden normaal ten hoogste voor 80 van de oppervlakte met aardappelen te worden bebouwd, in dien deze gronden, wat den aard der sa menstelling betreft, met dalgronden onge veer gelijk zijn te stellen en voor zoover ze zijn gelegen in een omgeving waar al gemeen geregeld fabrieksaardappelen wor den verbouwd. Overige nieuwe ontgonnen gronden, welke in 1938 eerste vrucht zullen dra gen, worden bij het vaststellen der nor male oppervlakte niet in aanmerking ge nomen. Gronden, welke in 1937 eerste vrucht droegen en waarvoor uitpoot van fa brieksaardappelen werd toegestaan, zul len in 1938 in het algemeen voor een zelfde percentage normaal gerekend wor den als de overige gronden van het be drijf, waartoe zij behooren. In geen geval zal echter met inachtne ming van het bovenstaande het normaal oppervlak van een bedrijf hooger vastge steld mogen worden dan 65 van het oppervlak bouwland van het bedrijf. Op het normaal oppervlak fabrieksaardappe len, hetwelk aldus voor elk der bedrijven wordt vastgesteld, zal het nader te bepa len beperkingscijfers worden toegepast. Dit beperkingspercentage wordt dus ook toegepast op de normale oppervlakte, voor de bedoelde nieuwe ontgonnen gron den vast te stellen. 's-Gravenhage, 13 November 1937. SPERRING VAN HET BAKKERIJ- BEDRIJF. R. K. bakkerspatroüsbond vraagt spoedige doorvoering. Het hoofdbestuur van den Ned. R. K. Bakkerspatroonsbond heeft zich telegra fisch gewend tot den minister van Eco nomische Zaken met het verzoek de sper ring van het bakkerij bedrijf op grond van de vestigingswet kleinbedrijf ten spoe digste te willen doorvoeren. Ter motiveering van dat verzoek werd gewezen op het feit, dat tot zelfs in de kleinste plaatsen toe, overal nieuwe bak kerijen worden gevestigd, terwijl het aantal bakkerijen reeds veel te groot is. Daarnaast worden vele bakkerijen ver kocht of verhuurd of Ingebracht in een vennootschap, hetgeen ten duidelijkste wordt gedemonstreerd door de gegevens, door de Kamers van Koophandel hier over verstrekt. Verder worden vele filialen en depots gevestigd. Dit alles geschiedt om te ont komen aan de gevolgen van de vestigings wet kleinbedrijf. Het hoofdbestuur van bovengenoemde organisatie heeft den minister erop ge wezen dat, indien de sperring voor het bakkersbedrijf niet direct wordt inge voerd, de werking der vestigingswet kleinbedrijf voor vele jaren voor het bak kersbedrijf nihil zal zijn en niets zal kun nen bijdragen tot verbetering van het in noodtoestand verkeerende bedrijf. MINIMUM-EXPORTPRIJZEN VOOR BLOEMBOLLEN. Samenwerkende organisaties vragen vaststelling voor oogst 1938. De besturen der samenwerkende orga nisaties het Hollandsche bloembollen- kweekers genootschap, de Dioc. R. K. land- en tuinbouwbond, de Nederlandsche De nieuwe Vogelwet. Op 1 October j.l. is de nieuwe Vogelwet in werking getreden; velen onzer lezers zullen met enkele bepalingen daarvan in de practijk kennis maken, waarom wij vooral ten behoeve van hen hieronder eeni- ge practische bijzonderheden daaromtrent laten volgen. Deze nieuwe wet vervangt die van 1912, die haar ontstaan dankte op de eerste plaats aan het wetenschappelijk inzicht, dat zich baan had gebroken, dat de scha delijkheid van de tot dan toe van bescher ming verstoken, in het wild levende vo gels slechts een betrekkelijk karakter droeg. Geen enkele vogel, ook niet die, wel ke vroeger in een zeer slechte faam stond, kan volstrekt schadelijk ge noemd worden. Elke vogel brengt tot op zekere hoogte voordeel aan, vele berokkenen daarnaast schade, welke echter afhankelijk is van plaats en tijd. Een vogel kan overwegend scha delijk