BINNENLAND
ZONDAGSGLAD
avontuurlijke
opdracht
MAANDAG 18 OCTOBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
OERDE BLAD-PAG. II
Buitenlandsclie Berichten
DE ONTPLOFFING IN ALABAMA.
In totaal 34 dooden.
Het aantal slachtoffers dat bij de ont
ploffing in de mijn Mulga te Birmingham
(Alabama) om het leven is gekomen, is
tot 34 gestegen.
De ontploffing is de derde ramp van
dezen aard, die zich in deze mijn heeft
voorgedaan. In April 1910 waren er 39
dooden te betreuren en in October 1914
17 dooden. Het federale bureau heeft een
onderzoek naar de oorzaken van het on
geluk doen instellen.
AARDBEVING IN JAPAN.
Zondagmiddag werd in Midden- en
Noord-Japan een aardbeving waargeno
men. Het epicentrum lag ongeveer 120
kilometer ten Zuidoosten van Tokio. Tot
nu toe is nog geen melding gemaakt van
ernstige schade of van slachtoffers.
STORM LANGS DE TURKSCHE KUST.
Langs de Turksche kusten heeft een
zware storm gewoed. Vele scheepsram
pen worden gemeld, vooral van de Zwar
te Zee. De passagiersdiensten zijn geheel
verbroken. Verscheidene zeilschepen zijn
vergaan. Op vele plaatsen in Turkije is
het treinverkeer gestaakt wegens den
hevigen regenval.
In de Bosporus wacht een geheele
vloot buitenlandsche schepen op kalmer
weer om naar de Zwarte Zee op te varen.
De spoorlijn naar Ankara, welke langs
het Sapanca-meer loopt, is over een leng
te van 400 meter weggespoeld. Het spoor
wegverkeer is onderbroken.
DEENSCH ZENDELING BEVRIJD.
Uit Moekden wordt gemeld: Zaterdag
avond zijn twee Japansche detachemen
ten, welke optreden tegen de bandieten,
er in- geslaagd den 71-jarigen Deenschen
zendeling Boyil, die op 1 September door
Chineesche bandieten was ontvoerd, te
bevrijden.
FRAAIE TOESTANDEN.
Uit Providence, (Rhode Island) wordt
gemeld: In de buurt van de renbaan Nar-
ragansett is de staat van beleg afgekon
digd.
De gouverneur heeft besloten den di
recteur van het park Narrangansett, die
gangsters en andere boosdoeners zou
hebben aangemoedigd de paardenrennen
te bezoeken, te verwijderen. Honderd
manschappen der nationale garde pa
trouilleeren in de buurt van Narrangan
sett en laten niemand door. Het herfst
seizoen, dat thans zou beginnen, zal wor
den afgelast.
HET DRIJVENDE POOLSTATÏON.
Het drijvende Noordpoolstation heeft
medegedeeld, dat het hedennacht te één
uur lag op 84 graden 42 minuten Noor
derbreedte en 6 graden 30 minuten Oos
terlengte. Er woedde een hevige sneeuw
storm en de temperatuur bedroeg 17 gra
den onder het vriespunt.
DE STEUN EN DE ZEVEN GROOTE
GEMEENTEN
Meer B steun ware beter dan de spaar
regeling
De Rotterdamsche wethouder R. v. Dijk,
heert in een persconferentie ald-js het
„Volk" nadere mededeelingen gedaan
«ver de conferentie tusschen de vertegen
woordigers der zeven grootste gemeenten
en den minister van Sociale Zaken. Deze
conferentie heeft, naar wij reeds meldden,
geloi-pen over de brandstoffentoeslag, cle
spaarrege'h.g en de extra-bijslag voor in-
won'ende oudere kinderen.
Ten aanzien van de brandstoffenregeling
stelden ie wethouders zich unanitm op
het standpunt, dat de duur der versrrek-
king als te kort moest worden besch uwd.
