Leiden's Stadhuis herrijst
Geraamte van beton en
ifzer wacht op bekleedlaig
BUITENLAND
Engelands geduld
bijna uitgeput
ZATERDAG 16 OCTOBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
Voltooiing over anderhalf jaar?
Het is alwaar ruim een jaar geleden, dat
wij de uitnoodiging ontvingen, om de werk
zaamheden aan het nieuwe Stadhuis
voorzoover ze toen gevorderd waren in
oogenschouw te nemen. De onderbouw, de
fundeering en de kelders, waren toen ge
reed. De aanbesteding van den bovenbouw
had juist plaats gehad en ons werd in
groote lijnen geschetst, hoe het beton-
frame op de fundeering zou worden op
getrokken. „Wanneer dat klaar ls, zal men
de geheele opzet van het gebouw en z'n
constructie voor zich kunnen zien".
Het jaar, dat de firma Wernink kreeg
toegewezen om het skelet van gewapend
beton neer te zetten, is thans voorbij en het
geraamte van Leiden's nieuwe Stadhuis
staat- er.
De vlag op den toren heeft eenige dagen
geleden de bevolking reeds de heugelijke
tijding gebracht, dat het laatste stuk de
toren voltooid was en sindsdien is de
stijger om den toren verdwenen en staat
het dorre geraamte daar, zwart en doodsch,
wachtend op de levenwekkende beklee
ding.
De verwachting, dat men reeds in het
voorjaar van 1937 met de bekleeding zou
kunnen beginnen, is niet in vervulling ge
gaan. Het beton moet n.l. bestreken wor
den met een bitumeuse verflaag het
zwarte goedje, dat men nu overal op de
betonconstructie zien kan en de practijk
wees uit, dat men dat beter tot het eind
bewaren kon. Om spatten van deze vieze
substantie op de besmettelijke natuursteen
te voorkomen, bleek het beter, z'n onge
duld wat te bedwingen en af te wachten,
totdat de betonwerkzaamheden geheel
voltooid waren.
Binnenkort zal de afbouw evenwel wor
den aanbesteed en de aanbestedingen van
het binnenwerk, alsmede van de inrichting
zullen dezer, afbouw op den" voet volgen.
De afbouw alleen .de steenen beklee
ding dus zal vermoedelijk nog 1 Ya jaar
in beslag nemen. Maar wanneer dat klaar
is, zal de geheele voltooiing ook niet lang
meer op zich' laten wachten, omdat met
het binnenwerk en met de inrichting niet
gewacht behoeft te worden totdat de be
kleeding in z'n geheel af is.
Het vermoeden is gerechtvaardigd,
dat het geheele gebouw alles inbe
grepen in den loop van het jaar
1939 gereed zal zijn.
Dan zal Leiden weer een Stadhuis heb
ben, dat de stad waardig zal zijn en naar
wij hopen voor eeuwen de bewondering
zal afdwingen van allen, burgers zoowel
als vreemdelingen.
De toren.
Op het oogenblik staart de Leidenaar
met meer verwondering dan bewondering
naar het vreemde bouwsel van den toren,
dat zich, ontdaan van z'n stellages, in zwar
te naaktheid aan zijn oog vertoont. Het is
evenwel nog voorbarig om nu reeds een
oordeel te vellen. De constructie staat er
wel, maar dat is de toren nog niet. Even
min als men uit het geraamte van een
mensch de schoonheid van zijn gestalte
mag afleiden, geeft het betori-skelet een
volledig beeld van het aanzien van den
tc ren.
Vooreerst komt er nog een baksteenen
bekleedsel om de onderschacht, welke aan
al de vier zijden een halve meter dik om
het skelet wordt gelegd, zoodat het bene-
denstuk van den toren een meter breeder
wordt. Dat geeft een heel ander aspect aan
het bouwwerk en maakt de bovenbouw
slanker. Voorts worden de geledingen
meer geaccentueerd, bijv. doordat er een
achthoekige trans zal worden aangebracht
ter hoogte van de thans naar alle kanten
uitstekende stoppelbaard van ijzeren sta
ken, welke trans nog 90 c.M. zal uitsteken
buiten de onderschacht. De bovendeelen
zullen afwisselend met baksteen en Ober-
kirchener zandsteen worden bekleed, wat
den toren een vriendelijker aanzien zal
geven, vooral wanneer het uurwerk zal
zijn aangebracht en het carillon in de
klokkenkamer zal hangen. En tenslotte
moeten nog de spits en de traditioneele
peer, beide van koper, met het „haantje"
er boven op, de bekroning van den toren
vormen en dan pas zal men een vergelij
king kunnen maken met den ouden ran
ken toren, zooals die voortleeft in de her
innering.
