No. 8878 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN STADS X NIEUWS Nederland en Zuid-Afrika. Dc wedstrijd Euwe-AIjechln 29ste Jaargang ZATERDAG 13 NOVEMBER 1937 3)e £cid6ch£(Boii/fc<Mit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bi) vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent Der weekt 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week t 2.60 per kwartaal Franco per post t 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnê's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, t>ü vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103903. POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT t Gewone Advertenliën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES "an ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangèboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 Dit nummer bestaat uit vijt bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. Minister Goseling over het echtscheidings- vraagstuk Wij lezen in de memorie van antwoord inzake de begrooting van justitie: De minister meent goed te doen in deze memorie van antwoord nopens het voor- loopig verslag op het begrootingshoofdstuk, dat hij voor het eerst te verdedigen heeft, zijn standpunt ten aanzien van het echt- scheidingsvraagstuk in enkele groote, en naar hij vertrouwt, duidelijke lijnen aan te geven. Uiteraard hangt dit standpunt ten nauwste samen met zijn principieele opvatting omtrent wezen en doel van het huwelijk. Het huwelijk ziet hij als de eerste en voornaamste natuurlijke gemeenschap, die het staatsverband omsloten houdt, en die gericht is op de voortplanting van het menschelijk geslacht. De wezenstrekken zijn: eenheid en onverbreekbaarheid. Dit alles niet naar eenige menschelijke orde ning, die naar goeddunken kan worden gewijzigd, maar krachtens goddelijk be stel. Individu en staat hebben ook in dit opzicht Gods wet te eerbiedigen; ook de staat, die geen regleingen mag treffen, die het huwelijk in zijn wezenlijke elementen raken. In de Nederlandsche burgerlijke wetge ving heeft deze opvatting slechts ten dee- le haar weerslag gevonden. Maar vooral in de toepassing wijkt de practijk op schrij nende wijze af van hetgeen, naar de voren- geschetste opvatting, ten aanzien van de onverbeekbaarheid van het huwelijk ge boden is. De minister is zich den ernst van het vraagstuk volkomen bewust en za] niet na laten zich verder te verdiepen in het zoe ken naar bruikbare middelen tot verbete ring. Dit zal intusschen duidelijk zijn: mede werking tot verruiming der mogelijkheid tot echtscheiding is van den minister niet te verwachten. De rechtspraak Minister Goseling merkt in de memorie van antwoord inzake de begrooting van Justitie het volgende op: Een uitspraak in algemeenen zin, dat de rechtspraak niet in dienst behoort te worden gesteld van de politiek, zou op zichzelf niet onjuist zijn, maar in Neder land gelijk staan met het intrappen van een open deur. Voor een waarschuwing om te waken tegen afwijking van vorenbe- doelden gezonden stelregel bestaat niet de minste aanleiding. De Zondagswet Wij lezen in de memorie van antwoord beti effende de begrooting van binnenland- sche zaken voor 1938 over de Zondagswet het volgende: Eij hel te dezer zaken te voeren beleid kan en mag de minister niet voorbijzien, dat de toepassing van de Zondagswet in de onderscheidene gedeelten van het land zeer uiteenloopend is geweest. Naast beteeke- nende gebieden, waar deze toepassing niet te wenschen heeft overgelaten en een vol ledige naleving plaats vindt, liggen he laas een groot aantal gemeenten waar de toepassing van de wet zooveel te wenschen heeft overgelaten, dat zij een voorbeeld is geworden van dood recht. Allerlei omstan digheden hebben hiertoe medegewerkt, zoo ook de voortdurende verkondiging dat dat Zondagswet van 1815 niet meer toe passend is