Zii drongen er daarom bij den minister op
aan .ieze regeling aldus te wijz.gen, dat
deze tnSiag niet zooais tot o'uaverro van
brgin November tot eind Maart, di.eh van
15 Oclooei tot 15 April zal worden ver-
stiekt. In vr-rband met de prysotijging der
brandstoffen werd er tevens op aange-
dongen, liet bedrag van deze toes'ag, dat
tl ans 1 per weex bedraagt, met 25 pet
to verheugen. De minister heeft toegezegd
kennis te zullen nemen van de gegevens,
aie hem daaromtrent uit deze gemeenteen
Zaterdag zijn verstrekt.
Ten opzichte van de spaarregeling
waren de vertegenwoordigers der ze
ven gemeentebesturen eenstemmig van
oordeel, dat het beter ware geweest aan
de B-steunregeling een uitbreiding te
geven in dezen zin, dat de regeering
een ruimer bedrag als aanvullenden
steun ter beschikking van de gemeenten
zou hebben gesteld. De vorige nr vs-
ter van Sociale Zaken is in dit op
zicht re-ils voorgegaan daar naast het
bedrag, dat op grond van de oude re
geling ter beschikking werd gesteld en
dat door een gelijken som uit de kas
der gemeenten moest worden aange
vuld, een extra-bijdrage zonder supple
tie der gemeente te verstrekken. De
wethouders waren van meening, dat
door de thans aangekondigde spaar
regeling geen betere voorziening wordt
beriekt. De minister hield echter vast
aan zijn standpunt dat de ontworpen
spaarregeling dient te worden uitge
voerd.
Tenslotte hebben de gemeentelijke ver
tegenwoordigers inzake de gewijzigde re
geling van de gezinstoeslag den minister
concrete voorstellen overhandigd, die de
s1 rekking hebben aan de door den minis
ter. aangekondigde regeling uitbreiding te
geven. Minister Romme zegde toe deze
voorstellen in studie te zullen nemen.
STAATSCOMMISSIE VOOR
VACCINATIEPROBLEEM?
Voorloopig nog verlenging der
tijdelijke maatregelen
Ingediend is een wetsontwerp houdende
verlenging van den geldigheidsduur van
lijdelijke bepalingen betreffendg de vac
cinatie.
De aanleiding tbt de na 1928 steeds her
haalde opschorsing van den vroeger be-
staanden indirecten vaccinatieplicht mag
geacht worden bekend te zijn.
Met zijn ambtsvoorganger is de minister
van oordeel, dat het principieel aan de orde
stellen van het vaccinatieprobleem noodza
kelijk is. Hij meent intusschen, dat hierme
de een begin moet worden gemaakt door
de instelling van een staatscommissie, aan
welke wordt opgedragen te onderzoeken:
1. of het wenschelijk is de bestaande be
palingen betreffende den vaccinatieplicht,
waarvan de werking is opgeschort, hetzij
terstond, hetzij geleidelijk weder in wer
king te doen treden, en, zoo deze vraag
ontkennend wordt beantwoord,
2. of het wenschelijk is deze bepalingen
te doen vervallen, zonder dat tot eenige
nieuwe regeling van de vaccinatie wordt
overgegaan, dan wel
3. of het wenschelijk is ten aanzien van
de vaccinatie een nieuwe regeling te tref
fen, en, zoo ja, hoe zij behoort te luiden.
In verband met het vorenstaande acht
de minister van Sociale Zaken het noodza
kelijk een opschorsting van de bepalingen
der besmettelijke ziektewet betreffende de
vaccinatie voor den duur van twee jaren
voor te stellen.
HEFFING OP BOTER
De heffing op beter is voor de week van
17 tot en met 23 October, behoudens tus-
schentijdsche wijzigng, vastgesteld op 40
cent per k.g.
DE N. N. B.
