De badplaats Noordwijk breidt zich uit Aankoop en gemeentelijke exploitatie van bouwgrond in de Noord-duinen m De ramp van de Tl Drie der slachtoffers MAANDAG 18 OCTOBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Zooals bekend is, bestaat er sedert gerui- men tijd geen gelegenheid meer om aan den Noord-Boulevard te bouwen. Daarom hebben B. en W. reeds in 1929 met den Staat onderhandelingen aangeknoopt, om grond aan te koopen ten Noorden van den vuurtoren, met de bedoeling om dien grond door de gemeente in exploitatie te doen brengen. Deze onderhandelingen hebben rot een naar het oordeel van B. en W. gunstig resultaat geleid. B. en W. zetten vervolgens uiteen, waar om dit complex op gemeentelijke exploi tatie aangewezen is. Vooreerst is het noodzakelijk de uit breiding van den Noord-Boulevard, welke in een min of meer naaste toe komst zal moeten plaats hebben, méér stelselmatig te doen bebouwen, dan met het laatste gedeelte van den bestaanden Boulevard het geval is. Voor het behoud van het karakter van dezen Boulevard is het absoluut noodzake lijk, dat de gemeente de regeling van de bebouwing ten volle in.de hand heeft, meer nog dan zulks in het algemeen met een uitbreidingsplan en aan de hand van be bouwingsvoorschriften zou kunnen geschie den. Alleen op deze wijze zal kunnen wor den bereikt, dat de ontwikkeling van de badplaats op volkomen normale wijze plaats heeft en kan worden voorkomen, dat haar beeld te dezer plaatse zal worden Winst is niet het oogmerk In de tweede plaats zal bij aanvaarding van het ontworpen exploitatieplan, waar over hierna meer, een naar verhouding groot gedeelte van het complex voor den openbaren dienst worden bestemd, hetzij als weg, plantsoen of parkeerterrein. Bo vendien kan een goede aansluiting aan de bestaande bebouwing alleen worden ver kregen, wanneer opzet en indeeling van het complex zoo ruim mogelijk wordt ge houden, en zoo groot mogelijke bouwper- ceelen tegen zoo laag mogelijken prijs om vat. Om misverstand te voorkomen, dee- ien B. en W. hier reeds mede, dat, aange zien winstoogmerken geen element van de gemeentelijke exploitatie zullen behoeven uit te maken, voor de gemeente blijkens de hierna volgende berekeningen, een renda bele exploitatie mogelijk zal zijn. Bouwrijp maken in werk verschaffing. B. en W. achten dus bij de uitvoering van het plan zoo groote gemeentedijke be langen betrokken, dat zij volle vrijheid vinden voor te stellen tot gemeentelijke exploitatie te besluiten. Te verwachten is echter niet, dat het geheele complex on middellijk in exploitatie zal komen, zelfs kan de vraag gesteld worden of, gelet op den zich slechts uiterst langzaam herstel lenden economischen toestand, de eerste jaren wel eenigen grond zal kunnen wor den verkocht. Het zou daarom naar het oordeel van B. en W. niet juist zijn, om thans reeds al aan te koopen gronden bouwrijp te maken, omdat daardoor onnoo- een vrij groot kapitaal zou worden vast gelegd, waarvan de rentabiliteit allerminst vaststaat. Om deze redenen hebben B. en W. ge meend van het volledig bouwrijp maken dezer gronden voorloopig te moeten afzien en hebben zij overwogen of hier, door een begin aan de uitvoering van het bouwrijp maken van het complex te geven, werk voor werkverschaffing zou kunnen wor den gevonden. B. en W. twijfelen er na melijk niet aan, dat de Raad hun oordeel volkomen zal deelen, dat werkverschaffing voor werkloozen uit sociaal en moreel standpunt gezien, verre de veurkeur ver