zijn op boschrijke zandgronden en overwegend nuttig in het lage pol derland, en omgekeerd. Op dit beginsel was de Vogelwet-1912 gebouwd. Iemand, die overlast of schade van be schermde vogels ondervond, moest spoe dig over een vergunning kunnen beschik ken, en daarom was de burgemeester aan gewezen, deze te verleenen. Hoe eenvoudig was dat niet? De tarwe, rogge of erwten waren amper boven den grond, en men ondervond last van woud duiven, musschen enz. Even naar het raad huis en, meestal op niet al te eerbiedigen toon over het vogelgespuis, kreeg de bur gemeester te hooren, wat het doel der komst was, en werd diens hulp ingeroe pen het gewas mede te helpen sparen in vorm van een vergunning tot het dooden, vangen en vervoeren van het schadelijk gevogelte. Als maatstaf gold in den regel een vol doend grondbezit, en de betrouwbaarheid van verzoeker, en of deze geen jachtdelic- ten achter den rug had, en gewapend met een vogelakte, zooals men ze noemde, was de oorlog verklaard aan alle musschen, kraaien, eksters, woudduiven, en hoe ver der de schadelijke vogels heetten. Een regeling, welke niet al te goed beviel. Deze methode is den wetgever waar schijnlijk niet al te goed bevallen, want bij de voorafgegane behandeling van de nieuwe wet kunnen wij o.a. lezen, dat ze niet altijd even doeltreffend is gebleken, omdat de vergunningen werden afegegeven zonder dat van eenige overlast of schade van beteekenis sprake was; zelfs kwam het voor, dat vergunningen werden afge geven aan hen, die de vogels enkel voor de consumptie vingen. Erger nog, zelfs moet het zijn voorgekomen, dat een ver gunning werd afgegeven tot het dooden en vangen van beschermde vogels zonder meer. Het waren waarschijnlijk niet al te bra ve burgemeesters, die op deze wijze de wet uitvoerden, welke wijze in geen geval tuindersbond, de Chr. boeren- en tuin- dersbond, afd. Holland-Brabant en de 'bond van bloembollen veilingen hebben aan den minister van Economische Za ken een verzoekschrift gezonden, waarin instemming betuigd wordt met de uit spraak van den bond van bloembollen handelaren, waarin men zich met groote meerderheid heeft verklaard voor het vaststellen van minimum-exportprijzen voor oogst 1938. Het standpunt van adres santen is, dat minimum-exportprijzen het onontbeerlijke sluitstuk vormen van de bestaande, hoogstnoodzakelijke bedrijfs- maatregelen. Genoemde minimum-prijzen hebben herhaaldelijk aldus wordt gezegd hun onmisbaarheid bewezen, b.v. ter voorkoming van het overvoeren der markt, bij de contingenteeringen voor Duitsch- land en Denemarken, bij het inzakken der Fransche valuta en bovenal toen Neder land in 1936 zijn valuta eenigszins aan paste aan het buitenland, bij welke laat ste gelegenheid alle organisaties het groo te nut hebben ingezien van het door den minister ingestelde prijzenstelsel. Dit prijzenstelsel past zich volkomen logisch aan bij de bestaande financieele regeling voor opkoop van eventueel sur plus en maakt de uitvoering daarvan zoo eenvoudig mogelijk. Het bestaande systeem van korting op het afgeleverde leverbaar heeft bewezen voor een goede uitvoering afdoende te zijn en verschaft tegelijkertijd de grootst mogelijke billijkheid in ver band met de oogstresultaten van een ge heel district als van eiken kweeker indi vidueel. Dit is in het geheel niet het geval bij een heffing per roe, welk systeem de or- i ganisaties altijd onaanvaardbaard hebben geacht en waarvan gebleken is, dat het groote onbillijkheden en moeilijkheden veroorzaakt en tevens financieel belang rijk minder goed gefundeerd is. Adressanten verzoeken den minister voor 1 