voor dezen tijd. De minister kan deze opvatting in haar algemeenheid niet deelen. Hij meent, mede gelet op de groeiende begeerte onder ons volk, dat de Zondagswet zoo krachtig mo gelijk ook door de overheid dient te wor den bevorderd, dat er aanleiding is rustig de toepassing en naleving van de wet af te dwingen. Nauwe cultureele betrekkingen tusschen beide landen weder zijds van groote beteekenis Mr. P. J. Idenburg vertelt over zijn Zuid- Afrikaansche reis. Mr. P. J. Idenburg, secretaris van het college van curatoren der Rijksuniversiteit alhier en voorzitter van het Schoolfonds der Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Vei- eeniging, die, zooals wij destijds meldden, eenige maanden geleden naar Zuid-Afrika vertrok, was zoo vriendelijk ons dezer da gen een onderhoud toe te staan, waarin hij ons het een en ander van zijn ervarin gen mededeelde. Het doel van mijn reis was, zoo ver klaarde ons mr. Idenburg, de versterking van de cultureele, in het bijzonder de uni versitaire betrekkingen tusschen Nederland en Zuid-Afrika. De uitnoodiging tot deze reis ging uit van het Comité Nederland— Zuid-Afrika te Pretoria, waarvan de ge zant der Nederlanden voorzitter is en waarin verder eenige Zuid-Afrikaners en Nederlanders, voornamelijk uit universitai- ren kring, zitting hebben. De Nederland sche regeering juichte dit'initiatief toe en heeft het hare verricht om het welslagen van de reis zooveel mogelijk te bevorde ren. Het is mij een genoegen te verklaren, dat de reis inderdaad in alle opzichten dat heeft opgeleverd, wat verwacht werd. De belangstelling was, zoowel bij de Zuid- Afrikaansche regeeringspersonen ais bij de universitaire autoriteiten en particulieren, groot en ik mag er bijvoegen, dat dit ook in die centra het gevai was, welke in het al gemeen zich meer naar Engelsche zijde plegen te oriënteeren. Overal ben ik, het is een reden tot groote erkentelijkheid, op de meest gastvrije wijze ontvangen. Ik heb het voorrecht gehad den Minis ter-President, Minister van Buitenlandsche Zaken, Generaal Hertzog, herhaaldelijk en uitvoerig over belangrijke vraagstukken, samenhangend met mijn onderwerp, te spreken en bij hem de grootste sympathie en een sterken wensch tot medewerking aan het slagen van mijn reisdoel gevonden en ook bij Generaal Smuts een groole daadwerkelijke belangstelling getroffen. Beiden gaven zelve verschillende sugges ties, die mij van groot nut waren. Het tijdstip van de reis is, naar het mij voorkomt, gunstig geweest. Zoowel in Ne derland als in Zuid-Afrika bestaat thans een krachtig besef, dat het onderhouden van nauwe cultureele betrekkingen tusschen beide landen wederzijds van groote betee kenis is en in het algemeen valt een ern stige wil te constateeren, evenzeer hier ais ginds, om elkander te verstaan in zijn gevoelens en handelingen. Is het juist, dat de Zuid-Afrikaners nog al veel kritiek op Nederland en de Nederlanders hebben en is dit met het oog op het doel van uw reis niet moeilijk geweest? Ja, zeker, er is kritiek, wel eens scher pe kritiek en het komt een enkele maal ook wel voor dat, hetgeen met de beste bedoelingen van Nederlandsche zijde ge schiedt, niet zoo in Zuid-Afrika gewaar deerd wordt als dit hier wordt verwacht. Maar zal dit niet al heel spoedig gebeuren, wanneer men zoo ver van elkander in zoo verschillende levensomstandigheden ver keert? Ik heb steeds getracht tot den grond van deze kritiek door te dringen. Ik heb ook bedenkingen, die van Neder- landsche zijde soms tegenover de Zuid- Afrikaners bestaan, openlijk besproken, beide in een geest van onderlinge waar deering en vertrouwen en ik heb mogen ervaren, dat op deze wijze aanmerkelijk constructief werk kan worden verricht in het belang van beide volken. Want dit is mij door mjjn reis nog meer bewust ge worden, dan het tevoren was: Nederland I en Zuid-Afrika hebben