SKI-SPORT OP DEN DONDERBERG
De avontuurlijke
opdracht
3)e Zcidócha
De Herfstrit van de K.N A.C. is in den nacht van Zaterdag De T. 5, de nieuwste twee-motonge Fokker iuchtkruiser, heeft Zaterdag op
op Zon^9|a°Plehettoe,br^«^in^ yo"9h"efte!.rekhOUden SchiPho1 me< succ" de vlueh' Het toestel In de lucht
Op de Nieuwe Meer werden de zeilwedstrijden om den zilveren Meerbeker
gehouden, waarvan hierboven een typisch snapshot
Het Roode Kruis heett Zaterdag in
de provincies Noord Brabant en Zee
land uitgebreide oefeningen gehouden.
Een kijkje op het stationsemplacement
te Etten-Leur tijdens de verzorging van
een der «gewonden»
Majoor A. Govers van den stat ae'
8jte infanterie brigade te Amersfoort,
is per 1 November a s. benoemd tot
luitenant-kolonel, commandant van het
13de reg- infanterie te Maastricht
De Nederlandsche deelnemers aan het internationaal concours hippique te New York zijn Zater
dag met het s s. «Edam» naar Amerika vertrokken De ruiters met hun paarden vóór het vertrek
De Nederlandsche Ski-Vereeniging is begonnen met haar practische lessen
op den Donderberg te Leersum. Cocosmatten, die per auto aanhangwagen
werden getransporteerd en langs de helling werden uitgerold, deden dienst
als «sneeuw»
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS. X
(Nadruk verboden).
8)
HOOFDSTUK VI.
Niet dikwijls zal iemand op een zoo ver
rassende manier voor een beslissende keu
ze zijn gesteld, als Lindsay Trevor thans.
De man, die den ander de beslissing voor
legde, leunde onverschillig achterover in
zijn stoel en staarde afwezig naar de zol
dering.
Lindsay voelde iets van ongeduld; ge
prikkeldheid bijna.
Ik wil gaarne een heeleboel meer
weten eer ik daarop ja of neen zeg, ver
klaarde hij.
Mr. Smith bleef geruimen tijd onver
stoorbaar naar het plafond turen, vóór hij
sprak.
Toen begon hij op zijn rustigen effen
toon:
De menschheid heeft een tijdperk be
reikt, waarin de ideeën van vooruitgang
in een heftig protest tegen den waanzin
en de misdaad van den oorlog belicha
ming hebben gevonden in verschillende
tractaten en in instellingen als den Vol
kenbond en 't Hof van Internationale Jus
titie.
Zijn stem doofde uit, hy ging iets over
eind zitten in zijn stoel en keek Lindsay
aan, blijkbaar in afwachting hoe die op
zijn theoretische beschouwing, die oogen-
schijnlijk weinig verband hield met het
voorafgaande gesprek zou reageeren.
Maar Lindsay scheen het verband te voe
len.
Het is dus geen nationale aangele
genheid? zei hij.
Neen, internationaal antwoordde mr.
Smith. Vermindert dat uw belangstel
ling?
Lindsay schudde het hoofd.
Mr. Smith vervolgde zijn uiteenzetting
van den internationalen toestand, stelde
de moeilijkheden en problemen der verschl-
lende volken met bewonderenswaardige
helderheid en kennis van zaken in het
licht, en besloot:
Zoo zijn de feiten. In zijn publiek op
treden is ieder verantwoordelijk man in
het openbare leven van welke natie ter we
reld ook van harte vrede en vooruitgang
toegedaan en alles wat vrede en vooruit
gang bevorderen kan. Er is geen enkele
vooraanstaande persoonlijkheid in dit land
of in een dozijn andere landen, die de
wenschelijkheid van den wereldvrede in
het openbaar zou durven ontkennen. Maar
dat neemt niet weg, dat er onder deze lie
den menschen zijn met een dubbel aange
zicht, die in het verborgene heel andere
dingen zeggen en doen als in het publiek.
En wat er precies in het verborgene uit
gebroed wordt, welke aanslagen op den
wereldvrede worden voorbereid daar
omtrent tasten we in het duister. We we
ten het niet en zouden het graag willen
weten.
Hij wachtte even als om zyn woorden op
zyn toehoorder te laten inwerken. Toen:
Er is iets aan den gang en we moeten
weten wat. Wel, bent u „E"? Dat is de
vraag, waar het- in de eerste plaats om
gaat.
Het lag Lindsay op de tong om ja te zeg
gen. Eigenlijk had hij al ja gezegd, door
vanavond hier te komen. Maar er was een
voorzichtige trek in zijn karakter. Mis
schien was het toch beter om zijn ja niet
direct uit te spreken.
Wel, hernam mr. Smith. Hoe zit
het? Ik kan u meer bijzonderheden vertel
len, als u werkelijk ja gezegd hebt.