December a.s. minimumprijzen voor oogst 1938 te willen publiceeren, zoowel voor binnenland als voor het bui tenland en de handhaving van de be staande financieele regeling voor opkoop van eventueel surplus tc willen bekend maken. in het belang van den vogelstand kon worden geacht, en haar doel mistte: be scherming daarvan. Daarom zal het aantal vergunningen bij de nieuwe wet belangrijk afnemen, en is de burgemeester niet meer bevoegd tot het verleenen van vergunningen, doch is deze bevoegdheid toegekend aan den Com missaris der Koningin, en, bij weigering van dezen, aan den Minister. Vroeger verleen de de Commissaris ze enkel in beroep, bij weigering dus door den burgemeester. Onwillekeurig vraagt men zich af, was daarvoor een nieuwe wet noodig en kon n;et volstaan worden met een eenvoudige wijziging Hierop moet ontkennend geant woord worden, omdat de Regeering met de n.euwe wet de middelen wil verkrijgen, om in de practijk der vogelbescherming het belang bij instandhouding der ver schillende vogelsoorten, zorgvuldiger dan thans mogelijk is, af te wegen tegen het be lang bij voorkoming van de schade, die de vogels kunnen aanbrengend. Daarom ook handhaving van het stelsel der vergunnin gen. Alleen rijst de vraag, of de nieuwe wijze niet remmend zal werken? Want de Com missaris verleent niet zonder meer, op en kel verzoek dus, de vergunning Er is ter uitvoering der wet een „Vogelbesluit" ver schenen, en daarin wordt bepaald, dat de Commissaris ze verleent en niet dan na in gewonnen advies van een commissie van bijstand, zooals de wet het zegt, welke commissie weer bij een „Vogelcommisiebe- sluit" is ingesteld onder den naam van vo- gelwet-commissie, en welke tot taak heeft den Minister desgevraagd of eigener be weging van advies te dienen omtrent maat regelen, met betrekking tot de uitvoering van de wet genomen of nog te nemen, en hem desgevraagd bij die uitvoering bij te staan. Alvorens de leden daarvan te benoemen pleegt de Minister overleg met het Ko- ninkl. Nederl. Landbouwcomité, de Kath. L. T. B. en de Christel. Boeren- en Tuin dersbond tn verder verschillende met na me genoemde organisaties, die uit haar aard bij de bescherming en bestudeering van den vogelstand en de uitvoering van de Vogelwet bijzonder betrokken zijn. Op verzoek van den Commissaris zul len deze organisaties in elke gemeente een landbouw-deskundig adviseur aanwijzen, om hem omtrent de verzoeken in te lich ten, terwijl omtrent de personen en de doeltreffendheid en toelaatbaarheid van middelen tot het dooden of vangen der vogels de hoofden van politie geraadpleegd zullen worden. Er heeft tot heden nog geen enkele be noeming plaats gehad, zoodat er nog gee- nerlei practijk omtrent de uitvoering der nieuwe wet is. Wij voorzien echter, dat het, alles bij elkaar genomen, steeds lang zal duren, eer men in het bezit van een vergunning is. Raadzaam is o.i. daarom, steeds tijdig een verzoek in V dienen. Iets nieuws is, dat de vergunningen niet gratis zullen worden afgegeven; in het be sluit is bepaald, wat de diverse soorten er zjjn er maar zeventien! in het vervolg kosten. Bij dit alles vraagt men zich onwillekeu rig af, wie beter beschermd zal zijn: de vcgel of de man, die de last er van onder vindt. Zoolang er echter geen practijk is, mogen wij geen conclusies trekken. Laten de landbouwers vertrouwen stellen in hun organisaties, die, naar wij dezer dagen hoor den, uitgenoodigd zijn een adviseur aan te wijzen. OUD-MINISTER BOSBOOM OVERLEDEN In 82-jarigen ouderdom is Zondag te den Haag overleden de gep. luitenant-generaal N. Bosboom, oud-minister van oorlog. De