elkander noodig. Daarom is het zoo buitengewoon nuttig, dat vriendschapplijke banden worden aangekweekt waar dit mogelijk is. Kunt "u ook nader aangeven op welke wijze u zich dit denkt? Dat kan uiteraard op velerlei manier gebeuren, maar op een belangrijke moge lijkheid wil ik hier in het bijzonder wijzen; de mogelijkheid die er bestaat ten aanzien van de Zuid-Afrikaners, die in Neder land vertoeven, vooral degenen, die lange- ren tijd hier te lande verblijven. Ik heb den indruk, dat dit van Nederlandsche zijde niet steeds voldoende wordt beseft. Het spreekt bijna vanzelf, dat zij, die uit Zuid-Afrika naar hier komen, op gemak kelijke wijze kennis moeten kunnen ne men van die zijden van he maatschappe lijk leven, waarvoor zij zich interesseeren. kunst, handel, nijverheid, sociale instellin gen, onderwijs, landbouwproefstations, of wat niet al. Zij moeten ook en wel boven al het Nederlandsche familieleven leeren kennen, op huiselijke wijze zich kunnen ophouden. In verschillende gezinnen, zon der officieelen opzet, heel gewoon, zooals men in Zuid-Afrika zoo vlot weet te ont vangen en, dit vóór alles, vriendschap kun nen sluiten met collega's. Helaas, aan dit alles ontbreekt veel. Voor mijn vertrek naar Zuid-Afrika was ik hiervan overtuigd. Na mijn bezoek wil ik wel verklaren, dat de voorziening hierin mij een van de aller belangrijkste voorwaarden voor versterking van de betrekkingen tusschen Nederland en Zuid-Afrika voorkomt. Wij kunnen we tenschappelijk nóg zoo veel te bieden heb ben, de „standing" onzer instellingen voor hooger onderwijs moge nóg zoo hoog zijn, wanneer 't kan gebeuren, dat Zuid-Afrika ners hier geruimen tyd hebben vertoefd zonder dat zij eenige nadere vriendschap pelijke relatie tot Nederlandsche collega's hebben verkregen en zonder dat zij het familieleven in ons land, anders dan heel oppervlakkig, hebben leeren kennen dan zal het succes van alle pogingen tot bevor dering van het verblijf in ons land voor stu die of wetenschappelijk onderzoek beperkt blijven. De fout ligt hier aan beide -zijden. Maar ik kan niet aannemen, dat hier te lande onmogelijk zou zijn, wat elders zoo bijzonder goed werkt: organiseering van huiselijk verkeer en kennismaking met het maatschappelijk leven. Ik hoop dan ook. dat er met kracht zal worden gearbeid, opdat onze Zuid-Afrikaansche gasten in het algemeen zich in de toekomst nóg meer in ons land thuis zullen gevoelen en dat er daarbij ook aan gedacht zal worden, dat er vacanties zijn en „naweken" zooals de Afri kaners zoo juist voor „week-end" zeggen, die een prachtige gelegenheid bieden om meer van het land te doen zien en elders dan in de woonplaats der betrokkenen gast vrijheid te geven. Hier ligt een terrein voor practisch werk, dat stellig velen, wier hart warm voor Zuid-Afrika klopt, welkom zal zijn. Ziet u dan nog toekomst voor de stu die van Zuid-Afrikaners in Nederland, ook nu de Universiteiten in Zuid-Afrika zoo sterk zijn ontwikkeld? Zeer zeker. Ik heb groote bewonde ring voor hetgeen op het gebied van het fiooger onderwijs in de laatste jaren in Zuid-Afrika is tot stand gekomen en ik heb dit daar ook meermalen in het open baar uitgesproken. Niemand zal het dus wel als een geringschatting van het Zuid-Afrikaansche universitaire leven be schouwen, waneer ik niettemin deze vraag bevestigend beantwoord. Eigenlijk moest ieder student in ieder land een tijd in het buitenland kunnen werken. Ik weet uit ervaring welk een verruiming van blik dit geeft. Dit is een onbereikbaar ideaal. Maar wel bereikbaar is, dat althans zij, die de gelegenheid hebben zich dieper op de stu die toe te leggen, dit voor een deel in het buitenland doen. Deze algemeene regel geldt natuurlijk ook voor Zuid-Afrika, vanwege de geisoleerde ligging misschien wel nog in bijzondere mate voor Zuid-Afri ka. En dan zal Nederland wel in de eer ste