dient boven steunverleening. Het aantal geschikte werkverschaffingsobjecten is in deze omgeving niet groot. Vandaar dat na de beëindiging medio Juli 1935 van de tewerkstelling aan de bebossching van de staatshduinen, alle werkloozen, op een klein aantal na, dat in kleine werkjes wordt te werk gesteld, weder in de steun regeling zijn opgenomen. Het doet B. en W. daarom een groot genoegen, dat zij er thans in geslaagd zijn dit plan tevens dienstbaar te ma ken aan de werkverschaffing, waardoor aan de uitvoering van de eerste wer ken, gedurende ongeveer een half jaar vijftig werkloozen zullen kunnen wor den tewerkgesteld. Geen rijverkeer langs de zee Bij het exploitatie-plan, zooals dat is ontworpen door den ontwerper van het uit breidingsplan, den heer ir. P. Verhagen en door de provinciale commissie voor de uit breidingsplannen reeds voorloopig is goed gekeurd, van welk exploitatieplan een schets hierbij wordt afgedrukt, is ervan uitgegaan, dat aan de zeezijde rij verkeer moet worden geweerd. Daarom is langs het strand alleen een vijf meter breed voetpad over de geheele lengte van het complex, d,i. ongeveer 500 meter ontworpen en is meer landwaarts een rij weg geprojecteerd, parallel aan evenbe- doeld voetpad, met een breedte van 15 me ter. Deze rijweg kan aansluiten aan den z.g. oorlogsweg en kan t.z.t. de verbinding vormen met het noordelijker gelegen Lan- geveld. Het voetpad kan zoo worden aange legd, dat het verkeer het zicht naar de zee vanuit de te bouwen villa's niet zal be lemmeren. Wat betreft de traceering van de wegen, vooral van den zijweg, moet in verband met de terreinsgesteldheid eenige resrve worden voorbehouden. Het is de bedoeling duintoppen en dalen, waar eenigszins mogelijk te bewaren, zoodat ook na de verwezenlijking van het plan een duinterrein overblijft. Een deel van het terrein, ter grootte van 3810 M2, is, zooals uit de schets zal blij ken, gereserveerd voor parkeerterrein. De behoefte hieraan en op deze plaats behoe ven B. en W. niet nader uiteen te zetten. Zooals bekend is, is sedert eenige jaren een deel van dit terrein, dat daartoe van den Staat wordt gepacht, reeds als zoodanig in exploitatie. Van den resteer enden grond is ongeveer 18000 M2. bestemd voor weg en plein, De bebouwing van de Noordduinen. Het vierkant links duidt de vuurtoren aan. Het lichtgrijs gekleurde terrein is bestemd voor bouwgrond (alleen-staande huizen), de donkerder partijen zijn bestemd voor openbaar plantsoen. De witte banen stellen de wegen voor, de hoofdweg splitst zich in twee takken. De bovenste zal (in de toekomst) aansluiten op den „Oorlogsweg",. de onderste geeft toegang tot de golflinks. Onder de watertoren het parkeerterrein. DE BEGRAFENIS VAN DE SLACHTOFFERS. Zaterdagavond heeft onder groote be langstelling te Banda de begrafenis plaats gehad van vier der slachtoffers van het verongelukte marinevliegtuig T. 1. Het stof felijk overschot van reserve-luitenant ter zee van Haften was nog niet gevonden. De begrafenis geschiedde van het vlagge- schip „Sumatra", dat met de „De Ruyter", een divisie torpedoboot jagers, het kabel schip „Zuiderkruis" en twee groepen vlieg tuigen aanwezig was. Van alle schepen en huizen woei de vlag halfstok. Met sloepen werden de kisten, die waren gedekt met de Nederlandsche vlag en de onderscheidingsteekenen der over ledenen, naar den wal gebracht, waar ze werden opgewacht door den commandant der zeemacht, den eskader-commandant, den civiel-gezaghebber van Banda