STADS
NIEUWS
Letteren en Kunst
KERKNIEUWS
Academienieuws
AGENDA
DONDERDAG 23 OCTOBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. I
HOE WORDT HET WEER?
KOELER.
De Bilt seint:
Verwachting: Zwakke tot zatige Zuide
lijke tot Zuid-Westelijke wind, licht tot
half bewolkt, later waarschijnlijk toene
mende bewolking, aanvankelijk weinig of
geen regen, later toenemende regenkans,
aanvankelijk weinig verandering in tem
peratuur, later koeler.
Hoogste barometerst.: 767.4 te Helsingfors
Laagste barometerst.: 744.3 te Janmayen.
Het gebied van hoogeluchtdruk in het
Oosten beheerscht met de depressies in
het Westen en Noorden den weerstoestand
in ons geheele werelddeel. Terwijl de
hoofddepressie in het Westen naar het
Poolgebied verdwijnt, trekken secundaire
minima van den rand van het Passaatge-
bied op den Oceaan afkomstig, over Frank
rijk en het aKnaal en geven aldaar aan
leiding tot zware regens. (Midden-Frank
rijk en het Kanaal en geven aldaar aan-
nieuw minimum ligt ten Westen van Ier
land. De windwaarnemingen in de boven
lucht geven alle nog groote windsnelhe
den van 80' tot 100 km. per uur op hoog
ten boven 3000 meter. De vliegtuigwaar
nemingen toonen de zeer hooge temperatu
ren der luchtmassa's aan die van Zuid
Zuid-West naar Noord Noord-Oost stroo-
men en hun zeer groote droogte. In Oost-
Frankrijk zijn de grondtemperaturen nog
meer dan zeven graden boven normaal,
te Haparanda is het nog 12 graad te
warm. Op IJsland nam daarentegen de
vorst toe en langs de Noorsche kust werd
het eveneens kouder.
Het is te voorzien, dat in onze
omgeving de temperatunr langza
merhand weer tot de normale waar
den zal dalen en dat bij de wisse
lingen van weinig bewolking en
zwaar bewolkt tot betrokken weer
de kans op tijdelijke regen even
eens grooter wordt.
LUCHTTEMPERATUUR.
15.4 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.:
Van Donderdagnamiddag 5.10 uur tot
Vrijdagmorgen 6.10 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 29 Oct.
voorm. 11.23 en nam. 11.49 uur.
LEZING OVER VONDEL TE PARIJS VAN
PROF. B. H. MOLKENBOER.
Prof. B. H. Molkenboer heeft te Parijs
voor de Nederlandsche kolonie een lezing
gehouden over de relaties, die er bestonden
tusschen Nederland en Frankrijk.
Volgens het verslag van de „Maasb."
zeide de spreker o.a.:
Terwijl Busken Huet gezegd- heeft, dat
voor Vondel kans op groote populariteit is
uitgesloten, toont ons volk thans bij Prof.
Huizinga te staan die in „De Gids" zoo te
recht schreef, dat wanneer wij onzen Vondel
zouden vergeten het ook gedaan zou zijn
met onze Nederlandsche beschaving.
Frankrijk boeide Vondel om tal van rede
nen en juist op Franschen bodem is het
goed daarop de aandacht te vestigen, ook
al heeft Frankrijk zelf aan Vondel nimmer
bijzondere aandacht geschonken.
Vondels belangstelling werd al heel
vroeg op Frankrijk gericht, zoo zeer dat hij
zelfs een Fransch gedicht maakte. Een zeer
groot zelfs, resultaat van een niet minder
respectabele krachtsinpsanning, nu prof.
Salverda de Grave er van gezegd heeft dat
er uit een oogpunt van verskunst nog al
wat op aan te merken is. Trouwens, in het
dispuut dat daarover ontstaan is, heeft
Lodewijk van Deyssel, die ook wel wat van
de Fransche verskunst wist, gezegd, dat
Salverda de Grave's kritiek „schoolmees-
terij" was, en dat hij. de litterator, het heel
mooi vond.
Joost van den Vondel had zijn Fransch
van den beroemden rekenmeester Bartjens,
den cijfermeester uit de Pijlsteeg, bij wien
hij door zijn vader te leer was gedaan om
de hoofdvakken voor den aanstaanden
koopman te leeren, in dien tijd: schoon
schrijven, rekenen, boekhouden en Fransch.