De nieuwste politieke partij, die luistert
naar den naam „Nederlandsche Nationalis
tische Beweging" deelt in een nadere cir
culaire mede, dat zij niet van plan is haar
concurrent de N. S. B. te bestrijden.
De toekomstige „leider" die zich
eerst nog schuil hield, treedt nu achter de
schermen uit. Wy lezen er het volgende
over in bedoeld rondschrijven:
„Onze beweging zal haar leider kiezen,
daar de oprichters de meaning zijn toege
daan dat een leider zich niet als zoodanig
kan opwerpen, doch uit di beweging zelf
komen .noet.
De leider zal echter niet als een dictator
kunnen optreden, daar hij alleen de be
sluiten van een Directorium zal moeten
uitvoeren.
De leiding der beweging zal dan ook in
hoofdzaak berusten bij een Directorium,
bestaande uit 5 leden of meer der bewe
ging, al naar gelang dit noodig zal geoor
deeld worden, en welke ieder op hun ge
bied ter zake deskundig zullen zijn.
Zoolang dit Directorium nog niet offi
cieel werkzaam is, zal de Alg. Secretaris-
Propagandaleider J. A. Bruurs te Amster
dam de leiding der beweging op zich ne
men."
BEDIENDEN-CONGRES VOOR
HERSTEL EN OPBOUW
Goedgeslaagde bijeenkomsten te Amster
dam en Rotterdam
Te Amsterdam en Rotterdam hebben Za
terdagmiddag de Ned. R.K. Bond van Han
dels-, Kantoor- en Winkelbedienden „St.
Frannciscus van Assisië" en de Ned. Ver-
eeniging van Christelijke Kantoor- en
Handelsbedienden een gemeenschappelijk
congres belegd, dat als thema genomen
had: „Wat er in de worsteling onzer dagen
wordt opgebouwd aan bedrijfsorganisatie,
aan ordening en aan alles wat zich daarom
heen groepeert of daar verband mee houdt,
zal dat eenigszins overeenkomstig onze
christelijke levensovertuiging zijn en wel
ke beteekenis heeft dat alles'voor de be
dienden?"
Te Amsterdam werd de bijeenkomst ge
houden in de groote zaal van het A.M.V.J.-
gebouw, onder leiding van den voorzitter
van „St. Franciscus van Assisië", den heer
A. Cornelis.
Het woord werd gevoerd door prof. dr.
J. A. Veraart, hoogleeraar aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft. Prof. Veraart
constateerde een twijfelzieken geest, op
geroepen door de tijdsomstandigheden. Het
is moeilijk zich los te maken van de we
reld-wanorde, doch dit neemt den plicht
om te werken, zoolang het dag is, niet van
ens weg. In Godsvertrouwen hebben wij
den tijd door te brengen en, losgemaakt
van de sensaties der wereld, moeten wij
in bescheidenheid werken aan de vesti
ging van het rijk Gods. Er moet een actief
Christendom worden geplaatst in de so
ciale wetenschap en in cfe sociale praktijk.
Er is op internationaal sociaal-econo
misch terrein een reactie waarneembaar en
in vergelijking met vroegere perioden heb
ben wij iets gewonnen, namelijk de rusti
ge kracht van de katholieke en christelijke
arbeidersorganisaties. Die verandering ten
Weekabonné's, die geabonneerd zijn op
het Zondagsblad, worden er aan berinnerd,
dat dit vanaf heden ad 50 cent betaald
moet worden.
goede is verrassend en dwingt eerbied af.
Met de grootste bedachtzaamheid volgen
de werknemersorganisaties het huidige ver
loop en die bedachtzaamheid heeft ook in
vloed op de werkgeversorganisaties, zoodat
men kan vaststellen in hoeveel beteren geest
in groote bedrijfscomplexen, na gezamen
lijk overleg, dingen tot stand komen. Het
ordeningsstelsel dat bereikt moet worden
heeft echter noodig de geestelijke weer-
baarmaking van ons .volk, en die kan
slechts bereikt worden door toewijding van
ieder en van allen gezamenlijk.