Toch is het concept van architect Blauw
vrij sterk afwijkend van den vroegeren af-
eebranden toren.
In de nieuwe constructie is het prototype
te herkennen van den echten Hollandschen
toren, maar de uitwerking is geheel en al
modern. Het belangrijkste verschil met den
ouden toren ziet architect Blauw in de veel
betere constructie. Was de oude toren van
hout en met leisteen afgedekt, deze toren
is van beton en steen. Het aantal geledin
gen is hetzelfde en dat wekt vanzelf remi
niscenties aan het vroegere bouwwerk. De
nieuwe klokkenkamer is evenwel hooger,
waardoor het klokkenspel een moderne
opstelling kan krijgen, maar als gevolg
daarvan moest het gedeelte, dat zich vlak
bov^n den trans bevindt, iets verzwaard
worden.
Op de teekening laat de nieuwe toren
een zeer fraaie en slanke lijn zien en vor
men de details een goed geslaagde verbin
ding van het oude met het nieuwe gedeelte.
De windwijzer is een getrouwe copy van
den vroegeren windwijzer. Deze bevindt
zich op het oogenblik in de Lakenhal; als
hij nog bruikbaar blijkt, zal hij zijn dien
sten weer gaan hervaten op zijn hoogen
post. Het is, zooals men zich misschien nog
herinnert, geen haan, maar een leeuw, die
met een zwaard het Leidsche wapen ver
dedigt.
De oude gevel.
Een ander gedeelte, dat reeds flinke vor
deringen maakt, is de restauratie van den
ouden gevel. Reeds is een behoorlijk stuk
hersteld en verschillende ontbrekende on-
derdeelen zijn nieuw aangebracht. Het
beeldhouwwerk wordt door de vaklieden,
die door de Rijkscommissie voor Mo
EEN DOORKIJK VAN DE HAL IN DE A.S. FEESTZAAL EN TROUWZAAL.
HET BETON-GERAAMTE, ZOOALS HE T VAN DE VISCHIMARKT-ZIJDE
TE ZIEN IS.
numentenzorg daarmede belast zijn, met
groote bekwaamheid en met volkomen
begrip van de oude wijze van beeldhou
wen, uitgevoerd. De nieuwe stukken ste
ken momenteel nog sterk af in kleur bij
de oude gespaarde gedeelten; zij zijn veel
lichter, maar over 6 jaar zal van een ver
schil van kleur niets meer te zien zijn.
Men schat, dat de gevelrestauratie ook nog
anderhalf jaar zal vorderen, voordat zij
geheel gereed zal zijn.
Hoe het van binnen is.
Wanneer men thans de beton-constructie
betreedt, krijgt men reeds een zeer goe
den indruk van de indeeling van het nieu
we gebouw.
Komt men langs den „koninklijken weg",
dus over de monumentale trap, het gebouw
binnen, dan staat men in de ruime hal en
met een beetje goeden wil ziet men reeds
aan z'n rechterhand de royale feestzaal en
de aansluitende trouwzaal le klas, (de der
der klas trouwkamer is op de eerste ver
dieping aan de Vischmarktzijde bij den to
ren), terwijl zich aan den linkerkant de
kamers bevinden van B. tn W., van den
burgemeester diens secretaresse en van den
secretaris.
Deze kamers en zalen strekken zich uit
over de geheele lengte van den ouden
gevel.
Het is nu reeds een imposant gezicht,
wanneer men in de hal met de zich daar
over welvende koepel staat, en een door
kijk heeft door de groote as van het ge
bouw. Het is nu nog een woud van vier
kante grauwe palen, waaruit onaestheti-
sche uitsteeksels ontspruiten, welke dienen
voor het vasthechten van de bekleedmg,
maar met een beetje fantasie ziet ge hoe
het worden gaat.