Zijn leven lang is hij Fransch blijven lezen
en hij kende de Fransche schrijvers, stond
ook in een briefwisseling, die hem van
Frankrijk en zijn cultuur op de hoogte
hield, o.a. met Hugo de Groot, die na zijn
uitwijzing te Parijs gezant was van Chris
tina van Zweden. En hoewel Vondel, die
oorspronkelijk doopsgezind was, zich niet
met politiek mocht bemoeien, volgde hij de
Fransche politieke gebeurtenissen nauw
keurig.
De moord op Hendrik IV door Ravignac
in 1610 kon zulk een ontzaglijken indruk op
hem maken, omdat hij voor dien koning
zelf zulk een bewondering had opgevat. Bij
diens dood schreef hij het vermaarde treur
dicht.
Juist dat vroege Fransche dichtwerk geeft
den sleutel op de Fransche invloeden die
Vondel heeft ondergaan.
In het kader van de voordracht kon de
schets van Vondel's kunst en levensgang
maar zeer kort zijn. Na zijn hoorders de
^chte Vondel-schoonheid te hebben doen
gevoelen in misschien meest bekende Von
del-dicht: „Konstantijntje", reciteerde de
spreker een vertaling van dat gedicht door
een Franschman gemaakt, welke vertaling
ontzaglijk ver van Vondel's heerlijke ge
dachte, door z'n diep geloof ingegeven, ver
wijderd bleef.
Vondel's bewondering voor Lodewijk XII,
de aanwezigheid van Maria de Medicis in
ons land, Henriëtte van Frankrijk, konin
gin van Engelandtelkens opnieuw kan
Vondel doen blijken van zijn geestdriftige
gevoelens voor FrankrijK en zijn genegen
heid kent slechts een enkele verdonkering
als de zonnekoning, dien hij zoo geestdrif
tig heeft bezongen, zijn legers naar ons land
stuurt, en het voor hem ook de „Fransche
middernacht" is.
Promotie aan het Antonianum te Rome.
Aan de Franciscaansche universiteit te
Rome promoveerde „magna cum laude" de
zeereerw. Pater Clementius Schoonbrood
O.F.M., geboren te Maastricht, op proef
schrift: „De Substantia et Accidente".
De gepromoveerde is benoemd tot lector
aan het Philosophicum te Venray.
LEIDEN. Geslaagd:
Doctoraal examen Indisch Recht: de heer
A. Laurens, Den Haag.
Doctoraal examen Rechten: Mej. M. J.
Ladage, Deventer, en de heer W. R. Engel-
berts, Den Haag.
OPENING STRAFRECHTERLIJK
SEMINARIUM.
Openingsrede van prof. v. Bemmelen.
Het- curatorium der Moddermanstich
ting, bestaande uit den stichter mr. H. A.
E. Modderman, mr. dr. J. Wijnveld en
prof. mr. J. M. van Bemmelen, heeft he
denmiddag om 4 uur een strafrechtelijk
seminarium geopend, waarvoor het van
het Oostersch Instituut een drietal locali-
teiten gehuurd heeft in het huis van wij
len prof. Snouck Hurgronje.
Het ligt in de bedoeling, dat de studen
ten in de rechten hier een leeszaal zullen
vinden, waar zij een boekerij op het ge
bied van strafrecht en criminologie onder
hun bereik zullen hebben en waar zij rus
tig kunnen werken in deze vakken.
Bij de opening hedenmiddag sprak prof.
mr. J. M. v. Bemmelen een rede uit,
waarin hij de aanwezigen welkom heette
en tot stand koming van dit Seminarium
toelichtte. De Modderman-stichting is in
het leven geroepen ter nagedachtenis van
wijlen prof. A. E. J. Modderman, den
minister en hoogleeraar in het straf
recht, aan wien spr. eenige woorden
wijdde.
Voor Nederland is hij natuurlijk vooral
de minister geweest, de man die ons straf
wetboek veilig in de haven van het
Staatsblad bracht, maar heiaas zelf niet
mocht beleven,, dat het werd ingevoerd.