De werknemers moeten geestelijk en
economisch gebonden worden aan het pro
ductie-systeem.
De arbeider moet het bedrijf, complex
van ondernemingen, zien als zijn bedrijf.
Voor een nieuwe maatschappij hebben
wij thans de bouwsteenen: de organisaties.
Doch zij die zich niet organiseeren zijn oor
zaak dat het gebouw niet kan worden op
gericht.
De wet op de arbeidsovereennkomst van
1907 zou niet veel veranderd behoeven te
worden om 75 pet. van de huidige eischen
in te willigen. Wanneer dat niet gebeurt,
komt het omdat men niet wil en niet om
dat het niet kan. Sluit u derhalve aaneen
en bewaar uw prachtige vakorgansatie.
Maak ze sterk opdat ge geen passief chris
tendom behoeft te belijden. Vuurt ze aan
van binnenuit, stuwt uw leiders op, zoo
dat er een maatschappij kome, waarin het
Christendom kan ademen en ieder het
zijne bijdraagt om Gods rijk te vestigen.
Na de hartelijk toegejuichte rede van
piof. Veraart, volgde een toespraak van
den heer F. P. Fuykschot, secretaris der
Ned. Verg. van Christelijke Kantoor- en
Handelsbedienden. De heer Fuykschot zei-
de o.a. dat de organisaties van werkgevers
en werknemers elkander moeten vinden.
Alleen langs dien weg is een organische
opbouw van het bedrijfsleven mogelijk. Op
het breedere terrein van de economische
ordening eischen de bedienden hun plaats
op. De scheiding tusschen het sociale en
het economische erkennen zij niet. Op het
laatstgenoemde terrein heeft de vakorga
nisatie een taak en die taak kan zij slechts
volbrengen, wanneer iedereen meewerkt
en niet besmet blijft door den geest van
het individualisme. Steeds moet men daar
om de collega's wijzen op hun christen
plicht en onvermoeid strijden tegen het in
dividualisme door propaganda voor de or
ganisatie.
Na de redevoeringen was er gelegenheid
tot vragen stellen, waarvan eenige con
gressisten gebruik maakten.
De goedgeslaafde bijeenkomst werd i.m.
bygewoond door den heer de Jong, voor
zitter van het Christelijk Vakverbond, het
Tweede Kamerlid W. Steinmetz en de hee-
ren J. A. Schutte en Kuyper van hetR.K.
Werkliedenverbond.
In de groote zaal van de Diergaarde te
Rotterdam, waar eveneens gecongresseerd
werd, voerde prof. mr. P. S. Gerbrandy,
hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam, het woord, terwijl ook de se-
cietaris van den R.K. Bond van Handels-,
Kantoor- en Winkelbedienden „St. Fran
ciscus van Assisië, de heer A. Boersma Jr.,
een rede hield.
De heer Boersma wéés er op, dat dit ge
zamenlijk optreden van twee organisaties
in twee groote steden ten doel heeft, mas
sale aansluiting te bewerken bij den vak
bond, waarin de bedienden naar hun be-
sel thuis hooren.
Vele werkgevers, helaas ook van katho
lieken of christelijken huize, nemen de de
machtskwestie en den deplorabelen toe
stand der arbeidsmarkt tot richtsnoer bij
het vaststellen van de salarieering en de
rechtspositie der hoofdarbeiders.
Met een opwekking tot propagandistische
activiteit onder de ongeorganiseerden en
tot voortdurende strijdbaarheid, besloot de
heer Boersma zijn rede.
DE INTERNATIONALE KAPPERS- EN
PARFUMERIETENTOONSTELLING
GEOPEND.
Het internationale kapconcours begonnen.
In de Apollohal te Amsterdam, is Zon
dagmiddag de groote internationale kap
pers- en parfumerietentoonstelling, waar
aan het grootste internationale kapcon
cours, ooit in Nederland gehouden, is
verbonden, geopend.