en tal van zee-officieren, onder-officieren en man schappen. Een schat van bloemen dekte de kisten. Aan de groeve sprak de commandant der zeemacht woorden va'n deelneming tot de nabestaanden, terwijl hij dankte voor de plichtsbetrachting, door de gestorven kame raden betoond. Daarna sprak de vlootpredikant ds. Vaan drager en ten slotte de luitenant ter zee van Olm als groepscommandant van de omgeko menen. Te 2 uur 's nachts verliet het eskader de reede van Banda, om den oefentocht in de richting van Soerabaja voort te zetten. Het departement van marine ontving be tuigingen van deelneming van H. M. de Koningin, den gouverneur-generaal, de mi nisters van koloniën en defensie, van den legercommandant en van de marine-com mandant in Nederland. Oorzaak nog niet bekend. Omtrent de oorzaak vaai de ramp van de T. 1 is eenig definitief oordeel nog niet beschikbaar. Het deskundig en-rap port is nog niet te verwachten, aangezien het in eerste instantie aan den comman dant zeemacht zal worden uitgebracht, die thans ter plaatse vertoeft. Overigens worde nog opgemerkt, dat de verbindingen met Neira slechts zeer be perkt zijn. Iste vlieger G. J. Radstaat, 2de vlieger G. van der Hooft, korporaal vliegtulgmak er P. L. Boogert. 11600 M2. voor plantsoen en het restant, ter grootte van 48350 M2. voor bouwgrond. Volgens de voorloopige verkaveling kun nen 31 bouwperceelen worden gevormd die derhalve gemiddeld 1560 M2. groot zullen zijn. De gemeente kan het geheele ter rein, dat een oppervlakte heeft van on geveer 81750 M2. aankoopen voor den door eenige deskundigen in 1934 ge taxeerde waarde van ƒ0.70 per M2. of van ongeveer 57225 in totaal, te ver meerderen met overdrachtskosten en enkele, andere bijkomende kosten, zoo als die van het verplaatsen der tele foonleiding van de kustwacht, waar door de raming in totaal beloopt 61050. Volgens de gespecificeerde raming van den gemeente-architect zullen de verdere kosten bedragen: a. voor grondwerk, rasterwerk en be planting 24840. b. voor straat- en rioolaanleg 57039.50 c. voor dienstleidingen van gas, water en electricteit, inclusief den bouw van een transformatorhuisje 19618.50 d. voor onvoorziene uitgaven 1452. Totaal: 164000.— In deze begrooting zijn evenwel mede opgenomen de kosten van een transforma- torhuisje en aanleg" van hoogspanningsge leidingen, van welke kosten in de hierna volgende kostprijsberekening van den grond slechts 1/3 gedeelte is opgenomen in verband met het feit, dat deze voorzie ningen voor een grootere omgeving van be lang zijn. Om de hierboven uiteengezette redenen zijn B en W. met de commissie van open bare werken van meening, dat deze gehee le aanleg niet direct ter hand moet wor den genomen. Hiertegen verzetten zich naast andere bezwaren, bezwaren van fi- nancieelen aard. Om renteverlies te vermij den, dient de eerste aanleg zoo goed koop mogelijk te worden gehouden. B. en W. stellen voor, om direct na den aankoop van de gronden van den Staat, het plan van bebouwing, zoo als dat in de schets is aangegeven door den aanleg van aarden banen op het terrein te doen uitzetten, waartoe dus het noodige grondwerk moet worden verricht, het rasterwerk te doen aan brengen, zooals dat door het hoog heemraadschap Rijnland wordt voorge schreven, alsmede om de grond door helmbeplanting en bebossching te doen vastleggen. De aldus aangeleg de terreinen kunnen vervolgens wor den opengesteld als wandelplaats Daarna kan worden overgegaan tot den aanleg van een gedeelte