De liften zijn nog gapende gaten, welke
doorloopen van de kelders tot aan de vlie
ring, van het departement van den ontvan
ger is ae plaats van de zware kluis op het
oogenblik nog het meest opvallende en de
raadzaal is nog slechts herkenbaar aan
zijn tongen elf en aan de in de lucht zwe
vende bakken, welke eens de tribunes
voor de pers en voor het oubnek zullen
zijn. De trappen zijn nog in staat van wor
ding en alleen door „schwindelfreien" te
beklimmen, terwijl de wind vrij spel
heeft op de ruime zolders en de vliering
van het dienstgebouw aan de Vischmarkt,
omdat de zijwanden nog ontbreken. Dit
komt intusschen het uitzicht ten goede,
want op deze wind-omwaaide hoogten ge
niet men van een vergezicht over stad en
land, dat reikt tot aan de duinen. Jammer,
dat de twee hoogste verdiepingen in de
kap van het dienstgebouw voorloopig be
stemd zijn voor bergruimte en reserve,
want de ambtenaar, die van zijn bureau
uit zoo'n uitzicht heeft, is te benijden. In
de kelders staat nog wat hemelwater, dat
door de open venstergaten vrijelijk naar
binnen kan komen en natuurlijk de laag
ste plaatsen opzoekt. In de laagste kelder,
welke niet minder dan 8 M. onder'het ni
veau van de Breestraat ligt, is het water
thans nagenoeg weggepompt. Eens zullen
daar de ketels van de centrale verwarming
liggen, met welker buizen nu reeds reke
ning is gehouden.
Het licht valt mee.
Er is reeds geëxperimenteerd met het
licht in de gangen, omdat aanvankelijk de
vrees geopperd was, dat deze te donker
zouden worden. Naar het zich echter laat
aanzien, zal dat erg meevallen. Ook de
binnenplaats blijkt ruim genoeg in tegen
stelling met het vermoeden, dat zij zou
ontaarden in een koker.
Een merkwaardige bijzonderheid welke
nu nog opvalt, is, dat er sommige gedeel
ten los van elkander staan, omdat er een
nauwe spleet is opengelaten. Het heeft den
schijn, alsof men het gebouw op die plaat
sen van boven tot onder heeft doorgezaagd.
Dat is gedaan met het oog op de „zetting"
van het gebouw. Een gebouw van gewa
pend* beton gaat, vooral in de eerste paar
jaar, trekken, zoolang de specie nog niet
geheel versteend is. Dat doet trouwens
ieder gebouw, met het gevolg, dat er hier
en daar scheuren ontstaan. Om die scheu
ren te voorkomen, heeft men ze reeds bij
voorbaat aangebracht! Zooals reeds eerder
gezegd is, staat ook de oude gevel, die
zich reeds eeuwen gezet heeft, los van het
nieuwe gedeelte daarachter, zoodat dit
laatste „werken" kan zonder schade voor
den gevel.
Gewapend beton is nu eenmaal een spe
cie met welks eigenaardigheden men reke
ning nioet houden. Zoo heeft het o.a. tot
nadeel, dat het een gebouw erg gehoorig
maakt. Beton geleidt het geluid door zijn
hardheid uitermate goed. Hiertegen zijn
maatregelen getroffen. Tegen de plafonds
zijn n.l. overal z.g. gas-beton-tegels aange
bracht, welke het geluid dempen, terwijl
op de vloeren een 10 c.M. dikke laag bims-
beton gestort is, dat eveneens een geluids-
isoleerende werking heeft.
Wil men nog een paar cijfers?
In totaal zijn circa 5.300 M3. beton ge
stort en is 200 ton ijzer verwerkt. Het
hoogste punt van het dak bevindt zich op
30 M. hoogte van den beganen grond, ter
wijl de toren een hoogte krijgt van onge
veer 54 M.. De spits van den toren dus
het gedeelte, dat er nog op moet wordt
ongeveer 9 M. hoog, met het wind-vaantje
mee!
En het geheel kost VA millioen gulden!
Althans men is stevig van plan het niet
meer te laten kosten.
VAN HET VATIC AAN
DE PAUS EN CHINA.
Hij kiest geen partij.
Met groote verbazing heeft men in Vati-
caansche kringen kennis genomen van bui-
tenlandsche berichten, volgens welke de
H. Vader partij zou gekozen hebben in het
Japansch-Chineesch conflict.
Volgens den Romeinschen correspondent
van de „Tijd" betreft dit bericht de artike
len in verscheidene Amerikaansche bladen,
waarin met veel ophef wordt medegedeeld,
dat de H. Stoel met Japan samenwerkt in
den strijd tegen het communisme.