De opening geschiedde in de bovenzaal
van het Apollo-paviljoen en werd o.a. bij
gewoond door den secretaris van de Fran-
sche handelsvertegenwoordiging in ons
land, den heer Aimard.
De secretaris van de vereeniging van fa
brikanten, importeurs, en agenten in het
kappers en parfumeriebedrijf, de F. I. G.
A., de heer K. R. van Staal, die tevens or
ganisator van deze tentoonstelling is, heet
te de aanwezigen welkom, noemde het
een verheugend verschijnsel dat onder de
kappers in ons land de eenheid zoodanig
was gegroeid dat een manifestatie als deze
mogelijk was.
Vervolgens was het woord aan den wet
houder van onderwijs en kunstzaken, den
heer E. Boekman, die meende dat het feit,
dat men hier had uitgenoodigd in zijn kwa
liteit van wethouder zoowel van onderwijs
als van kunstzaken een diepere beteeke
nis had. Hij leidde eruit af, dat men het
kapperswerk inderdaad als een schoone
kunst moet beschouwen. Toen enkele tien
tallen jaren geleden vele kappers dachten
dat het veiligheidsscheermes, waarmee de
mannen zich zelf gingen scheren, de on
dergang van het bedrijf zou beteekenen,
hebben de dames het kappersbedrijf tot
nieuwen economischen bloei gebracht.
Wat de tweede kwaliteit betreft, waarin
spr. hier is, er is tegenwoordig een alge-
meene roep tot verbetering van het vak
onderwijs en in elk vak wenscht men kwa
liteitsonder wijs. Het meest aantrekkelijke
in de organisatie van deze tentoonstelling
is dan ook voor spr. het bewuste streven
in kapperskringen om het vakpeil op te
voeren.
Nadat het Wilhelmus gespeeld was voer
den nog het woord de heer Henskens, voor
zitter, en de heer Hollinga, secretaris van
het uitvoerend comité, en werden de volks
liederen van de deelnemende landen ge
speeld en staande aangehoord.
De voorzitter van de Federation Interna
tionale des Coiffeurs de Dames, de heer
Neumester uit Keulen, sprak waardee-
rende woorden voor het hier verrichte
werk en gaf daaraan uiting door de hee-
ren T. Hollinga en K. R. van Staal het
gouden kruis van verdienste der interna
tionale organisatie op de borst te spelden.
Nadat nog een vertegenwoordiger der
Duitsche vakgenooten het woord had ge
voerd begaf het gezelschap zich naar de
tentoonstellingszaal, die te ruim half twee
voor het publiek werd opgesteld.
Het kapconcours.
Tegen twee uur begon op de beide groo
te podium het kapconcours. Op het eene
podium werkten de internationale groot
meesters, die grootendeels hun eigen man
nequins hebben meegebracht. Echter ne
men ook verscheidene Nederlandsche kap
pers aan het concours in de internationale
klasse deel. Het tweede podium is geheel
voor Nederlandsche coiffeurs bestemd.
De be(langstelling, zoowel voor de stand
als vooral voor de beide podiums ls zeer
groot.
Tegen kwart voor vier werd de toeloop
zoo groot, dat het bestuur de deuren der
tentoonstelling voor het publiek moest
sluiten en pas een ruim half uur later
nieuwe bezoekers kon toelaten.
De uitslagen van het middagconcours
luiden:
Moderne coiffure ijzergolf (tijd 50 min.):
Internationaal concours: le prijs P. Nies-
wandt, Berlijn; 2e prijs H. Borremann,
Dortmund; 3e prijs M. Leyger, Rotterdam;
4de prijs A. Glorie, Brussel; 5e prijs H. Ma-
schelein, Brussel.
