De avontuurlijke
opdracht
Ste £aidóch& öou^aiit
Koning Boris van Bu qarije zat deze week met Koningin Joanna tijdens
hun verblijf te Londen aan een feestmaaltijd in Grosvenor House Hotel
aan De Komng tijdens het diner
De stadhuisbouw te Leiden is thans
zoover gevorderd, dat zoowel het ge
bouw als de toren in hun hoofdvorm
gereed zijn
Het museum voor Onderwijs te Den Haag is met eemge be
langrijke aanwinsten verrijkt. Een traaie collectie aardewerk
uit Ceram, het zgn «Boeii - Boeü»
De nieuwe Lord Mayor van Londen is Dinsdag als zoodanig geïnstalleerd De Lord Mayor's koets in
den optocht, welke bij deze gelegenheid door London's straten trok
Prof mr P. J M Aalberse. die benoemd is tot lid van den Raad van
State, nam Dinsdag afscheid als voorzitter der Tweede Kamer Prof.
Aa'berse (rechts) tijdens zijn afscheidsrede Links aan de minister state!
onderscheidt men van voor naar achter: mr M. P L Steenberghe,
Ch J. I M Weiter. H van Boeyen. mr C M J. F. Goselmg, mr. J.
A. N Patijn. dr H Colijn. mr. J A de Wilde. J. van Dijk. prof dr.
J. R Slotemaker de Bruïne. mr dr ir. J A M van Buuren en prof.
mr C P M Romme
De Spaansche onderzeeër «C 2» is
onder gewapend geleide van Brest
naar Saint Nazaire verhaald. Het
transport in de sluizen te Saint Nazaire
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
27)
Hij had den hoek van de straat bereikt
eer hij zich weer bewust werd van zijn doen
en laten. Toen hij een oogenblik bleef
staan hoorde hij het geluid van haastige
Voetstappen.
Elsie Manning kwam hijgend naar hem
toe.
Ga mee uit het licht Je weet nooit
wie spionneert.
Hij keek haar scherp onderzoekend aan
zocht naar een gelijkenis, die hem on
gelooflijk leek. Er was geen gelijkenis en
hij schold zich voor een idioot.
Elsie schoof een hand door zijn arm en
trok hem uit het lichtschijnsel.
Ik kan niet blijven jimmy wacht op
me.
Zeg maar gauw wat er is.
Het is misschien veiliger voor je ik
vind je sympathiek ik wilde het eerst
niet zeggen, maar het is misschien veiliger
voor je.
Kom je me iets vertellen? vroeg Lind
say Bedoel je dat?
Ja. Ik wilde eerst niet, en toen dacht
ik....
Dat je het tóch wilde doen?
Ja.
Haar adem ging snel. Hij was een oogen
blik bang, dat ze weer zou wegrennen vóór
ze hem gezegd had wat ze op 't hart had.
En wat was het? vroeg hij, een hand
op haar arm leggend.
Je vroeg my, hoe hy zich noemde toen
ik hem kende?
Ja. Wou je me dat vertellen?
Hij voelde haar arm verstrakken onder
zyn hand En eensklaps rukte ze zich los.
M a n n i n g, zei ze, en glipte weg in
den mist.
HOOFDSTUK XVin.
Lindsay stond haar na te staren. Man
ning wat bedoelde zy daarmee? Manning
was Restow Manning? Wat Restow Elsie
Manning's vader?
Hij liet alles wat ze gezegd had de revue
passeeren. Ze had een man Restow's huis
zien binnengaan. Een man, die ze in acht
jaar niet gezien had. Ze was kennelijk
doodsbang voor hem. Ze had uitgevischt,
dat de bewoner van het huis Algerius
Restow heette. Ze had Froth verteld ja,
wat had ze hem verteld? Waarschijnlijk
heel wat meer dan ze tegen hem had losge
laten.
Dan verdwijnt Froth van het tooneel en
Lindsay Trevor treedt in zijn plaats. Ze
had hem geopenbaard, dat de man een af
perser was. Dan dat verhaal van vanavond
dat ze dien man in een huis in Cannington
Place had hooren spreken Was het Restow
of was het Drayton, die met madame Fer-
rans gepraat had over artikelen in de Pa-
rysche pers en redevoeringen op de Fran-
sche Kamer? Ze had gevraagd of hy bo
ven iedereen uitstak en hij had ja gezegd,
denkend aan Restow. Maar Drayton was
ook groot van gestalte. Was Drayton Man
ning? De hemel mocht weten, hoeveel hij
in den loop van den tijd aangenomen had.