hulpstraat met riool en dienstleidingen voor gas, water en electriciteit, inclusief den bouw van het transformatorhuisje, waaraan de behoefte voor de zich in de omgeving uitbreiden de bebouwing al eenige jaren is gevoeld, het voetpad langs den zee en de toegangen naar het strand. Ten slotte zou de verdere aanleg kunnen plaats hebben naarmate de bebouwing vordert. Het eerst bedoelde werk kan in werkver schaffing worden uitgevoerd. De kosten daarvan worden geraamd op ƒ25500, n.l. 5700 aan materialen en 19800 aan ar- heidsloonen. In de „zuivere" werkverschaf- fingsloonen, welke worden geraamd op ƒ17500 heeft minister bereids hubsidie uit hetWerkloos- heidssubs diefonds toegz e g d, aangezien deze subsidie vermoedelijk 81.3 pet. van de arbeidsloonen enz. zal bedra- ren d.i. gemiddeld na ongeveer drie jaren van de gemeente blijven 11272.50. De in tweede instantie bedoelde aanleg van de hulpstraat enz. zal een bedrag van 21500 vorderen. Wanneer aangenomen wordt, dat deze werkzaamheden in vijf ja ren, di. gemiddeld na ongeveer drie jaren zullen worden uitgevoerd, bedraagt de con tante waarde van het daarvoor benoodigde kapitaal, berekend naar 4 pet. rente ƒ19111. De verdere straataanleg zal, zooals wordt aangenomen, in tien jaren, d.i. gemiddeld na ongeveer acht jaren plaats hebben. De daarvoor geraamde aanlegkosten, ad 499950, vertegenwordigen op dezelfde wijze berekend, een contante waarde van ƒ36486. Voegt men hierbij de aankoopkosten 61050, dan wordt de contante prijs van aankoop en bouwrijp maken van het com plex 127919.50, dit is rond 128.000. Wil men dus deze kosten ten volle uit de opbrengst van denverkochtenbouwgrond dea- ke n, dan mo et, aangenomen dat h e t c o m p 1 ex in o n ge v e er 2 0 jaren geheel in exploitatie zal zijn gebracht en dat jaarlijks een twintigste gedeelte van den bouw grond zal worden verkocht, de prijs van dit 1/20 gedeelte gelijk zijn aan de 20-ja- rige 4 pet. annuiteit van 128.000, d.i. 7.3582 pet. van dat bedrag of 9481.50. De prijs van den bouwgrond. Aangezien voor bouwgrond 48560 M.2 be schikbaar is, moet de prijs worden gesteld op rond ƒ3.90. Aangezien het te verwachten is, dat de verkoop van grond in de eerste jaren niet zoo vlot zal gaan als in de latere jaren stellen B. en W. zich voor om, wanneer rente en aflossing van leeningen voor dit plan gedurende de eerste jaren niet uit de opbrengst van den verkochten bouwgrond zouden kunnen worden gekweten, deze ten laste van den^kapitaaldienst te brengen. Het parkeer-terrein. Bij de bpoordeeling van deze begrooting dient men nog voor oogen te houden dat daarin een bedrag is opgenomen van 6080 vor den aanleg van 't parkeerterrein, welk terrein niet uitsluitend voor de nieuwe bouwterreinen van belang is. Vervolgens biedt deze begrooting door een voorzich tige raming nog wel enkele winstmoge lijkheden. In de eerste plaats achten de deskundigen in de commissie van openbare werken en ook de heer Verhagen ver koop van het geheele terrein binnen 15 jaren mogelijk. Voorts is in deze begrooting geen rekening gehou den met een mogelijk rentevoordeel, ont staan doordat de leeningen gesloten door de financiering van deze exploitatie, tegen een lagere rente dan 4 pet. worden geslo ten. B. en W. hebben gemeend hiermede geen rekening te mogen houden, omdat een gedeelte der werken eerst in de toekomst zal worden uitgevoerd, wanneer de rente stand ten opzichte van het thans wel zeer lage niveau weer kan zijn gestegen. Ten slotte zal