Het Vaticaan zou aan zijn vertegenwoor
digers in het Verre Oosten directieven voor
deze samenwerking hebben gegeven. Deze
mededeeling is absoluut onjuist en werd
als zoodanig officieel gebrandmerkt door
Mgr. Pizzardo, secretaris voor buitengewone
kerkelijke aangelegenheden, Mgr. Tardini,
substituut staatssecretaris en Mgr. Constan-
tini, secretaris van de Congregatie de Pro
paganda Fide.
Mgr. Constantini verklaarde verder nog,
dat evenzeer als de Kerk het Communisme
verafschuwt, zij den oorlog verfoeit.
Naar wij reeds mededeelden, stemt Roose
velt's veroordeeling van iederen oorlog ge
heel overeen met de gevoelens en gedach
ten van den H. Stoel.
Noch officieus, noch officieel neemt het
Vaticaan stelling in een conflict van staat
kundigen aard, laat staan in een conflict
van zuiver krijgskundige orde.
Men herinnert er aan, dat de H. Vader
integendeel iedere geboden gelegenheid
aangrijpt, om te getuigen van Zijn gehecht
heid aan den vrede en van Zijn vurig ver
langen, dat de vrede moge heerschen over
alle volkeren zonder onderscheid.
Nog slechts enkele dagen geleden publi
ceerde de Osservatore Romano een door
het Vaticaan geïnspireerd artikel, waarin
de Vaticaansche politiek in het kort werd
samengevat in deze verzuchting: „Dissipa
gentes, Domine, quae bella volunt" (Ver
strooi, o Heer, de volkeren, die den oorlog
willen).
Wat meer speciaal het Japansch-Chinee-
sche conflict betreft, herinnere men zich de
houding van den H. Stoel in de kwestie van
Mandsjoekwo. Het Vaticaan onderhoudt
met China de meest uitstekende relaties,
omdat China een'Missieland is. Wanneer nu
Japan een zeker gezag gekregen heeft in
Mandsjoekwo, dan beteekent de houding
van het Vaticaan niets anders, dan dat het
rekening houdt met den toestand, zooals die
feitelijk geworden is.
Overigens wordt door den H. Stoel den
missionarissen voortdurend op het hart ge
drukt, zich niet te bemoeien met politieke
geschillen en zich slechts alleen bezig te
houden met hun godsdienstige en cultureele
taak.
Wij vernemen nog, dat Mgr. Constantini
Donderdag a.s. bij wijze van inleiding van
den Missiedag van Zondag d.a.v. in de Gre
gorian een conferentie zal houden over de
groote bedreiging, welke voor de missies
de Communistische propaganda vormt.
BELGIË
NEGEN MOGENDHEDEN CONFERENTIE
TE BRUSSEL.
De negen mogendheden conferentie zal te
Brussel worden gehouden.
De regeering van België heeft besloten op
verzoek van Groot Brittannië met toestem
ming van de regeering van de Vereenigde
Staten, aan de staten, welke het Negen-
mogendhedenverdrag hebben onderteekend,
voor te stellen einde dezer maand te Brus
sel een bijeenkomst te beleggen, ten einde
den toestand in het Verre Oosten te bestu-
deeren.
Openliike inmenging en
verheerlijking van
woordbreuk
Te Lianduno heeft de minister van Bul-
tenlandsche Zaken, Eden, een rede gehou
den, waarin hij de Spaansche kwestie be
sprak.
De gebeurtenissen van het laatste jaar,
aldus zeide, hij, hebben geen verandering
gebracht in onze meening, dat de inter
ventie een fout is van hen, die interveniee-
ren. Wij hebben een politiek van niet-in-
menging gevoerd naar den geest en naar
de letter, doch er bestaat verschil tusschen
niet-inmenging en onverschiligheid.
De kenmerken van den tegenwoor-
digen toestand zijn openlijke inmen
ging en verheerlijking van woord
breuk. In dergelijke omstandigheden
kan niemand er zich over beklagen, in
dien het geduld van degenen, die stre
ven naar het vervullen van hun plicht
tegenover Europa, nagenoeg uitge
put is.
Ik zou zeker geen kritiek willen oefenen
op een staat, die zich dan gedwongen zou
voelen zijn vrijheid van handelen te her
nemen.