Hy vroeg zich af, wat Restow acht, negen
jaar geleden had uitgevoerd en herinnerde
zich, of meende zich te herinneren, dat
die periode samenviel met een geweldige
débacle in zijn zaken en dat hij toen tijde
lijk van achterhet voetlicht verdwenen
was.
Lindsay ging het dichtstbijzijnde post
kantoor binnen en schreef woord voor
woord op, wat Elsie Manning zich herin-
derd had van het gesprek tusschen ma
dame Ferrans en den man, die Restow of
Drayton of een geheel onbekende kon zijn.
In een boekwinkel had hij papier en en
veloppe gekocht en toen hij klaar was, ver
zond hij, hetgeen hij geschreven had, als
aangeteekenden brief. In ieder geval zou
madame Ferrans nu in het oog gehouden
worden; de identiteit van het lid, dat in de
Fransche Kamer een heftige redevoering
moest houden, was al heel gemakkelijk
vast te stellen en met een beetje geluk zou
den ze F. misschien op het spoor komen.
Hij vervolgde zijn weg tot aan den hoek
van Blenheim Square er. stond te kijken
naar het geweldige blok, waar Restow zyn
residentie had gevestigd. De mist was op
het plein dunner dan in de straat, waar hij
zoo juist uitgekomen was.
Hij liep het gebouw langs. In zyn geest
teekende zich de plattegrond af de die
pe hall, de groote binnenplaats met het
zwembassin.
Hy sloeg den hoek om, stak naar don
anderen kant over en zocht naar wat de
achterzijde van het reusachtige complex
moest zyn. Zyn blik dwaalde langs een rij
afzonderlijke huizen met stoepen. De laat
ste drie moesten volgens zijn schatting den
achterkant van Restow's huis vormen. Ze
hadden allen een aparte stoep met een
aparten ingang.
Terwijl hij keek, stopte een taxi voor het
middelste van de drie. Iemand stapte uit.
Met den taxi tusschen zich en den ingang
kon Lindsay niet onderscheiden wie het
was dit uitstapte, maar toen de wagen
wegreed, zag hij een jong meisje de stoep
opgaan en aanbellen.
Toen het geluid van de bel verklonken
was, werd de deur geopend. Toen trad ze
binnen en de deur ging dicht.
Lindsay bleef als betonverd naar de ge
sloten deur staren. Hij scheen de kracht te
missen zijn blik af te wenden, want hy
was overtuigd, dat de deur de achterdeur
van Restow's huis moest zijn en hy meen
de, dat het meisje, dat hij door die deur had
zien binnengaan Marian Rayne was.
Het duurde een heele poos eer hy zich
bewoog. Het was donker, het onzekere
licht van een lantaarn drong vaag in den
mist. Hij had een sihouet gezien, zooals er
honderden en honderden waren een
nauwsluitend hoedje, een jas met bont
kraag en hij hield die schaduw voor
Marian! Een wilde ergernis greep hem
aan ergernis over zichzelf. Hij kon zyn
betrekking er beter aan geven als derge
lijke hallicunaties zich plaatsten tusschen
hem en iedere toevallig ontmoete vreem
de. Dat was den tweeden keer vandaag!
Marian spookt hem door het hoofdHet
was krankzinnig dat een luchtspiegeling
van Marian den adem in zijn keel deed
stokken..,.
Hij stap den weg over. Als hij eens aan
belde? Hij had zyn voet al op de onderste
trede, toen iemand hem voorbijliep.
Een jongeman ging de stoep op, keerde
zich om en keek met een blik van herken
ning op hem neer.
Hebt u uw sleutel vergeten, meneer?
vroeg hy.
Lindsay kwam een paar treden hooger,
zoodat hij het ronde, blozende gezicht be
ter kon zien.
Je bent.
Robert, meneer.
Lindsay herkende een aer jongere De-
dienden. In zijn pronkerige, groen en gou
den livrei zag hij er zoo heel anders uit.
Ik heb heelemaal geen sleutel. Kan
ik hier binnenkomen?
Zeker meneer. Hij opende de deur ter
wijl hij sprak.
Lindsay liep langs hem heen en kwam
in een eenvoudige, vierkante hall.
Hoe moet <k gaan?
Als u rechtdoor loopt, komt u bij het
zwembassin, meneer.
Lindsay zweeg en keerde zich om.
I Robert
I Ja, meneer.
Een jongedame is hier zoo net bin
nengekomen. Kan jij ontdekken waar ze
gebleven is?
Een jongedame?
Ja.
Hij wachtte. Robert bleef lang weg. Een
jongen, die hem van dienst zou kunnen
zijn. Hy haalde een biljet van tien shilling
uit zijn zak en hield het gereed.
Robert kwam terug; zichtbaar verlegen.
Het was een van de dienstboden, me
neer.
(Wordt "ervolgd).