door de uitvoering van dit plan een aantrekkelijkheid aan de bad plaats worden toegevoegd, door de wan delgelegenheid, welke deze wijk zal bie den, vooral ook als verbinding met de daarachter gelegen staatsbosschen. Dit voordeel valt uiteraard niet in cijfers uit te drukken. WAT IS ER VERLOREN? Een wel Interessante statistiek! Wie wat kwijt geraakt is en meent het in een trein, wachtkamer, op een perron, kortom op reis verloren te hebben, kan zich in verbinding stellen met het Bureau van gevonden voorwerpen der Ned. Spoor wegen te Utrecht, waar nog verscheidene duizende voorwerpen, door reizigers ach tergelaten, liggen, hangen of staan te wachten op hun rechtmatige eigenaars. Hoeveel voorwerpen verloren werden in het derde kwartaal, het reisseizoen bij uit nemendheid? Dat is moeilijk te zeggen. Wel echter is bekend hoeveel voorwerpen gevonden worden: Dit waren er in totaal 21683, tegen 18794 in hetzelfde kwartaal van 1936. Een aanmerkelijke vooruitgang, zal men zeggen of kunnen we misschien beter zeggen „achteruitgang"? Van deze 21683 konden 8550 stuks of on geveer 39 pet., in de eerste dagen na het verlies, reeds door de stations aan de eige naars worden teruggegeven, zoodat 13133 stuks aan de verzamelplaats, de Magazij nen der G. V. te Utrecht terecht kwamen (vorig jaar 11824 stuks). Aan het Bureau G. V. kwamen daarna 7916 schriftelijke aanvragen in (wat een administratie) en konden nog 3535, of circa 26.5 pet. aan de eigenaars worden gezonden. In totaal kwamen 55.5 pet. der in totaal g. v. door de goede zorgen der N. S., weder in het bezit van de eigenaars (vorig jaar 54 pet.) en bleven er dus nog een kleine tiendui zend ter beschikking. Het is wel interessant eens na te gaan, welke voorwerpen alzoo 't meest werden verloren en hoe dat was in 1936. We zien dan dat de hoeden de kroon spannen. Niet minder dan 2352 werden aangebracht, te gen 2116 in 1936. Daarna komen"'de jassen met 1453 stuks (v. j. 1355), vervolgens de handschoenen met 1439 stuks (1409) en pas daarna de paraplu's met 1365 stuks (1329) en ten slotte de tasschen en koffers met 1021 stuks (937). Het aantal wandel stokken (weinigen gebruiken nog een stok!) was slechts 419 (424). Opmerkelijk was dat, behalve de wandelstokken, ook het aantal boeken sterk vèrminderde, dat was nl. slechts 856 tegen 945 in 1936. Pleit dit nu voor of tegen de intelligentie vari lezend Nederland? De lezer moet dit maar zelf uitmaken. Nog zij vermeld dat werden gevonden 525 gouden en zilveren voorwer pen en andere voorwerpen van waarde. Dat men meer en meer de rijwielplaatjes bij zich houdt blijkt uit het feit dat er 53 stuks als gevonden werden aangebracht. Een gevolg dus van overmaat van securi teit. Over het algemeen ziet men dat het, wat de vergeetachtigheid aangaat, er niet be ter op wordt, hetgeen misschien ten deele verband houdt met de opvoering van de snelheid bij de N. S. Ter geruststelling moet hierbij worden aangevoerd, dat het aantal reizigers in het derde kwartaal van dit jaar aanmerkelijk grooter was, dan in dat van 1936. Nemen we aan, dat er in totaal 25000 voorwerpen verloren worden (een deel komt immers niet terecht) en dat 25 mil- lioen reizigers vervoerd werden geduren de het derde kwartaal, dan komen we tot één verloren voorwerp op duizend reizigers hetgeen o.i. niet overmatig veel is. Binnen 8 me ter van auto bus-halten is stilstaan met auto's en andere voer tuigen verbo den, evenals

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5