Instemming met Roosevelt
Eden ging vervolgens over tot den toe
stand in het Verre Oosten en zeide, dat
Roosevelt in zijn rede te Chicagi verschil"
lende malen de situatie treffend heeft ge-
teekend. In deze dagen van geweld en wet
teloosheid, aldus Eden, is het goed voor
ons, dat de president van de machtigste re
publiek ter wereld ons eraan herinnert,
dat wij ons niet zoo lang geleden plechtig
hebben verplicht, af te zien van geweld als
werktuig van internationale politiek.
Eden sprak de hoop uit, dat op de ne-
gen-mogendheden-conferentie allen aanwe
zig zullen zijn, wier medewerking noodza
kelijk is.
De Britsch-Fransche samenwerking
Er is een factor, die tot tevredenheid
stemt: de versterking der Britsche betrek
kingen tot Frankrijk, hetgeen een groot
verschil is in vergelijking met 1935. Er is
niet alleen sprake van een belangengemeen
schap, doch deze twee groote Europeesche
democratieën beseffen meer en meer, dat
zij de bewakers zijn van een groote tra
ditie, die verdient te worden gehandhaafd.
De Vereenigde Staten, hoe ver zij ook
van Europa verwijderd liggen, kennen
eveneens deze zijde van den toestand. En
geland bemoeit zich niet met den regee-
ringsvorm in andere staten, doch deze ver
draagzaamheid moet wederkeerig zijn,
Indien wij zeggen, aldus de minister, dat
wij er niet naar streven van alle Europee
sche staten democratieën te maken, moeten
anderen niet trachten alle staten fascis
tisch of communistisch te maken.
FRANKRIJK
DE NASPORINGEN NAAR
GENERAAL MILLER
Een huiszoeking in een gebouw der
Sovjet-ambassade gevraagd
Mevrouw Miller, de vrouw van den Rus-
sichen generaal, die onlangs spoorloos uit
Parijs verdwenen is, heeft thans aan den
president van de republiek een schrijven
gezonden, waarin zij mededeelt, dat haar
advocaten twaalf dagen geleden den rech
ter van instructie verzocht hebben een
huiszoeking te houden in een gebouw, dat
door de Sovjet-ambassade te Parijs ge
huurd is en dat zich in de onnmiddellijke
omgeving bevindt van de plek, waar haar
man zijn laatste bespreking had.
Ten einde tot een dergelijke huiszoeking
te kunnen overgaan, dient het parket zich
er evenwel eerst van te vergewissen, of
dit gehuurde gebouw eigenlijk niet onder
de diplomatieke immuniteit valt. Van den
Quai d'Orsay is nog geen antwoord ontvan
gen. Volgens mevrouw Miller zou een der
gelijke huiszoeking van groot belang zijn.
Zij is n.l. van meening, dat een auto van
de Sovjet-ambassade op den dag van de
ontvoering des middags geruimen tijd voor
dit gebouw heeft gestaan en dat dit het
zelfde voertuig moet zijn, dat des avonds
gesignaleerd werd bij een Sovjetschip te
Le Havre.
Mevrouw Miller heeft in haar brief den
president verzocht, al wat menschelijker-
wijs maar mogelijk is, te ondernemen, om
haar man weer op te sporen. Zij heeft al
haar hoop op dit verzoek gevestigd.
PALESTINA
HET HERLEEFDE TERRORISME
De Groot-Moefti naar Syrië gevlucht
In verband met de jongste aanslagen
heeft de overheid van Jeruzalem besloten,
dat de maatregel, waarbij na zes uur des
avonds niemand zich meer op straat mag
bevinden, tot nader order van kracht zal
blijven. Gisteravond om zes uur werden de
straten, café's en openbare gelegenheden
ontruimd. Patrouilles doorkruisten de stad
en bewaakten de wegen. De politie heeft
verscheidene arrestaties verricht, in het
bijzonder in de omgeving van den Moefti.
De Groot-Moefti is inmiddels uit Palesti
na gevlucht. Hij is in Syrië aangekomen.
De douaneloods en de telegrafistenka
mer, benevens andere gebouwen van het
vliegveld te Lydda zijn hedennacht om drie
uur afgebrand. Men vermoedt, dat sabo
tage in het spel is.
ZIE VERVOLG BUITENLAND PAG. 8.