heer Bosboom maakte van 29 Augus tus 1913 to 15 Mei 1917 deel uit van het ministerie-Cort van der Linden. Op 15 Mei 1917 trad hij als minister af, naar aanleiding van het aannemen door de Kamer van de motie-Marchant betreffende het oproepen van de landstormklasse 1908. KOLONEL J. J. v. SANTEN, f Chef van den Staf van het veldleger door hartverlamming getroffen. Geheel onverwacht, is te half vier Za terdagmiddag in 54-jarigen ouderdom te 's-Gravenhage door een hartverlamming overleden de kolonel bij den generalen staf J. J. van Santen, chef van den staf van het veldleger. Kolonel van Santen had deelgenomen aan den jachtrit der Kon. Ned. Jachtver- eeniging en stortte even voor de finish op het vliegveld Ypenburg van zijn paard. Onmiddellijk snelden eenige per sonen toe, o.w. een reserve-officier van gezondheid, om den kolonel hulp te bie den. De levensgeesten bleken echter reeds te zijn geweken. Eindelijk heb ik je te pakken. Een kwartier loop ik ie al achterna. Ik zal je leeren van den openbaren weg een race-baan te maken. Zaterdagavond heeft H.M. de Koningin in den Stadsschouwburg te Amsterdam de uitvoering van „Der Rosenkavalier" door de Wagner-vereeniging bijgewoond. H.M. arriveerde te zeven uur aan den Schouwburg in gezelschap van Haar hof dame honoraire jonkvrouwe B. I. van Swinderen. Zij werd verwelkomd door den burgemeester, dr. W. de Vlugt, en door mr. dr. J. P. van Tienhoven, mr. H. L. de Beaufort en dr. Paul Cronheim, bestuurs leden van de Wagnervereeniging. In het gevolg van H.M. waren voorts me vrouw baronesse Van Harinxma thoe Slo ten en jhr. W. F. Roëll, kamerheer i.b.d. en luitenant ter Zee le klasse jhr. E. J. van Holthe, adjudant van H.M. In de eerste pauze heeft H.M. in een der vertrekken van den Schouwburg verver- schingen gebruikt. De voorstelling was te ruim elf uur be ëindigd. Voorafgegaan en gevolgd door motorpo litie vertrokken de auto's van de Koningin en van de dames en heeren van Haar ge volg naar het Centraal Station. Kort voor half twaalf arriveerde de Ko ningin aan het station, en na even in de koninklijke wachtkamer te hebben ver toeft begaf zij zich terstond naar het ko ninklijke rijtuig, voor welks ramen de gordijnen waren neergelaten. Te 23.40 uur precies vertrok de trein,, waarmee de Koningin tot Baarn reisde, om vandaar per auto naar het paleis Soestdijk te gaan, waar zij de gast is van Prinses Juliana en Prins Bernhard. EEREDOCTORATEN BIJ DE VONDEL HERDENKING. Van de Amsterdamsche Universiteit. De Senaat der Amsterdamsche universi- teti heeft, zooals bekend, besloten ter gele genheid van de Vondelherdenking het eere doctoraat in de letteren en de wijsbegeerte te verleenen aan Georges Duhamel, lid van de academie Francaise te Parijs, prof Th. Frings, hoogleeraar te Leipzig, sir Herbert Grierson, oud-hoogleeraar te Edinburgh, C. R. de Klerk te Amsterdam, prof. B. H. Mol'kenboer, hoogleeraar te Nijmegen, prof. dr. J. D. Dutoit, hoogleeraar te Potchef- stroom en aan prof dr. Aug. Vermeylen, hoogleeraar te Gent. Hedenmiddag nu, te vier uur hebben de promoties in een buitengewone openbare zitting van den senaat in de aula der universiteit plaats gehad. Alle promo vendi waren aanwezig, behalve prof. dr. J. D. Dutoit, die weer naar zijn woonplaats is teruggekeerd. Voorts werd de plechtig heid bijgewoond door den president-cura tor van de Amsterdamsche universiteit, dr. W. de Vlugt, door de wethouders der ge meente Amsterdam en de meeste raads leden, de curatoren, hoogleer aren, lectoren en privaat-docenten der universiteit, en een groot aantal studenten. De rector-magnificus, prof. dr. A. H. M. J. van