Heden herdenken wij echter niet in de
eerste plaats den staatsman, maar den
man van wetenschap. Ik geloof niet te
veel te zeggen, wanneer ik beweer, dat
mijn eerste voorganger Modderman
was de eerste hoogleeraar aan deze uni
versiteit die uitsluitend strafrecht doceer
de zich verheugd zou hebben wanneer
hij de opening van dit seminarium had
kunnen meemaken.
Immers de stichting heeft ten doel de
bevordering 'van de studie van het straf
recht en zijn hulpwetenschappen en ook
dit seminarium heeft in de eerste plaats
op het oog het verband tusschen het
strafrecht en de daarmede samenhangende
wetenschappen: psychologie, criminalis
tiek, psychiatrie, economie, sociologie,
hechter te maken. Niemand heeft wel
licht beter beseft in zijn tijd dan Mod
derman hoe belangrijk deze samenhang
zou worden.
Voor den criminalist geldt wel zeer
sterk, dat bij hem de draden van ver
schillende wetenschappen bij elkander ko
men. De misdaad is een van die levens-
verschijnselen, die in alle deelen van de
maatschappij en bij de beoefenaren van
zeer verschillende wetenschappen beland-
stelling wekken. De psycholoog, de genea
loog, de psychiater, de beoefenaar der er
felijkheidsleer, de paedagoog, de endocri-
noloog, de handschriftdeskundige, zij al
len zijn geinteresseerd bij de misdaad.
Het is natuurlijk uitgesloten, dat de be- I
oefenaar van het strafrecht al deze we-
tenschappen uit eigen studie kent. Maar i
wel zal het mogelijk zijn, dat er centra
geschapen worden, waar de vertegenwoor
digers dier wetenschappen elkander ont
moeten. Van harte hoop ik, dat dit straf
rechtelijk seminarium van de Modder
man-stichting op den duur een dergelijk
centrum zal zijn.
Zich tenslotte wendend tot den rector-
magnificus, prof. dr. Barge, zegt spr. dat
de stichting dankbaar is, dat deze met een
enkel woord het Strafrechtelijk Semina
rium wil openen, vooral omdat wij weten
dat u met de voorbereiding van den dag
van morgen, waar u het driehonderd-jarig
bestaan van het klinisch onderwijs hier
ter stede zult herdenken, het zeer volhan- j
dig hebt. Hoe merkwaardig het misschien
ook lijkt, toch zou men kunnen zeggen, I
dat deze gebeurtenissen wel eenige ver-
band met elkander houden. Immers bij
beide gelegenheden valt er op te wijzen,
dat de universiteit nog steeds terecht een I
Universitas vormt der wetenschappen.
Vervolgens gaf spr. het woord aan den
rector-magnificus cm het Seminarium te
openen.
PROFESSOR HUIZINGA LID VAN DE
ZWEEDSCHE ACADEMIE VAN
WETENSCHAPPEN.
LEIDEN.
Donderdag: 1ste der drie voordrachten over
de encycliek „Casti Connubii" door
prof. Cleophas, Burcht, 8.15 uur.
Alléén voor personen boven 18 jaar
Donderdag. Ledenvergadering R. K. Vrou
wenbond. Lezing met lichtbeelden
door pater Verheggen, Foyer van
den Burcht, 8 uur.
De avond-, nacht en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Zaterdag 23 tot
en met Vrijdag 29 Oct a.s. waargeno
men door de apotheken: M. Boekwijt,
Vischmarkt 4, tel. 552 en J. Doedens, Wil-
helminapark 8, Oegstgeest, Tel. 274.
PARKEERVERBOD BIJ ACADEMIE.
Zoolang de verbouwing duurt.
De bouwwerkzaamheden bij de Acade
mie hebben daar ter plaatse op het Ra
penburg een aanmerkelijk gevaar voor de
veiligheid van het verkeer doen ontstaan,
omdat voor degenen, die het Academie
plein door het hek verlaten, het uitzicht
naar links steeds belemmerd wordt door
de schutting.
Bovendien blijft voor het rijverkeer
slechts een smalle strook beschikbaar.
Met het oog hierop wordt men drin
gend herinnerd aan het bij gemeentever
ordening vastgestelde verbod om binnen
een afstand van 10 M. van het Academie
gebouw (dus ook langs den waterkant)
rijwielen neer te zetten.