Lindsay lachte, ondanks zichzelf.
Heb ik niet ja, gezegd, door hier te
komen?
Dus is het ja?
Lindsay knikte.
Dan kunnen we voortgaan, besliste
mr. Smith. We hadden het over D., niet
waar? D. was iemand, die af en toe werk
jes voor den Dienst opknapte Toen C. zich
terugtrok, was D. in Parijs. Hij schreef en
gaf waardevolle informatie. Zijn brief ein
digde met de mededeeling, dat hij wist, dat
C. een bepaald persoon geschaduwd had
en stelde voor hèm de opdracht verder
in handen te geven. Hij scheen kennis ge
maakt te hebben met dien persoon en was
van meening, dat hij een nuttig gebruik
van de relatie zou kunnen maken. Na eeni-
ge aarzeling werd hem gezegd, dat hij
zijn rapporten bij den Dienst kon inleve-
Dat was ongeveer twee maanden ge
leden. Hij rapporteerde niets van eenig
belang. Maar voor drie weken gebeurde
er iets bijzonders. De betrekking van se
cretaris van den persoon, die hij in het
oog hield, werd hem aangeboden. U moet
namelijk begrijpen, dat hij de rol speelde
van een jongeman van goede familie, die
niets doet of te doen heeft, eeuwig op
zwart zaad zit en toch kans ziet een hee
renleventje te leiden en in de mondaine ge
legenheden te verkeeren. De man, die hem
de betrekking aanbood, drong hem die let
terlijk op. Hij schreef of hij moest accep-
teeeren en ontving order dat te doen. Tien
dagen later werd hij door zijn patroon voor
zaken naar Engeland gestuurd en kreeg
een auto-ongeluk. De verwondingen die hij
opliep, waren niet noemenswaardig, maar
of het tengevolge van den schok was kan
ik niet zeggen er werd een heftige, al-
geheele zenuwinzinking bij hem geconsta
teerd. Wij vertrouwden hem aan de zorg
van een speciale verpleegster toe, een da
me, die vaker discrete gevallen op zich
neemt. Haar mededeelingen waren in hoo-
ge mate verontrustend De man leed aan
angsthallucinaties, 's Nachts werd hij gil
lend waker en zei dan dat hij dacht dat
ze hem te pakken hadden. Hij praatte in
zijn slaap. U zult de notities zien, die de
verpleegster gemaakt heeft; ze had op
dracht, alles op te schrijven wat hij zei.
De conclusie waartoe wij kwamen was,
dat ze D. al te pakken hadden, dat ze zijn
relatie met den Geheimen Dienst hadden
ontdekt, maar we kunnen niet uitmaken,
of dat gebeurd is vóór hem de betrekking
werd aangeboden of naderhand.
Mr. Smith maakte een illustratief hand
gebaar.
U ziet, hoe belangrijk dat is. Wanneer
ze hem al dóór hadden voor hij als secre
taris werd aangesteld, hebben ze hem
waarschijnlijk genomen om door middel
van hem den Dienst op een dwaalspoor te
brengen. Zyn ze er echter later pas achter
gekomen, dan hebben ze een geweldig
risico genomen, waarvoor ze wel een bui
tengewoon sterk motief moeten hebben.
Ja, dat is duidelijk, stemde Lindsay
toe.
D. van zyn kant, ontkent natuurlijk
met den meesten nadruk, dat hij zich in de
kaart heeft laten kijken. Maar het staat
vast, dat hij bevreesd is voor zijn leven. Hij
weet iets en 't zou hem 'n lief ding waard
zijn om het niet te wetenhij zweet al van
benauwdheid als je naar hem kijkt. Hij zit
onbeschrijfelijk in de penarie en als
iemand hem uit al deze narigheid haalde
en hem, zeg in Australië kon neerplanten,
zou hij hem op zijn bloote knieën danken.
Er viel even een stilte, maar Lindsay
scheen niets te zeggen te hebben.
Dit wat D. betreft, besloot mr. Smith.
We willen, dat u zijn plaats inneemt.
Lindsay zei nog niets.
Dat u zijn plaats ineemt, herhaalde
mr. Smith, in zyn schoenen stapt, zijn
kleeren draagt en de intelligente secretaris
bent, dien ze ontmaskerd hebben.
De klinkklare onmogelijkheid van het
voorstel trof Lindsay als een slag.
U bedoelt toch niet?
Het spijt me, maar ik bedoel het wel,
viel mr. Smith droog in
Ik denk, dat ik een klein stukje fami
liegeschiedenis moet oprakelen. Het heeft
indertijd geen haartje gescheeld of u was
van Harrow weggejaagd, nietwaar?
Lindsay staarde hem aan.
Dat heeft Jack u waarschijnlijk ver
teld.
(Wordt vervolgd).