Rooij, opende de plechtige senaats zitting met eene rede. De rector-magnificus deelde mede, dat de senaat prof. Verdenius heeft aangewezen als promotor van de heeren de Klerk en Molkenboer, prof. Donkersloot als promo tor van de heeren Vermeylen en Dutoit, en den voorzitter der „moderne sectie" van de faculteit der letteren en wijsbegeerte, prof. Scholte, als promotor van de heeren Georges Duhamel, Theodor Frings en sir Herbert Grierson. Hij noodigde de promotoren nu uit op de gebruikelijke wijze over te gaan tot de bekleeding met de waardigheid van het eere-doctoraat. Prof. Verdenius constateerde, dat de bel de promovenda de Klerk en Molkenboer Vondelaars, Vondelvereerders waren al van hun jeugd af. Reeds op het seminarium Hageveld te Voorhout hebben zij samen de liefde voor Vondel ingezogen. Spr. denkt aan de vroom-verzorgde vertooningen daar van Lucifer, Noach, Peter en Pauwels, Jozef in Dothan en Samson. Reeds vroeg heeft Von dels gloedvolle woordkunst, aldus spr., in u beiden dat brandend enthousiasme ge wekt, dat u dwong tot prijzen, getuigen, u dwong hem uit te dragen over geheel Ne derland. Geen nummer bijna van uw Von delkroniek, hooggeachte promovendus Mol kenboer, of er staat professor Molkenboer heeft over Vondel gesproken, te Alkmaar, Zwolle, Venlo, Leeuwarden, gij spreekt voor geheel Nederland door de radio, gij houdt redevoeringen te Keulen en te Pa rijs over uw Vondel. Zijn ambt als bui tengewoon hoogleeraar in de Vondel wetenschap aan de R. K, Universiteit te Nijmegen, aanvaardde prof. Molkenboer imet eene rede: het rhythme van de Vondel- waardeering. Gij beide, zegt spr. hebt u als levenstaak gesteld de Vond el waardeering op te stu wen; gij, hooggeachte de Klerk, o.a. in uw tijdschrift „Van onzen tijd". Ik herinner slechts aan uw schoon van diep Vondel- begrip getuigend opstel over Vondels geboorteklock. In de jaren 1911'14 geeft gij met dr. L. £?imons de 24 oorspronkelijke spelen van Vondel uit. Gij, professor Molk-'.'-. ;t in 1913 uw Vondelschetsen bu - ••"'deel reeds vroewi men, een uwer - te .s is de bronnen oei taargeneimenissen in „de Katholiek" va 1907. Het door u opgerichte tijdschrift, de ..Vondelkroniek", die nu reeds zijn achtste jaar heeft voltooid, al zag men het kind met zorg aan, toen het ter wereld kwam, BEGROOTING VAN ZUIDHOLLAND 1938 Geen belastingverhooging. Snellere uitvoering Provinciaal wegenplan. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben thans de begrooting van deze provincie voor het jaar 1938 bij de staten ingediend. Hierin wordt in de eerste plaats gewezen op een bedrag van 112.000, dat meer moest worden uitgetrokken voor het on derhoud van wegen en andere openbare werken. Deze hoogere raming is goeddeels een gevolg van de stijging der materiaal- prijzen, welke in sommige gevallen meer dan 50 pet. beloopt Ook door andere factoren wordt de be grooting voor 1938 ongunstig beinvloed Deze factoren, welke tezamen de begroo- tingspositie voor het komende jaar onge veer 250 000 minder gunstig maken dan voor 1937 het geval was, zouden-er toe heb ben geleid, dat de begrooting voor 1938 niet zonder belastingverhooging sluitend had kunnen worden gemaakt, ware het niet, dat tegenover de ongunstige factoren eenige gunstige kunnen worden gesteld, welke ten deele te danken zijn aan dezelfde invloe den, die een verhooging van onderscheiden posten van uitgaaf noodig maken, t.w. de wijziging in de economische omstandighe den. De voornaamste onder deze gunstige fac toren is de te verwachten hoogere op brengst der opcenten op de inkomsten- en oe vermogenbelasting tot een totaal