In het belang van de veiligheid van het
publiek heeft de politie thans ook het
parkeeren van auto's verboden van een
punt, even vóór het bouwwerk gelegen
tot aan de Nonnenbrug, zoolang de nor
male toestand niet hersteld is.
DE CENTRALE WERKPLAATS
OP EXCURSIE.
Begunstigd door vrij goed weer hielden
deze week een 90-tal deelnemers van de
Centrale Werkplaats voor jeugdige werk-
loozen een excursie naar Amsterdam. Een
3-tal flinke autobussen wareft tot de laat
ste plaats bezet waarmee te plusminus 8.30
vanaf den Hooge Rijndijk werd vertrok
ken.
Onder zeer geanimeerde stemming werd
te ongeveer 10 uur het Veiligheidsmuseum
bereikt, waar de geheele excursie, die on
der leiding stond van den heer L. Th. v. d.
Laken, directeur van de Centrale Werk
plaats, door één namens het Gemeentebe
stuur van Amsterdam gezonden ambtenaar
hartelijk werd ontvangen. Elke deelnemer
ontving een keurig verzorgde gids, welke
zeer in den smaak viel.
Nadat de geheele excursie zich had ge
splitst, bezochten ongeveer 45 jongelui het
Veiligheidsmuseum, terwijl de rest, even
eens een 45-tal deelnemers, zich naar het
museum voor den Arbeid begaven. Onder
deskundige leiding lieten de cursisten zich
het zeer vele wat te zien en te bewonderen
viel, uiteenzetten. Wij zijn er van overtuigd,
dat de leiding niet over gebrek aan aandacht
te klagen heeft gehad.
Te 12.30 uur verzamelden allen zich in
de binnenstad, waar in een lunchroom keu
rig gedekte tafels stonden opgesteld en
waar alle deelnemers zich den opgedienden
broodmaaltijd best lieten smaken. Inwen
dig versterkt werd de tocht wederom her
vat waarna een bezoek aan het vliegveld
Schiphol werd gebracht. Ook hier waren de
jongens eveneens onder deskundige leiding,
in de gelegenheid dit interessante bedrijf
uitvoerig te bezichtigen. Daar verschillende
deelnemers op tijd de avondschool moesten
bereiken, werd zorg gedragen, dat alle deel
nemers op tijd in.Leiden aanwezig konden
zijn. Het was dan ook ruim 5 uur in den
namiddag, veel te vroeg naar het oordeel
van de deelnemers, dat allen zeer voldaan
en geestelijk verrijkt wederom te Leiden ar
riveerden.
De Commissie voor de Centrale Werk
plaats en de Werkobjecten te Leiden kan
er zich van verzekerd houden, dat zij den
grootst mogelijken dank voor deze bij uit
stek zeer goed geslaagde excursie van de
deelnemers als hun bezit kan verklaren.
De niet-deel-emers aan de Centrale
Werkplaats te Leiden hebben ook in dit op
zicht zeer veel gemist.
Handelsregister K. v. K.
Wijzigingen: 1582. Jb. Schuitenma
ker. Katwijk aan Zee, Roest van Limburg-
straat 9. Broodbakkerij. De zaak is met in
gang van 1 October 1937 omgezet in een
vennootschap onder firma onder naam: Ja
cob Schuitemaker Zoon. Venn.: J. Schui
temaker, Katwijk.
5431. Van den Berg's Kolenhandel. Alp
hen aan den Rijn, van Boetselaerstraat 26.
Agentschap Alphen aan den Rijn v. d. Bri
tish Hollan Coal Company. Overl. E.: H.
van den Berg, Alphen aan den Rijn., dd. 4
Sept. 1937. Wijz. uitgeoef. bedr.: thans al
leen kleinhandel.
329. Het Leidsche Kaashuis. Leiden, Hoo-
gewoerd 8. Na uittreding van den vennoot
H. F. Jagerman Jr., wordt de zaak voort
gezet door den heer H. F. Jagermban als
eenigeigenaar, onder den ouden na.am.
Nieuwe insch ij vingen: 7039. C.
en J. J. Geluk. Sassenheim, Hoofdstraat 155.
Aannemersbedrijf, afkomstig uit Nijmegen.
7040. Bankierskantoor E. Jos. Gosschalk
(f.) Leiden, Nieuwe Beestenmarkt 34.