plaats iets te bieden hebben. Dat dit het geval is, is mij bij deze reis ook weer telkens bij besprekingen gebleken. Er' is een tijd geweest, dat Nederland voor de Zuid-Afrikaners te duur was. Maar door de devaluatie en aanpassing hier te lande, is die tijd volkomen voorbij. Zoo verwacht ik voor den eersten tijd mede door de door mij gevoerde besprekingen dan ook een toeneming van het studentental. U verwacht toch zeker in het alge meen studenten, die in Zuid-Afrika zijn afgestudeerd? Ja, in dat cpzicht is er een verschil met vroeger. De tijd, dat groote groepen studenten hun geheele studie in Nederland kwamen volbrengen is naar het mij voor komt, onherroepelijk voorbij. Het zal in de Lb 2-d4 was de hervattingszet van de 16e partij. Bij loting werd het bedrag van f 5. toegewezen aan onzen abonné J. Heemskerk Pzn., B. 262, Roelofarends- veen. Dit bedrag deden wij hem inmiddels toekomen. De zeventiende partij wordt morgen avond in den Haag gespeeld. Wij herinneren onze abonnê's er aan, dat bij eventueel afbreken der partij wij f 5.— (vijf gulden) beschik baar stellen voor hem of haar, die ons de in couvert afgegeven zet opgeeft. Bij meerdere goede opgaven beslist het lot. Deze opgave moet ons bereikt heb ben voor de hervatting der partij. Men mag niet meer dan één zet op geven. Op de enveloppe te vermelden: EUWE—ALJECHIN. PRIJSVERLAGING HAARD KACI LANGEZAAL TELEFOON 110 IG I HELS \l I STILLE RIJN 7 VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Japan zou China voor de keus willen stellen tce te treden tot het anti-Komin- tern-pact of de algehecle vernietiging (2e blad). Is Duitschland van plan een staatskerk cp te richten (2e blad(. Katholieke Jeugdbond in Trier ontbon den (2de blad). De slachting onder de Haitianen op de grens van San Domingo (2de blad). toekomst wel bijna steeds om specialisee ring of althans verdieping van studie gaan, nadat de basis in Zuid-Afrika is gelegd. De Nederlandsche regeering heeft haar medewerking verleend, om het Zuid-Afri- kaanschen afgestudeerden mogelijk te ma ken, een tijd een bezoldigde positie als medewerker in de organisatie van een of meer der universitaire instituten te be- kleeden, voor de faculteit der Wis- en Na- turkunde te Groningen, voor die der Ge neeskunde te Leiden. Aldus werd in een lang gevoelde behoefte voorzien. Dat is in Zuid-Afrika zeer gewaardeerd en tal van aanvragen voor zoodanige plaatsen werden ontvangen. Ook daardoor zal het aantal Zuid-Afrikaners aan onze universiteiten toenemen. Bovendien genieten Z.-A. studenten hier te lande, zoo zij dit vragen, in het alge meen vrijstelling van collegegeld, terwijl de regeering jaarlijks een belangrijk be drag voor hen ter beschikking stelt in den vorm van studiebeurzen. Kunt u ook zeggen, of u die toene- ming van de wetenschappelijke studie in Nederland yoor bepaalde studierichtingen in het bijzonder verwacht? Dat is moeilijk te voorspellen. Wel j zijn er enkele studie-objecten, waarvoor ik in de wetenschappelijke samenleving voor j de naaste toekomst in bijzondere mate ver wachtingen koester. Ik zeg dit zonder eenigszins volledig te willen zijn. Daar is de rechtsgeleerdheid. Het in den aanvang van dit jaar opgerichte „Tydskrif vir he dendaagse Romeins Hollandse Reg", waarij aan rechtsgeleerden in Nederland en Zuid- j Afrika medewerken, is er goed ingegaan, j Dit is zeer belangrijk voor de oriënteering j op rechtsgebied. De banden zijn daardoor bijzonder versterkt. Daar is voorts het gebied van taal- en letterkunde: samen- j werking bij de ontwikkeling van de taal, b.v wat de vakterminologie betreft, samen- werking bij dialectenonderzoek. Over bei- de onderwerpen had ik besprekingen. Ik wijs nog op de geneeskunde, welke reeds I eerder werd vermeld en op verschillende onderdeelen van de faculteit der wis- en I natuurkunde, in het bijzonder de biologie. Op biologisch