Nationaal concours: le prijs C. Duller,
IJmuiden; 2e prijs I. Koelber, Amsterdam;
3e prijs D. Hollinga, Den Haag; 4e prijs A.
Eindhoven, Utrecht, en 5e prijs J. B. Vis
ser, Utrecht.
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
7)
Kolonel Garratt was van meening, dat
U ook nog wel over andere eigenschappen
beschikte. Hij is een goed beoordeelaar.
Hij vroeg speciaal om u en u hebt twee
jaar na den wapenstilstand onder zijn lei
ding gewerkt.
Dat is al weer lang geleden.
Zijn uw talen een beetje roestig ge
worden?
Lindsay kon niet naar waarheid zeggen,
dat dit het geval was. Daarom zei hij niets.
Mr. Smith begon eensklaps Duitsch te
spreken.
De reden, dat ik u gevraagd heb, van
avond hier te komen, is van hoogst ernsti-
gen aard.
Dat kan ik me voorstellen.
Lindsay antwoordde in dezelfe taal.
Maar ik zou eerst graag uw talenken
nis op de proef stellen, ging mr. Smith
voort. Daar op tafel ligt de „Times"
van vanavond. Wilt u probeeren een
vloeiende vertaling te geven van het eer
ste hoofdartikel?
In het Duitsch?
Ja, ja. Dat wil zeggen éérst In
het Duitschl.
Lindsay, haalde de krant en begon. Mr.
Smith tuurde naar het plafond. Toen Lind
say ongeveer een derde van een kolom
had gelezen, liet hij hem ophouden.
Nu in het Fransch, alstublieft.
Lindsay herhaalde dezelfde passage. Het
ging heel gemakkelijk en vlot.
Italiaansch, verzocht de kwijnende
stem. toen Lindsay aan dezelfde passage
kwam.
Ik zou niet voor een Italiaan kunnen
doorgaan.
Hij bewees dit, door een aarzelende,
stroeve overzetting.
Spaansch? vroeg mr. Smith.
Een mondjevol, meer niet.
Nog andere talen?
Ik kan Russisch lezen en verstaan, en
het voldoende spreken om me er mee te
helpen. Maar in Rusland voor een Rus
doorgaan, is geen sprake van.
Maar wel voor een Duitscher In
Duitsehland?
Dat heb ik ten minste gedaan.
Dus toen uw leven er mee gemoeid
was wél. En in Frankrijk? Zoudt u daar den
indruk kunnen maken van een, geboren
Franschman?
Niet van een beschaafd Franschman.
Ik kan een -Zuidelijk dialect spreken, dat
in het Noorden geen verdenking zou wek
ken, en ik vermoed dat ze mij in het Zui
den als een Breton zouden accepteeren.
Daj is een hobby van me.
Een heel bruikbare en doelmatige
hobby, meende mr. Smith.
Toen verviel hij in zwijgen.
Lindsay brak zich het hoofd over'de
vraag, waarop dit alles zou uitdraaien. Hij
had opwindende tijden beleefd met kolo
nel Garratt en de gedachte om uit zijn
tegenwoordige omstandigheden op de zij
paden van het avontuur te stappen, was
ongetwijfeld verleidelijk. Maar onder deze
aantrekkelijke oppervlakte, liep een on
derstroom van gevaar dat zijn intuitie
hem in den trein al gezégd. En vanavond
werd het hem steeds duidelijker, dat het
iets van wanhopigen, ja gruwelijken ernst
moest zijn.
Eindelijk verbrak ^e oude heer het zwij
gen.
Toen ik u vroeg, of u voor uw vader
land wilde sterven, maakte ik geen grapje.
Wilt u mij niet zonder omwegen zeg
gen, wat u van mij verlangt? pareerde
Lindsay.
Dat is een beetje moeilijk in dit sta
dium van ons gesprek.