Hoofdz.: 's-Gravenhage.
Nieuwe inschrijvingen: 7042.
Vereenigde Wasscherijen N.V. „Vewa". In
oprichting. Leiden, Witte Singel 13. E.: L.
W. G. van Ulden, Leiden.
7045. Het Leidsche Kaashuis. Oegstgeest
de Kempenaerstraat 71. E.: H. Jagerman
Jr., Oegstgeest.
7043. N.V. Exploitatie Maatschappij „La-
bora". Noordwijk, van Panhuysstraat 50.
Handel in en exploitatie van onroerende
zaken. (Ned. Staatscrt.: 11. October 1937, nr.
195). Dir.:J. Camphuis, Noordwijk. Maatsch
kap.: 5.000.waarvan geplaatst en ge
stort 1.000.
„MENSCHEN IN NOOD"
HENRI DE GREEVE OVER DE
RECLASSEERING.
„Mijn broeder de gevangene".
Op uitnoodiging van de Leidsche R.K.
Reclasseeringsvereeniging kwam gister
avond rector Henri de Greeve spreken over
„Menschen in nood", over het werk der re
classeering. De groote zaal van de Stads
gehoorzaal, waar deze propagandaverga-
dering was belegd, was geheel bezet.
De voorzitter van het bestuur der R.K.
Reclasseeringsvereeniging, mr. H. F. A.
Donders, opende den avond met een kort
inleidend woord.
Het doel van dezen avond is u bekend,
aldus spr., n.l. om belangstelling en zoo mo
gelijk liefde te kweeken voor het reclas-
seeringswerk, een werk van uitnemend so
ciaal belang. Die daadwerkelijke belang
stelling is dringend noodig, want onze
werkzaamheden hebben zich in de laatste
jaren verdrievoudigd, waardoor de afdee-
ling Leiden bijna de grootste is van het
land. Die ontstellende groei is meer beden
kelijk dan verheugend, doch w" hebben er
rekening mee te houden. Onze actie is een
dienende actie en het is onze vurige wensch
dat te kunnen blijven doen. Daarbij kun
nen wij uw steun niet missen. Het zyn de
menschen in nood, die wij moeten helpen.
Neen, het is ons niet te doen om de „zware
jongens" te sieren met een aureool van
onschuld, maar er zijn gevallen, waarin
hulp heerlijke resultaten heeft. Want het
is niet altijd eigen schuld. Drenkelingen
laat men ook niet aan hun lot over. Spr.
zal zich niet verdiepen in de problemen
van de misdaad; daarvoor is een woord
kunstenaar en een priester beter geschikt.
En daarom laat spr. nu het woord aan rec
tor de Greeve.
Rede Henri de Greeve.
Rector de Greeve noemt het probleem
der Reclasseering een moeilijk probleem.
Bladerend in zijn kleine catechismus heeft
hij de litanie van de zeven werken van
barmhartigheid nog eens overgelezen. Er
zit een climax in de opgesomde reeks; bij
de eersten kan men nog dankbaarheid ver
wachten, maar de laatsten vragen de meeste
zelfverloochening.
Het werk der reclasseering vraagt veel
zelfopoffering en wordt vaak zoo weinig
begrepen.
Onze maatschappij is een groot contrast,
een contrast van licht en donker, van lief
de en haat, van deugd en misdaad. Daaruit
wordt de heete strijd geboren in ieder men-
schenhart. Bij de reclasseering staan wij
midden in het rauwe leven, en beschouwen
wij het leven zooals het is. Wie de men-
schelijke hartstochten en* begeerten kent,
weet de problemen van de reclasseering,
kent de zelfkant van de maatschappij. De
wereld van de misdaad is het terrein van
de reclasseering. Dat terrein is niet roman
tisch maar weergaloos hard, een wereld
zonder daglicht, welke de meeste menschen
slechts kennen uit de kranten of van de
film. De reclasseerder moet al die typen,
welke de misdaad vervormd heeft, bezoe
ken en in die arbeid ligt geen enkele uiter
lijke glans.