gebied in den ruimsten zin des woords zie ik groote mogelijkheden en dit is mij in Zuid-Afrika bevestigd ge worden. Ik sluit hierbij ook en niet in de laatste plaats wetenschappelijk werk op het gebied van de landbouw en veeteelt in. Wat denkt u van de studie van Ne- I derlanders in Zuid-Afrika? J Ik juich die in het algemeen zeer toe, mits met bedachtzaamheid bij de keuze der studierichting en instelling van hoo ger onderwijsvakken wordt te werk ge gaan. Er moet wederkeerigheid zijn. Dit is een van de grondslagen geweest van I mijn werk in Zuid-Afrika. Nederlanders j moeten Zuid-Afrika meer leeren kennen. I Dat zal hun liefde voor het land en voor j zijn bewoners schenken en het zal er zeer J toe bijdragen het „begrijpen" te bevorde ren, waarover ik in den aanvang sprak. Het is verheugend, dat er thans eenige Nederlanders aan de Zuid-Afrikaansche universiteiten werken, dank zij het te waardeeren initiatief van het Studiefonds der Ned.-Zuid-Afrikaansche Vereeniging, dat ook overigens al gedurende langen tijd uitermate belangrijk werk voor de weten schappelijke betrekkingen tusschen beide landen verricht, en dat deze proef, naar mij in Zuid-Afrika is gebleken, een succes is geworden. De studenten worden ge waardeerd en zij gevoelen zich thuis. Verwacht u blijvende resultaten van uw reis? Dat wil ik aan de toekomst ter beant woording overlaten. Steeds ben ik echter bij mijn reis bedacht geweest op het tot stand brengen van iets concreets, waarop kan worden verder gewerkt. En ik heb goede verwachtingen, dat dit bereikt is. In de Zuid-Afrikaansche pers werd her haaldelijk op voortgaan in de ingeslagen richting aangedrongen en ook van parti culiere zyde is mij de wensch daartoe meermalen gebleken. Over de directe resultaten kan ik thans, nu veel nog onderwerp van gedachtenwis- seling is, geen mededeeling doen. Wel kan ik zeggen, dat er allerlei in wording is. Al leen het volgende: In den komenden winter denkt prof. dr. C. G. S. de Villiers, hcogleeraar in de dierkunde aan de Universiteit te Stellen- bosch, met een twaalftal studenten ons land tijdens een studiereis te bezoeken, ter wijl in den loop van 1938, als het plan doorgaat, een excursie van Nederlandsche biologen naar Zuid-Afrika zal worden ge houden. En nu tenslotte nog een algemeene op merking: De beteekenis van bevordering van cul tureele betrekkingen ligt niet slechts in zichzelf, doch ook in den invloed dien zij kan hebben op de bevordering der econo mische relaties. Dat geestelijke oriëntee ring niet zelden belangrijke economische consequenties heeft, is mij, bij mijn be zoek meermalen ondubbelzinnig gebleken. Reden te meer om wel te bedenken, wel ke groote kansen men verzuimt, wanneer hier niet krachtig wordt aangepakt.' DE DRIE KABOUTERTJES Wij willen er even op attent maken, dat kaarten voor den operette-avond in den Schouwburg op a.s. Woensdag verkrijgbaar zijn bij de firma v. Zwicht, Breestraat (waar men ook plaatsen kan bespreken) en bij mevr. Creyghton, Hooigracht 46. De entree-prijzen bedragen 80 en 40 cents (de plaatsen van 60 cents zijn reeds uitverkocht). WIE VERMIST TEXACO MOTOROLIE? Door de politie zijn aangehouden en in bewaring gesteld de 20-jarige venter C. S. en de 18-jarige koopman H. K. P. v. d. R., verdacht van diefstal van 'n 28-tal busjes Texaco Motorolie. Deze busjes kosten in den kleinhandel 85 cent per stuk. Zij beweerden ze gekocht te hebben voor 15 cent en verkochten ze voor 30 cent. In verband hiermede verzoekt de politie dengene, die in de laatste weken derge lijke busjes vermist, zich aan het bureau van politie te willen melden. Handelsregister K. v. K. W ij z i g i n g. 187. K. A. van Aller voor heen J. Choufour, Leiden, Hooigracht 72. Brood- en beschuitbakkerij. Bijv. uitgeoef. bodr.: koek- en banketbakkerij, annex win- keL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 1