be drag van 118 000. Een ander gevolg van de wijziging in de economische omstandigheden is de daling van den rentevoet, welke het mogelijk heeft gemaakt om op ruime schaal over te gaan tot conversie van provinciale leeningen. Met het oog op het groote belang van uitbreiding der werkgelegenheid in ver band met de nog steeds heerschende werk loosheid hebben Ged. Staten vrijheid ge vonden om den post wegens subsidies in de kosten van restauratie van gebouwen met oudheidkundige of kunstwaarde met ÏO.OCO te verhoogen. In de begrooting zijn voorts nog ver schillende andere maatregelen verwerkt, welke kunnen bijdragen tot vergrooting van de werkgelegenheid. Ged. Staten herinneren aan hun machti ging de medewerking van het werkfonds .n te roepen voor een snellere uitvoering van het provinciaal wegensplan tot een bedrag van 10.000.000. Toen echter dit plan afstuitte op bezwaren van de zijde der regeering hebben de staten er zich me de vereenigd, dat gebruik zou worden ge maakt van de door den vorigen minister van Sociale Zaken geboden gelegenheid om te komen tot versnelde uitvoering van een tweetal wegen, deel uitmakende van het oorspronkelijke plan van 10.000.000, in werkverschaffing. De regeering is thans bereid voor dat ge deelte van het oorspronkelijke plan van 10 millioen, dat niet valt onder de uitvoering in werkverschaffing, waartoe het vorige jaar werd besloten, alsnog versnelde uit voering met de hulp van het werkfonds mogelijk te maken. Voor versnelde uitvoering op laatstbe doelde wijze komen nog een viertal wegen in de Alblasserwaard, de Vyfheerenlanden en dc Krimpenerwaard in aanmerking, t.w. de weg GoudaBergstoep, de weg Berg ambachtSchoonhoven, de weg Gelkenes Schelluinen en de weg Bergstoepsche- veerSliedrecht. DIENSTPLICHTIGE ONDER OFFICIEREN De dienstplichtige onderofficieren, die verzocht hebben om voor 6 maanden vrij willig onder de wapenen te mogen komen en door hun korpscommandant hiervoor aan den minister van Defensie zijn voorge dragen, kunnen thans door die comman danten in werkelijken dienst worden op geroepen. Deze oproeping moet zoo spoedig moge lijk geschieden, nadat de verzoekers eerst geneeskundig zijn onderzocht en geschikt zijn bevonden als beroeps-miltair. Indien allen worden goedgekeurd, zal het leger met 419 onderofficieren worden ver- strkt, waaronder 316 voor de Infanterie en 38 voor de Militaire Administratie. Dienstplichtige onderofficieren die als nog een verzoek by hun korpscommandant indienen, kunnen ook nog door dien com mandant voor 6 maanden in werkèlijken dienst worden genomen. DE DIESELTREINEN. Zooals bekend is, zyn deze treinen in de reisgidsen kenbaar gemaakt door bijvoe ging van de letters EM, bij het treinnum- mer. Echter gebeurde net meermalen, dat men, de voorkeur gevende aan den Die sel trein, die nog altijd even gewild is, tot zijn teleurstelling een stoomtrein vond. Dit kwam, doordat men op verschillende baan vakken, voor alle treinen, niet met een dubbel Dieseltrein-stel kon volstaan en dus meerdere stellen moest combineeren of voor-treinen moest laten ryden. Hieraan zal nu, 30 November a.s., een eind komen. Ingaande dien datum is een zoodanige re geling getroffen, dat alle in de reisgidsen met EM aangeduide treinen wt ';c?lijk Die- seltreinen zullen rijn. (Er is ó_n uitzonde ring, n.l. tt "- Amsterdam V. 6 52). L -i.._ van Maandag tot m"t Vrijdags, daar Zaterdags en Zon- .£2 afwijkingen noodig zyn. Het sp .t vanzelf, dat in bijzondere omstan digheden, de dienstuitvoering kan eischen, dat van deze regeling wordt afgeweken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6