Die arbeid kan men alleen verrichten uit
pure liefde en zuivere toewijding, uit groo
te naastenliefde. Het eerste bezoek kan
misschien zijn aantrekkelijkheid hebben
door het geheimzinnige van de gevangenis,
maar na het eerste bezoek is de aardigheid
eraf. Misschien kan er nog een prikkel ge
legen zijn in het probleem van de misdaad,
maar het verhaal van de misdaad is altijd
saai, eentonig en weerzinwekkend. Het
werk van den reclasseerder is opbouwen en
herstellen. Spr. noemt eenige cijfers uit een
jaarverslag van een reclasseeringsafdee-
ling. Zij zeggen iets, maar alleen degenen,
die het werk kent, weet wat ze beteeke-
nen. Menschelijke eer is er niet aan te be
halen. De reclasseerder staat altijd tegen
over onbekenden, tegenover menschen, op
gegroeid in een ander milieu. Hij moet con
tact zien te krijgen met een verbitterde,
met een wanhopige, met een beschaamde,
een kwaadwillige, kortom met karakters
van allerlei aard.
Gewoonlijk stuit de reclasseerder op een
stugge geslotenheid en als de tong los komt,
begint het uitputtend weerleggen van grie
ven en wrokgevoelens. Hij staat zoo dik
wijls machteloos en God weet alleen wat
er zich afgespeeld heeft tusschen twee men
schen. Thuis wordt er gewerkt aan voor
waardelijke in vrijheid stellingen en aan
de controle. Hoe vaak wordt het een mis
lukking en als het niet mislukt, wordt het
een hopeloos zoeken naar een betrekking,
waarbij de groote strijd komt met het voor
oordeel. Wie viel, komt voor altijd buiten
de maatschappij te staan. En dan moet de
reclasseerder den pas op het droge ge
brachte drenkeling weer los laten en laten
terugvallen in de sfeer van de misdaad. En
als de reclasseerder zijn beschermeling ge
plaatst ziet in de maatschappij, dan is er
een schitterende overwinning geboekt,
maar die schittering blijft verborgen, want
voor het uiterlijk is er niets anders gebeurd,
dan dat een afgedwaalde zich eindelijk be
gint te gedragen zooals de wereld dat met
reden eischt. Het eindresultaat is dus niet
anders dan dat de wereld zegt: Nu ja, dat
de man zich zoo gedraagt, is niet anders
dan een staaltje van zijn plicht.
Reclasseeren is „maar" herstellen en
meer niet. Herstelwerk is nooit schitterend.
De menschen spreken er niet over, de bla
den schrijven er niet over. Schitterend is,
met wat nieuws voor den dag te komen
en de bewondering der menschen af te
dwingen. Herstellen is opruimingswerk van
hetgeen verwoest werd, het is glansloos. Dat
is het offer van den reclasseerder, moei
zaam en verdrietig en geduldig goed ma
ken, wat niet had behoeven te worden ver-
goaid. Herstellen is echter ook verlossen
en dat maakt den reclasseerder tot den
naamgenoot van Hem, die de Verlosser
wordt genoemd.
Spr. verhaalt van eenige gevallen uit
zijn ervaring, waaruit een heel eigenaar
dige mentaliteit spreekt, en blijkt, hoe veel
de omstandigheden kunnen bijdragen .tot
het kweeken van misdadigers.
Na een korte pauze, waarin met een
schaal werd rondgegaan (geen collecte!) be
handelde rector de Greeve de eenzaamheid
van den gevangene in zijn cel.
Eerst komt het cynisme, waarop de reac
tie volgt van het besef, dat men een uitge-
stootene is uit de maatschappij. Dat is het
eind van alle illusie, want de wereld is
hard. Men zegt zoo makkelijk: die hoort
achter de tralies. Dit is ongetwijfeld zoo.
maar het zijn niet altijd verharde boeven
èn de echte straf komt dikwijls pas na het
uitzitten van de straf. Het verleden is de
grootste tormentatie van den gevangene,
de daad ,die een breuk bracht tusschen hem
en zijn gezin, tusschen hem en de maat
schappij.
In de eenzaamheid van de cel komt de
reclasseerder als een vriend, niet als een
afgevaardigde van de maatschappij, die
veroordeelt, maar als een trooster, als een
engelbewaarder, die den man weer aan zijn
vrouw, den vader weer aan zijn kinderen
tracht terug te geven.