En waarom wendt u zich juist tot mij?
vervolgde Lindsay. Als ik ooit ervaring
in deze dingen bezeten heb, dan ls die nu
tien jaar oud en dus wel eenigszins uit den
tijd. Ik ben inmiddels een vreedzaam,
rustig uitgever geworden. Wat mankeert
er aan de mannén, die tegenwoordig in
dit werk betrokken zijn?
De meestén van hen zijn te bekend,
was het antwoord. Hij keek Lindsay strak
aan. Dat is 'n hoogst belangrijke factor.
De toon waarop deze woorden gezegd
werden, verried een diepere beteekenis.
Waar gaat het om? vroeg Lindsay.
Direct, weerde mr. Smith af. La
ten we een hypothetisch geval nemen. Er
zijn verdachte omstandigheden, op zichzelf
beschouwd misschien kleinigheden, maar
ze hoopen zich op en dat geeft te den
ken. In den gewonen dagelijkschen loop
van dienst krijgt A. opdracht nasporingen
te doen en rapporten uit te brengen. Hij
rapporteert, dat hij niets ontdekt heeft.
Dan komt er bericht, dat hij op het punt
staat iets te vinden. Daarop rapporteert
hij heelemaal niet meer.
Waarom niet?
Dat vraagt de dienst ook. Die krijgt
geen antwoord, - van A. Verscheidene
maanden naderhand druppelt een ge
rucht door, dat de vrouw van A die
bekend stond als een trouwe en toe_ge-
wyde echtgenoote, plotseling in Peru" is
opgedoken en daar opnieuw is getrouwd
Haar man moet ontzaggelijk rijk zijn. Zijn
haar is zwart, terwijl A's naren donker
blond tot lichtbruin waren. Maar voor een
schatrijk man is de prijs van een goede
haarverf niet onoverkomelijk. Dit wat A.
betreft.
Mr. Smith lag nu achterover, tegen het
versleten leer van zijn stoel, één arm uit-
gestrekt en de andere rustend op de leu
ning. En dat brengt nns op B. sprak hij
verder; een man van heel ander type:
niet zoo schrander, maar degelijker. Eerst
staat hij voor een blinden muur en toont
zich heel ontmoedigd. Later komt hij tot
de conclusie, dat de heele zaak het naja
gen van een hersenschim is. Hij schrijft,
dat en hij zegt het. Dan verdwijnt hij.
Mr. Smith wachtte even. Hij verdwynt
niet naar Peru, maar in de rivier.
Maar, waarom, als hij niets ontdekt
had?
De Dienst stelde ook in dit geval
eveneens de vraag. B. was niet getrouwd
maar had een meisje. B. komt bij haar op
den avond, dat hij verdwijnt. Ze hadden
afgesproken naar de bioscoop te gaan,
maar hij komt haar vertellen, dat hij ver
hinderd is. Zij- is boos en om haar over
haar teleurstelling heen te helpen, zegt hij:
Wanneer je wist, waarom ik niet mee-
kan, zou je net zoo blij zijn als ik. Als ik
dit klaarspeel zullen we direct kunnen
trouwen. Het zal een pluim op m'n hoed
zyn van je-welste! Dat was wat met B.
gebeurde. C. kwam bij den Dienst terug
en beweerde, dat hij niets ontdekken kon.
Ik geloof niet, dat hij de waarheid sprak.
Toen werd de zaak in handen van D. ge
steld
Hij brak af. Lindsay zei niets.
Mr. Smith zei niets.
Eindelijk begon hij weer te spreken, heel
onverwacht.
De vraag is - moet ik u van D.'s lit
gevallen vertellen of niet.
Dat staat aan u om te beslissen.
Niet heelemaal. U vergist zich in dit
opzicht. Want het heeft geen zin D's ge
schiedenis te vertellen, die doet niets ter
zake. tenzij
Weer liet mr. Smith zijn woorden af
knappen.
Tenzij? drong Lindsay.
Tenzij u E. bent.
VOOR VERVOLG ZIE OMMEZIJDE.
PAG. 12.