Bij het reclasseeringswerk stuit men zoo
vaak op de z.g. zakelijke opvatting, welke
fictie dient om aan menschelijke verplich
tingen te ontkomen. Men wil eenmaal ver
oordeelden niet meer opnemen in z'n zaak,
maar waar moeten we met ontslagen ge
vangenen naar toe? Pilatus, die zich van
Christus afmaakte, handelde ook zakelijk,
maar zijn handelwijze was niet mooi. Wat
meer idealisme en wat minder zakelijkheid,
wat niet anders is dan verkapt egoisme.
Een andere dagelijksche objectie is, dat
men vraagt: Moet u nu opkomen voor een
misdadiger, terwijl er zooveel fatsoenlijke
menschen werkloos rondloopen.
Maar het feit, dat iemand in de gevange
nis zit, bewijst niet, dat iemand, die niet in
de gevangenis zit, geen schurk is. Er loopen
meer schurken vrij rond dan er in de ge
vangenis zitten. Want er zijn schurken
streken, waartegen de wet zich niet verzet.
Ei zijn tien geboden, en slechts twee ervan
zijn door de wet strafbaar gesteld, n.l. gij
zult niet dooden en gij zult niet stelen. Niet
de politie noch de justitie stempelen iemand
tot een zondaar, maar het ingaan tegen
Gods gebod. Op het oogenblik, dat iemand
een misdrijf begaat, is hij strafwaardig,
riiaar zoodra hij zijn straf ondergaat komt
hij in aanmerking voor herstel. Na het recht
van de verontwaardiging herneemt de
barmhartigheid haar rechten.
Spr. dringt nogmaals aan op aller steun
en belangstelling. Hoe vaak' is iemand, die
een kleinigheid steelt, een dief, terwijl an
deren, die in het groot stelen, zakenmen-
schen worden genoemd.
Spr. sloot zijn rede met de hoop uit te
spreken, dat allen de wereld van deze on-
gelukkigen mogen beschouwen met de
oogen van St. Franciscus van Assisië die
durfde zeggen: „Mijn broeder de gevan
gene".
Ten slotte dankte de voorzitter de aan
wezigen en de leden van het muziek-
ensemble „Fr. Schweitzer", dat de avond
gevuld had met muziek, de leden van de
propagandaclub „Dr. Schaepman" voor hun
medewerking in de zaal en drukte allen
nog eens extra op het hart, het reclassee
ringswerk te steunen.
Professor dr. Johan Huizinga, hoogleer-
aar in de algemeene geschiedenis aan de
universiteit alhier, is gekozen tot buiten-
landsch lid van de Zweedsche Academie
van wetenschappen.
EXAMEN PONTSCHOOL.
Voor het examen machineschrijven diplo
ma B ten minste 120 regels per uur), afge
nomen door den Alg. Stenografen-Bond,
slaagden: de dames G. Boersma, L. Duyver-
man, A. E. Eikelenboom, T. Jansen, W. M.
C. Kwestro, A. C. Lezwijn, J. C. E. Rei-
chardt-Blom, Oegstgeest, T. v. d. Ster,
Voorschoten en de heeren W. Boot, Lisse,
A. J. H. Jansen.
Voor diploma A (ten minste 90 regels per
uur) slaagden: Mej: Mej. E. Luyten en de
heer J. Berkhuizen, Voorschoten.
Waar geen woonplaats is vermeld is de
ze Leiden. Allen werden opgeleid door de
Pontschool, Steenschuur 3.
COLLECTE NED. ROODE KRUIS.
De gisteren alhier gehouden sch aalcol
lecte ten bate van het Ned. Roode Kruis
heeft 585.16.opgebracht, terwijl de vlag-
jesverkoop 316.03 opleverde; in totaal der
halve 901.19. Het vorige jaar waren deze
bedragen resp. 482.87, 213.63 en 696.50.
Het bestuur der afdeeling Leiden betuigt
zijn hartelijken dank aan allen, die tot dit
mooie resultaat hebben bijgedragen.
Hedenmorgen te half acht is de 73-ja-
rige W. F. B. in de Maarsmanssteeg aan
gereden door een wielrijder doordat de
man onverwacht den rijweg overstak. De
man liep een linkerbeenfractuur op en
werd door den E. H. D. naar het Acad.
Ziekenhuis vervoerd ter behandeling.